De domaniale organisatie van het Onze-Lieve-Vrouwehospitaal van Oudenaarde (1573-1700) (Frederik Van Crombrugge) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
BRONNEN EN BIBLIOGRAFIE
A. BRONNEN
A.1. Onuitgegeven Bronnen
O.C.M.W.-archief Oudenaarde, fonds Onze-Lieve-Vrouwehospitaal
Nr. 457 Oorkonde anno 1202
Nr. 64 Hand- en ontvangboek goederen hospitaal (1603 e.v.)
R 250 Rekening 1573-1574
R 256 Rekening 1579-1580-1581-1582
R 259 Rekening 1586
R 264 Rekening 1592
R 278 Rekening 1601
R 288 Rekening 1610
R 298 Rekening 1619
R 308 Rekening 1628
R 317 Rekening 1636
R 328 Rekening 1646
R 338 Rekening 1655
R 344 Rekening 1664-1665
R 348 Rekening 1670-1671
R 353 Rekening 1680-1681
R 367 Rekening 1690-1691
R 374 Rekening 1698-1700
A.2. Uitgegeven Bronnen
(J.H.) DE BROUWERE, Het Cartularium van het Onze-Lieve-Vrouwehospitaal van Oudenaarde (14de eeuw), Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Oudenaarde, feestnummer, 1956, pp. 126-160.
(R 80bis: uitgave van de regesten van de oorkonden die opgenomen zijn in dit cartularium)
(L.) VAN LERBERGHE en (J.) RONSSE (eds.), Audenaerdsche Mengelingen, IV.
a) pp. 169-172: uitgave van oorkonde nr. 513
b) pp. 183: uitgave van een verkoopakte van het Korenhuis
B. BIBLIOGRAFIE
B.1. Literatuur
(E.) AERTS, De Zuid-Nederlandse textielindustrie ca. 1600 - ca. 1850, Alumni, Leuven, 1982.
(Y.M.) BERCE, Révoltes et révolutions dans l’Europe moderne, XVIIe - XVIIIe siècle, Parijs, 1980.
(E.) BOSERUP, The conditions of agricultural growth. The economics of agrarian change under population growth, London/Chicago, 1966.
(R.) CASTELAIN, Het leven op het platteland tussen Oudenaarde en Kortrijk (16de - 18de eeuw, Oudenaarde, 1983.
(R.) CASTELAIN, Heerlijkheden en lenen in Bevere, in: Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Oudenaarde, 29, 1992, pp. 5-38.
(R.) CASTELAIN, Ter Speelct-Geerbrouck en Axelwalle (13de tot 16de eeuw): de geschiedenis van een middeleeuws landgoed in Heurne en omgeving, in: Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Oudenaarde, 35, 1998, pp. 79-106.
(R.) CASTELAIN, Fraude in de hospitaalrekeningen (1472), in: Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Oudenaarde, 36, 1999, pp. 88-97.
Chronique de l’hôpital d’Oudenaarde (1415-1590), in: Annales de la société royale des beaux-arts et de littérature de Gand, 7, 1858.
(M.) CLOET, Itinerarium visitationum Antonii Triest episcopi Gandavensis, 1623-1654, Leuven, 1976.
(J.) DE VRIES, The Dutch rural economy in the Golden Age, 1500-1700, New Hace and London, 1974.
(C.) DE RAMMELARE, De paashouders in de verschillende parochies van de dekenij Oudenaarde, in: Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring, deel XIV, afl. 2, 1965.
(J.H.) DE BROUWERE, Het cartularium van het Onze-Lieve-Vrouwehospitaal van Oudenaarde (14de eeuw), in: Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Oudenaarde, feestnummer, 1956, pp. 126-160.
(M.) DE JAEGHER, Sociaal-economische structuren te Oudenaarde in de XIVe en XVe eeuw, onuitgegeven licentiaatsverhandeling R.U.G., Gent, 1973.
(P.) DEPREZ, Uitbatingen en grondbezit in Meigem (1571-1787). Een methodologisch artikel, in: Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring te Gent, Nieuwe reeks, X, 1956.
