De term computer is afgeleid van het Engelse werkwoord "to compute" wat vertaald kan worden als rekenen of berekenen. [1] Een computer is dus iets of - waar wij zelden bij stilstaan - iemand die rekent, respectievelijk een automatische of manuele computer. Een automatische computer is een machine in staat om complexe reeksen wiskundige en logische processen snel na elkaar uit te voeren zonder menselijke tussenkomst. Dit automatische karakter heeft sommige schrijvers ertoe aangezet om automatische computers te beschrijven als denkmachines. Niets is minder waar want computers doen alles behalve denken in de creatieve betekenis van het woord. Een computer kan zichzelf tijdens de informatieverwerking sturen en begeleiden maar zonder menselijk initiatief doet de computer niets. De mens moet de computer op zijn taak voorbereiden, of beter de computer programmeren.
Computers kunnen we onderscheiden in twee groepen naargelang de vorm waarin ze de informatie behandelen. Verwerkt de computer de informatie in de vorm van cijfers en letters (rekenen door middel van tellen) dan spreken we over digitale computers. Wordt de informatie behandeld in de vorm van een elektrische equivalent van fysische variabelen (rekenen door middel van meten) dan spreken we over analoge computers. [2] Analoge computers kunnen ook numerieke waarden voorstellen maar dan onder de vorm van veranderingen, draaiingen, voltage of weerstand. De rekenliniaal is een duidelijk voorbeeld van een analoge computer. De abacus en de rekenmachine zijn voorbeelden van digitale computers.