RADIO SCORPIO. Studenten in de ether. (Dave Timmermans) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
1.0. Inleiding
In dit inleidende hoofdstuk komt de geschiedenis van Radio Scorpio uitgebreid aan bod. Aangezien het essentieel is om Scorpio in het huidige medialandschap te kunnen situeren, werd er bewust voor geopteerd om een zo volledig mogelijk overzicht te geven van de belangrijkste gebeurtenissen van deze oude lokale
radiozender.
1.1. Het ontstaan
Alles begon op 6 december 1979. Toen werden voor de eerste maal de statuten van de VZW Scorpio gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Deze tekst was tot stand gekomen na de stichingsvergadering van 18 augustus.
1.1.1 De grondleggers
De oprichters waren gedurende de eerste jaren van Radio Scorpio ook de drie personen van de Raad van Beheer. Hugo De Clerck was afgevaardigd beheerder, Marcel Heymans kreeg de functie van penningmeester en Guy Brulez nam de taak van secretaris op zich.
De belangrijkste grondlegger was ongetwijfeld Hugo De Clerck. Niet alleen bracht hij de twee anderen met elkaar in contact en overtuigde hen om mee te doen, daarenboven was hij actief in het socio-culturele leven in Leuven en kende hij het ‘studentenleven’ heel goed. Het was vanuit deze ervaringen dat hij de noodzaak voelde om een brug te slaan tussen beide werelden. In de lente van ’79 wou hij dat er een soort informatieblad, dat zowel de studenten als de Leuvenaars moest kunnen bereiken, moest worden uitgegeven in Leuven. Toen ‘Het Dijlepaard’ werd opgericht, was hij dan weliswaar ook betrokken bij deze oprichting, toch vond hij dat dit medium weinig efficiënt was, te duur en daarenboven nog te weinig mensen bereikte.
Ondertussen lieten de eerste ‘vrije radio’s’ in Vlaanderen, maar vooral in Wallonië, van zich horen. Hugo De Clerck had contact met de pioniers van deze nieuwe, illegale mini-omroepen. Radio was volgens hem een veel dynamischer medium, met weliswaar zijn eigen wetmatigheden, maar het contact dat tot stand gebracht wordt, is actiever en levendiger (Spildooren, 1982, pp. 4-5).
1.1.2 De doelstellingen
Wat zijn nu eigenlijk de doelstellingen van Radio Scorpio? S.C.O.R.P.I.O. staat voor ‘Socio-Culturele Organisatie voor Regionale Pluralistische Informatie-Overdracht’. Hier moet wel opgemerkt worden dat deze verklaring pas achteraf aan dit letterwoord werd gegeven (Spildooren, 1982, p. 6). Het doel van de zender wordt duidelijk wanneer we de statuten raadplegen. Zo luidt Artikel 3 als volgt:
‘De vereniging heeft tot doel om in een geest van pluralisme en verdraagzaamheid de culturele animatie en de sociale communicatie te bevorderen en bij te dragen tot de culturele en maatschappelijke vorming van haar leden bij wege van alle daartoe geschikte middelen zoals het inrichten van socio-culturele activiteiten, het voorzien in de nodige materiële infrastructuur hiervoor, het oprichten en beheren van informatiemedia en het verwerven van de middelen om dit opzet financieel mogelijk te maken. De vereniging kan tevens derden, natuurlijke of rechtspersonen of feitelijke verenigingen bij deze activiteiten betrekken, op voorwaarde dat ze in woord en daad blijk geven van respect voor beginselen die aan de vereniging ten grondslag liggen.’
Hier dient echter opgemerkt te worden dat er essentiële elementen ontbreken in de statuten. Zo wordt immers niet vermeld dat de VZW zich bezighoudt met het maken van radio. Er is wel sprake van ‘het oprichten en beheren van informatiemedia’, maar ten eerste wordt deze activiteit opgenomen in een rijtje van nog heel wat andere bezigheden en ten tweede worden deze ‘informatiemedia’ niet nader gespecifieerd.
1.1.3 De zeven basispijlers
De ‘filosofie’ werd pas duidelijk vastgelegd in zeven basispijlers, die in een perscommuniqué in november 1980 nader werden toegelicht:
Ten eerste is er het ontbreken van een winstgevend doel. Scorpio is vanaf zijn oorsprong de niet-commerciële weg ingeslaan. Financiering gebeurt dus niet via reclame, maar wel door renteloze leningen van de medewerkers, verkoop van steunkaarten en stickers en de activiteiten die Scorpio organiseerde.
Een tweede basispijler is pluralisme: Zo tracht men een daadwerkelijke democratie in de communicatie te bereiken.
De derde pijler wordt gevormd door de beperkte actieradius. Radio Scorpio gelooft dat een beperkte actieradius ten zeerste zal bijdragen tot een intensere uitwisseling van de Leuvense informatie en activiteiten. Ook kan een hechtere band worden gesmeed door de diverse verenigingen en bevolkingsgroepen onderling.
Vervolgens heeft men de deelname van de luisteraars als vierde pijler. Het contact met de luisteraars is er niet een van éénrichtingsverkeer. Luisteraars worden uitgenodigd om actief deel te nemen aan de uitzendingen.
Het verwerpen van iedere voogdijschap maakt het voorwerp uit van de vijfde pijler. Radio Scorpio verwerpt iedere politieke of rechtstreekse binding met de Leuvense universiteit. Deze totale onafhankelijkheid moet garant staan voor een totale werkingsvrijheid.
De voorlaatste pijler is de toelating verkrijgen voor deze lokale socio-culturele zender. Hier drukte Scorpio zijn wens uit om ooit legaal in de ether aanwezig te zijn. Radio Scorpio is ervan overtuigd dat de amateurzender een belangrijke rol kan vervullen in het Leuvense gemeenschapsleven, waar zowel studenten als Leuvenaars wonen. De zender is niet tegen de openbare omroep, hij wil enkel aanvullend werken.
En de laatste pijler tenslotte is het doorspelen van alle informatie en activiteiten in het Leuvense, zowel studenteninfo als activiteiten van de Leuvense initiatieven. Scorpio streeft naar een 50/50 verhouding student/niet-student, en dit zowel in zijn werking als doelpubliek (Spildooren, 1982, pp. 8-12).
1.1.4 De ressources
Bij zijn start had Radio Scorpio heel weinig middelen. De drie beheerders investeerden elk een som van 250 euro. Hiermee werden een zender, twee draaitafels en een cassettedeck aangekocht. Een medewerker stelde een mengtafel ter beschikking. In de beginperiode fungeerde de stickerverkoop als enige bron van inkomsten. De medewerkers verspreidden deze aan de prijs van 0,50 euro over heel Leuven. De totale opbrengst in vier maanden bedroeg zo’n 515 euro. Dit werd aangevuld met de inkomsten van steunkaarten, goed voor ongeveer 421 euro en een eerste Scorpio-TD bracht in het totaal ongeveer 744 euro op.
De uitgaven bedroegen zo’n 19.934 euro. Hiermee had men een zender, twee platendraaiers, twee cassettespelers en een zendmast aangekocht en werd de studio verder ingericht. Ook werden de drukkosten van de stickers hiermee betaald. Toen men de balans opmaakte, verkreeg men een negatief saldo, maar de grootste kosten waren dan ook achter de rug. Men voorzag dat de verdere werkingskosten wel zouden meevallen. De beheerders waren immers met radio begonnen omdat het een relatief goedkoop lokaal communicatiemedium leek. (Spildooren, 1982, pp. 33-34).
Medewerkers zoeken leek geen probleem, want men had immers het geluk om in Leuven uit de talrijke studentenbevolking mensen te kunnen rekruteren. Deze werden regelmatig bereid gevonden om kosteloos veel tijd en energie te investeren in zo’n initiatief. (Sevenants, 1988, p. 66).
1.1.5 Definitieve start
De dag waarop het eigenlijk allemaal definitief van start ging, was maandag 15 oktober 1979. Toen ging Scorpio voor het eerst in de ether op de toenmalige frequentie 101 Mhz. De eerste uitzendingen gebeurden vanop een zolderkamertje met een eigenhandig in elkaar gestoken 24 Watt-zendertje en een demonteerbare antenne. In Vlaanderen was Radio Scorpio de tweede lokale zender na Radio Aktief en werkte hij inspirerend voor (alternatieve) navolgers als Radio Toestel (Gent) en Radio Stad (Antwerpen). Enkele maanden later verhuisde Scorpio naar de derde verdieping van het Stuc-gebouw, wat toen nog gelegen was op de universiteitscampus van de sociale wetenschappen aan de Van Evenstraat.
1.1.6 De hoofdaccenten
In een interne nota uit januari 1980 werden de zeven doelstellingen uit 1.1.3 meer concreet geformuleerd. Dit resulteerde in vier ‘hoofdaccenten’ die ‘het gezicht van de zender’ verder zouden moeten bepalen:
Het eerste punt was dat men opteerde voor een verhouding van 60%muziek en 40%informatie. Hier moet wel vermeld worden dat informatie wel erg ruim dient geïnterpreteerd te worden. In de praktijk leek deze verhouding niet haalbaar, want men had immers maar een beperkt medewerkercorps. Deze verhouding was eigenlijk meer een na te streven doel, want in de realiteit haalde men nog geen 20% informatie.
Een tweede verhouding die men vooropstelde was 50% Leuvenaars en 50%studenten als medewerkers. Zoals reeds eerder vermeld was één van de doelstellingen van de oprichting dat Hugo De Clerck een brug wou slaan tussen de leefwereld van de Leuvenaars en de leefwereld van de studenten. Om dit te realiseren zou het medewerkercorps dan ook moeten bestaan uit beide bevolkingsgroepen en zou er een evenwicht moeten zijn. In realiteit werd er vooral radio gemaakt door studenten en oud-studenten die na hun studententijd in Leuven bleven ‘plakken’.
Het derde accent handelt over de muziek die zou gedraaid worden. De keuze van de muziek zou geïnspireerd worden door jonge betere Belgische groepen en er zou geen gebruik van plugging gemaakt worden. Scorpio richtte zich in zijn beginperiode vooral op een ‘jeugdig’niet-leeftijdsgebonden publiek, dat vatbaar was voor nieuwe en steeds evoluerende communicatieve prikkels. Muzikaal wil dit zeggen dat vooral hedendaagse ‘jonge’ muziek aan bod kwam. Men zond vooral de ‘betere muziek’ uit. Hiervoor gaf men geen definitie. Men veronderstelde dat elke medewerker wist waar de grens lag tussen wat wel en wat niet kon. Daarnaast wou men ook de Belgische muziek promoten. In dit verband is het een opmerkelijke vaststelling dat de bloeiperiode van de Belgische popmuziek (begin jaren ’80) parallel liep met de opkomst van de vrije radio’s.
‘Plugging’ wil zeggen, dat men tegen betaling een plaat een aantal keer per dag draait om zo de verkoop ervan te stimuleren. Vanuit de basisoptie dat Scorpio geen commerciële bindingen wou, werd plugging dus totaal afgewezen.
Tenslotte wou men het accent leggen op het feit dat Scorpio een ‘open’ zender is. Dit werd vertaald in de doelstelling van actieve deelname van de luisteraars. Concreet kwam het er op neer dat wekelijks twee uur zendtijd werd voorbehouden voor luisteraars of verenigingen. Men moest echter vaststellen dat slechts weinig luisteraars of verenigingen interesse leken te hebben, zodat het meestal de medewerkers van Scorpio waren die deze twee uren vulden. (Spildooren, 1982, pp. 21-24).