(P.) DEPREZ, De boeren in de 16de, 17de en 18de eeuw, in: (L.) BROECKX e.a., Flandria Nostra, deel 1, Antwerpen-Brussel, 1957, pp. 139-143.
(J.) DHONDT, Het ontstaan van Oudenaarde, in: Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Oudenaarde, 10, 1952, pp. 50-79.
(L.) DHONDT, Oudenaarde en het Oudenaardse in de 16de eeuw. Inleiding op: (L.) ROBIJN, Historie van de ketterij te Oudenaarde, Oudenaarde, 1982, pp. 5-80.
(L.) DHONDT, Een schets van de geschiedenis van de stad en van de bijzondere symbiose met het platteland, in: (M.) DE MEÛTER en (M.) VAN WELDEN, Oudenaardse wandtapijten van de 16de tot de 18de eeuw, Oudenaarde, 1999, pp. 13-22.
(R.) DUPLESSIS, Transitions to Capitalism in Early Modern Europe, Cambridge University Press, 1997.
(M.) HOEBEKE, Uit de geschiedenis van het Onze-Lieve-Vrouwehospitaal te Oudenaarde, Oudenaarde, 1953.
(P.C.M.) HOPPENBROUWERS, Agricultural production and technology in the Netherlands, ca. 1000-1500. In: (G.) ASTIL and (J.) LANGDON (eds.), Medieval farming and technology. The impact of agrarian change in Northwest Europe, Leiden, 1997, pp. 89-114.
(E.) LEROY-LADURIE, Le Territoire de l’historien I, Gallimard, 1973.
(E.) LEROY-LADURIE, Le Territoire de l’historien II, Gallimard, 1978.
(P.) LINDEMANS, Geschiedenis van de landbouw in België, Antwerpen, 1952, 2 delen.
(C.) LIS en (H.) SOLY, Poverty and Capitalism in Preindustrial Europe, The Harvest Press, 1979.
(J.) MERTENS, Landbouw, in: Nieuwe Algemene Geschiedenis der Nederlanden, deel IV, Haarlem, 1980, pp. 12-41.
(N.) MADDENS, De omvang van de veestapel en van het bouwland in de kasselrij Kortrijk in 1586-1587, in: Leiegouw, jg. XVIII, afl. 2-3, 1976.
(M.) MORINEAU, Les faux-semblants d’un démarrage économique, A. Colin, Parijs, 1971.
(R.) MUCHEMBLED, Culture populaire et culture des élites, Flammarion, 1978.
(H.) NACHTERGAELE, De rekeningen van het Onze-Lieve-Vrouwehospitaal te Oudenaarde (1550-1580): een financiële studie, in: Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Oudenaarde, 30, 1993, pp. 135-170.
(P.-L.) ROBIJN, Geschiedenis van den oorsprong, vooruitgang en ondergang der ketterijen, s.d.
(E.) SABBE, De Belgische vlasnijverheid, Brugge, 1943.
(E.) SCHOLLIERS en (F.) DAELEMANS, Conjunctuur van een domein. Herzele 1444-1572, Centrum Sociale en Economische Conjunctuur V.U.B., Herzele dossier 8, Brussel, 1989.
(B.-H.) SLICHER VAN BATH, De Agrarische geschiedenis van West-Europa (500-1850), 1962.
(E.) THOEN, De gevolgen van militaire destruktie op het platteland. Het voorbeeld van de burgeroorlog op het einde van de 15de eeuw in Vlaanderen (met nadruk op het Gents Kwartier), onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Gent, 1975, 2 delen.
(E.) THOEN, Oorlogen en platteland. Sociale en economische aspecten van militaire destruktie in Vlaanderen tijdens de late Middeleeuwen en de vroege Moderne Tijden, in: Tijdschrift voor Geschiedenis, XCI (3), 1978, pp. 363-378.
(E.) THOEN, Landbouwekonomie en bevolking in Vlaanderen gedurende de late middeleeuwen en het begin van de moderne tijden. Testregio: de kasselrijen van Oudenaarde en Aalst (eind 13de - eerste helft van de 16de eeuw), Gent, 1988, 2 volumes.
