De politieke geschiedenis van Moerbeke-Waas. Meer dan 150 jaar liberaal bestuur. (Godfried Maes)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Hoofdstuk 6: De gemeenteraadsverkiezing van 2000

 

Als laatste onderdeel van dit onderzoek wil ik even terugblikken op de jongste verkiezingen in de gemeente en de politieke gebeurtenissen die erop volgden.

 

De reden waarom ik deze materie apart van het vorige hoofdstuk behandel, is tweeledig. Ten eerste is er de specifieke politieke situatie waar ik het uiteraard verder nog uitgebreid zal over hebben, en de gevolgen van de verkiezing.

De tweede en meest belangrijke reden voor deze “voorkeursbehandeling” ligt op het persoonlijke vlak. Ik ben geboren in 1981, wat wil zeggen dat ik op 8 oktober 2000 negentien was en dus voor de eerste keer moest stemmen. Daardoor werden de verkiezingen door mij op een meer persoonlijke manier beleefd en diende ik in het stemhokje kleur te bekennen. Dit brengt de vraag naar de objectiviteit van dit werk natuurlijk weer op de voorgrond. Het is geenszins mijn bedoeling een theoretisch relaas te geven rond de begrippen objectiviteit en subjectiviteit, want dan zijn we morgen nog niet klaar. Ik wil enkel aantonen dat ik mij terdege bewust ben van dit probleem en dat ik geen universele waarheden verkondig. Ik zie alles van uit mijn standpunt. Iemand die hetzelfde bronnenmateriaal gebruikt kan tot andere bevindingen komen of andere punten accenten leggen.

 

Absolute objectiviteit is in die zin uitgesloten maar blijft niettemin een handig werkinstrument en iets dat elke historicus dient na te streven. Dit kan enkel door de bewustwording van het eigen standpunt en dit mede te delen aan de toehoorders. Verder zal ik zoveel mogelijk bronnenmateriaal gebruiken en elk aspect voldoende aandacht geven in dit werk. Wanneer er toch enige subjectieve hersenspinsels in dit hoofdstuk zouden voorkomen, gun mij dan het voordeel van de twijfel en weet dat dit zeker geen bewuste keuze was. Dit gezegd zijnde…

 

 

6.1. De twee lijsten

 

De vorige verkiezingen bleek voor de nieuwe coalitiepartij Anders een succes want er werd twee zetels buit gemaakt op de VLD. De verwachtingen voor de verkiezingen van 2000 lagen bij die partij dan ook heel hoog. In de tussentijd werd harde strijd geleverd binnen de gemeenteraad en ook in de verkiezingspropaganda werd er straffe taal gesproken.

De liberalen langs de andere kant hadden gedurende hun ambtstermijn niet stilgezeten. Enerzijds stak men heel wat energie in het afslaan van aanvallen vanwege de oppositie op hun beleid. Anderzijds moest een groot deel van de verkiezingsbeloften worden waargemaakt en diende men werk te maken van de opvolging van Oswald Adriaensen binnen de partij.

Bij de ene partij was er hoop om de lange liberale traditie te doorbreken, bij de andere was er toch een gevoel van onzekerheid aanwezig, dat werd versterkt door het afscheid van burgemeester Adriaensen.

 

Er werden voor deze verkiezingen slechts twee lijsten meer ingediend. De PVDA trok zich na het geringe stemmenaantal terug uit de politiek in de gemeente. Hun programma of hun leden werden niet geïncorporeerd door de andere partijen. De kiezers hadden een glasheldere keuze.

 

6.1.1. V.L.D.

 

De lijst van de VLD bevatte zeventien namen:[200]

 

1. MARIN Filip (lijsttrekker)

2. DE POTTER Liliana

3. FRUYTIER Marc

4. TOLLENAERE – THIERENS Greta

5. DE BOCK Pierre

6. CERPENTIER – VANDE VOORDE Anna

7. VAN NEER Patrick

8. MOORS – ADRIAENSEN Dominique

9. STERCK Hugo

10. BAETE Linda

11. APERS Edgard

12. MAES – BOGAERT Edith

13. CLAUWAERT Dirk

14. DIERINCK Frederic

15. DE CALUWE Robby

16. WALBRECHT Thierry

17. ADRIAENSEN Oswald (lijstduwer)

 

