De politieke geschiedenis van Moerbeke-Waas. Meer dan 150 jaar liberaal bestuur. (Godfried Maes)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Inleiding

 

Moerbeke-Waas geografisch

 

Moerbeke-Waas is een poldergemeente in het noorden van Oost-Vlaanderen. De gemeente maakt deel uit van het Land van Waas maar ligt op de grens met het Lokerse Houtland. Het grenst verder in het noorden aan Axel (Nederland), in het oosten aan Stekene, in het zuiden aan Eksaarde (Lokeren) en in het westen aan Wachtebeke.

 

Moerbeke maakt deel uit van:

            - Arrondissement: Gent (en niet Sint-Niklaas!)

            - District: Lochristi

            - Kanton: Lochristi

            - Bisdom: Gent

- Dekenij: Lokeren

 

 

De gemeente heeft momenteel een oppervlakte van 3780 hectare en telt een bevolking van 5750 inwoners[1]. Gezien zijn ligging en grondsoort staan landbouw en veeteelt centraal. Logischerwijs neemt de bietenteelt hierin een belangrijke plaats in, net zoals in de rest van de Polderstreek. De aanwezigheid van de suikerfabriek sinds 1868 is eveneens een belangrijke factor in die keuze.[2] 

Moerbeke - Waas is vandaag ingedeeld in een aantal wijken. Kruisstraat en Koewacht zijn de twee grootste en liggen aan de grens met Nederland. Ze worden gescheiden van het centrum door de autosnelweg N 49. Beide beschikken ze over een eigen parochie. Naast deze twee wijken heb je, meer centraal gelegen, nog de wijken Terwest en Koudenborm, plus nog een aantal sociale woonwijken waaronder de Bloemenwijk en de Bomenwijk.

Verder is ook de Moervaart als grootste stroom van het dorp het vermelden waard, gezien haar geschiedenis als transportweg, en de Zuidlede die in de loop der jaren aan belang moest inboeten.

 

Vooraleer aan het eigenlijke onderzoek over de politieke gang van zaken in de negentiende en de twintigste te starten is het interessant een kort historisch overzicht te geven van de belangrijkste gebeurtenissen die zich hebben afgespeeld vóór de twee te onderzoeken eeuwen.

Hierbij zal ik mij dan vooral baseren op de werken van Keurvels[3] en Lyppens[4], die reeds baanbrekend onderzoek verricht hebben naar de gemeente en al haar facetten, en op  het werk van De Potter en Broeckaert.[5]

 

 

Historische evolutie: Moerbeke voor de Belgische onafhankelijkheid

 

Vanaf het jaar 1000 begint de naam 'Moerbeke' frequent voor te komen op officiële documenten, zoals brieven, eigendomsakten, verkoopsakten, enz...

De naam zelf verraad voor een groot deel met welk soort grond we hier te maken hebben, namelijk uitgestrekte moerasgronden doorvloed van menige beken en grachten. Die stelling kunnen we ondersteunen met behulp van de toponymie. Wanneer we kijken naar de straat- en plaatsnamen heden ten dage vinden we vele verwijzingen naar vaarten en beken. Men vindt op het stratenplan onder andere Oostvaart, Spelonckvaart, Ledestraat en Terwestvaart. De Moervaart en de Zuidlede stromen nog steeds door het grondgebied.

Omwille van zijn moerassige ondergrond zal Moerbeke dan ook eeuwenlang dun bewoond blijven. In 1400 telt de gemeente bijvoorbeeld nog maar 1400 inwoners.[6]

 

Archeologisch onderzoek leert ons dat de regio rond Moerbeke tijdens het Romeinse tijdperk het bezoek zou gehad hebben van Romeinse legioenen. De drassige ondergrond en het ontbreken van goede wegen sluit echter uit dat men zich hier permanent is komen vestigen of regelmatig langs hier trok. De theorie, dat de huidige plaatsnaam Heirweg wijst op de aanwezigheid van zo een weg, wordt bij deze sterk in vraag gesteld. Een plausibele verklaring voor de doortocht en vestiging van een aantal legioenen zou de aanwezigheid van uitgestrekte eikenbossen in het Land van Waas, die men kon gebruiken voor het vervaardigen van onder andere schepen, kunnen zijn.