1.1.7 Vertaling naar programmatie
De bovenstaande basisopties trachtte men in de programmatie waar te maken. Zo had men in oktober ’79 5,5 uur per week zendtijd (elke weekdag van 20 tot 21u, maandag tot 21u30). Vanaf 5 november werd de zendtijd verdubbeld, en vanaf december was Scorpio 3 uur per weekdag (van 20 tot 23u) in de lucht (Spildooren, 1982, p.25). De programmatie werd gekenmerkt door een viertal programma’s: informatieprogramma’s, algemene muziekprogramma’s, gespecialiseerde muziekprogramma’s en een vrij primitieve vorm van gastprogramma’s.
Deze programma’s zijn op een natuurlijke wijze ontstaan. Doorslaggevend waren de beschikbare medewerkers. Deze bepaalden in grote mate zelf wanneer ze het programma wilden verzorgen en om welk type van programma het zou gaan.
Opmerkelijk was wel dat Scorpio nooit uitzond in het weekend. Daar waar over het hele land de vrije radio’s in hoofdzaak in het weekend uitzonden, was het in Leuven net andersom. Dit heeft natuurlijk alles te maken met het studentikoze karakter dat de radio kenmerkt. (Spildooren, 1982, pp.30-31).
1.1.8 De dagelijkse werking
Natuurlijk is radio maken meer dan zo maar wat programma’s uitzenden. Er moest geld binnenkomen om leningen af te lossen, en hiervoor diende men vanalles te organiseren. Daarnaast moest iemand zich bezighouden met de technische gevolgen van het uitzendproces. Verder waren er ook nog de huisvesting, apparatuur, aantrekken van nieuwe medewerkers en relaties met de buitenwereld die in goede banen moesten geleid worden. Om dit alles te realiseren kwam een kernploeg bestaande uit een tiental mensen wekelijks samen. Deze vergadering was een open vergadering, elke medewerker had het recht er aan deel te nemen en mee te beslissen. De Raad van Beheer was enkel een theoretisch orgaan; in praktijk werd het beleid van de radio immers uitgestippeld door de kerngroep. Van een sterk uitgewerkte interne structuur kon er in dit stadium dan ook moeilijk sprake zijn (Spildooren, 1982, pp.32-35).
1.2. De inbeslagname
Op 18 februari 1980 haalde Radio Scorpio voor het eerst in zijn bestaan de voorpagina van een nationale krant, m.n. Het Laatste Nieuws (Sevenants, 1988, p.70). Dit gebeurde in een periode waar al herhaaldelijk het gerucht de ronde deed dat het gerecht tegen de illegale radiozenders zou optreden. De initiatiefnemers van Radio Scorpio hadden echter wel hun voorzorgen genomen. Zo namen ze een bandje op dat dan in geval van nood onmiddellijk kon uitgezonden worden (“BOB fuinkt vrije radio, Vlaamse vrije radio’s gaan VZW vormen”, 22.02.1980). De boodschap luidde als volgt: “Dit is een noodoproep. Radio Scorpio, uw Leuvense lokale radio wordt bedreigd met inbeslagname. Dit is geen grap. Indien je achter onze principes van lokale radio kan staan, spoed je dan naar het Stuc. Het Stuc is gelegen tussen de Van Evenstraat en de Parkstraat. Enkel een massale opkomst kan onze inbeslagname mogelijk voorkomen. Wij herhalen onze oproep...’ (Spildooren, 1982, p. 39). Op woensdag 20 februari, even na 20 uur, gebeurde het onvermijdelijke. Zes B.O.B’ers meldden zich in gezelschap van drie R.T.T.-technici aan in de Scorpio-studio. De B.O.B.’ers toonden een huiszoekingsbevel en wilden de zendapparatuur in beslag nemen. Drie van de zes aanwezige medewerkers werden overgebracht naar de rijkswachtkazerne voor ondervraging, waarop de overige drie de kans schoon zagen om de speciale noodcassette de ether in te sturen. Na de oproep werd het doodstil op 101 Mhz (“Radio Scorpio het zwijgen opgelegd te Leuven”, 22.02.1980).
In een mum van tijd hadden een 70-tal studenten zich op de trappen van het Stuc-gebouw verzameld. De medewerkers van Scorpio spoorden aan tot kalmte en verklaarden dat ze bereid waren de zender in beslag te laten nemen. Dit om de veel duurdere opnameapparatuur ongemoeid te laten. De studenten dachten er echter anders over: enkele meer georganiseerde elementen begonnen dadelijk de deur van het zendlokaal te barricaderen zodat drie B.O.B.’ers, die zich nog in het lokaal bevonden, opgesloten raakten (“BOB fnuikt vrije radio, Vlaamse vrije zenders gaan VZW vormen”, 22.02.1980). Toen enkele politiemannen en rijkswachters de trap bestormden om hun collega’s te ontzetten, werden ze van de trap geduwd. Daarbij vielen enkele harde klappen (“BOB bestormt Radio Scorpio”, 22.02.1980).
Ondertussen waren er al zo’n 300 à 400 studenten verzameld in het oude Stuc-gebouw. Er werd nog een noodoproep gedaan tot de zendamateurs van de 27-meterband, de zogenaamde C.B.’ers (die toen al in de legaliteit opereerden), maar die gingen daar niet op in. De toestand leek uitzichtloos. Terwijl de studenten en sympathisanten het gebouw koortsachtig barricadeerden, vonden er even verder op straat onderhandelingen plaats tussen rijkswacht, politie en Scorpio-mensen. Er werd overeen gekomen dat de ingesloten agenten het gebouw konden verlaten, terwijl de gebarricadeerde B.O.B.’ers in de zendkamer zouden blijven (“BOB fnuikt vrije radio, Vlaamse vrije zenders gaan VZW vormen”, 22.02.1980).
‘s Nachts hield beheerder Marcel Heymans een geïmproviseerde persconferentie. Hij betitelde de inval als een kaakslag voor Vlaanderen, aangezien in Wallonië reeds een 40-tal zenders oogluikend toegelaten werden. Verder leek er ook sprake te zijn van een zeer goede coördinatie met de autoriteiten (“BOB bestormt Radio Scorpio”, 22.02.1980). Voorts zei hij dat de Vlaamse radio’s verstoppertje moesten spelen om niet opgedoekt te worden, terwijl er in Wallonië zelfs een zender samenwerkt met de rijkswacht en de Franstalige radio’s bijna allemaal politieke steun genoten. Het beleid van de bevoegde minister, Rika De Backer (CVP), noemde hij ‘bekrompen’(“Radio Scorpio zwijgt”, 22.02.1980).
Vrijdagmiddag al stelde de B.O.B. vast dat de zegels, die door het gerecht waren gelegd op de studio van Radio Scorpio, door onbekenden waren verbroken (“Vier ministers moeten oplossing zoeken voor vrije radio”, 23.02.1980). De zegels op de zender bleven echter onaangeroerd (“Radio Scorpio verbroken”, 23.02.1980). Scorpio bracht de bevoegde instanties hiervan op de hoogte en de zegels werden vernieuwd.
Ondertussen had Scorpio de voorpagina’s gehaald van de nationale dagbladpers, zodat van overal solidariteitsbetuigingen binnenliepen. De initiatiefnemers putten hier de moed uit om verder te gaan met Radio Scorpio (Spildooren, 1982, p. 40). Al op 25 februari 1980 werden de uitzendingen hervat. Hiervoor mocht Scorpio gebruik maken van de zendinstallaties van de Brusselse Radio Plus en van de Waals-Brabantse Radio Louvain-la-Neuve. In realiteit waren het vooraf opgenomen bandjes die verstuurd waren en vanaf 20u. werden afgespeeld (“Scorpio terug: Wij willen in geen geval zendtijd van de BRT”, 2602.1980). De ontvangst in Leuven was slecht. De initiatiefnemers van Scorpio werkten echter al die tijd aan een noodzender (met een capaciteit van 250mW) (“Scorpio geeft niet af en zendt uit in stereo, 14.03.1980), waarmee men op 25 februari terug vanuit Leuven begon uit te zenden. Deze noodzender werd in maart vervangen door een nieuwe zender van 5 Watt. De uitzendingen gebeurden ook terug vanop een vaste plaats, meer bepaald de slaapkamer van een medewerker.
Ondertussen hadden verschillende politieke groeperingen actie ondernomen om de vrijemeningsuiting terug te “veroveren”. Scorpio wou echter geen strijdzender zijn, en stapte daarom uit het actiecomité. Daarenboven distantieerde het zich van verdere acties omdat die volgens haar te zeer gepolitiseerd werden. In mei ’80 werd een nieuwe zender van 25 Watt geïnstalleerd. Op 8 juni werden de zegels van de studio weggehaald; de aanwezige apparatuur en het totale platenbestand werd in beslag genomen. Tijdens de maanden juli en augustus werden de uitzendingen opgeschort, terwijl men ijverig een nieuw programmatieschema uitwerkte en de medewerkersploeg stevig uitbreidde (Spildooren, 1982, p. 40).
1.3. De gevolgen van inbeslagname
Naast juridische gevolgen waren er ook materiële en sociale gevolgen voor Radio Scorpio.
1.3.1 Materiële gevolgen
Aangezien de initiatiefnemers wisten dat een inbeslagname mogelijk was, daar men nog steeds in de illegaliteit opereerde, had men juridisch advies ingewonnen voor de start van Scorpio. Een advocaat, die zich gespecialiseerd had in het recht op vrije meningsuiting en het monopolie van de openbare omroep, verklaarde zich bereid om Scorpio te verdedigen. De drie beheerders waren immers samen met vier andere medewerkers voor de rechter gedaagd.
Bij de Rechtbank van Eerste Aanleg pleitte de advocaat voor een behandeling van het dossier door het Hof van Assisen. En dit omdat de aangeklaagden zich schuldig hadden gemaakt aan persmisdrijf. De raadkamer verwierp echter dit argument en op vrijdag 10 april 1981 kwam de zaak voor de Correctionele Rechtbank. Op vrijdag 26 juni ’81 werden de beklaagden veroordeeld tot geldboetes gaande van 500 euro (voor elk van de beheerders) tot 200 euro, 75 euro of 50 euro(voor de andere medewerkers). Op de koop toe werden de inbeslaggenomen goederen verbeurd verklaard. Natuurlijk gingen de veroordeelden in beroep tegen de beslissing. De uitspraak werd gedaan op 27 januari 1982. Hoewel er voor drie medewerkers een lichte strafvermindering was, werd het vonnis van eerste aanleg bevestigd. (Spildooren, 1982, pp. 41-42).
Het verlies aan materiaal was groot voor Scorpio. Door de inbeslagname en de verbeurdklaring had Radio Scorpio een verlies geleden van ongeveer 2.500 euro.
De positieve kant van dit verhaal is dat de inbeslagname ervoor zorgde dat Scorpio de voorpagina’s haalde van verschillende nationale kranten. Dit was dan weer goed voor de bekendheid. Radio Scorpio kon rekenen op heel wat sympathie, en dit resulteerde uiteindelijk in ongeveer 1000 euro. Dit geld werd opnieuw geïnvesteerd in een zender. Vervolgens werd overgegaan tot de aankoop van een volledige uitrusting waarmee men de dagelijkse programma’s kon verzorgen. Ook verhuisde men terug naar ‘t Stuc. Dat deze keuze voor menig ongenoegen zorgde, spreekt voor zich. Men was zich er enerzijds van bewust dat zolang men vanop de universiteitscampus zou blijven uitzenden, het etiket ‘studentenzender’ op Scorpio zou geplakt blijven. Anderzijds was het onmogelijk om uit te breiden in het Stuc-gebouw. En dit omdat er dringend behoefte was aan een tweede studio, voor montage en voor het op voorhand opnemen van programma’s (Spildooren, 1982, pp. 43-44).