Een eerste opvallende vaststelling is natuurlijk de eerste plaats van Filip Marin op de lijst. Dit wou zeggen dat Oswald Adriaensen na 33 jaar afstand deed van de burgemeesterstoel. Die wissel was volgens de oppositie al gepland in de vorige termijn maar vond nog niet plaats. Marin had zich gedurende de vorige jaren opgeworpen tot één van de belangrijkste spreekkanalen van de partij en had al ervaring opgedaan met zijn ambten als schepen. Dat hij de nieuwe sterke man van de VLD in Moerbeke zou worden lag dus enigszins voor de hand. Het is tevens een man die onder de bevolking een enorme populariteit bezat en op veel aangelegenheden graag onder de mensen vertoefde.

Wat ook opvalt zijn de vele nieuwe namen die op de lijst stonden. Acht op een totaal van zeventien was behoorlijk veel voor een partij die zich in het verleden kenmerkte door een grote continuïteit in de samenstelling van de lijsten. Vooral de verwijdering van Tweede Schepen Van Gaever was merkwaardig want als rechtstreekse verbindingsman met de suikerfabriek was hij een belangrijke schakel binnen het liberale raderwerk. Verder ontbraken ook de twee gemeenteraadsleden Hereman en Verlackt.

Die afwezigen zorgden voor een aantal belangrijke verschuivingen. Zo bekleedde Liliana De Potter met haar tweede plaats de hoogste positie ooit voor een vrouw op de liberale lijst in Moerbeke. Zij was het symbool voor de sterke vrouwelijke aanwezigheid onder de kandidaten. Het vrouwelijke geslacht had deze keer zes vertegenwoordigers in plaats van vijf en zag daarmee één van haar wensen in vervulling gaan.

 

De lijst verschilde met andere woorden sterk van de vorige lijst. Met een nieuwe lijstrekker werd na 33 jaar een nieuw hoofdstuk aangesneden.

 

6.1.2. Moerbeke Anders

 

Ook Anders trok met een volwaardige lijst naar de verkiezingen. Zeventien personen bonden de strijd aan met de liberale lijst.[201]

 

1. SCHELFAUT Guido (lijsttrekker)

2. COUPE Peter

3. VANSTEENHUYSE Filip

4. VAN HOOSTE – MARTENS Nancy

5. VERVAET Danny

6. SCHAUT Christa

7. VERSCHRAEGEN Erik

8. VAN DAMME – JANSSENS Nicole

9. DE PAU Herman

10. RADEMAKERS Martine

11. DAELMAN Mathijs

12. BROES – BORREMANS Mieke

13. DIELEMAN Patrick

14. DE SCHEPPER – VERCAUTEREN Berlinde

15. VERHOOSEL Ronald

16. COPPENS Etienne

17. HAECK Marc (lijstduwer)

 

De “grote namen” bleven op post en Guido Schelfaut bleef de lijst aanvoeren. Twee gemeenteraadsleden, De Saegher en Ongenae, kwamen deze keer niet meer op en werden vervangen. Ook hier valt het grote aantal nieuwelingen op, acht om precies te zijn, net zoals bij de VLD. Het vrouwenaantal liep eveneens gelijk met het aantal van de VLD, zes om precies te zijn.

Er was bij deze verkiezing wel een opvallende verschuiving. Bijna niemand op de lijst bezette dezelfde plaats als de vorige keer. Vooral de gemeenteraadsleden van de vorige zes jaar maakten een aantal sprongen op de lijst.

 

Met deze lijst hoopte men op zijn minst op zetelwinst. Ze was evenwichtig en sterk uitgewerkt. Enkel een echt stemmenkanon ontbrak in vergelijking met de lijst van de VLD. De hoop op zetelwinst was terecht gezien de harde oppositie en het blootleggen van een aantal pijnpunten van de vorige legislatuur. Daarenboven wezen een aantal andere evoluties op stemmenwinst. Zo kon de suikerfabriek geen liberaal bastion meer worden genoemd sinds het vertrek van Oswald Adriaensen. In de ondernemingsraad van de fabriek viel de liberale vakbond terug van 4 naar 2 zetels. Het A.B.V.V. steeg van 1 naar 2 en ook het A.C.W. kreeg een vertegenwoordiger.[202]

 

 

6.2. De verkiezingscampagnes

 

De VLD veranderde niet veel aan haar beloftes die gemaakt werden in de aanloop naar de verkiezingen van 1994. Het hoofddoel was nog steeds het zo laag mogelijk houden van de gemeentebelastingen. Moerbeke bezette in Vlaanderen de achtste laagste plaats qua gemeentebelasting, namelijk 5 %, en het doel was dan ook die positie te houden.