 

Wanneer we de sprong maken naar de periode na het jaar duizend, leren de bronnen ons dat een groot deel van de gronden binnen de gemeente in handen komt van de Kerk. Opnieuw kan de toponymie een ondersteuning bieden. Hedendaagse namen zoals de Pa(a)pdijk en Drongendreef en vroeger straten zoals de Nonnenstraat en het Paterstraatje wijzen op Kerkelijke invloeden.

Eén van die gronden is het domein van Wulfsdonck, dat zich bevindt aan de westkant van de gemeente. Het zou zeker bestaan hebben vanaf de jaren 1200 en behoorde oorspronkelijk toe aan de Sint-Baafsabdij. Aan de andere kant van het dorp ontstond dan de Baudeloo-abdij.[7] Hiertussen zal zich dan later de eigenlijke dorpskern gaan vormen.

Het Land van Waas stond in die tijd bekend om haar turf-ontginningen en ook te Moerbeke moet dit de belangrijkste brandstof geweest zijn.

 

In de periode van de strijd van de gemeenten tegen de graven van Vlaanderen werd Moerbeke meerdere malen overvallen. Vooral de Witte Krapoenen maakten hier naam door tussen 1381 en 1382 de abdij van Baudeloo en meerdere boeren te beroven van hun bezittingen.

Maar niet alleen de Witte Krapoenen maakten zich schuldig aan rooftochten en plunderingen op het Moerbeekse grondgebied. In 1452 hadden ongeveer 6000 Gentenaars die rebelleerden tegen Filips de Goede, hertog van Bourgondië en graaf van Vlaanderen, zich verschanst in de buurt van Moerbeke. Filips de Goede kwam met een leger naar deze contreien en sloeg de opstand van de Gentenaars bloedig neer. Er is ook sprake van een aantal Moerbeekse slachtoffers die zich bij het rebellenleger hadden aangesloten. Gevolg van deze opstand was dat alle dorpen uit de omgeving werden platgebrand en geplunderd.

Maar de aanwezigheid van belangrijke figuren in onze streek zorgde niet alleen voor negatieve gevolgen. In 1531 zou er sprake zijn van de aanwezigheid van Keizer Karel in de abdij van Baudeloo. Dit zorgde voor feestelijke taferelen en een aantal vorstelijke optochten.  

 

Na de Bourgondische periode kwam Moerbeke met de Spaanse bezetter opnieuw in een spiraal van geweld terecht. Eind zestiende eeuw kwam men in opstand tegen die Spaanse overheersing. Naast een religieuze strijd was het ook een politieke strijd tegen centralisatie, absolutisme en tirannie.

De religieuze component bestond erin dat de onderdrukten de macht van de Kerk, die buiten haar voegen was gebarsten, drastisch wou inperken. Uit onvrede met de Kerk was een groot deel van het Land van Waas toegetreden tot de hervormingsbewegingen. Over gans Europa werd de minste verwijzing naar iets wat ook maar op hervorming binnen de 'oude Kerk' zou lijken, zwaar bestraft. In die achtergrond moet men de plundering van de abdij van Baudeloo in 1578 zien.

De Noordelijke Nederlanden, onder leiding van Willem van Oranje, trokken ten strijde tegen de hertog van Alva en menig veldslagen vonden plaats in de grensstreek. Moerbeke werd dus eens te meer het toneel voor moorden, branden en plunderingen. Ook nu vindt men nog restanten van forten en burchten terug uit die tijd. Vooral de bevolking leed onder deze situatie. Handel drijven was zo goed als onmogelijk geworden en door de scheiding met het noorden viel er een groot deel van de afzetmarkt weg. Het leven was in deze streken dan ook ontzettend duur. De ligging van Moerbeke aan de grens heeft dus een grote invloed gehad op de ontwikkeling van de gemeente.