1.3.2 Sociale gevolgen
Natuurlijk had de inbeslagname ook sociale gevolgen. Radio Scorpio had die avond maar liefst honderden sympathisanten op de been gekregen om de belangen van deze lokale radio te verdedigen. Omwille van de grote bekendheid in Leuven, organiseerde men een betoging die op woensdag 27 februari ’80 plaatsvond. In een ludieke ballonnetjesstoet stapten 400 à 500 manifestanten op naar het gerechtsgebouw.
Daarnaast had de inbeslagname van Scorpio de discussie over de vrije radio in een stroomversnelling gebracht. Zo werd er veel aandacht besteed aan dit thema in de nationale media. Ook het seminarie ‘Omroep’ van het Centrum voor Communicatiewetenschappen (K.U.Leuven) pleitte in een persmededeling voor de legalisatie van deze zenders als alternatief voor de BRT. In het vrije radiomilieu besefte men dat men niet bij de pakken kon blijven zitten. Om de legalisering van de vrije radio te bewerkstelligen, begreep men dat het hoog tijd was om zenders met dezelfde visie op het medium te verenigen. Deze gedachte ligt aan de grondslag van de oprichting van de VEBE (Vereniging ter Bevrijding van de Ether) (Spildooren, 1982, pp. 44-45).
Deze vereniging stelde een gemeenschappelijk handvest op en werd officieel op 1 maart 1980 opgericht te Brussel. De uitgangspunten voor de vrije radio-omroep waren dat alle burgers of groepen van burgers het recht hebben om radioprogramma’s te realiseren, dat deze moet gevrijwaard blijven van elke vorm van (al dan niet betaalde) handelsreclame, dat er geen partij-politiek aan bod mag komen, dat de radio’s zich tot een welbepaald geografisch beperkt deel van de bevolking moeten richten, dat er technische beperkingen i.v.m. de zendsterkte moeten uitgewerkt worden en tenslotte dat alle vrije radio-experimenten moeten gedepenaliseerd worden. In tegenstelling tot haar Franstalige tegenhanger, de A.L.O., vroeg VEBE ook dat de vrije radio zou gelegaliseerd worden (“BOB fnuikt vrije radio, Vlaamse vrije zenders gaan VZW vormen”, 22.02.1980).
1.4. De pijnlijke splitsing
Vanaf september 1980 begon Radio Scorpio dagelijks en ook ’s nachts uit te zenden. Alles bij elkaar zond Scorpio tegen december zo’n 74 uur per week uit. Men probeerde zo professioneel mogelijk over te komen. Zo werden een aantal theoretische principes qua programmatie toegepast op het eigen zendschema. Een voorbeeld hiervan is dat men opteerde voor een horizontale programmatie. Hierbij programmeert men alle dagen dezelfde of gelijkaardige programma’s op dezelfde tijdstippen, waardoor de herkenbaarheid voor de luisteraar vergroot (Spildooren, 1982, pp. 68-69).
1.4.1 Veranderingen op til…
Geleidelijk aan leerde men dat radio niet enkel draait om het maken van goede programma’s. Men wist wel dat men rekening moest houden met theoretische achtergronden, maar dacht dat het voldoende was om enkele basisprincipes te formuleren. Die zeven basisprincipes vormden zonder twijfel de lijn die deze radio zou volgen. De praktijk leerde echter dat sommige doelstellingen niet realiseerbaar bleken, andere moesten genuanceerd en gespecificeerd worden, nog andere moesten afgezwakt worden.
1.4.1.1 Het Ideologisch Congres: deel 1
De eerste heroriëntering vond plaats aan het einde van het tweede werkjaar. Ondertussen was de medewerkerploeg uitgebreid tot 82 mensen, en zond men ongeveer een 100-tal uren per week uit. Dit alles was natuurlijk niet slecht, maar toch dachten weinige programmamakers na over wie of wat men wou bereiken. In juni 1981 gingen enkele zich terecht afvragen waar ze eigenlijk mee bezig waren. Dit was dan ook de aanleiding van wat later ‘het Ideologisch Congres’ genoemd werd. Deze naam laat onterecht vermoeden dat het om iets groots ging. Eigenlijk liep alles een beetje verkeerd. Zo hing er in de maand juli een berichtje in de studio, dat iedereen die zich daartoe geroepen voelde aan de hand van een achttal vragen kon reageren op de werking van Radio Scorpio. De respons was uiterst zwak. Slechts acht mensen uitten hun mening. Vele van de medewerkers was immers op vakantie...
Programmatie-leider Steve Alfin richtte het Ideologisch Congres op. Hij schreef de nota ‘Lokale Radio: Opties en Beleid’. Deze zou de basis vormen voor het eerste deel van het congres. Deze tekst was opgebouwd rond 8 vragen:
Een eerste vraag waarover moest nagedacht worden was welke doelgroepen Scorpio wil bereiken. Een tweede vraag was wat de taak is van een lokale radio. Een derde vraag gaat na wat meer concreet de taak van een lokale radio is ten opzichte van de beoogde doelgroepen en dit zowel op muzikaal als op informatief vlak. Ten vierde moet men zich afvragen of de nadruk meer op muziek of op informatie moet gelegd worden. Eveneens moet de houding ten opzichte van gespecialiseerde uitzendingen (muzikaal en informatief) bekeken worden. Ten zesde moet nagegaan worden of er behoefte is aan gespecialiseerde programma’s. Een voorlaatste vraag die men zich moet stellen is of Scorpio aan een concrete behoefte voldoet. Tenslotte moet de tevredenheid onder de medewerkers geëvalueerd worden.
Het resultaat van deze rondvraag werd aangevuld met de visie van Steve Alfin zelf. Twee hoofdpunten kwamen naar voren, namelijk enerzijds dat Scorpio aanvullend moest zijn op de nationale omroepen en anderzijds dat men rekening ging houden met het nationaal luisteronderzoek door BRT2 (1977), waar werd vastgesteld wie op welk uur naar wat luistert.
1.4.1.2 Het Ideologisch Congres: deel 2
Het tweede deel van het document suggereerde hoe nu deze theoretische inzichten uit het eerste deel in de praktijk konden worden omgezet. Dit gebeurde grotendeels op basis van eigen suggesties en voorstellen van de auteur zelf.
1.4.1.3 De implementatie en zijn gevolgen
Op 15 augustus 1981 werd het eerste deel van het Ideologisch Congres georganiseerd. De deelnemers waren de leden van het Dagelijks Bestuur, de Programmaraad en enkele mensen die om wille van hun duidelijke visie op het medium wellicht ook hun steentje konden bijdragen. De belangrijkste conclusie van het congres was dat Radio Scorpio moest uitgroeien tot een informatieve service-radio. Het streefdoel was met andere woorden een breder publiek te bereiken, en dit via een meer gerichte aanpak van informatie- en muziekprogramma’s.
Het grote minpunt van heel het Ideologisch Congres was dat er weinig ‘ideologische’ punten besproken werden. Hoewel het de uitgelezen kans was voor een bezinning over de basisbeginselen van Scorpio, werd er enkel aandacht besteed aan een nieuw programmatieschema. Dat het congres hier tekort had geschoten, bleek uit de vergaderingen die het Dagelijks Bestuur slechts enkele maanden later plande, om het gezicht van Radio Scorpio te bepalen. Het eindresultaat werd bekrachtigd in de Algemene Vergadering in het Auditorium Vesalius op 26 april 1982, waar voor de eerste maal de oorspronkelijke basispijlers in een officieel document, met de naam ‘Huishoudelijk Reglement’werden genoteerd.
‘Toelating verkrijgen voor deze lokale socio-culturele zender’ werd vanaf dan niet meer opgenomen in het credo van Radio Scorpio, aangezien bij de totstandkoming van het Huishoudelijk Regelement de onderhandelingen i.v.m. de legalisatie zo goed als rond waren. En inderdaad: op 6 mei ’82 werd in de Vlaamse deelregering het ‘Decreet houdende organisatie en erkenning van de niet-openbare radio’s’ goedgekeurd, waarmee er voor het eerst een wettelijk kader werd geschapen voor de lokale radio-omroep in Vlaanderen (Spildooren, 1982, pp. 53-61).
1.4.2 Programmatiewijziging
In de zomervakantie van 1981 waren de uitzendingen van Radio Scorpio gewoon doorgegaan, en dit ondanks een gebrek aan programmamakers. In deze periode had de Programmaraad een nieuw programmatieschema uitgedacht, en tijdens de Handelsbeurs, begin september, kon men aan de Scorpiostand een gedrukt exemplaar van deze nieuwe programmatie krijgen. Wanneer een aantal onwetende medewerkers lazen dat hun programma er niet meer zou zijn, of zomaar was verplaatst, rezen er vragen over het democratische karakter van Scorpio (Spildooren, 1982, p. 71).
Wat was er gebeurd? De ‘top’ van Scorpio had een ingrijpende programmatiewijziging doorgevoerd, waardoor programma’s die minder toegankelijk waren (reggae, coldwave, avant-garde rock) enkele uren moesten inleveren ten voordele van specifieke en meer uitdiepende informatieprogramma’s die geïntegreerd werden in één informatief totaalprogramma, ‘Tekens aan de Wand’(“101.6 Mhz”, 25.03.1982). Van dinsdag tot en met vrijdag zou deze informatieredactie van 17 tot 19u. lokale berichten de ether in sturen. Per dag was er een verantwoordelijke voor de coördinatie en presentatie (Spildooren, 1982, pp. 71-72).
De wijze waarop de programmatiewijziging was doorgevoerd, schoot bij de betrokkenen in het verkeerde keelgat. Zo had de ‘top’ het nagelaten om de medewerkers op de hoogte te brengen zoals reeds eerder vermeld, waardoor dus het democratisch karakter van de programmawijziging in vraag kon gesteld worden. Een andere vorm van bezwaar tegen de programmaverandering, was het feit dat er te weinig differentiatie was binnen de programma’s onderling. Dit vond men omdat ‘Tekens aan de Wand’ een breder publiek moest bereiken door een meer verteerbare en vlottere presentatie. Duidelijk was dat de discussie bij de medewerkers tot twee kampen had geleid. Enerzijds waren er de voorstanders van de nieuwe programmatie en anderzijds was er de groep van tegenstanders die zichzelf ‘Scorpio-democraten’ noemden.
De maand september ’81 zal in de geschiedenis van Radio Scorpio wel altijd geboekstaafd blijven als een zeer woelige periode. Veel vergaderingen en ruzies hebben er uiteindelijk toe geleid dat de opstellers van de nieuwe programmatie toegaven dat ze een grove fout hadden gemaakt en dat de individuele informatieprogramma’s toch behouden moesten blijven, maar dan wel als vast onderdeel binnen ‘Tekens aan de Wand’. Het eerste uur zou opgevuld worden volgens de oorspronkelijke optie en in het tweede uur zou iedere werkdag één van de vaste, tot dan toe apart bestaande informatieprogramma’s zitten. Op die manier kwam al bij al slechts één programma te vervallen (Spildooren, 1982, pp. 71-75).
