Inculturatie van het christelijk huwelijk in Belgisch Kongo. 1919-1950. De beleidsvorming van de Missie-Oversten omtrent polygamie; hun richtlijnen aan de missionarissen en inwerking op het beleid van de Staat. (Betty Eggermont)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

DEEL II: DE STANDPUNTEN VAN DE KERK/ RICHTLIJNEN AAN DE MISSIONARISSEN

 

A. BINNENKERKELIJK STANDPUNT : RICHTLIJNEN AAN DE MISSIONARISSEN.

 

1.Het document.

De instructies van de Missie-Oversten aan de missionarissen werden gedurende de bestudeerde periode, 1919-1950, driemaal uitgegeven.([280])

Zij legden de algemene lijnen vast die de missionaris moet volgen in de evangelisering. Zo schreven de Missie-Oversten voor welke houding de missionaris moest innemen tegenover de blanke overheden, en de inlanders. Er werd bepaald hoe en wanneer de sacramenten werden voltrokken, hoe hij de christenheid zou organiseren, welke onderricht hij zou verstrekken,...

 

In de vergaderingen van de kerkelijke en reguliere Oversten in Kongo werden deze instructies besproken en de nodige aanpassingen werden aangebracht. Met betrekking tot polygamie werd niets veranderd.

 

2.Het huwelijk - algemeen.

 

2.1.Houding tegenover het inlandse huwelijk.

 

Onder de rubriek "relations avec les indigènes" vermeldden zij dat de ontwikkeling van een familiaal leven het gevolg zal zijn van een evangelische moraal gestut door arbeid en sparen.([281])  "Ici encore un zèle clairvoyant trouvera beaucoup à faire." De organisatie van het christelijk gezin veronderstelt heel wat details, te veel om ze in de instructies aan te halen. Het volstaat er de aandacht van de missionaris op te vestigen. De inheemse hut is niet geschikt voor de ontwikkeling van het familiaal leven. Het type van modelwoning moet met zorg bestudeerd en aangepast zijn, niet alleen aan de familiale noden, doch ook aan het lokale niveau. Kleine feestjes kunnen eveneens de familiegeest voeden.([282])

 

In de rubriek omtrent het huwelijk wezen zij erop dat de geldigheid van de inlandse huwelijken in heel wat gevallen twijfelachtig is. De Oversten van missieposten zouden heel exacte aantekeningen maken van al de gewoontes en praktijken die in zwang zijn bij de inlanders van het milieu waarin ze zich bevinden, omtrent de verloving, de huwelijkscontracten, de feesten en de scheiding. deze nota's worden overgebracht aan de kerkelijke Overste die na studie ervan, zich een idee kan vormen over de geldigheid van de inheemse huwelijken.([283])

 

2.2.Toelating tot het doopsel.

 

Hoger wezen wij er al op dat de heiden die zich wil laten dopen het postulaat en het catechumenaat moet doorlopen.([284]) Vooraleer een postulant kon toetreden tot het catechumenaat, dat een beproeving en een voorbereiding betekent nog dichter bij het doopsel, moest de kandidaat zich in een levenspositie bevinden die geen hindernis vomt voor zijn toekomstig doopsel.

 

Alle monogame inlanders werden toegelaten tot het catechumenaat.([285])

"Quand aux catéchumènes monogames engagés dans une union certainement valide, il est évident qu'on ne peut les autoriser à rompre leur lien matrimonial. Il importe que le Baptême n'apparaisse pas aux yeux de l'indigène comme un moyen de divorce."([286])

 

Indien bleek dat het huwelijk niet legitiem was, moest de missionaris onderzoeken of er sprake was van schandalen ("scandales"), of de gehuwden goed gelovig waren en wat de voor- en nadelen waren van een eventuele legitimatie van het huwelijk. In het geval het huwelijk niet geldig kon verklaard worden of als het goede geloof niet grondig en sterk genoeg is, is de scheiding noodzakelijk.([287])

 

De missionaris kon op drie verschillende manieren de situatie regelen van ongeldige of twijfelachtige huwelijken.([288]) Hij kon hen scheiden gedurende het catechumenaat. Dit betekent echter onherstelbaar de toegang tot het doopsel en de weg tot de redding afsluiten. Er zijn zeker veel van deze gevallen. het zou zowel fysisch als moreel onmogelijk zijn hen te scheiden. Teveel belangen gaan ermee gepaard.  Indien men het zou kunnen, zouden deze echtgenotes, eenmaal gescheiden , niet geldig kunnen hertrouwen . Zij zouden enkel een gescheiden persoon kunnen vinden. Uit de ervaring blijkt bovendien dat de zwarten niet in staat zijn om als celibatair te leven, ook niet voor een korte periode.