Vervolgens poogden ze de kiezers aan zich te binden door een aantal nieuwe sociale projecten waaronder de bouw van een nieuw en modern rusthuis.

De openbare werken namen in deze campagne opnieuw een belangrijke plaats in. Enerzijds werd beloofd de verkrotting te blijven bestrijden en op de vrijgekomen plaatsen sociale woonblokken te voorzien. Anderzijds werden een groot aantal nieuwe wegenwerken in het vooruitzicht gesteld. Daarbij ondermeer een aanpassing van de wegen als gevolg van de nieuwe situatie na de aanleg van het aansluitingscomplex voor de N 49.[203]

Verder was er ook sprake van de ingebruikname van het oude stationsgebouw voor de openbare bibliotheek. Inzake onderwijs en landbouw werden geen specifieke verkiezingspunten opgesteld maar bleef men de bestaande strategie behouden.[204]

De tradities van de liberale strekking in Moerbeke bleef in deze campagne sterk voortleven. Er kwam geen breuk met het verleden wat gezien hun onafgebroken overwinningen de meest logische keuze was.

 

Bij Anders stapte men eveneens op de inwoners af met een uitgebreid programma dat niet veel wijzigde van hun programma bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen. Zo ijverde men nog steeds voor een communicatiever en beter functionerend gemeentebestuur, werd een beter beheer van de subsidies voor de sportclubs geëist en werd een alternatief voor de bestaande ruimtelijke ordening voorgesteld. Daarnaast behoorden ook onderwijs, landbouw en middenstand tot het ruime partijprogramma. En last but not least wou men de bestaande gemeentebelastingen behouden. Daarmee begaf men zich in het vaarwater van de VLD, die de lage belasting als één van de hoofdpijlers van hun programma vooropstelden.

Inspraak en openheid bleven de voornaamste troeven die de Anders – coalitie aan de kiezer wou aanbieden. De verdienste Anders is dat ze ondanks hun nederlaag in 1994 toch opnieuw gemotiveerd waren om een gooi te doen naar de burgemeesterstoel met een heel uitgebreid programma. Naast uitgebreide kritiek op het gemeentebeleid van de vorige zes jaar stelde men een uitgebreid beleid voorop met heel wat volwaardige alternatieven.

 

Beide partijen waren ondertussen sinds enkele decennia uitgegroeid tot zogenaamde “catch – all” partijen. Men richtte zich niet meer tot één enkele groep binnen de maatschappij maar men probeerde over zoveel mogelijk stellingen een standpunt in te nemen, teneinde zoveel mogelijk kiezers te vergaren. De VLD had al een lange traditie van die formule en ook Anders kon geen andere weg op. Hun programmapunten spitsten zich vooral toe op de eigen gemeente en de ideologieën van de bestaande partijen werden daarbinnen afgevlakt en aangepast.

 

Tot slot van deze verkiezingscampagne zou ik de aandacht willen vestigen op een discussiepunt tussen beide partijen betreffende de brug over de N 49.[205] Zowel Anders als de VLD nemen in hun verkiezingsprogramma uitgebreid te tijd om, apart van alle andere programmapunten, hun standpunt inzake dit onderwerp uit te leggen.

De problemen waren al gestart in 1998, vlak na de beslissing om van de N 49 een autosnelweg te maken. Alle verkeerslichten dienden te verdwijnen waardoor de wijken Kruiststraat en Koewacht van de rest van Moerbeke geïsoleerd dreigden te geraken. Over de op – en afritten voor de Kruisstraat was binnen de gemeenteraad snel een consensus bereikt, maar over de eventuele brug over de autosnelweg ter hoogte van de Pereboom geraakte men het niet eens. Anders verweet de leden van de VLD vooral hun desinteresse voor het onderwerp en de beslissing in de gemeenteraad 6 oktober 1998 om een negatief advies te geven voor de bouw van de brug.[206]

Anders kwam bij deze verkiezingen op om de inwoners van de wijk Pereboom te behoeden voor isolatie. In bijna elke brochure in de aanloop naar de verkiezing werd het onderwerp uit de kast gehaald en breed uitgesmeerd. In het VLD – partijblad daarentegen vonden we heel weinig over deze materie terug. Enkel in de speciale verkiezingsbrochure werd er even de aandacht op gevestigd. De eigen standpunten kwamen daarin niet echt naar voor maar het betrof eerder het afslaan van een eerdere aanval van de oppositie.