(E.) THOEN, Die Koppelwirtschaft im flämischen Ackerbau vom Hochmittelalter bis zum 16. Jahrhundert, in: (A.) VERHULST en (Y.) MORIMOTO (eds.), Landwirtschaft und Stadtwirtschaft im Mittelalter, Gent/Fukuoka, 1994, pp. 135-153.
(E.) THOEN, De twee gezichten van de Vlaamse landbouw en het probleem der ‘Wüstungen’, in: (J.) ART en (L.) FRANCOIS, Docendo discimus: liber amicorum Romain Van Eenoo, Gent, 1999, pp. 75-84.
(E.) THOEN, From a medieval ‘commercial peasant economy’ to the period of industrialisation. The Flemish countryside and the transition debate. In: (P.) HOPPENBROUWERS and (J.) LUITEN VAN ZANDEN (eds.), From peasants to farmers? The transformation of the Low Countries (Middle Ages-19th Century) in the light of the Brenner Debate, Corn Publications series 2 (forthcoming).
(M.J.) TITS-DIEUAIDE, Peasants dues in Brabant. The example of the Meldert farm near Tirlemont, 1380-1797. In: (H.) VAN DER WEE and (L.) VAN CAUWENBERGHE (eds.), Productivity of land and agricultural innovation in the Low Countries (1250-1800), Leuven, 1978, pp. 109-122.
(B.J.P.) VAN BAVEL, Goederenverwerving en goederenbeheer van de abdij Mariënweerd (1129-1592), Hilversum, 1993.
(B.J.P.) VAN BAVEL, Transitie en continuïteit. De bezitsverhoudingen en de plattelandseconomie in het westelijke gedeelte van het Gelderse rivierengebied, ca. 1300 - ca. 1570, Hilversum, 1999.
(C.) VANDENBROEKE en (P.) VANDEWALLE, Landbouw in de Zuidelijke Nederlanden, 1490-1650. In: Algemene geschiedenis der Nederlanden, deel V, Haarlem, 1980, pp. 44-65.
(C.) VANDENBROEKE, Landbouw in de Zuidelijke Nederlanden, 1650-1815. In: (Nieuwe) Algemene Geschiedenis der Nederlanden, deel 8, Haarlem, 1979, pp. 73-101.
(C.) VANDENBROEKE, Hoe rijk was arm Vlaanderen?, Genootschap voor geschiedenis, Brugge, 1994.
(C.) VANDENBROEKE, Agriculture et alimentation dans les Pays-Bas Autrichiens, Gent-Leuven, 1975.
(C.) VANDENBROEKE, Sociale geschiedenis van het Vlaamse volk, Leuven, 1984.
(C.) VANDENBROEKE, Sociale en conjuncturele facetten van de linnennijverheid in Vlaanderen (late 14de - midden 19de eeuw), in: Handelingen Maatschappij Geschiedenis en Oudheidkunde Gent, Gent, 1979, pp. 117-174.
(C.) VANDENBROEKE, Zuinig stoken. Brandstofverbruik en brandstofprijzen in België en Frankrijk sinds de 15de eeuw, in: Economisch - en Sociaal-Historisch Jaarboek, 1988, pp. 93-125.
(H.) VANDEVELDE, Het Oudenaardsche door de eeuwen heen.
(P.) VANDEWALLE, Het Onze-Lieve-Vrouwehospitaal van Geraardsbergen, een micro-economische studie (1413-1500), met een inleiding over zijn ontstaan en inrichting, onuitgegeven licentiaatsverhandeling R.U.G., Gent, 1964.
(P.) VANDEWALLE, Geschiedenis van de landbouw in de kasselrij Veurne (1550-1645), Gent, 1986.
(C.) VANDENBROEKE en (A.) VERHULST (eds.), Landbouwproduktiviteit in Vlaanderen en Brabant 14de - 18de eeuw, Gent, 1979.
(B.) VAN MAELZAEKE, De Domaniale Organisatie van het Onze-Lieve-Vrouwehospitaal van Oudenaarde (1202-1572). Goederenverwerving, goederenbeheer en pachtpolitiek, onuitgegeven licentiaatsverhandeling U.G., Gent, 2000, Band I en Band II, p. 289.