1.4.3 Een nieuwe inbeslagname?
Dit probleem was nog maar pas bekoeld of er dook al weer een ander op. In de week van vrijdag 22 tot vrijdag 29 januari begon namelijk elk informatieprogramma met de volgende tekst: ‘Omdat de informatieredactie van Radio Scorpio zich omwille van externe omstandigheden tijdelijk niet in staat acht een volledig en objectief informatiepakket te brengen, worden de volgende informatieprogramma’s voorlopig opgeschort: Tekens aan de Wand, het Scorpio-nieuws, en het Studentenmagazine.’ Na deze tekst werd er enkel non-stop muziek gedraaid. De reden lag voor de hand, daar op donderdag 21 januari Hugo De Clerck naar de studio gebeld had om de aanwezigen te waarschuwen dat het parket die avond de apparatuur opnieuw in beslag zou nemen. Die dag waren er immers al gerechtelijke acties ondernomen tegen verscheidene vrije zenders (Spildooren, 1982, p. 63). De aanwezige medewerkers aarzelden dan ook niet en verwijderden onmiddellijk na het telefoontje het mengpaneel en de apparatuur uit de studio (“101.6 Mhz”, 25.03.1982).
Later die dag belde Hugo De Clerck nogmaals naar de studio. Hij verklaarde dat hij ‘zijn’ zender op het laatste nippertje van de inbeslagname had kunnen redden. Maar daarom had hij de nodige toegevingen moeten doen aan de rijkswacht, die Scorpio zag als ‘opruiers’ en ‘ordeverstoorders’ in de hele Alma-actie. Daarom moest de informatieredactie de Alma-berichtgeving veel neutraler weergeven dan tot nogtoe gebeurd was en dus zeker geen oproepen meer doen om bijvoorbeeld te betogen. De medewerkers van de informatieploeg voelden zich bedrogen, want ze hadden immers de Alma-betaalstaking, de Alma-bezetting en de beide Alma-betogingen tot dan toe op de voet gevolgd (“101.6 Mhz”, 25.03.1982). De informatieredactie riep een vergadering bij elkaar en besliste unaniem dat ze liever geen berichtgeving zouden brengen dan een verkapte. Voor de eerste maal in haar korte bestaan kon vastgesteld worden dat Scorpio toch niet zo vrij en ongebonden was als men dacht (Spildooren, 1982, pp. 63-64).
1.4.4 De financieringskwestie
1982 bleef een ongeluksjaar voor Radio Scorpio. Bij de meeste lokale radio’s was er immers een tendens op gang gekomen voor een drempelverlaging wat de financiering betreft. Naast de commerciële zenders, kozen dus ook de niet-commercieel gerichte radio’s voor ‘plugging’, ‘drive-inshows’, en betaalde aankondigingen. Ook Radio Scorpio kon niet aan de discussie ontsnappen (Spildooren, 1982, p. 61).
Zo werd er op de vergaderingen van het Dagelijkse Bestuur in april over deze financieringswijze gepraat en al vlug werden de eerste interne meningsverschillen duidelijk (Spildooren, 1982, p. 80).
Er ontstonden twee tegengestelde groepen. Hoewel men het eens was dat de commercialisering van Scorpio geen invloed mocht hebben op de inhoud van de programma’s, meenden de tegenstanders echter dat dit een eerste stap zou zijn in de richting van een niet te stoppen evolutie (Spildooren, 1982, pp. 61-62).
Op maandag 2 augustus ’82 besliste de Raad van Beheer unaniem het volgende:
‘Op dit ogenblik wordt niet overwogen aan welk reclameproject dan ook deel te nemen. Deze toestand wordt geconsolideerd voor de duur van 18 maanden. Na deze periode zal de hele situatie opnieuw geëvalueerd worden.’
Slechts één week later maakte Hugo De Clerck al bekend dat hij zijn mening hieromtrent al had gewijzigd. De beslissing bleef echter van kracht, aangezien een tweederde meerderheid tegen reclame was (Spildooren, 1982, p. 82). Dat De Clerck een voorstander was van reclame op Scorpio was voor de hand liggend. Hij was immers ook voorzitter van de koepelvereniging VEBE, die door waarnemers in één adem genoemd werd met de recent opgerichte reclameregie Medioservice. De VEBE-top, zo vreesden sommige Scorpio-medewerkers, zou overgelopen zijn naar het pro-reclamekamp (“Scorpio uit de ether na rel over radioreclame”, 15.09.1982).
1.4.5 Spanningen ten top gedreven
De spanningen tussen beide kampen stapelden zich op. Op vrijdag 10 september verdween Scorpio zonder enige waarschuwing uit de ether. Eerst werd gedacht aan een technisch effect. Maar Scorpio zond meer dan een week niet meer uit. Blijkbaar hadden een aantal ontevreden medewerkers, die zich niet hadden kunnen neerleggen bij de meerderheidsbeslissing tegen de invoering van reclame, Scorpio uit de ether gehaald, om op die manier hun zin door te drijven. Opmerkelijk was dat er in die tijd een nieuwe VZW Infomedia werd opgebouwd, dit plannen had voor een nieuwe vrije radio. Nog opmerkelijker was dat de vier belangrijkste medewerkers van die VZW eveneens een hoofdrol speelden binnen Radio Scorpio. Ondertussen ‘werkten’ ze rustig verder alsof er niets aan de hand was. Ook ronselden ze heimelijk binnen het medewerkersbestand van Scorpio. Jammer genoeg bleef het nier niet bij en verdwenen ook nog een aantal platen, en werden stekkers ‘s nachts uitgetrokken (“Scorpio maakt reclame voor... Scorpio”, 07.10.1982). Verdachtmakingen langs beide kanten verziekten de sfeer. Radio Scorpio veranderde in een bom die op ontploffen stond (“Scorpio uit de ether na rel over radioreclame”, 15.09.1982). Na veel gepieker over deze gebeurtenissen kon alvast één besluit genomen worden: Radio Scorpio moest zo vlug mogelijk in veiligheid gebracht worden. Doordat de zender op 10 september uitviel, werd in het grootste geheim de studio boven ’t Stuc door vijf man ontmanteld. Alle apparatuur, platen, meubilair,... werden naar de nieuwe studio in de Naamsestraat overgebracht. Vervolgens werden de twee kopstukken van Infomedia op de hoogte gebracht en kregen alle Scorpio-medewerkers een brief toegezonden. Op de daarop volgende Algemene Vergadering werden alle gegevens op een rijtje gezet en werd de scheiding tussen VZW Scorpio en VZW Infomedia een feit.
1.4.6 Radio Sinjaal
Het duurde slechts enkele maanden alvorens het nieuwe radiostation in de ether ging. Radio Sinjaal (de radio van VZW Infomedia) verschilde qua opzet en doelstellingen miniem weinig van Radio Scorpio. In de brief die Infomedia stuurde naar alle Scorpio-medewerkers als uitnodiging tot coöperatie viel enkel punt 10 op. Hier stond geschreven:
Een ruimere financiële basis, met een noodzakelijk groter uitgavenpakket en daaraan gekoppeld grotere inkomsten o.a. van reclame (lokaal en/of nationaal); dit alles als een stevigere garantie voor een levensvatbare radio.
Infomedia was er immers van overtuigd dat Scorpio kon beschouwd worden als een zinkend schip, en dit om verschillende redenen waaronder een zwak beleid, een malaise binnen de medewerkergroep en een weinig rooskleurige financiële situatie (“Scorpio maakt reclame voor... Scorpio”, 07.10.1982).
Hier moet toch even worden opgemerkt dat de twee eerste problemen ontstaan waren door het vertrek van Hugo De Clerck en nog enkele anderen die voor Radio Scorpio veel betekenden. Het derde punt is logisch. De financiële toestand van Radio Scorpio is altijd al problematisch geweest. Dat is nu eenmaal de prijs die men betaalt voor de onafhankelijkheid...
1.5. Op weg naar de legaliteit
Hoewel de niet-openbare radio’s theoretisch gezien reeds sinds het decreet van 1982 legaal in de ether waren, sleepte de erkenningprocedure nog verscheidene jaren aan. Daarnaast was er in Leuven nog een bijkomend probleem: vijf radio’s hadden een erkenningaanvraag ingediend, maar eigenlijk waren er maar drie frequenties beschikbaar.
1.5.1 De erkenning
Toenmalig gemeenschapsminister van cultuur Karel Poma hakte de knoop door en op 12 september 1985 verscheen het erkenningsbesluit van 19 augustus in het Belgisch Staatsblad. Radio Sinjaal, Radio Scorpio, Radio Bond en V.R.L. (allen uit Leuven zelf) en Radio Aktief (uit Kessel-Lo) werden definitief erkend. Deze erkenning gold voor twee jaar. Dat uiteindelijk toch aan de vijf erkenningaanvragen kon worden voldaan, was te danken aan de ‘samenwerking’ tussen Sinjaal en Bond, die samen één volledige frequentie deelden en door het delen van een frequentie tussen Radio Aktief, Radio Plaske (Lubbeek) en Atlantis (Lovenjoel) (“Leuvense vrije radio’s erkend”, 20.09.1985). Radio Scorpio was vanaf dat ogenblik te beluisteren op 106 Mhz.
1.5.2 De gevolgen voor Scorpio
Deze legalisatie bracht voor Radio Scorpio hoge kosten met zich mee. Zo moest tegen 1 januari ’86 elk erkend Leuvens radiostation aan een aantal praktisch-technische voorwaarden voldoen. Voor Scorpio betekende dit de aanschaffing van een volledig nieuwe zender (2975 euro), de keuring van de installatie door de R.T.T. (372 euro), en een jaarlijkse betaling van een 496 euro auteursrechten aan SABAM. En dit eigenaardig genoeg zelfs al vanaf 1 januari 1985, dus met een terugwerkende kracht van één jaar (“Scorpio’s ledenaktie”, 10.10.1985).
Daarenboven kreeg Scorpio in 1987 een nieuwe financiële tegenslag te verwerken. Want in de nacht van vrijdag 4 op zaterdag 5 september werd er ingebroken in de studio’s aan de Naamsestraat. De dieven gingen aan de haal met een mengtafel, een bandopnemer en een platendraaier; alsook een 200-tal recente singles en een aantal LP’s (“Inbrekers bij Radio Scorpio”, 07.09.1987). Dat deze diefstal voor moeilijkheden zorgde spreekt voor zich. Niet alleen konden de non-stopprogramma’s niet meer worden uitgezonden, ook verhinderde de aankoop van een nieuwe, weliswaar tweedehandse bandopnemer de afbetaling van andere rekeningen, zoals de jaarlijkse SABAM-bijdrage.
1.5.3 De vernieuwing van de aanvraag
Ondertussen waren er twee jaar verstreken en moest Radio Scorpio in februari 1988 een nieuwe erkenningaanvraag indienen bij cultuurminister Patrick Dewael. De minister moest alle dossiers doorgeven aan de Raad voor Niet-Openbare Radio’s (R.N.O.R.), een orgaan dat 75 dagen de tijd kreeg om een advies te formuleren bij elke erkenningaanvraag. Na twintig dagen liep de procedure ineens spaak. De Raad wou geen advies geven vooraleer de R.T.T. een definitief frequentieplan had opgesteld. De R.T.T van haar kant vond dit echter onzin, aangezien zij geen frequentieplan konden opstellen zolang zij niet met zekerheid wisten hoeveel radio’s uiteindelijk zouden erkend worden. Een oplossing in dit geschil kwam er na een toegeving van de R.N.O.R.. De Raad zou een voorlopige beoordeling geven van de dossiers, met voorbehoud voor de technische kant van de zaak (“Radio Scorpio vreest voor frequentiedeling”, 19.12.1988).