Het belang dat aan dit onderwerp werd gehecht weerspiegelde zich in de kandidaten voor de verkiezingen. Zowel Anders als de VLD hadden met respectievelijk Ronald Verhoosel en Anna Cerpentier – Vande Voorde een inwoner van de Koewacht – Pereboom aan hun lijst toegevoegd. Beiden stelden zich voor als een vertegenwoordiger voor hun wijk.

 

Na deze korte uiteenzetting kunnen we ongeveer inschatten waar beide partijen voor staan en ijveren. De messen werden geslepen en de verwachtingen lagen bij beide partijen heel hoog.

 

 

6.3. De uitslag

 

De gemeenteraadsverkiezing van 8 oktober 2000 leverde de volgende uitslag op in Moerbeke:[207]

 

 - Lijst 11: VLD o.l.v. Filip Marin: 2436 stemmen (57.88 %)

 - Lijst 14: Anders o.l.v. Guido Schelfaut: 1773 stemmen (42.12 %)[208]

 

De verkiezingen brachten dus niet de verwachte veranderingen. De lijst van Anders ging net geen procent vooruit, terwijl de VLD een “terugval” kende van net geen anderhalve procent. De uitslag was met andere woorden bijna een kopie van 1994. De zetelverdeling bleef op tien zetels voor de VLD tegenover zeven voor Anders.

 

6.3.1. De winnaars

           

Bij de liberalen haalde men opgelucht adem na het vernemen van de verkiezingsresultaten. De machtswissel Adriaensen – Marin werd goed verteerd en men behield zijn absolute meerderheid in de gemeenteraad zonder zetelverlies. De schrik zat er vooraf zeker in, hoewel ze dit zelf natuurlijk niet gauw zullen toegeven.

 

De nieuwkomers op de lijst van de VLD haalden een verdeeld succes. Vier van de acht slaagden erin om bij hun eerste deelname door te stoten naar de gemeenteraad.

Vooral het hoge stemmenaantal van Thierry Walbrecht viel op. Hij schopte het bij zijn eerste deelname al meteen tot Vierde Schepen. Waarschijnlijk is een groot deel van zijn stemmen afkomstig van zijn heimat op de Kruisstraat. In het dossier omtrent de aanleg van op – en afritten voor Moerbeke had hij zich opgeworpen als de vertegenwoordiger van de belangen voor zijn wijk.

De uitslag bracht hem tevens voor uittredend burgemeester Adriaensen, die zich moest tevreden stellen met de vijfde plaats, wat hem nog steeds een zetel in het Schepencollege opleverde. De uitslag van Adriaensen was enigszins ontgoochelend te noemen en zal voor spanningen hebben gezorgd na de verkiezingen. Voorts zorgde de verkiezing van hem en zijn dochter voor problemen, mits ze samen niet mochten zetelen. Dominique Moors – Adriaensen werd evenwel ook verkozen voor de Provincie en kon daardoor gemakkelijk afstand doen van haar zitje binnen de gemeenteraad. Zij werd vervangen door Anna Cerpentier – Vande Voorde

Een ander opvallend resultaat is dat van Edgard Apers, de uittredende gemeentesecretaris en volgens Anders de figuur rond wie de twisten binnen de VLD allemaal draaiden. Een stemmenkanon zal hij nooit worden maar zijn 488 stemmen brachten hem wel meteen in de gemeenteraad.

 

Maar het opvallendste resultaat was dat van nieuwbakken burgemeester Filip Marin. Hij verdubbelde bijna zijn stemmenaantal van 1994 en kwam met 1239 ruim boven het aantal stemmen van Adriaensen uit. Hij deed met andere woorden zijn reputatie van stemmenkanon alle eer aan. Ongeveer ¼ van de kiesgerechtigden had een stem voor hem uitgebracht. Misschien was de nood aan vers bloed aan het hoofd van de gemeente zo groot geworden. Of misschien was het zijn reputatie als open en goedlachse man die hem die schitterende uitslag bezorgde.

 

Feit is dat de verkiezing niet meer liberale aanhangers bracht maar wel een grotere consensus onder de kiezers over de nieuwe burgemeester. 33 jaar lang had de gemeente onder de leiding van Adriaensen gestaan, wat een hele prestatie was. Nu de fakkel werd doorgegeven tastte dit het vertrouwen in de liberale ideologie vanwege de kiezer niet aan. De overgang werd probleemloos verteerd.

 

6.3.2. De verliezers

 

De uitslag was door de hoog gespannen verwachtingen voor het kamp van Moerbeke Anders niet zo positief. Er werd weliswaar geen zetel verloren maar de verwachte sprong voorwaarts werd niet gemaakt.

De zetels werden netjes verdeeld tussen de partijen die dit kartel vormden. De C.V.P., de S.P., en het J.V.I. haalden elk 2 zetels. De onafhankelijke Erik Verschraegen zorgde voor de zevende zetel en meteen ook voor een primeur. Hij mag zich vandaag nog steeds het eerste onafhankelijke gemeenteraadslid noemen.

 

De vele nieuwkomers op de lijst misten grotendeels hun doel. Slechts één, Herman De Pau, werd verkozen om in de gemeenteraad te zetelen. De andere zeven haalden niet de meest tot de verbeelding sprekende resultaten. Een eerste opvallend verschil met de andere lijst dus.

 

Een tweede punt waaraan voldoende aandacht dient te worden besteed is de vertegenwoordiging van het vrouwelijke geslacht in de gemeenteraad. De VLD telde één vrouw meer in vergelijking met 1994 waardoor nu drie stoelen werden ingenomen door een vrouw in de raad. Anders daarentegen verloor haar enige vrouw, Marleen Ongenae en moet zes jaar oppositie voeren zonder vrouwelijke vertegenwoordiging. De eerste vrouw bij Anders in de uitslag was Christa Schaut op de achtste plaats met 296 voorkeurstemmen, op de voet gevolgd door Nancy Martens met 285 voorkeurstemmen.

Het verschil lag in de eerste plaats uiteraard bij de plaats die de vrouwen innemen op de lijst. Zo konden bij de VLD Liliana De Potter en Greta Tollenaere – Thierens profiteren van hun respectievelijke tweede en vierde plaats op de lijst. Martens nam bij Anders “maar” de vierde plaats in en was daarmee de eerste vrouw op de lijst. Schaut moest genoegen nemen met de zesde stek. De plaatsen waren niet zo goed als hun collega ’s bij de VLD maar gaven toch goede perspectieven om verkozen te worden. Men mikte op minstens zeven zetels waardoor de verkiezing van een vrouwelijk gemeenteraadslid vrij realistisch was.

De verklaring voor de niet – gekozenen moest dus eerder te zoeken zijn in het stemgedrag van de kiezer zelf. De liberale lijst heeft al een lange traditie van vrouwen in de raad terwijl men bij de oppositiepartijen in het verleden vooral mannelijke vertegenwoordigers naar voor schoof.

De katholieke stemmers worden algemeen beschouwd als conservatievere kiezers en zouden vooral opteren voor mannen. Deze verklaring is evenwel niet afdoende want binnen Anders komen ook progressieve partijen zoals de socialisten en het JVI die het conservatieve stemgedrag voor een groot deel ophieven.

Een goede verklaring lag volgens mij bij de betrokken actoren zelf. De Potter had al een lange voorgeschiedenis in de politiek van de gemeente. Samen met Tollenaere – Thierens was ze tevens één van de belangrijke voortrekkers binnen de Liberale Vrouwenbond, die nu nog steeds meer dan duizend leden telt. Het was dus niet onlogisch dat een groot deel van de stemmen afkomstig is van die leden. Men stond veel dichter bij de mensen en men voelt een zekere persoonlijke verbondenheid. Bij de vrouwen op de lijst van Anders was die verbondenheid veel minder. De K.V.L.V., katholieke tegenhangers van de Liberale Vrouwenbond, telde een pak minder leden en had bijgevolg veel minder slagkracht. Tevens betreft dit ook maar één vierde van de partij. Het J.V.I., en de S.P. tellen geen specifieke vereniging voor vrouwen en voor de onafhankelijken binnen Anders is het onmogelijk om zo iets op te richten.

De vrouwelijke achterban en de uitstraling daarbinnen van de liberale kandidates was veel groter dan die van Anders. Dit is volgens mij al een groot deel van de verklaring.

Het belang van de aanwezigheid van de vrouw in de gemeenteraad mag niet onderschat worden. De VLD kon nu zes jaar lang de oppositiepartij verwijten geen aandacht te hebben voor het vrouwelijke geslacht en zichzelf opwerpen als progressief en vrouwvriendelijk. Wil Moerbeke Anders zich bij de volgende verkiezing niet het label van vrouwonvriendelijk op de hals halen, maakt het best zo snel mogelijk werk van een goed uitgebouwde vrouwenvereniging naar het model van de Liberale Vrouwenbond.

 

Dit gezegd zijnde brengt ons terug bij het algemene resultaat van de verkiezing voor Anders. Er heerste een zekere ontgoocheling vanwege de stagnatie. In het verslag van de algemene vergadering van de CVP op 26 november 2000 werden een aantal verstrekkende conclusies getrokken.[209] Er heerste consensus over het feit dat de slagkracht van lijsttrekker Schelfaut te beperkt was en dat eventueel diende te worden uitgekeken naar een populairdere niet – CVP – er. Dit zei uiteraard niets over de capabiliteit van Schelfaut, want in zijn beroep bewijst hij dagelijks een positie met veel verantwoordelijkheid aan te kunnen.[210]

Het lage aantal voorkeursstemmen was trouwens niet alleen het probleem van de lijsttrekker maar van de hele partij. Meer dan waarschijnlijk lag de oorzaak hiervan bij de keizers zelf. Veel personen bleven enkel stemmen op hun partij, zijnde de SP, het JVI of de CVP. De verankering in de traditionele partijen bleef dus nog groot. Deze theorie is zeker niet onlogisch want een aanhanger van bijvoorbeeld de CVP zal niet gauw een voorkeurstem uitbrengen op een socialistisch lid.

 

Niettemin zal Anders zich de komende jaren moeten buigen over een nieuw plan om de liberalen het vuur aan de schenen te leggen en een nieuwe gooi te doen naar het burgemeesterschap. Het zoeken naar een nieuwe lijstrekker die meer populariteit en aanhang heeft in de gemeente lijkt mij al een eerste goede stap.

 

6.3.3. Samenstelling gemeenteraad

 

- Filip Marin – Burgemeester

- Adriaensen Oswald – Eerste Schepen

- De Potter Liliana – Tweede Schepen

- Fruytier Marc – Derde Schepen

- Walbrecht Thierry – Vierde Schepen

- Apers Edgard – Gemeenteraadslid

- De Bock Pierre – Gemeenteraadslid

- Tollenaere – Thierens Greta – Gemeenteraadslid

- De Caluwé Robby – Gemeenteraadslid

- Anna Cerpentier – Vande Voorde – Gemeenteraadslid

- Schelfaut Guido – Gemeenteraadslid

- Coupé Peter – Gemeenteraadslid

- Haeck Marc – Gemeenteraadslid

- Vansteenhuyse Filip – Gemeenteraadslid

- Vervaet Danny – Gemeenteraadslid

- De Pau Herman – Gemeenteraadslid

- Verschraegen Erik – Gemeenteraadslid

 

 

6.3.4. Bevoegdheden Schepencollege

 

Eerste Schepen Adriaensen: Afvalwater, begraafplaatsen, financiën, groenvoorzieningen, ontsmetting, reiniging, huisvuil, openbare werken, ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en waterleidingen.

 

Tweede Schepen De Potter: Burgerlijke stand, onthaal, sociale hulp en gezinsvoorzieningen.

 

Derde Schepen Fruytier: Basisonderwijs, feestelijkheden, jeugd, kunst, openbare bibliotheken, toerisme, volksontwikkeling en sport.

 

Vierde Schepen Walbrecht: Betrekkingen met polders, juridische aangelegenheden, landbouw en visserij, milieu en waterlopen.

 

 

6.4. De naweeën van 8 oktober 2000

 

De viering van de overwinning moest algauw plaats maken voor de ontwikkeling van een nieuwe beleidslijn voor de komende zes jaar. De beloften namens de VLD waren niet min voor de verkiezingen en bovendien bleef het blok van Moerbeke Anders samen om een harde oppositiepolitiek te voeren. En er was de afwerking van een aantal dossiers dat voor de verkiezing werd vooropgesteld.

Door de harde strijd tussen beide verkozen kanten is van die afwerking nog maar weinig in huis gekomen. Veel dossiers zijn een sluimerend bestaan gaan leiden en het afronding ervan is nog niet in zicht.

De problemen situeerden zich steeds rond dezelfde twistpunten. Allereerst was er de voortzetting van de discussie over de op – en afritten aan de Kruisstraat en de Pereboom. Ten tweede werd het gemeentebestuur nog steeds een gebrek aan inspraak en openheid verweten. Ten derde wou Anders veranderingen teweeg brengen in de verkeersinfrastructuur van de gemeente. Vooral de heraanleg van de Opperstraat nam hierbij een centrale plaats in. Tot slot beet men zich vanwege de oppositie opnieuw vast in het sportbeleid dat volgens Anders op onrechtvaardige principes steunt. Dit waren zeker niet de enige aandachtspunten voor de oppositie maar toch diegene die in de eerste jaren na de verkiezingen het meest frequent terug naar voor kwamen.

 

De gemeenteraadszittingen kenmerkten zich door harde woordwisselingen en incidenten tussen beide politieke strekkingen stapelden zich op. De kloof tussen beide partijen werd na 2000 alleen maar groter, wat zich weerspiegelde in een meer onverzettelijke houding ten opzichte van elkaar.

 

Als casus haal ik de gemeenteraadszitting van 25 maart 2003.[211] Er werd voor de spreektijd een tijdslimiet van vijf minuten per persoon ingesteld en vijftien minuten per fractie. Met een klok werd er nauwgezet op gelet dat niemand buiten de voorgeschreven tijdsspanne zou gaan. Diegenen die dit wel deden werden op de vingers getikt en midden in hun relaas onderbroken. De Anders – fractie klaagde dit openlijk aan bij de bevolking als een aanfluiting van de vrije meningsuiting en een parodie op de open debat cultuur van Guy Verhofstadt. Anders – lid Vansteenhuyse weigerde zelfs de zitting nog verder bij te wonen en stapte op. Het incident haalde uitvoerig de media en zou ongetwijfeld nog lang blijven nazinderen.

 

Dit konden de inwoners van de gemeente al merken en de slag die werd geleverd via de perskanalen van de verschillende partijen.

Zo stond in de liberale Burgerkrant onder andere een artikel van gemeenteraadslid Edgard Apers te lezen over het oppositiebeleid. Rekening gehouden met het IQ van sommige oppositieraadsleden verwondert deze houding mij niet, maar van anderen – waarvan ik een respectabel IQ vermoedde – verwondert mij deze ludiek bedoelde actie: belachelijk gedoe voor vertegenwoordigers van onze bevolking.(…) Ik vrees dat de plakker die de raadsleden van “ Anders” op de mond kleefden verder reikt dan de mond alleen: hij plakt ook over de ogen en over de oren.[212]

Deze zware uitval was bedoeld als reactie op één van de informatiebrochures van Anders waarbij alle raadsleden van die partij op de foto gingen met plakband op de mond, alluderend op de twist die was ontstaan in verband met de ingestelde spreektijd.

Apers geeft in dit zelfde stuk ook meer algemene commentaar op het beleid van Anders. Klap op de vuurpijl: de kleurloze “Anders” – fractie durft beweren dat de VLD bang is van de oppositie?!? Klinkklare grootheidswaanzin als u het mij vraagt! Waarom zouden wij bang zijn van potentiële slopers die hun slag niet kunnen thuishalen na meer dan twaalf jaar afbraakpolitiek.[213]

 

Wat ik met dit voorbeeld wou aantonen is de stugge houding van de VLD en Anders ten opzichte van elkaar. De politieke strijd groeide op bepaalde momenten uit tot een vete waarbij vaak persoonlijke aanvallen plaatsvonden die nog weinig met politiek te zien hebben. De vraag naar meer openheid vanwege de oppositie werd vaak beantwoord door een inperking van die openheid, gevolgd door een nieuwe aanval vanwege Anders.

Die onverzettelijke houding en de harde oppositie van Anders is zeker geen alleenstaand geval in dit land. De achtergrond waaruit ze voortkwam is dat wel. De frustratie om het feit dat in meer dan 150 jaar nog niemand van buiten de liberale partij inspraak heeft gehad, zorgde ervoor dat een groot deel van de inwoners het gevoel krijgt in de kou te blijven staan.

Men moet zich gaan behoeden dat de strijd binnen de muren van het gemeentehuis niet uitmond in een onverzoenbare twist, die de belangen van de burger naar de achtergrond dreigt te schuiven. Niemand heeft baat bij een gemeenteraad waarbij voorstellen van de ene partij door de andere partij van tafel worden geveegd, juist omdat ze van die partij afkomstig zijn. Men moet trachten opnieuw tot een debatcultuur te komen waarbij discussies op een open en eerlijke manier kunnen verlopen. Enkel zo kan men op een “normale” manier aan politiek doen en in de noden van de Moerbekenaar voorzien.

 

Persoonlijk vind ik het ook geen gezonde situatie dat alle beslissingsmacht al meer dan anderhalve eeuw bij één partij ligt. Dit zorgt voor een zeker gevoel van onaantastbaarheid bij de machthebbers en een gevoel van machteloosheid bij de oppositie. Beide evoluties zijn nefast voor de politiek dynamiek en zorgen voor een zekere starheid in het gemeentebeleid. Hiermee wens ik zeker geen afbreuk te doen aan de verdiensten van de liberale partij, die elke verkiezing opnieuw weer de kiezer achter zich weet te scharen.

Oppositie is een onontbeerlijk facet van onze democratie en mag niet verwaarloosd worden. Zoals de zaken er nu voorstaan in Moerbeke dreigt dit principe soms wel eens in de hoek te worden gedrumd. Een afwisseling van de macht is goed voor alle partijen en kan de interesse in de politiek van de gemeente bij de jeugd alleen maar doen stijgen.

 

De verkiezingen van 2006 beloven een interessante testcase te worden.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[200] S.N., “Lijsttrekker Filip Marin stelt zijn ploeg en het programma voor.” In: Ons Blad, Moerbeke – Waas, 2000, 34, verkiezingsnummer, 26 p..

[201] S.N., Anders drukt zijn stempel op het gemeentebeleid. Verkiezingsfolder met voorstelling kandidaten.

[202] S.n., “Anders bekeken.” In: Anders drukt zijn stempel op het gemeentebeleid. 2000, 7, nr. 3, s.p..

[203] De N 49 wordt een autosnelweg waardoor alle kruispunten worden vervangen door op – en afritten. Binnen de gemeenteraad zal de aanleg van die op – en afritten uitgroeien tot een belangrijk discussiepunt in de aanloop naar de verkiezingen. Zie infra.

[204] S.n., “Lijsttrekker Filip Marin stelt zijn ploeg en het programma voor.” In: Ons Blad, Moerbeke – Waas, 2000, 34, verkiezingsnummer, p. 13 e.v..

[205] Het dossier is nu nog steeds niet afgehandeld en vormt binnen de gemeenteraad nog steeds een belangrijk onderwerp.

[206] Gemeentearchief Moerbeke – Waas. Gemeenteraadsverslag 06/10/1998.

[207] Gemeenteraadsarchief Moerbeke – Waas. Dossier verkiezing 2000.

[208] Voor een volledige uitslag: zie bijlage 5.

[209] Privé – archief Mevrouw Van Wiele – De Saegher. Verslag ledenvergadering CVP, 26/11/2000.

[210] Guido Schelfaut is verpleegkundig en paramedisch directeur.

[211] Gemeentearchief Moerbeke – Waas. Gemeenteraadsverslag 25/03/2003.

[212] APERS E., “Over de afbraakpolitiek van slechte verliezers…” In: De lokale burgerkrant. Moerbeke. VLD Moerbeke – Waas, 2003, nr. 2, p. 1 e.v..

[213] ibid., p. 3.