Internationale nieuwsvorming in de westerse pers:

Vergelijkende analyse van de berichtgeving over de kwestie Oost-Timor. (Anja de Lannoy)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

VOORWOORD

Toen in mei ’99 in Jakarta de datum werd afgesproken waarop het referendum zou plaatsvinden m.b.t. het politieke statuut van Oost-Timor, ontstond een hevige en gedreven golf van berichtgeving door de Portugese kranten. Zowel radio als pers overweldigden de Portugese bevolking met informatie over het onderwerp en brachten een enorme betrokkenheid en solidariteit met de Timorese kwestie teweeg.

In België bleek hier van geen spoor.

Het verschil tussen wat de ene bevolking wist en wat de andere bevolking ontging, was enorm en de reden hiervan was beperkt tot vage vermoedens. Lag het aan het leesgedrag van de verschillende bevolkingsgroepen? Lag het aan de krantenberichtgeving? Was er dan niets over geschreven, of lag het aan de wijze waarop men de mededelingen deed?

Dat het te maken had met het koloniale verleden was vrij evident, maar niet bevredigend als verklaring.

De te plotse tegenstelling tussen een toestand van collectieve hysterie in Portugal en een bijna volledige onverschilligheid bij ons, was aanleiding tot het stellen van vele vragen. Vragen waarvan ik meer en meer de context en betekenis van inschatte.

Later, in September, toen het referendum had plaatsgevonden en de resultaten ervan tot het uitmoorden van de Timorese bevolking hadden geleid, werd het tekort aan informatie over de gebeurtenissen in Oost-Timor in ons land werkelijk schrijnend. Als gevolg van  mijn blijvende interesse voor de Portugese actualiteit en door de berichtgeving aldaar te blijven volgen (ook via personen ter plaatse die mij inlichtten over de algemene hectische toestanden aldaar, de informatie via radio, televisie, kranten, politieke speeches, publieke bijeenkomsten en de collectieve protesten), kon ik mij een beeld scheppen van het verschil in impact die de pers m.b.t. Oost-Timor in Portugal en in België had.

Het was dan ook deze confrontatie met het tekort aan informatie in de Belgische pers,  die me vragen deed stellen over de berichtgeving in andere landen en over de pers als informatiemedium in het algemeen.

Meer dan ooit groeide het besef van het belang van dit medium. Niet enkel wordt de individuele kennis er door bepaald of vormt de krant voor de meeste mensen het belangrijkste raam op de wereld, de pers leek vooral als collectief vormingsmiddel een sleutelrol te spelen. Het idee dat zij hierbij een speelbal zou zijn van andere, grotere machten, is ons niet vreemd, maar er echt bij stilstaan doen  we meestal niet.

Hoe zat de relatie, die geschiedenis met pers verbindt, in elkaar? Welke zijn de verschillende dimensies die deze relatie bepalen? Zijn deze zichtbaar, herkenbaar, opspoorbaar?

Wat mij trof i.v.m. de kwestie Oost-Timor had twee luiken, die ogenschijnlijk afzonderlijk konden onderzocht worden, maar waarvan de ambivalente relatie, de correlatie en de innige verbondenheid meer en meer duidelijk werden.

Wat gebeurde in Oost-Timor betrof de geschiedenis, en wel vanuit al haar aspecten: politiek, economisch, sociaal en cultureel.

De vraag of deze gebeurtenissen al dan niet tot ons komen, nieuwscommunicatie dus, en de wijze waarop, maken deel uit van die context. Hierbij raak ik het tweede luik van het onderzoek. Geschiedenis is immers geen sluitend vat, er is geen einde noch een begin. Feiten zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden tot een oneindige ketting. De berichtgeving over een kwestie als Oost-Timor is van uiterst belang voor onze eigen geschiedenis, daar informatie onze historische visie bepaalt. Wanneer we geschiedenis beschouwen als de reeks van gebeurtenissen die zichzelf voortbrengt door de beweging van haar eigen bestaan, dan is geschiedenis de oorzaak van zichzelf, en tevens het gevolg ervan. Het al dan niet kennen van bepaalde feiten, het begrijpen van gebeurtenissen zijn factoren die  beweging stimuleren, en vormen er als het ware de motor van. Informatie, kennis, bewustwording en inzicht vormen dus de sleutel tot bijdrage aan die beweging.

Uitgaande van het feit dat we deel uitmaken van een democratisch politiek systeem, waarin ieder van ons dus eigen, persoonlijke en zelfstandige keuzes dient te maken en dat daarop de beweging van de geschiedenis wordt gebaseerd (of althans een beetje), is het dus van allergrootst, zoniet van fundamenteel belang dat deze keuzes gemaakt worden op basis van inzicht. Kennis is dus de sleutel; kennis door informatie; informatie door communicatie.

Communicatie en/of pers hebben dus veel raakvlakken met geschiedenis. Welke raakvlakken, en welke aspecten daarvan ik in deze scriptie onderzoek, zijn deze die mij persoonlijk de meest initiële leek, het vormt echter een basis die verder studie mogelijk maakt.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende