ACE : Automatic Computing Engine


ARPA : Advanced Research Projects Agency


ARPAnet : Advanced Research Projects Agency Network


AT&T : American Telephone and Telegraph Company


Backbone : Een belangrijke communicatieverbinding waaraan verschillende tientallen, honderden, duizenden of zelfs meer commuters en regionale netwerken verbonden zijn.


BBN : Bolt, Beranek and Newman


BCS : Ballistic Computing Section


BITNET : Because It's Time NETwork


BRL : Ballistic Research Laboratory


Browser : Clientprogramma die Webpagina's opzoekt en ze voor de gebruiker toegankelijk maakt.


C : Object geöriënteerde programmeertaal.


CD-ROM : Compact Disc Read-Only Memory


Client : Een computer die of een programma dat bestanden en diensten van een server gebruikt.


CERN : Conseil Européen pour la Recherche Nucléaire


CIX : Commercial Internet eXchange


Conditionele jump : Programmeerconcept waarbij een bepaalde opdracht wordt uitgevoerd wanneer aan een voorwaarde is voldaan. Voorbeeld: If x < 400 then do x+1 else write (x)


CSNET : Aanvankelijk : Computer Science Research Network, later : Computer and Science Research Network.


DARPA : Defense Advanced Research Projects Agency


DCA : Defense Communication Agency


DEC : Digital Equipement Corporation


Distributed network : Netwerkarchitectuur waarbij alle basisstations minimaal met twee andere basisstations verbonden zijn. Dit in tegenstelling tot de enkele verbinding in een gecentraliseerd of gedecentraliseerd netwerk.


DNS : Distributed Name System


Domain Name : Naam die wordt toegekend aan een bepaald IP-adres. Dit systeem werd ingevoerd omdat het veel eenvoudiger is een domain name te onthouden dan het IP-adres.


EARN : European Academic Research Network


EDSAC : Electronic Delay Storage Automatic Calculator


EDVAC : Electronic Discrete Variable Calculator


Een internet : Een netwerk dat gebruik maakt van het TCP/IP-protocol


E-mail : Electronic mail. Programma dat toelaat berichten in de vorm van een "brief" over het netwerk te versturen.


ENIAC : Electronic Numerical Integrator And Computer


ERA : Engineering Research Associates


ESMWT : Engineering, Science and Management War Training


Ethernet : Netwerksysteem waarbij computers via een enkelvoudige coax-aansluiting met elkaar tot een netwerk worden verbonden. De meeste LAN's gebruiken de Ethernet-architectuur.


Flame War : Scheldpartijen via e-mail en IRC.


FTP : File Transfer Protocol. Internerservice die toelaat om bestanden van de ene naar de andere computer te verplaatsen.


FYI : For Your Information


Gateway : Een hostcomputer die aan twee netwerksystemen verbonden is en daardoor toelaat dat informatie van het ene netwerk naar het andere wordt doorgegeven.


GE : General Electric


HTML : HyperText Markup Language. De taal waarin de inhoud en de structuur van Webpagina's worden beschreven.


HTTP : HyperText Transfer Protocol. Het Internetprotocol dat World Wide Web browsers toelaat om informatie van de server te vragen.


Hyperlink : Een sprong van een tekst of een afbeelding naar een andere pagina of ander bestand op het World Wide Web.


Hypermedia : Informatiebron die toelaat om over te springen op diverse media.


Hypertext : Aanvankelijk elke vorm van tekstuele informatie die toelaat om naar andere informatie in de tekst over te springen. In World Wide Web pagina's is hypertext de manier om tussen Websites en de Webpagina's te navigeren. Sinds de komst van het World Wide Web werd hypertext uigebreid tot hypermedia waarbij men naar verschillende informatievormen -tekst, geluid, beeld- kan overspringen.


I/O : input-output


IAB : Internet Architecture Board


IAS : Institute for Advanced Study


IBM : International Business Machines


ICCC : International Conference on Computer Communication


IESG : Internet Engineering Steering Group


IETF : Internet Engineering Task Force


IMP : Interface Message Processor


INWG : International Network Working Group


Internet : Het geheel van alle op elkaar aangesloten netwerken die het TCP/IP-protocol gebruiken, met andere woorden de verzameling van alle internets.


IP : Internet Protocol


IPTO : Information Processing Techniques Office


IRC : Internet Relay Chat. Programma dat toelaat om livediscussies te voeren over het Internet.