 

Na de scheiding van de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden in 1648 kende men in het zuiden onder het Oostenrijkse bewind een relatief kalme periode waarbij de economie opnieuw kon heropbloeien. Maar die kalme periode was slechts van korte duur want na hun nederlaag in de slag van Jemappes moesten de Oostenrijkers het land overlaten aan de Fransen om het een jaar later in de slag van Neerwinden (1793) opnieuw te veroveren. Eén jaar later veroverden de Fransen opnieuw de Zuidelijke Nederlanden en werden de Oostenrijkers voorgoed van het Belgische grondgebied verdreven.

 

Deze Franse omwenteling had tot gevolg dat alle Kerkelijke goederen in beslag werden genomen door de staat en publiekelijk werden verkocht vanaf 1796. De parochie van Moerbeke was onderworpen aan het bisdom van Gent dat het recht had op vele gronden binnen de gemeente. Eén van de plaatselijke ontvangers van het bisdom was de heer Joannes Philippus Lippens-Cohen. Bij de verkoop van de Kerkelijke goederen in 1796 zou deze persoon zich niet onbetuigd gelaten hebben en kocht volgens de plaatselijke clerici een aanzienlijk deel van de Kerkelijke gronden op. Hierdoor werd de basis gelegd voor het uitgestrekte patrimonium van de familie Lippens. Helaas, deze bewering die decennia lang heeft stand gehouden is al onjuist gebleken en werd weerlegd door onder andere Prof. dr. J. Art[8].

 

Vanaf 1813 kwam er een sterke oppositie op vanuit de Noordelijke Nederlanden tegen het Napoleontische bewind. Met succes want vanaf 1814 werden de Franse troepen gedwongen zich terug te trekken en de Zuidelijke Nederlanden aan hen over te laten. De hereniging tussen Noord en Zuid was alweer een feit en ging onder het bewind van Willem I als het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden door het leven. Een groeiende oppositie uit het zuiden, vooral vanwege de katholieken en liberalen, zorgde ervoor dat deze harmonie niet lang stand hield, en mondde uiteindelijk uit in de scheiding tussen Nederland en België in 1830.   

 

Uit het voorgaande feitenrelaas kan men het volgende concluderen. Ten eerste moet men in het achterhoofd houden dat bij de Belgische onafhankelijkheid elke vorm van politieke machtsbasis ontbrak en de gemeente eeuwenlang onderworpen was aan de willekeur van de overheerser. En ten tweede werd Moerbeke door haar ligging vaak overgeleverd aan vernielingen en plunderingen. Dit kwam de economische ontwikkeling niet ten goede want het verloor na de onafhankelijkheid haar bevoorrechte positie in de Noord – Zuid handel. 

Deze bemerkingen brengen ons dichter bij het eigenlijke onderzoek van de lange ambtstermijn van de liberalen en hun uitgestrekte machtsbasis.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[1] Telling bevolkingsregister van 4 april 2002.

[2] Aan het ontstaan en de verdere ontwikkeling van de suikerfabriek zal verder in dit werk aandacht worden besteed.

[3] KEURVELS H., Gemeente Moerbeke (Waas). 75 jaar Liberaal Bestuur.1847-1922. Gent, Imprimerie Van Doosselaere, 1924, 63 p..

[4] LYPPENS G., Moerbeke-Waas door de eeuwen heen. Moerbeke-Waas., Moerbeke, s.n., 1953, 766 p.(2 delen).

[5] DE POTTER F. & BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeente Moerbeke. Gent, Familia et Patria, 1870, 47 p..

[6] KEURVELS H., ibidem. p.36.

[7] De abdij behoort vandaag niet meer tot het Moerbeekse patrimonium maar staat in Klein – Sinaai, een deelgemeente van Stekene.

[8] ART J., 'Moerbeke-Waas: een type-geval van plattelandsontkerkelijking?' In: Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent. 1975, 29, pp. 111-112.