Negentiende-eeuwse passionele misdrijven. Beelden en werkelijkheid. (Jorre Biesmans) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
VOORWOORD
“Nieuwsgierigheid en verwondering, verwarring en twijfel, respect en sympathie, ambitie en wedijver, plezier en trots, ontgoocheling en wanhoop : zij maken evenzeer deel uit van de wetenschappelijke praktijk als de rationele analyse, de logische argumentatie en de op “feiten” gestaafde bewijsvoering.”[1] Zo beschrijft Sturkenboom het verloop van haar onderzoek omtrent de 18de-eeuwse Hollandse spectatorschrijvers en dit is bijna de perfecte parafrasering van de verschillende houdingen en emoties die ondergetekende gedurende dit twee jaar durend onderzoek heeft “doorzwommen”.
Een onderzoek naar passionele misdrijven heeft uiteraard iets sensationeels in zich. Maar toch hopen we, éénmaal er op één of andere manier “gewenning” is opgetreden, dat de lezer doorheen de sensatievolle misdrijven zal heenkijken en oog zal hebben voor de kern, het uiteindelijke resultaat van dit onderzoek.
Vooraleer te beginnen ben ik uiteraard dank verschuldigd aan tal van personen. Eerst en vooral ben ik mijn promotor, Prof. Dr. G. Deneckere, dankbaar. Niet alleen voor de goede begeleiding en de mogelijkheid om gedurende het verloop van mijn onderzoek antwoorden op mijn vele vragen te mogen ontvangen. Maar ook – en vooral – voor het enthousiasme dat ze op mij wist over te dragen bij het maken en uitschrijven van deze verhandeling. Interesse voor de gewone man en vrouw en interesse voor sociale geschiedenis heeft zij mij bijgebracht en heeft ervoor gezorgd dat mijn keuze om me te verdiepen in de 19de-eeuwse passies van jan modaal snel gemaakt was.
Ook Prof. Dr. J. Art ben ik dank verschuldigd voor de begeleiding van mijn onderzoek en het opwekken van mijn interesse voor de geschiedenis van emoties. Het maken van vergelijkingen met andere perioden en geografische ruimtes in onderzoeken werd door hem in de lessen herhaaldelijk beklemtoond en zorgde ervoor dat dit ook in voorliggende verhandeling aan bod komt.
Mijn andere commissaris was Prof. Dr. F. Geerardyn. Hem ben ik vooral dankbaar voor het enthousiasme dat hij tentoonspreidde bij het doceren van de lessen “Psychologische raadpleging”. Zo zou lesgeven altijd moeten zijn. Verder was het bijzonder interessant om commentaar en tips te krijgen omtrent mijn onderzoek van iemand uit een andere discipline (psychoanalyse) dan het geschiedkundige. Vandaar ook de belangstelling die hij me heeft bijgebracht voor de psychohistorie.
Verder ben ik veel dank verschuldigd aan die mensen die het voor mij mogelijk maakten om de passionele misdrijven die in de archieven werden vastgelegd te bestuderen. Ik denk hierbij aan het personeel van het Rijksarchief Beveren en de Handschriftenleeszaal van de Gentse Universiteit.
Een woordje van dank gaat ook uit naar mijn ouders die het volgen van de opleiding Geschiedenis financieel mogelijk maakten. Uiteraard mag ik ook het nalezen van voorliggende scriptie niet vergeten.
Tot slot zou ik nog die mensen willen bedanken die deelgenomen hebben aan mijn kleine enquête omtrent het beeld van het negentiende-eeuws passioneel misdrijf. De verwerving van een inzicht dat heel belangrijk was voor mijn onderzoek was hiervan het resultaat.
Biesmans Jorre
juli 2001
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
[1] D. STURKENBOOM, Spectators van hartstocht, Hilversum, 1998, p. 11.