                           

De missionaris kon hen onmiddellijk dopen zonder catechumenaat, na een korte instructie, zonder voorafgaande proef. Doch heel wat zouden op die manier moeten gedoopt worden. Nochtans leert de ervaring dat de waarheden van ons Geloof slechts na een lange periode van onderricht tot de Zwarten doordringt. De periode van onderrricht inperken, zou betekenen dat onze christenheden worden gevuld met avonturiers, onwetende, schijn-christenen, oorzaken van schandalen, en bereid tot zwakheid en afvalligheid. Deze christenheden zouden geen aantrekkingskracht meer uitoefenen op de heidenen

                                     

Uiteindelijk meenden de Missie-Oversten dat zij de kandidaten enkel konden laten leven in hun huwelijken waarin zij geloofden te mogen blijven zolang zij heiden waren. Het tolereren van deze onwettige huwelijken gedurende het catechumenaat, betekent het tolereren van een materieel kwaad om een aanzienlijk moreel kwaad te ontwijken.

 

3."Concubinaires publics".

 

De "concubinaires publics" werden geweerd bij het catechumenaat.([289])

"Il faut ou bien leur conseiller de s'engager dans une union régulière qui promette d'être heureuse, ou bien (...) apprécier les circonstances et se règler sur elles, pour conseiller une séparation ou, par crainte d'un mal pire, les laisser dans leur situation et les retenir au postulat, jusqu' à ce que l'occassion se présente de régler celle-ci."

 

4.Polygamie

 

4.1.Voor het doopsel.

 

Polygamen konden in geen geval toegelaten worden tot de christen gemeenschap.

 

Zij konden niet gedoopt worden zolang zij niet verzaken aan de polygamie.

Reeds bij de toetreding tot het catechumenaat, vormt het plechtig en openlijk verzaken aan de polygamie één van de vier elementen  van de ceremonie. "Afin de faire apprécier davantage la condition de catéchumène et de leur imprimer plus avant dans l'esprit les engagements qu'ils prennent." (60) Indien bleek dat zij vóór het doopsel teruggekeerd zijn tot de polygamie, moest het uitgesteld worden.([290])

 

Het is zelfs aangeraden om te wachten tot de teruggezonden vrouwen van de polygaam een nieuwe verbintenis zijn aangegaan of totdat de bruidsschat teruggestort werd aan de polygaam.([291]) Ook meisjes die reeds verkocht of beloofd werden voor een niet legitiem huwelijk, [waartoe polygamie kan gerekend worden] kan men niet dopen.([292]) Een polygaam wilden zij evenwel niet uitsluiten van het onderricht. Hij wordt toegelaten tot het postulaat.([293]) Op die manier kan hij toch kennis maken met de christlijke leer.

 

4.2.Na het doopsel.

 

Kost wat kost moest de missionaris het ontstaan van een polygaam huwelijk voorkomen. Als hij een gedoopte het sacrament van het huwelijk wil toedienen moet hij er zich vooral van vergewissen dat de twee verloofden vrij zijn van reeds vroegere aangegane huwelijksbanden.([294]) Als er toch een al vroeger aangegaan huwelijk bestaat, moet diegene die een nieuw huwelijk wil sluiten, bewijzen dat het vorig huwelijk onwettig of ontbonden is. Bij twijfel kan er geen nieuw huwelijk gesloten worden.([295])

Voor zowel de kinderen als de katholieke echtgenoot moet  verzekerd worden dat zij niet meer blootgesteld worden aan polygamie binnen het huis.([296])

 

Moeilijker werd het als de gedoopte toch terugvalt op polygamie. De Kerk kon niet hardhandig ingrijpen. Vooral een instelling als het leviraat maakte het hen moeilijk. Hier immers komt de 'christelijke levenswandel' frontaal in botsing met de inlandse gewoontes; Vele christenen vallen bij deze gelegenheid uit hun rol en laten de weduwe bij hen wonen. Op hun vergadering beslisten de Oversten dat zij de missionarissen er zouden aan herinneren dat wanneer hun christenen een heidense vrouw erven, zij de verplichting hebben om toe te zien op het religieuze onderricht van de geërfde persoon, dat zij in geen enkel geval kunnen huwen met een polygaam, en dat indien dit toch gebeurt "malgré eux" zij geen geld kunnen aanvaarden. Men zou enkel de uitzondering die toegelaten zijn door de theologie kunnen accepteren. ([297])In hun instructies vertalen zij dit als volgt; Als een christen een vrouw, meisjes of slaven erft, moet men hem de verplichting aanleren dat er geen sprake kan zijn deze personen te verkopen,, niet als slaaf, niet in het kader van een ongeldig huwelijk Men kan wel tolereren dat hem een cadeau of een gepaste bruidsschat te beurt valt met het oog op een legitiem huwelijk, waarin de geïnteresseerde vrij in toestemt.([298])

 

5.de Missiologisch Week.

 

Zoals reeds hoger gesteld, gingen we op zoek naar afwijkende standpunten in de Missiologische Week. Slecht in één bijdrage vermoeden wij -zij het slecht vaag en moeilijk te gronden- dat de opportuniteit van het niet toelaten van polygamen tot de christengemeenschap in vraag werd gesteld.