IRIA : Institute Recherche d' Informatique et d' Automatique


ISO : International Organization of Standardization


ISOC : Internet Society


Kbps, Mbps : Kilobyts per seconde of Megabytes per seconde. Transmissiesnelheid van een communicatielijn.


LAN : Local Area Network


Loop : Programmeerconcept waarbij een bepaalde functie verschillende malen herhaald wordt. Voorbeeld: For i:= 0 step 1 until 10 do read (x)


Mail Bombs : Manier waarop ongenoegen wordt geuit over het gedrag op Internet. Op eenzelfde ogenblik worden massaal e-mails naar één bepaalde persoon gestuurd zodat de mailserver van die persoon figuurlijk verzand.


Mailing List : Discussiesysteem waarbij men zich inschrijft op een bepaald discussieonderwerp en alle bijdragen van anderen met betrekking tot dat onderwerp op zijn eigen e-mailadres ontvangt.


Mainframe : Computer die ontworpen is om meerdere gebruikers samen een computer te laten gebruiken via een time-sharing systeem.


Modem : modulator-demodulator. Toestel dat binaire sequenties omzet in seriële signalen.


MIT : Massachusetts Institute of Technology


NAP : Network Access Point


NASA : National Aeronautics and Space Administration


NCC : Network Control Center


NCP : Network Control Protocol


NCSA : National Center for Supercomputing Applications


NIC : Network Information Center


Node : Een aansluitingspunt op het netwerk.


NMC : Network Measurment Center


NNTP : Network News Transfer Protocol


NPL : National Physical Laboratory


NSF : National Science Foundation


NSFNET : National Science Foundation Network


NWG : Network Working Group


OSI : Open-System Interconnection


Packet-switching : Principe waarbij een boodschap voor verzending in kleine entiteiten wordt opgedeeld die elk afzonderlijk worden verstuurd. Bij ontvangst wordt de originele boodschap gereconstrueerd door de kleinere entiteiten met elkaar te verbinden.


RAND : Research ANd Development


RARE : Réseaux Associés pour la Recherche Européenne


RFC : Request For Comment


RIPE : Réseaux IP Européenne


SDC : System Development Corporation


SDS : Scientific Data Systems, later XDS, Xerox Data Systems


Server : Host : Een computer of een programma die diensten aanbiedt over een netwerk. Op het World Wide Web is een server een computer die het Webserverprogramma draait, dat reageert op HTTP-protocol verzoeken door informatie aan de client door te sturen.


Service Provider : Organisatie die of bedrijf dat een aansluiting op een netwerk aanbiedt.


Site : Een plaats, reëel of op een server.


SMTP : Simple Mail Transfer Protocol


SRI : Stanford Research Institute


Store-and-forward-netwerk : Netwerksysteem waarbij de communicatie via tussenstations verloopt die de communicatie bij ontvangst opslaan om ze op een later tijdstip door te sturen (cfr. telegrafie). Ook het Internet is een store-and-forward netwerk maar de communicatie verloopt zo snel (cfr. hot patato routing) dat de gebruiker niet of nauwelijks merkt dat zijn communicatie niet rechtstreeks is.


Subroutine : programmeerconcept waarbij een onderdeel van een computerprogramma dat meerdere malen met andere variabelen kan herhaald worden of het te herhalen onderdeel zelf.


TCP : Transmission Control Protocol. Internetprotocol dat voor de verzending van datapackets over het Internet zorgt. TCP zoekt naar verloren gegaan packets, plaats de data van verschillende packets in de juiste volgorde en verzoekt de server om verdwenen of beschadigde packets opnieuw door te sturen.


TCP/IP : Transmission Control Protocol/ Internet Protocol.


Telnet : Programma waardoor het mogelijk is om op een door het netwerk verbonden computer in te loggen en met programma's daar te werken.


TERENA : Trans-European Research and Education Networking Association


TIP : Terminal Interface Message Processor


TRE : Telecommunications Research Establishment


UCB : University of California Berkeley


UCLA : University of California Los Angeles


UCSB : University of California Santa Barbara


UNIX : UNIformat eXecutive


URL : Universal Resource Locator


USENET : Eén van de onafhankelijke netwerken die een eigen systeem van discussiegroepen uitbouwde.


UUCP : UNIX-to-UNIX Copy Protocol


W3C : World Wide Web Consortium


WAN : Wide Area Network


World Wide Web : De grafische Internet hypertextservice die het HTTP-protocol gebruikt om informatie op World Wide Web servers te raadplegen. Webpagina's gebruiken hyperlinks om naar andere Webpagina's of multimediabestanden te gaan.


WWW : World Wide Web