Een volgende belangrijke stap werd door Herman Hollerith en zijn collega's in de jaren 1880-1890 gezet toen ze in opdracht van de Census Office een nieuw systeem voor dataverwerking ontwikkelden. [15] Hun bijdrage was niet zozeer op het theoretische vlak te vinden maar wel in de commercialisering van de technologie.
De volkstelling van 1870 had John Billings, hoofd van de Census Office, laten inzien dat tengevolge de toename van de Amerikaanse bevolking steeds meer informatie verwerkt zou moeten worden. Hij was er zich van bewust dat de bestaande manieren van dataverwerking in de toekomst niet langer toereikend zouden zijn en hij zocht naar een mechanische oplossing om de volkstellingsgegevens te verwerken. Zijn idee om de demografische karakteristieken van elke persoon op een ponskaart weer te geven werd door Hollerith praktisch gerealiseerd.
Herman Hollerith, een jonge ingenieur van de Census Office, ontwikkelde een systeem waarbij perforaties op kartonnen kaarten demografische gegevens symboliseerden. De ponskaarten werden door een elektromechanische teller gelezen waarbij het perforatiepatroon van de ponskaarten bepaalde of elektrische circuits gesloten werden of niet. De mechanische gegevensverwerking was niet alleen sneller maar liet ook toe complexere vragen over de data te stellen. In 1890 nam de Census Office Holleriths systeem voor de verwerking van de gegevens van de elfde volkstelling in gebruik.
In de jaren 1882-1883 gaf Herman Hollerith les aan het Massachusetts Institute of Technology en lag daarmee aan de basis van de band die het instituut tot vandaag heeft met de computerwetenschappen. [16] Zijn grootste verdienste was echter dat hij zijn technologie commercialiseerde. In 1896 richtte hij daartoe de Tabulating Machine Company op, een bedrijf dat ponskaartmachines en de bijhorende ponskaarten produceerde. Holleriths Tabulating Machine Company werd later een instituut bekend als International Business Machines.