Het betreft het artikel van Dufonteny in 1926. In die jaargang stond het probleem van de aanpassing van de Kerk aan de inlandse cultuur centraal.([299])

 

In zijn artikel "Les griefs des indigènes"([300])  gaat Dufontey in op de grieven die de zwarte heeft ten aanzien van de blanke missionarissen. Hiervoor baseert hij zich op toneelstukjes die opgevoerd worden door de zwarten waar soms de draak wordt gestoken met de blanke of geïmiteerd wordt. Op moreel vlak stoot hen het celibaat van de missionarissen af. De strijd die de Kerk voert tegen de polygamie wordt haar evnewel niet verweten. Wij citeren : "Le missionnaire catholique combat la polygamie, certes, mais il n'a pas à l'attaquer si tôt qu'il pénètre dans un pays. Qu'il invite tout le monde, polygames et autres, à la prière, et la loi naturelle revivra au fond des coeurs. C'est une erreur regrettable de considérer la polygamie, chez ces gens, comme une immoralité et, pour ce motif, d'empêcher des hommes de bonne volonté d'assister aux leçons du catéchisme et à la prière. Il y eut une tactique toute opposée qui a pleinement réussi. On leur dit :"Venez tous à la prière, et le bon Dieu vous éclairera".([301])

 

Wat moeten we met deze uitspraak? Zij lijkt ons toch ietwat dubbelzinnig. Zegt hij in gecamoufleerde bewoordingen dat het een betreurenswaardige fout is polygamie bij deze mensen als een immoraliteit te beschouwen? Of legt hij het accent op het (niet) uitsluiten van polygamen bij de verkondiging van de blijde boodschap? Verder in de tekst zegt hij dat op den duur ook polygamen zich willen laten dopen. De meesten onder hen zetten zich spontaan in orde met de voorschriften die het doopsel eisen.

"Et celui qui vous parle a reçu la conversion de centaines de polygames. Il peut vous certifier que jamais aucun de ces convertis n'a défailli, et il y en a dont la conversion dat de dix-sept ans."([302])

 

Wij kunnen bijna niet geloven dat deze man niet voor dezelfde problemen stond als vele van zijn collega's.([303]) Hij zou nog geen enkel geval gekend hebben van een bekeerde die 'vervalt in de polygamie'. Is dit niet wat overdreven? Zou hij niet op de vergaderingen laten doorschemeren hebben dat polygamie evengoed als niet immoreel zou kunnen gekwalificeerd worden, en zou hij dit in de publikatie moeten verdoezelen met een onduidelijke zinsconstructie en lof aan de methode die de Oversten voorschrijven?

 

De voordracht van pater Dufonteny geeft aanleiding tot discussies. Deze zullen wellicht niet enkel dit citaat tot onderwerp hebben. Het volume laat echter niet toe de nabespreking te publiceren.([304]) Is dit zo of leek het hen beter, de voorschriften van de Oversten indachtig, ze niet te publiceren?

Op aanvraag van vele aanwezigen worden enkele citaten uit de instructies van de Oversten gepubliceerd.([305]) Waarom wilden zij dat? Werden zij teveel in twijfel getrokken in deze lezing? Of werden zij juist bevestigd in deze tekst? Of wil men deze slechts ter illustratie erbij?

 

Welgeteld tien vraagtekens die blijven hangen. De belangrijkste vraag voor wat onze studie aanbelangt echter, is of dit idee, waarvan wij niet zeker zijn of we het juist begrepen hebben of niet, invloed heeft op de houding van de Missie-Oversten. Het antwoord hierop is resoluut negatief. Daarvan vormen de volgende bladzijden het bewijs.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[281] Missions Catholiques du Congo belge., op.cit., p.21.

[282] ibid., p.21.

[283] ibid., p.94.

[284] Zie Deel I, hoofdstuk 2.

[285] Missions Catholiques du Congo belge., op.cit., p.56.

[286] ibid., p.59.

[287] ibid., p.57.

[288] ibid., p.57-58.

[289] ibid., p. 55.

[290] ibid., p.63.

[291] ibid., p.64.

[292] ibid., p.64.

[293] ibid., p.54.

[294] ibid., p.94.

[295] ibid., p.97.

[296] ibid., p.102.

[297] CA c.i.c.m., Fonds P/2/a, Compte Rendu des sessions de la 4me assemblée des superieurs ecclesiastiques du Congo Belge. Kisantu Juin-Juillet 1919, p.16.

[298] Missions Catholiques du Congo belge., op.cit., p.123.

[299] Autour du problème de l'Adaptation. Compte rendu de la quatrième semaine de missiologie de Louvain (1926). Louvain/Bruxelles/Paris, Desbarax/Dewit/Giraudon en Casterman, 1926, p.263p.

[300] DUFONTEY, "Les griefs des indigènes" in ibid., p.11-35.

[301] ibid., p.19.

[302] ibid., p.19.

[303] In andere bijdragen wordt de polygamie hoofdzakelijk benaderd als een institutie die ingebet is in de gewoontes van de inlanders. Dit zorgt voor vele moeilijkheden, zowel bij de christenen als bi diegenen die christen willen worden.

[304] ibid., p.11.

[305] ibid., p.34.