In Leuven hadden zeven radiostations een aanvraag ingediend: Aktief/S.I.S., Sinjaal, V.R.L./Contact, Scorpio, Happy, OVL-Leuven en Studentenradio Leuven. Wat Scorpio betreft stemden vijf leden van de R.N.O.R. positief, drie negatief, vier vonden het dossier zwak en één iemand onthield zich. Dit was de op één na slechtste uitslag van de zeven. Deze stemming hield nog geen advies in, maar het was niet denkbeeldig dat de Raad bij het uitdelen van de frequenties hiermee rekening zou houden. Scorpio besefte dat het alles in het werk moest stellen om de huidige frequentie te behouden (“Radio Scorpio slachtoffer van willekeur bij erkenning? 106 voor de 106”, 15.12.1988) (“Radio Scorpio gedoemd tot verdwijnen?”, 06.12.1988).
Om hun erkenningsvraag kracht bij te zetten, gingen de medewerkers op zoek naar handtekeningen van prominente of bekende Leuvenaars. De opzet was om het symbolische aantal van 106 handtekeningen te verzamelen. Waarvoor de zender een brief zond naar aantal mensen. De geadresseerden werden gevraagd hun handtekening te plaatsen onder de volgende tekst:
Een gemeenschap kan slechts leven indien er een grote verscheidenheid van meningen, smaken en voorkeuren kan bestaan. Radio Scorpio verdient zijn plaats in het Leuvense medialandschap te behouden, als kleinschalig, commercieel onafhankelijk en ideologisch volstrekt ongebonden lokale radio, die al bijna 10 jaar lang zijn waarde en eigenheid heeft bewezen.
De respons op de actie was bijzonder positief. In een mum van tijd werden er zo’n 160 handtekeningen verzameld. Zo’n 21 gemeenteraadsleden uit alle fracties (ook toenmalige burgemeester Vansina), professoren (o.m. ook de rector), journalisten, muzikanten en mensen van diverse socio-culturele verenigingen hadden hun steun betuigd door middel van het plaatsen van hun handtekening.
‘Als je ziet dat die mensen ons allemaal willen steunen, dan zouden we eigenlijk geen schrik mogen hebben van de erkenning’, aldus een medewerker (“Radio Scorpio gedoemd tot verdwijnen?”, 15.12.1988).
Eind februari 1989 werd bevestigd wat Scorpio reeds vreesde. De Raad deelde een eerste adviesverslag uit betreffende de nieuwe erkenningen van niet-openbare radio’s. Volgens dit verslag zou Radio Scorpio voortaan haar frequentie moeten delen met een ander station. De motivatie was dat Scorpio onvoldoende verscheidenheid legde in haar programmatie (“Radio Scorpio: informatie, muziek, geen reclame”, 27.08.1990). Bruno Wyndaele, een van de medewerkers, weerlegde dit als volgt:
De radio brengt integendeel een zeer verscheiden muziekkeuze waar zowel klassiek, jazz als andere genres aan bod komen. Scorpio is ook bekend om haar informatieploeg die verslag brengt van sociale, politieke en culturele manifestaties. De Raad zegt dat onze lokale zender zich niet richt tot een specifieke gemeenschap. Wij vermoeden dat deze omschrijving slaat op het feit dat onze radio louter een studentenpubliek wil betrekken. Uit onze programmatie blijkt evenwel dat ons aanbod alle Leuvense luisteraars bereikt (“Radio Scorpio voert actie”, 11.03.1989).
Opvallend is dat de R.N.O.R. Scorpio in gebreke stelde qua verscheidenheid en vooral radiostations erkende die hitparademuziek uitzonden zonder daarbij een informatieve of opvoedende functie te hebben. Met als gevolg dat Scorpio een bezwaarschrift indiende tegen het gewraakte adviesverslag. Ter ondersteuning zond de zender de vermelde lijst van handtekeningen van 160 prominenten uit de stad en de universiteit met het bezwaarschrift mee. Daarnaast werd op de radio een andere actie gevoerd: een kwartier lang durende uitzending met een eigen Scorpio-rap, een noodboodschap en een montage van de Leuvense concurrentie werd de hele dag lang herhaald.
Een maand later op donderdag 20 april 1989 leverde een nieuwe gespreksronde een unaniem positief advies op voor een erkenning met een volledige frequentie. Deze plotse verandering van de beslissing van de Raad zou mogelijkerwijze te danken kunnen geweest zijn aan de lijst van Leuvense prominenten. Begin 1990 stelt minister Dewael aan de Vlaamse regering voor om Sinjaal, Contact en Scorpio door te laten en één nog op te richten radio een halve frequentie te geven. Scorpio krijgt een volledige zendtijd en mag als enige in Leuven zijn frequentie behouden (“Radio Scorpio: informatie, muziek, geen reclame”, 27.08.1990).
1.6. De jaren negentig
1.6.1 Reclame
Eind 1989 werd beslist dat de BRT-radio in de toekomst in beperkte mate reclame mocht uitzenden. Het merendeel van de ‘lokale radio’s’ protesteerde luidkeels tegen deze beslissing (“Radio Scorpio laakt hypocrisie vrije radio’s”, 30.12.1989). Zo werd ondermeer in een aantal kranten een advertentie afgedrukt, met de volgende inhoud: ‘Reclame op de BRT-radio, zonder dat men aan de leefbaarheidsvoorwaarden van de lokale radio wat doet, betekent de dood van de lokale radio.’
Radio Scorpio daarentegen kon zich niet met dit standpunt vereenzelvigen. Bij Scorpio was men van mening dat de meeste lokale radiozenders voornamelijk in de ether zijn om de reclame tot bij het publiek te brengen. De enige reden waarvoor die radio’s dan ook protesteren, is omdat ze hun winstmarges zien verkleinen. Daarenboven was het ook opmerkelijk dat die radio’s die ketenvorming tot de norm hebben verheven en al jaren op regionaal zendbereik aansturen,‘ zich plots het aura van lokale radio aanmeten.’ In de praktijk is ‘lokale radio voor hen immers een commercieel product dat totaal los staat van de lokale gemeenschap, aangezien bij de ketenradio’s Contact, Nostalgie, Vijfsterren,... dezelfde programma’s te horen zijn van Oostende tot Hasselt’ (“Radio Scorpio laakt advertentie commerciële lokale radio’s”, 22.12.1989).
Men stelde verder dat hun eigen zender al meer dan 10 jaar overleeft zonder enige vorm van reclame en zich allerminst bedreigd voelde door reclame op de BRT-radio. Zij betreurden dat de kwestie van BRT-reclame ‘de zoveelste touwtrekkerij is in de Vlaamse mediawereld boven de hoofden van zowel radiomakers als luisteraars’ (“Radio Scorpio laakt hypocrisie vrije radio’s”, 30.12.1989).
1.6.2 Het decreet Van Rompuy
Het decreet van 7 november 1990, ook wel het ‘decreet Van Rompuy’ genoemd, wilde de groeiende misbruiken van het decreet Poma uit 1982 tegengaan. De functie van vrije of niet-openbare radio’s werd hierin duidelijk omschreven. Zo wordt gewezen op de educatieve functie en het belang van het strikt lokale karakter van de radio’s. Daarenboven worden een aantal criteria geformuleerd die de politieke en commerciële onafhankelijkheid van de radio’s moeten vrijwaren. Daarenboven mag zo’n VZW-lokale radio slechts door één radio geëxploiteerd worden. Door deze maatregel tracht men ketenvorming tegen te gaan (“Hallo, lieve luisteraar”, 03.12.1990).
Radio Scorpio organiseerde op 28 november 1990 naar aanleiding van het nieuwe decreet een debat, waarbij Eric Van Rompuy, Dirk Van Mechelen (PVV), Freddy Neyts (voorzitter van Radio Contact) en Patrick Herroelen (Vlaamse Federatie voor Lokale Radio’s) in één panel werden samengebracht. Van Rompuy maakte zijn standpunt duidelijk:
Het decreet van 1982 was niet meer waterdicht. Van kleinschaligheid is al lang geen sprake meer en de ministers van cultuur hebben nooit tegen netvorming ingegrepen. Het gevolg is geweest dat de lokale radio’s almaar gigantischere projecten opzetten. De commercialisering werd groter in zoverre dat buitenlandse groepen begonnen te participeren. Met dit nieuwe decreet willen we terug dezelfde identiteit geven aan die radio’s die artikelsgewijs ’82 werden gelegaliseerd. Bovendien moet de wetgeving zo worden gemaakt dat opnieuw controle kan uitgeoefend worden op die zenders. Door de almaar groeiende commercialisering dreigen de informatieve opdrachten van deze radio’s op het achterplan te komen. Vervlakking, zeg maar. Er was bovendien geen enkele garantie dat het beoogde pluralisme zou gerespecteerd worden.
Prompt na de goedkeuring van dit decreet werd trouwens door PVV-fractievoorzitter André Denys een nieuw voorstel gelanceerd dat in de toekomst naast lokale ook regionale radio’s moest toelaten (“Regioradio moet kunnen”,04.12.1990). Dit type radio zou uitzenden met een zendvermogen van 1 kW, om zo de concurrentie met Radio 2 te kunnen aangaan. De liberalen verwijten Van Rompuy een te conservatieve kijk op de functie van de lokale radio in het medialandschap. De liberalen zijn van mening dat het medium lokale radio meer biedt dan louter educatieve dienstverlening. De wetgever moet volgens hen gewoon de mediarealiteit onder ogen zien. (“Hallo, lieve luisteraar”, 03.12.1990).
1.6.3 Standpunt van Scorpio ten opzichte van dit decreet
Aangezien het decreet van 7 november 1990 dus ook van kracht was voor Radio Scorpio, dient kort het standpunt van deze radiozender citeren uit een persbericht:
1) Wat voegt het decreet toe?
a. Niets, behalve dat het nogmaals benadrukt dat lokale radio’s de voorkeur van de Executieve krijgen. Belangrijker zou een optreden zijn tegen de al jaren bestaande misbruiken.
b. De Raad voor Lokale Radio’s wordt nu helemaal in plaats van gedeeltelijk, samengesteld door het cultuurpact.
c. In het decreet wordt 80% eigen programmatie voorgesteld, met een mogelijkheid van tot 20% programma’s door derden gemaakt. Waarom die 20% nog tolereren en vooral wie gaat er controle op uitoefenen?
d. Reclame moet ‘hoofdzakelijk’ streekgebonden zijn. De term hoofdzakelijk slaat juridisch gezien nergens op.
e. In het eerste decreet van 1982 bestonden er bij de erkenningsprocedure nog twee bezwaarmogelijkheden. In het nieuwe decreet wordt dit beperkt tot één.
f. Positief is dat de erkenningstermijn verlengd wordt tot 9 jaar.
2) Andermaal wordt tot een inhoudelijke discussie niet overgegaan. Met inhoudelijke bedoelen we:
a. Waarom kan/moet er een lokale radio zijn?
b. Wat voegt die toe aan het bestaande aanbod?
c. Is er nood aan lokale informatie?
Deze discussie kan leiden tot een forse beperking van het aantal radio’s en een werkelijke ondersteuning van de ‘nodige’ lokale radio’s. En dan denken we aan:
- automatisch recht op gewetensbezwaarde(n)
- (gedeeltelijke) vrijstelling van SABAM-bijdragen
- subsidiëring
Want ofwel is lokale radio een commercieel initiatief – en dan voldoet het niet aan het decreet- ofwel is het een initiatief en dan verdient het ondersteuning van de overheid’ (Radio Scorpio, 1990).
1.6.4 Radio Six
Op dinsdag 24 maart 1992 werd in Antwerpen op een persconferentie het project met de werktitel ‘Radio Six’ voorgesteld. Dit project was het resultaat van een samenwerkingsverband tussen Radio Centraal (Antwerpen), Radio Scorpio en de Nederlandse VPRO-radio (Hilversum). Dit als antwoord op de verkaveling van het radiolandschap die zich toen almaar meer doorzette (“Radio Zes!!!”, 26.03.1992). De naamkeuze was trouwens een reactie op de oprichting van het vijfde BRTN-net Radio Donna, dat in een beginfase Radio X heette (“Scorpio met VPRO nationaal?”, 16.07.1992).
Radio Six wou het zesde nationale net worden, als aanvulling op de bestaande BRTN-netten (Radio 1, 2 en 3, Studio Brussel en Radio Donna). Het profiel van Radio Six is dat van een radio die ‘niet wenst te beantwoorden aan de verwachtingen, die luistercijfers niet als enige norm wenst te nemen, die geen concessies wenst te doen naar reclame toe’ (“Radio Zes!!!”, 26.03.1992). Een nieuw commercieel station wordt immers, wegens de komst van Radio Donna, overbodig. Het medialandschap heeft meer belang bij een groot complementair aanbod dan bij concurrenten die elkaar omwille van de luistercijfers overtroeven met ‘voorspelbare rotzooi’. Radio Six is ‘een verbreding van het aanbod. Met een eigenzinnige en radicale visie, zonder externe functie als doel, geen passief doorgeefluik dus, maar een creatieve cultivering van het medium radio; innoverend en grensverleggend’ (“Radio Zes als aanvulling voor bestaande nationale radionetten?”, 25.03.1992).
De oprichters van Radio Six beweerden voorstander te zijn van lokale radio, indien die zender zich dan ook bewust is van zijn eigen specifieke functie: het bevorderen van de communicatie binnen een bepaalde geografische entiteit. Men is dus ook van mening dat wanneer lokale radio zich als het kleine broertje gaat profileren van de BRTN, men nog moeilijk kan spreken van lokale radio.
1.6.5 De initiatiefnemers van dit netwerk
Radio Centraal, het Antwerpse buitenbeetje, lag aan de basis van dit initiatief. Peter De Ceulaer en Peter Terryn zijn twee medewerkers van Centraal. Beiden deelden ze de mening dat de periode van de lokale radio als enige niet-openbare radio definitief voorbij was. Terryn deelde aldus mee:
De lokale radio’s zoals omschreven in het decreet gaan gebukt onder tal van beperkingen en opdrachten die geen enkel ander medium zou tolereren en die hen reduceren tot parochieradio’s. Wat nu de oprichting van een landelijk commercieel station betreft, hebben wij er geen bezwaar tegen dat de BRTN met Radio Donna de commerciële jongens van VTM te snel afgeweest is. Waar we ons wel aan ergeren, is de wijze waarop Donna tot stand is gekomen. Een marketingonderzoek naar het ‘gat in de markt’, gevolgd door en door de reclame-industrie opgezet profiel lijkt ons het tegendeel van goede radio.
Beiden waren ook voorstanders van een visie die minder betuttelend en beperkend werkt, maar die reguleert. Terryn zei aldus:
Enerzijds is er lokale radio, en anderzijds moet er radio zijn die zich complementair opstelt aan de openbare radio. Radio die iets biedt wat de BRTN gezien haar structuur en opdracht niet kan. Dat soort radio willen wij maken.
Beide initiatiefnemers bleven wel met beide voeten op de grond. Ze wisten dat het nog lang kon duren vooraleer hun plannen werkelijkheid zouden worden:
De wetgeving laat momenteel in Vlaanderen geen andere niet-openbare radio toe dan precies de lokale radio. Indien hierin verandering komt – en daar pleiten wij voor – dan is Radio Six kandidaat voor een volledige zendvergunning voor heel Vlaanderen. Mocht de beoogde wetgeving uitblijven, dan deinzen we er niet voor terug om desnoods illegaal van start te gaan. In ons land zijn al veel beslissingen op die manier afgedwongen (“Scorpio, Centraal en VPRO plannen niet-openbare Vlaamse kwaliteitsradio”, 25.03.1992).
Het idee om een radiostation voor Nederland en Vlaanderen op te starten werd dus bedacht door Radio Centraal en de VPRO. Tussen deze twee radiozenders bestond er namelijk reeds een samenwerking op basis van een aantal gemeenschappelijke medewerkers. Enkele maanden later voegde Radio Scorpio zich bij de onderhandelaars (“Radio Scorpio onderhandelt met Radio Centraal en VPRO”, 23.07.1992). Een Scorpio-medewerker zei aldus:
Wij zijn niet de enigen die geïnteresseerd zijn in de oprichting van Radio Six. Ook de Amsterdamse Radio 100 en het Gentse ex-radiostation Toestel toonden hun interesse. Het is belangrijk dat we met al de belanghebbenden een gemeenschappelijk profiel kunnen schetsen. Alle geïnteresseerden zijn zelf radio-omroepen gekenmerkt door een gedeeltelijke of gehele alternatieve programmatie. Als het project lukt, betekent dat niet ‘the end of Scorpio’. Integendeel, Scorpio heeft een taak. Deze radio moet gewoon alternatief blijven uitzenden, en een deel van de zenduren moet nationaal en zelfs internationaal te beluisteren zijn (“Scorpio met VPRO nationaal?”, 16.07.1992).
Of het initiatief ook daadwerkelijk van de grond zou komen, hing af van twee grote problemen. Vooreerst moest men een betrouwbaar financieel draagvlak uitwerken, wat niet zo eenvoudig was aangezien zowel Scorpio als Centraal reclame bewust afwezen als financieringsbron, vervolgens moest een antwoord gevonden worden op een aantal juridische vraagstukken (“Radio Scorpio onderhandelt met Radio Centraal en VPRO”, 23.07.1992). Zo moest de VPRO op een bepaald ogenblik afhaken omdat Radio Six onverenigbaar bleek te zijn met het Nederlands omroepbestel.
1.6.6 Radio X
Vanaf negen uur ’s ochtends 17 maart 1994 tot middernacht kon men in Gent op 107.7 Mhz luisteren naar een nieuwe illegale radio, die luisterde naar de naam Radio X. De hele dag lang programmeerde men een rijk gevarieerd gamma van muziekstijlen, ‘gaande van ambient techno tot de moeilijkste hardcore, genres die op het gros van de overige vrije radio’s en de nationale stations geen kans krijgen omdat ze niet commercieel genoeg zijn’, zo beweerde men bij Scorpio, dat ook hier aan de basis lag van de actie. De actie was het resultaat van een aantal Gentse muziekliefhebbers die sinds het verdwijnen van de lokale Radio Toestel bij geen enkele radio nog hun muziekgenre terugvonden, voor het vervullen van hun dagelijkse alternatieve shot muziek.
In de D.J.’s van Scorpio vonden de Gentenaren een gewillig gehoor. ‘Als er in Leuven een voedingsbodem bestaat voor een zender als Radio Scorpio, als Radio Centraal in Antwerpen een grote schare aanhangers heeft, waarom zou het dan niet lukken in een stad als Gent’, zo vroeg een medewerker van Scorpio zich af.
Met deze stunt willen we uittesten in hoeverre de Gentse muziekscène behoefte heeft aan een alternatief voor de commerciële radiozenders. Het is aan de Gentenaren om er nadien werk van te maken, mocht onze actie succesvol blijken.’ ‘Het opzet van deze actie was zeker niet om Studio Brussel of een andere zender tegen de schenen te schoppen, omdat deze zogenaamd niet alternatief genoeg zouden zijn. Wel hopen we het debat rond de lokale radio’s nieuw leven in te blazen.
Ter afsluiting van de actie organiseerde Scorpio diezelfde avond in zaal Democrazy één van haar berucht geworden Scorpio-Parties (“Radio X vandaag bewust illegaal in Gentse eter”, 17.03.1994).
1.6.7 Radio Republica
In september van datzelfde jaar zette Radio Scorpio in samenwerking met het Gentse R&S Records het project ‘Radio Republica’ op. Naar aanleiding van het 10-jarig bestaan van dit danslabel was het ambitieuze plan opgestart om gedurende één week Europese radio te maken via satelliet. Het signaal werd doorgestraald langs twee audiokanalen van Eurosport, en kon een ganse week lang opgepikt worden door radiostations in heel Europa. In België werd dit gedaan door Scorpio en Centraal, in Nederland o.a. door de VPRO.
Het programma, dat mee samengesteld werd door medewerkers van Scorpio, bestond uit een blok van 14u. tot 2u. ’s nachts, dat daarna integraal herhaald werd tussen 2u. en 14u. ’s middags. Dit stramien keerde de volgende zes dagen terug. Bekende binnen- en buitenlandse techno-DJ’s verleenden hun bereidwillige medewerking, o.a. Robert Leiner, Sven Van Hees en Juan Atkins (Chicago). Ook een bekend technostation uit Detroit stuurde een aantal programma’s op, evenals Dr. Alex Paterson (The Orb) (Vael, 1995, p. 33).
1.6.8 Werkgroep Culturele Radio’s
Op zaterdag 4 juni 1994 was er een bijeenkomst van de Werkgroep Culturele Radio’s in de lokalen van Radio Centraal te Antwerpen. Een bijeenkomst is veel gezegd, aangezien enkel de voorzitters van Radio Scorpio en Radio Centraal aanwezig waren. Het doel, zoals in het volgend hoofdstuk beter tot uiting zal komen, was het opzetten van een culturele radioketen. Dit project werd in vijf steden gepland, met name in Antwerpen, Leuven, Brussel ( Radio Panic), Gent (nog op te richten), en in Brugge (Radio Stooring). Radio Stooring leek toen wel aan de afgrond te staan wegens onoverkomelijke technische problemen en misbruik van het initiatief door de eigenaar van de zender (Radio Dolfijn). Via Amarc trachtte men in contact te komen met andere Europese radio’s. Het grote voordeel was dat er zo een mogelijkheid tot uitwisseling van programma’s tot stand kon komen. Voor dit project was men wel genoodzaakt sponsoring te zoeken om te hoge kosten te kunnen drukken. Zo klopte men aan de deur van de Nationale Loterij, voor de sponsoring van dure technische hoogstandjes zoals de ISDN-lijnen. Ook het pad van de Europese Unie werd onderzocht. Deze Werkgroep Culturele Radio’s kreeg op 18 juni de naam ORCA. Dit staat voor ‘Organisatie van Radio’s voor een meer Creatieve aanwending van de Akoestiek’ (Radio Scorpio, 04.06.1994).
1.6.9 Producten van derden
In de jaren die volgden werd in de programmatie van Scorpio ook plaats gemaakt voor producten van “derden”. Deze “derden” waren gelijkaardige, niet-commerciële radiostations uit binnen- en buitenland. Ook werd de vaste programmatie regelmatig onderbroken voor speciale gelegenheidsprogramma’s en extra uitzendingen. Enkele voorbeelden uit het seizoen van 1995 en 1996 waren de live-uitzendingen vanuit studentenrestaurant Alma II van De Kringspier-Studentenradio gedurende vier dagen ( van maandag tot donderdag tussen 18 en 20u., begin november 1995), de live-uitzending ter gelegenheid van de opening van het Jongeren Info Punt te Leuven (zaterdag 27 april van 13 tot 17u.) en het radio-experiment rond een improvisatieconcert in samenwerking met het Kunstencentrum Stuc (februari 1996).
1.6.9.1 Twee Uur Cultuur
In januari van 1997 begon het programma “Twee Uur Cultuur”. Dit was een maandelijks live cultuurprogramma op zondagvoormiddag tussen 11.00u. en 13.00u.. Het liep in samenwerking met het Cultureel Centrum en werd uitgezonden vanuit de Wentelsteen. Eind mei liet Yves Gasia, toenmalig directeur, weten dat er een einde kwam aan de samenwerking voor het programma. De redenen die aan deze beslissing ten grondslag lagen, waren eerder vaag, en leken te wijzen in de richting van financiële beperkingen enerzijds en vragen i.v.m. het bereik van het programma anderzijds. Frank Dhooghe, die op dat ogenblik secretaris van Radio Scorpio was, stuurde in naam van Scorpio een brief naar de directeur. Vooreerst vond men het eigenaardig dat de productie van “Twee Uur Cultuur” zwaar kan wegen op het totaalbudget van een cultureel centrum. Daarnaast is het moeilijk te geloven dat een cultureel centrum zich kan laten beïnvloeden door de logica van het cijfer.
Van een cultureel centrum zou men dan toch kunnen verwachten dat men ook oog heeft voor de inhoudelijke elementen van het gebrachte. Met de intrinsieke kwaliteiten van het programma wordt op deze manier volstrekt geen rekening gehouden, vooral daar er in de vijf maanden van de samenwerking nergens fundamentele kritiek vanwege het Cultureel Centrum op de inhoud werd geleverd (Dhooghe, 22.01.1997).
1.6.9.2 Alma-samenwerking
In de vakantieperiode datzelfde jaar onderhandelde de voorzitter van Scorpio met Jozef De Witte, de verkoop- en marketingverantwoordelijke van de Alma-restaurants, in verband met een radioproject. De start was gepland bij het begin van het academiejaar. ’s Avonds zou er een programma van 18 tot 20u. plaatsvinden, dat de dag nadien s’middags zou worden herhaald. Van die twee uur zou het eerste rechtstreeks op Scorpio worden uitgezonden, het andere uur zou alleen in de Alma-restaurants te beluisteren zijn. In de aanloopperiode zou er enkel nog worden uitgezonden vanuit de studio. Zodra het programma positief zou worden geëvalueerd kon er een permanente studio geïnstalleerd worden in Alma 2, die daarenboven afgesloten kon worden. Alma beloofde de kosten op zich te zullen nemen voor het doortrekken van de lijn zodat de uitzendingen konden doorgestuurd worden naar de Alma’s. Een van de problemen was natuurlijk het gebrek aan de nodige mensen om dit programma te maken en te presenteren. Om dit euvel op te lossen verscheen in de eerste Veto (18 augustus) een oproep om geïnteresseerden voor dit programma naar Scorpio te lokken.
De voordelen dat het project te bieden had, spreken voor zich. Zo was er een financiële compensatie mogelijk, Scorpio zou voordelen in natura (= CD’s) krijgen en een grote aanwezigheid van de radiozender in de Alma’s. Het grote nadeel aan heel het project was natuurlijk dat het concept niet aansloot bij de doelstellingen van Scorpio. Deze voor- en nadelen van elkaar afgewogen, begon men op 29 september met de proefperiode van het programma. In deze proefperiode die tot eind december zou lopen, werd geopteerd om de dag nadien niet te herhalen. Verder dan deze proefperiode kwam men echter niet en dit omdat Jozef De Witte eind januari Alma verliet. Alma toonde geen interesse meer om het programma verder te zetten (Radio Scorpio, 04.08.1997).
1.6.9.3 Lik op Stuk
Maar er kwam ook nog goed nieuws uit de bus, want na de verbreking van de samenwerking met het Cultureel Centrum, ging Scorpio op zoek naar een nieuwe partner in cultuur, die ze bij het Stuc vonden. De naam van het programma veranderde in “Lik op stuk”. De uitzendingen vonden maandelijks plaats vanuit café ‘t Stuc op zondagmiddag van 17.00 tot 19.00u. .
1.6.9.4 Dag van Sodom
Daarnaast had Radio Scorpio op 30 augustus 1997 samen met Radio Centraal en Amarc mee gewerkt aan een aidspreventieproject van de Europese Unie. In de persmap van dit project valt te lezen dat Radio Centraal en Radio Scorpio 30 augustus omdopen tot de Dag van Sodom. Het doel van deze Dag van Sodom is om enerzijds taboedoorbrekend te zijn, maar anderzijds ook om te wijzen op de noodzaak van anale safe-seks bij zowel homo- als heteroseksuelen. Het onderwerp, anale safe-seks, zal aangesneden worden met radiofonische hoorspelen, interviews met Ipac (Vlaams Aidscoördinaat), Stag (Aidstelefoon), Mja, In Petto, Pasop, vrouwvriendelijke seksshops en condoomwinkels, de Nederlandse socioloog Van Kerckhof (Universiteit van Utrecht), 2 debatten ... (AMARC, 1997, pp. 3-13).
1.7. De jaren van crisis
En zo belanden we in het rampjaar 1998. Op 1 augustus krijgt Scorpio te horen dat het gebouw, waar Radio Scorpio is gehuisvest, gerestaureerd zal worden. Deze verbouwing kan anderhalf jaar duren en zal starten op 1 januari 1999. M.a.w. Scorpio zal op 1 januari dakloos zijn, indien er geen ander gebouw wordt gevonden. Een ander probleem was dat het nieuwe decreet op de lokale radio’s door het Vlaams Parlement was goedgekeurd. In het decreet spreekt men voortaan over particuliere radio en men maakt een onderscheid tussen enerzijds lokale radio’s en anderzijds agglomeratieradio’s die voorbehouden zijn voor Antwerpen, Gent en Brussel. Elke radio moest een gedetailleerde medewerkerslijst hebben en elke dag minstens drie journaals uitzenden van minimum twee minuten tussen 7u. en 22u. Ook moet er een redactiestatuut komen voor deze journaals en moet er een eindredacteur worden aangeduid. Het Vlaams Commissariaat voor de Media, dat de nieuwe uitzendvergunningen zal toekennen en toezicht moet houden op de naleving van de Vlaamse mediawetgeving, bestaat uit drie commissarissen. Hun eerste taak bestaat uit het toekennen van de nieuwe vergunningen voor de lokale radio’s. Van de 325 die toen erkend waren, zouden er maar 210 erkend kunnen worden..
De verhuis zou Scorpio tussen de 4960 en 6200 euro kosten. Om een beetje geld in het laatje te krijgen organiseerde men op 30 september dat jaar een benefietdag in het Arenberginstituut van 14 tot 24 uur. Aansluitend waren er fuiven in de Rumba (dans in de brede zin) en in de Blauwe Kater (van gitaar tot dans). Naast muziekoptredens van o.a. Jaune Toujours, De Bossen, Boerenzonen op Speed en Buscemi, was er een workshop “radio maken”, performances van verschillende literatoren, een theatervoorstelling, videoprojecties, vertoning van experimentele kortfilms en een platenbeurs. Al bij al bracht dit festival ongeveer 2000 euro op. Ondertussen daalt het Dagelijks Bestuur niet alleen in aantal, maar ook het engagement. Desondanks gaan de onderhandelingen met de universiteit verder.In deze onderhandelingen wees men op vier mogelijke samenwerkingsverbanden met de K.U.Leuven. Vooreerst was er de mogelijkheid om stages en practica te voorzien in samenwerking met de afdeling Communicatiewetenschappen.Daarnaast werd er gewezen op thesisonderwerpen i.v.m. het medium lokale radio, en meer bepaald op het onderzoek naar luistercijfers, economische haalbaarheid, noodzaak van hiërarchische opbouw, vraagstelling naar de bezoldiging van medewerkers... Ten derde was er de mogelijkheid tot directe informatieverspreiding van K.U.Leuven-activiteiten. Als laatste punt wees men op de tewerkstellingskansen die er zouden komen binnen Scorpio. En dit omdat men de behoefte voelde om op termijn een administratief medewerker en een begeleider van de redactie in dienst te nemen. Hierdoor zou de K.U.Leuven meer controle krijgen op de werking van de radio, wat enkel maar een positief gevolg kon hebben op het te voeren beleid.
De verhuis wordt met één jaar uitgesteld. De universiteit heeft de bal doorgespeeld naar LOKO, die vanaf nu als tussenpersoon zal optreden. Dankzij het benefiet komen er ook reacties uit andere hoeken. Radio Happy bijvoorbeeld stelt voor om via zendmast uit te zenden. Dit zou geen extra kosten meebrengen voor Radio Scorpio. Allerlei locatievoorstellen werden aangeboden, maar geen enkele voldeed echter aan de economische realiteit van Scorpio. Binnen de universiteit, werd naast het Algemeen Beheer ook onderhandeld met het departement Communicatiewetenschappen voor een eventuele samenwerking op programmatorisch vlak, m.n. de informatieve programma’s.
Aangezien noch de universiteit, noch de Stad Leuven, noch andere instellingen bereid bevonden werden voor een financiële tussenkomst, begon men voor het eerst in zijn geschiedenis te denken in de richting van sponsoring.
Halverwege oktober komt het Dagelijks Bestuur tot een mondeling akkoord met LOKO met betrekking tot de locatie van de studio. In de gebouwen van Veto en LOKO, gelegen in de ‘s Meiersstraat, staat een lokaal leeg dat waarschijnlijk gratis ter beschikking zou gesteld kunnen worden van Radio Scorpio. Deze ligging is alleszins goed, rekening houdend met de mogelijke glasvezelverbindingen, die het uitzenden via de telefoonlijn overbodig zouden maken, en gelet op de centrale ligging en een eventuele nauwere samenwerking met Veto voor het doorspelen van informatie voor de nog op te richten nieuwsredactie.
Wat al een tijdje in de lucht hing, werd op 12 november harde waarheid: Leen Eelen en Gudrun Burie hielden het voor bekeken. De huidige voorzitter van Scorpio, Eppo Dehaes, die in 1998 reeds een viertal jaren actief was, moest vaststellen dat er in al die jaren dat hij actief was bij deze radiozender de toenmalige Raad van Beheer weinig van zich liet horen. Bovendien kwam de werkelijke programmatie zelfs niet overeen met wat in de programmatiebrochure vermeld stond. Er was nauwelijks controle en er waren veel technische en administratieve problemen. Zodra hij zich dan ook zelf ging bezighouden met de dagelijkse werking, merkte hij op hoe moeilijk het was om alles te controleren en te organiseren, mede doordat alles op vrijwillige basis gebeurt en ieder voor zichzelf een deadline moet bepalen. Het grote probleem was dat verschillende mensen alles op eigen houtje organiseerden en dit omdat er eigenlijk geen centraliserend bestuur was. Het was nooit duidelijk bij wie je moest aankloppen voor welke problemen. Na de aankondiging van het ontslag van Leen en Gudrun is er in november 1998 een spoedvergadering ingericht waarop naast het ontslag van de toenmalige Raad van Beheer de problemen van huisvesting en wetgeving werden besproken. Na enkele chaotische vergaderingen ontstond er een kleine kern van mensen die zich wou inzetten voor het voortbestaan van Scorpio (Radio Scorpio, 03.08.1998).