(J.) WALTERS, Wolven in de kasselrij Oudenaarde, in: Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Oudenaarde, 2de vol., 2de afl., 1908.
(A.) WYFFELS, De graancrisis en de houding van stad en staat in Vlaanderen op de vooravond van de Beeldenstorm, in: Leiegouw, jg. XII, afl. 3-4, 1970.
B.2. Repertoria, inventarissen en werkinstrumenten
(C.) VERLINDEN en (J.) SCHOLLIERS e.a., Dokumenten voor de geschiedenis van prijzen en lonen in Vlaanderen, Brabant en Limburg, 4 delen, Brugge, 1959-1973.
(H.) DE SCHRIJVER, De oude landmaten in Vlaanderen, Brussel, 1936.
(P.) VANDEWALLE, Oude maten, gewichten en muntstelsels in Vlaanderen, Brabant en Limburg, Gent, 1984.
(R.) HASQUIN, (J.) VAN UYTVEN en (M.) DUVOSQUEL (eds.), Gemeenten van België. Geschiedkundig en administratief geografisch woordenboek. Vlaanderen-Brussel, Brussel, 1980.
(M.) HOEBEKE, Een inventaris van het Onze-Lieve-Vrouwehospitaal te Oudenaarde, Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Oudenaarde, 12, 1961, pp. 229.
Namen van heerlijkheden voortyts gelegen binnen de palen der kastelny van Audenaerde verzameld in het stadsarchief. In: (L.) VAN LERBERGHE en (J.) RONSSE, Audenaerdsche Mengelingen, VI, Oudenaarde, 1854, pp. 441-446.
(H.) RAEPSAET, Archives de l’Hopital Notre Dame à Audenaerde, Messager des sciences historiques et des arts, Gent, 1852, pp. 332-362.
(I.) VAN WEGENS, Het kaarten- en prentenfonds van het hospitaalarchief, Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Oudenaarde, 18, 1991, pp. 215-241
OPPERVLAKTEMATEN EN INHOUDSMATEN VAN GRANEN
A. OPPERVLAKTEMATEN
KASSELRIJ OUDENAARDE
1 bunder = 4 dagwand = 4 vierendeel = 400 roeden = 1 ha 43 a 37 ca
1 dagwand = 1 vierendeel = 100 roeden = 35 a 84 ca
1 vierkante roede = 1/400 bunder = 35.84 m²
1 meuk = 1 honderd = 25 roeden = ¼ dagwand = 1/16 bunder
1 ha = 279 roeden = 59/100 voet
1 oud dagwand = 81 (nieuwe) roeden
1 oud bunder = 324 (nieuwe) roeden
In Oudenaarde en Bevere is de stadsmaat gebruikt. 1 bunder is hier 1 ha 30 a 4 ca
(1 vierkante roede is dus 32.51 m²)
LAND VAN AALST
1 bunder = 4 dagwand = 4 vierendeel = 400 roeden = 1 ha 22 a 98 ca
1 dagwand = 1 vierendeel = 100 roeden = 30 a 75 ca
1 vierkante roeden = 1/400 bunder = 30.7456 m²
1 ha = 279 roeden = 100 vierkante voeten
1 oud dagwand = 86 (nieuwe) roeden
GEWEZEN BURGGRAAFSCHAP VAN GENT EN LAND VAN WAAS
1 bunder = 3 gemeten = 900 roeden = 1 ha 33 a 67 ca
1 gemet = 300 roeden = 44 a 55.99 ca
1 vierkante roede = 14.8548 m²
1 ha = 673 roeden en vierkante voeten
1 meuk = 30 roeden
B. INHOUDSMATEN
OUDENAARDE
1 mud = 6 zakken = 657 liter koren = 913 liter graan
1 zak = 2 halster = 109 liter koren = 152 liter graan
1 halster = 4 meuk = 55 liter koren = 76 liter graan
1 meuk = 1 modekin of vat = 13,7 liter koren = 19 liter graan
C. MUNTEN
1 pond parisis (1 lb. par.) = 20 schellingen = 240 denieren
1 pond groten = 6 pond tournois = 12 pond parisis