Al meteen wisten deze mensen waarmee te beginnen. Want ze moesten in korte tijd drie problemen trachten op te lossen. Vooreerst moest men verhuizen naar de nieuwe locatie in het gebouw van LOKO in de ’s Meiersstraat 5 en moesten de nodige verbouwingen uitgevoerd worden die nodig waren om op een volwaardige manier radio te maken. Bovendien moest de zendmast een nieuwe locatie krijgen. Deze opdracht was niet zo vanzelfsprekend aangezien deze locatie ten eerste hoog moest zijn en ten tweede binnen het centrum van Leuven, omdat de vergunning moest worden aangevraagd. De kans bestond dat Scorpio een vergunning zou krijgen voor het dak van het St.-Pietersziekenhuis in de Brusselsestraat, maar daarover was nog geen zekerheid. Daarnaast moest de radio een nieuwe gestructureerde programmatie opstellen met een verhoogde kwaliteit van elk programma op zich, m.a.w. er zou meer aandacht besteed moeten worden aan presentatie, inhoud en vorm.
Zoals hierboven reeds gezegd, werd er in deze periode een Werkgroep Sponsoring opgericht, die naging wat Radio Scorpio aan zijn sponsors te bieden had, en welke soort reclame door de beugel kan op Scorpio. Men kwam al vlug tot de consensus dat Scorpio geen reclame wou, maar eerder een sponsor naar het voorbeeld van Radio 3: bij elke activiteit een aantal maal per dag tijdens de live-uitzendingen een vermelding in de aard van: “Scorpio en XYZ: partners in vooruitstrevende muziekcultuur”. Scorpio zocht eigenlijk voor het hele sponsorpakket één sponsor. Aangezien er niet zo veel sponsors staan te trappelen om 25.000 euro op tafel te leggen, zag men in dat deze situatie waarschijnlijk een beetje onrealistisch was. Het beeld dat de Werkgroep sponsoring naar buiten brengt is dat van een ongebonden muziekzender met een horizontale programmatie waar alle vooruitstrevende muziekgenres aan bod komen. Ondanks het gebrek aan een representatieve luisterenquête, was Scorpio van mening dat men een 15.000-tal luisteraars had. Deze luisteraars waren in hoofdzaak Leuvense studenten, migranten en jongeren uit alle lagen van de Leuvense bevolking. Daarenboven kan benadrukt worden dat Scorpio reeds vier opeenvolgende jaren op de tweede plaats (na Studio Brussel) in Humo’s “Poppoll” belandde. Ook was er geen aarzeling om aan de sponsormap enkele bladzijden met “De Vrienden van Radio Scorpio” (lees: de oud-medewerkers die het ver geschopt hebben in het medialandschap) toe te voegen.
Op de Algemene Vergadering van 29 juni 1999 werd er op voorstel van Eppo Dehaes gesproken over een nieuwe Raad van Beheer. De “huidige” Raad van Beheer is niet meer geëngageerd voor Radio Scorpio en enkele medewerkers willen deze malaise opheffen om structureel in orde te zijn voor o.a. het papierwerk rond de zendvergunning, het aanvragen van de zendmast, voorbereiding en uitvoering van de verhuis, en het coördineren van nieuwe medewerkers. Eppo Dehaes werd voorgesteld als voorzitter, Jeroen Joly als ondervoorzitter en Hans Langouche als secretaris. Deze mensen stelden zich enkel kandidaat indien er kon worden gesproken over het herschrijven en aanpassen van de statuten voor een goede huidige en toekomstige werking en er een prijsverhoging van het lidgeld kon worden doorgevoerd. Daarnaast waren er plannen om een nieuwe VZW Scorpio op te richten, met het oog op verantwoordelijkheid, vergunning en dergelijke.
De drie bovenvermelde personen werden unaniem verkozen door de aanwezige leden (Interview met Eppo Dehaes, 01.05.2003).
1.8. De verrijzenis na twee jaar etherstilte op 106FM
Begin 2000 werden alle radioactiviteiten stopgezet en werd er door enkelen gezocht naar een nieuwe ruimte voor de studio en een locatie voor de zendmast. Wegens de gedwongen verhuis moest er ook een nieuwe zendvergunning worden aangevraagd. Na veel gebakkelei kreeg Scorpio uiteindelijk een nieuwe uitzendlicentie en op 11 februari 2002 kon de luisteraar weer afstemmen op 106FM en kreeg hij ook daadwerkelijk iets te horen. Gedurende de 2 jaar dat er niet werd uitgezonden, bleef Scorpio wel actief verder werken: fuiven organiseren, een studio bouwen, nieuw materiaal aankopen, dossiers aanmaken, een zendmast plaatsen, samenstellen programmatie, en het organiseren van een dagelijks bestuur.
Bij de bouw van de nieuwe studio is er geïnvesteerd in heel wat beter en nieuwer materiaal. Uit de oude studio werden de twee grote mengpanelen, CD-spelers, cassettedecks en microfoons gerecupereerd. Daarbij werden toegevoegd: minidiskspeler, twee platenspelers, klein mengpaneel, nieuwe microfoon, compressor limitor, equalizer, verdeelkast voor hoofdtelefoons, vernieuwing telefoonmodule.
De belangrijkste evolutie die werd doorgevoerd is ongetwijfeld de informatisering, die gebeurde met behulp van de twee pc’s: de montage-pc en de studio-pc. De montage-pc wordt gebruikt bij de aanmaak van reportages, jingles, invoer van muziek en voor de opname van programma’s. De studio-pc daarentegen wordt gebruikt voor het afspelen van de nachtelijke playlist en jingles van Radio Scorpio, programmajingles, reportages, aankondigingen van fuiven/evenementen, maar ook voor het afspelen van de heruitzendingen van de nieuwsflash. Deze wordt om 22u. en om 01u. heruitgezonden. Elke lokale radio werd immers door het Vlaams Commissariaat van de Media verplicht om drie keer nieuws te brengen per dag.
Wat de playlist betreft werden er aanvankelijk drie lijsten ontwikkeld waaruit elke dag een afspeellijst wordt geventileerd. De A-lijst bevat 20 tracks die de ‘Scorpio-hits’ van het moment vertegenwoordigen. De B-lijst bevat 100 tracks (recente tracks die zeer de moeite waard worden geacht) en de C-lijst bevat zo’n 2030 tracks (oud en nieuw). De afspeelvolgorde gaat als volgt: ACBCBCA... . Ten einde een eenheid te creëren in de playlist beslist het dagelijks bestuur welke muziek hierin terecht komt. Momenteel wordt praktisch elke week nieuwe muziek aan de playlist toegevoegd. De eerder moeilijk te definiëren begrippen kwaliteit en verscheidenheid staan voorop.
In een goed jaar tijd kon de zender alvast heel wat verwezenlijken. Zo werd de programmatie, die bestaat uit nieuws, informatieve programma’s, gespecialiseerde muziekprogramma’s en DJ-programma’s, samengesteld. Deze programmatie werd vervolgens in programmatiebrochures gegoten.
Ook was er de lancering van de nieuwe website, www.radioscorpio.com, waarop de interactieve luisteraar allerhande informatie over programma’s en promotie van fuiven vindt en die als wervingsmiddel voor medewerkers dient en waar de surfers zich bovendien kunnen inschrijven op de mailinglist. Daarenboven is er een blabla-pagina met nuttige informatie voor de medewerkers. Elke medewerker heeft zijn eigen code als toegang tot deze pagina.
Misschien wel de belangrijkste verwezenlijking was het opstarten van de nieuwsredactie. Scorpioscoops brengt dagelijks tijdens de week een nieuwsflash en allerlei interessante interviews en reportages. Daarnaast kunnen geïnteresseerden cursussen journalistiek, montage en techniek volgen. Ook is er, zoals later nog zal blijken, na overleg met het departement communicatiewetenschappen de mogelijkheid gecreëerd om stage te lopen bij Scorpioscoops.
Kort na de herlancering op 11 februari is er een dagelijks bestuur in het leven geroepen, dat bestaat uit een groep van vier mensen die samen in staan voor de dagdagelijkse werking, maar bij gebrek aan een goed werkende Raad van Beheer hebben zij ook de taken van de laatst vernoemde op zich genomen.
Niet te vergeten zijn ook de op geregelde tijdstippen georganiseerde Radio Scorpio-fuiven. Deze blijven een belangrijke bron van inkomsten en dragen bij tot de naambekendheid. Bovendien fungeren ze ook als een promotiekanaal voor meer alternatieve muziekgenres die elders nauwelijks aan bod komen. In tegenstelling tot vorig jaar wordt er nu geen verlies meer geleden op de fuiven. Elke fuif draait min of meer uit op een break-even, behalve de hiphop-r’n’b-feestjes, die telkens rond de 1000 euro opbrachten.
Daarnaast werden er nog grote activiteiten in het Leuvense gecoverd door Radio Scorpio, zoals Reclaim the streets, 24u-loop, De Volle Tent en Licht Gekanteld, maar ook heel wat grote festivals ontsnapten niet aan de nieuwsgierigheid van de medewerkers.
Heel wat tijd werd ook gespendeerd met het aanmaken en onderhouden van belangrijke contacten met o.a. Vleugel F, Cultuurcentrum, kunstencentrum Stuk, Studio Filmtheaters, Kinepolis Leuven, Vlaams Filmmuseum en –archief, Cinema Zed, distributeurs als Bang, Zomba en Lowlands voor promomateriaal en interviews met groepen, de K.U.Leuven voor de website, internetradio en stages, het St-Pietersziekenhuis (waar de zendmast op het dak staat), en met verschillende diensten van de Stad Leuven. Daarnaast zijn er natuurlijk ook nog de contacten die werden gelegd door de programmamakers zelf.
Na onderhandelingen met de overkoepelende studentenorganisatie LOKO, werd er iets belangrijks veranderd bij Radio Scorpio. Daar waar men altijd beweerde dat Scorpio géén studentenradio is, kwam hier in het eerste jaar van de herlancering verandering in. Zo is Radio Scorpio tot op de dag van vandaag nog steeds een VZW en is van plan dat ook te blijven. Als geleding van LOKO gaat de zender nu ook officieel als studentenradio door het leven. De titel studentenradio houdt in dat Scorpio aanvaard wordt als geldige geleding binnen LOKO en verder weinig of geen verplichtingen heeft ten opzichte van LOKO. Er zal een officieel huurcontract worden opgemaakt voor de ingenomen ruimte en voor het verbruik van gas en elektriciteit. De prijs die dan overeengekomen wordt, zal telkens aan het begin van het huurjaar worden kwijtgescholden zodat Scorpio uiteindelijk slechts één symbolische frank of euro zal moeten betalen (Radio Scorpio, 19.12.2002).
1.9. Conclusie
Gezien Radio Scorpio reeds in 1979 werd opgericht en nog steeds te beluisteren is op 106FM, kan men enkel concluderen dat deze radiozender veel geleerd heeft uit de tegenslagen waarmee Scorpio in het verleden te kampen kreeg. Niet opgeven en blijven geloven in hun eigen kunnen, blijven vasthouden aan ideale waarden is kenmerkend in heel deze geschiedenis. Hoewel sommige van mening zijn, dat niet-commerciële radio’s een lang leven beschoren zijn, kan men toch niet miskennen dat deze Leuvense radio nog steeds het hoofd boven water houdt met kwalitatieve en zelf gemaakte programma’s. Alvorens de organisatie van Scorpio te bespreken, wordt in hoofdstuk twee de wetgeving onder de loep genomen.
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |