De Tweede Wereldoorlog in Middelkerke. Een korte aanfluiting van het democratisch bestuur. (Stefaan Ingelbrecht)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Hoofdstuk 6: De Collaboratie

 

Tijdens de oorlog werkten een aantal personen en verenigingen samen met de Duitse bezetter, om uiteenlopende redenen.  De collaboratie met de Duitsers nam vele verschillende vormen aan: politiek, militair, cultureel, economisch, politioneel, …  In feite kwamen alle terreinen van de maatschappij hiervoor in aanmerking.  De motieven om in de collaboratie te stappen waren al even divers.  Sommigen deden het uit idealisme of om aan de verplichte tewerkstelling te ontsnappen.  Anderen deden het om economische en financiële redenen.  Soms kwam men haast ongewild in de collaboratie terecht, maar al even vaak koos men bewust voor een samenwerking met de bezetter.

 

Het probleem met Middelkerke is dat weinig archief over de collaboratie is.  Vele documenten zijn verdwenen of ergens verstopt.  De mensen praten er niet over.  Interviews over de oorlog afnemen gaat enorm goed, tot het woord collaboratie valt.  Dan klappen de getuigen dicht.  Dit is begrijpelijk omdat Middelkerke een kleine gemeente is waar iedereen, iedereen kent.

 

De volgende reconstructie is uitsluitend gemaakt op basis van documenten die te maken hebben met de repressie zoals de publicatie van de vonnissen in het Staatsblad.  In die vonnissen stond vermeld van welke organisaties de veroordeelde lid was.  Op die manier hoopten we toch een beeld te kunnen schetsen van de Duitsgezinde personen en verenigingen te Middelkerke.

 

 

6.1 Het Vlaams Nationaal Verbond

 

Op 7 en 8 oktober 1933 verscheen de stichtingsproclamatie van een nieuwe Vlaams-nationalistische eenheidspartij.  De stichtingsproclamatie droeg al enkele fascistische kenmerken in zich.[238]  Het VNV riep zich uit tot de enige vertegenwoordiger van het Vlaams-nationalisme.  Tijdens de oorlog koos het VNV al snel de zijde van de bezetter.  Ze hoopte door samenwerking met Duitsland de macht in Vlaanderen te verwerven en haar programma uit te voeren.

 

In Middelkerke had het VNV al direct een afdeling.  De voorzitter van deze afdeling was Andreas Inghelram, de overtuigde en onbesuisde leraar.  Jerome Baeckelandt was ook een VNV-er van het eerste uur.  Een ander aanhanger van bij het begin was Lode Baillière.  Hij stond op de lijst Vanwalleghem – Inghelram tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 1938, maar werd niet verkozen.  Van het VNV te Middelkerke is er tijdens het Interbellum weinig bekend.  De grootste prestatie van de plaatselijke afdeling was de bouw van het Vlaams Huis Nele.  De twee drijvende krachten hierbij waren Inghelram en Baeckelandt.  Het huis was heel populair en er werden talrijke activiteiten in georganiseerd.  Er waren heel wat mensen aandeelhouder van het huis.  Zo ook burgemeester Beheyt.  Voor de rest is er maar weinig geweten over de activiteiten en de samenstelling van het VNV te Middelkerke in de vooroorlogse periode.  Er werden geen ledenlijsten teruggevonden.

 

Tijdens de oorlog nam het nationaal ledenaantal van het VNV fel toe.  In 1939 waren er 26.205 leden.  In 1942 werd het toppunt bereikt met 41.293 leden.[239]  Nadien nam het ledenaantal fel af.  Ook in Middelkerke bloeide het VNV tijdens de oorlog.  Het gemeentebestuur kwam in handen van de VNV-ers.  Andreas Inghelram werd burgemeester.  Leo Laga werd schepen.  Hetzelfde gold voor meester Jerome Baeckelandt.  Ook andere posten werden geïnfiltreerd door het VNV.  De politiecommissaris werd een VNV-er.  Twee politieagenten waren lid van de beweging.  Ook enkele bedienden en werkers van de gemeente waren lid van de partij.  De voornaamste waren Leo Lanssens, opzichter van de gemeentewerklieden, en Roger Muyle die werkte bij als de ontvanger van de COO.  Deze laatste was de secretaris van de plaatselijke afdeling van het VNV en tevens lid van de Dietse Militie - Zwarte Brigade.

 

Het precies aantal leden van de afdeling tijdens de oorlog is niet bekend.  In een interview vertelde Firmin Baeckelandt, zoon van Jerome Baeckelandt, dat er op de vergaderingen van het VNV in het Vlaams Huis zo’n 100 mensen aanwezig waren.  Naar het einde van de oorlog toe daalde dit tot 30 mensen.[240]  Het ledenaantal was geen volledig mysterie.  In een brief van het Ministerie van Landsverdediging werden aan de politiecommissaris inlichtingen gevraagd over 129 Middelkerkse VNV-ers.[241]  Enkele weken later kwam nog een dergelijke brief  met nog 14 namen.[242]  Op deze twee lijsten stonden geen namen van de personen die al gearresteerd waren.  Dit waren Inghelram, de afdelingsleider, Leo Lanssens en Roger Muyle.  De drie Vandenhouweeles en nog zes andere leden.  Ook de familie Baeckelandt waar vader en de twee zonen lid waren, ontbraken op de lijsten.  Allemaal samen gerekend, betekende dit, dat er in Middelkerke tijdens de oorlog 158 leden waren.  Dit cijfer is wellicht niet volledig, maar heeft toch een idee van de getalsterkte van het VNV in de gemeente.  Omgezet in procent nam het aantal VNV-ers 4,4 % in van de 3588 inwoners te Middelkerke.[243]

 

Bij de bevrijding stortte het Vlaams Nationaal Verbond zowel nationaal als lokaal in elkaar.  Enkelen gingen op de vlucht, maar het merendeel werd door de repressie aangepakt.

 

 

6.2 De Duits-Vlaamse Arbeidsgemeenschap (DeVlag)

 

Voor de oorlog was de DeVlag in de eerste plaats een vereniging die zich bezighield met culturele betrekkingen tussen Vlaanderen en Duitsland.  Tijdens de bezetting evolueerde de DeVlag tot een collaborerende organisatie door zich in te schakelen in de SS-structuren.[244]  De organisatie groeide uit tot een vertegenwoordiger van een compromisloze collaboratiepolitiek.  Tijdens de oorlog was er achter de schermen een strijd tussen het Militaire Bestuur en de SS.  Het VNV had de voorkeur van het Militaire bestuur en de DeVlag die van de SS.  Bijgevolg werden VNV en DeVlag tegenstanders van elkaar.

 

Middelkerke had haar eigen ‘cel’, zoals een plaatselijke afdeling van de vereniging heette.  De cel stond onder leiding van Tratsaert.[245]  De vergaderingen gingen door in het huis van oorlogsschepen Leo Laga.  De secretaris was diens dochter.  Jules De Cuman, lid van de DeVlag, werd tijdens de oorlog lid van het schepencollege.

 

De leden van de DeVlag waren allen gekend bij het gemeentebestuur, want deze had een lijst gekregen van de Krijgsauditeur te Brugge.[246]  De lijst was gedetailleerd en vernoemde het lidnummer, het adres, geboorteplaats en zelfs het beroep van de leden.  In totaal ging het om 97 personen.  Sommige personen, zoals schepen Leo Laga, waren zowel lid van het VNV en de DeVlag.

 

Net zoals bij het VNV werden de activiteiten van de DeVlag bij de bevrijding stil gelegd en konden enkele leden zich aan ondervraging en repressie verwachten.

 

 

6.3 De Unie van Hand- en Geestesarbeiders (UHGA)

 

Deze organisatie werd opgericht op 22 november 1940.[247]  Het was de bedoeling dat de Unie van Hand- en Geestesarbeiders de bestaande vakbonden zou bundelen.  Ze moest de bedienden en arbeiders vertegenwoordigen en de leden voor het nationaal-socialisme trachten te winnen.  In feite wilde de UHGA de plaats innemen van de vroegere vakbonden.  De organisatie kende maar weinig succes.

 

Ook in Middelkerke had de unie maar een beperkte aanhang.  Ons baserend op de veroordelingen die werden gepubliceerd in het staatsblad, waren maar drie mensen uit Middelkerke lid van deze organisatie.  Wellicht waren er wel meer inwoners lid van de unie, maar we konden nog geen documenten terugvinden.

 

 

6.4 De militaire en para-militaire collaboratie

 

De meest opvallende vorm van collaboratie was zonder twijfel degene die bedreven werd door personen in uniform.  In sommige gevallen droeg de persoon zelfs wapens.  Het was voor iedereen zichtbaar dat de persoon in kwestie bij een of andere organisatie aangesloten was.  Hij behoorde dan tot één van de talrijke militaire en paramilitaire organisaties die ons land rijk was.

 

De grootste groep die in Middelkerke aan militaire collaboratie deed, was de Dietse Militie – Zwarte brigade.  Dit was de militantenorganisatie van de Eenheidsbeweging-VNV.  Joris Vansteenland was de commandant-generaal.[248]  De Zwarte Brigade werd aangezien als een partijleger, als de voedingsbodem voor het Vlaams Legioen.  De organisatie kende ongeveer 4000 leden. [249]  In Middelkerke was oorlogsburgemeester Andreas Inghelram het kopstuk.  Hij was Hopman en gebiedspropagandaleider.  Binnen de organisatie had hij de rang van eerste luitenant.  Kamiel Lasat was gewestcommandant en ploegleider van de Zwarte Brigade.  Ploegoverste was Achiel Vandenhouweele.  Zijn broer was ook lid van DM-ZB.  Verder waren de broers Firmin en Roger Baeckelandt aangesloten bij de Wachtbrigade, zoals de organisatie zich noemde vanaf 1943.  Zij waren de zonen van VNV-schepen Jerome Baeckelandt.  Andere namen luidden: Augustus Beyens, Renatus Lecomte en Marcel Pylyser.  Volgens Firmin Baeckelandt waren er zo’n 25 leden van de Zwarte Brigade in Middelkerke. [250]  Niet allen droegen hun uniform op straat.  Het merendeel droeg enkel zijn uniform op officiële gelegenheden.  Het lidmaatschap van deze mensen werd bewezen door het Krijgshof.  De veroordelingen kwamen in het Staatsblad terecht.  De informatie bij de militaire collaboratie komt allemaal uit het staatsblad.

 

De Dietse Militie – Zwarte Brigade was niet de enige organisatie die afhing van het VNV.  Het VNV rekruteerde ook voor de Hilfsfeldgendarmerie.  Deze organisatie voerde allerlei diensten uit voor de Feldgendarmerie, zoals de opsporing en aanhouding van werkonwilligen.  Deze organisatie was dan ook fel gehaat bij de bevolking.  Zelfs bij andere collaboratiebewegingen kon ze op niet veel sympathie rekenen.  In Middelkerke waren Firmin en Jerome Baeckelandt lid van de Hilfsfeldgendarmerie.  Ze waren als het ware doorgedrongen tot de diepste krochten van het VNV met hun lidmaatschap van de Zwarte Brigade en de Hilfsfeldgendarmerie.

 

Twee Middelkerkenaars, Adolphe Vandierendonck en Franciscus Pierloot sloten zich aan bij de Waffen-SS.  Bij Adolphe is het niet duidelijk of hij naar het oostfront is gaan vechten.  Francisus heeft dit wel gedaan.  Daarnaast had hij zich aangesloten bij de Kriegsmarine.  Hij was tevens lid van de Schutzcommando van de Organisation Todt.  In die hoedanigheid bewaakte hij kampen van opgeëiste arbeiders in België, Duitsland en Rusland.

 

Francisus Pierloot was lid van de Organisation Todt.  Deze organisatie werd genoemd naar de ingenieur Todt, een vertrouwensman van Hitler en in vreemde omstandigheden om het leven gekomen bij een vliegtuigongeval in 1942.  Aanvankelijk bestond de Organisation Todt uit Duitse vaklui, maar door een groeiend tekort aan werkkrachten nam de organisatie vanaf 1941 vaklieden uit de bezette gebieden aan.  De organisatie stond in voor de bouw van militaire infrastructuur, zoals de bunkers en stellingen in de duinen van Middelkerke.  Zes mensen uit Middelkerke waren lid van de Organisation Todt: de reeds vernoemde Franciscus Pierloot, Maurits Beyens, Kamiel Derieuw, Aline Lanssens, Honorius Lecompte en Renatus Vanhoutte.

 

Met de Organisation Todt komen we terecht bij een andere vorm van collaboratie.  Bij de voorgaande vormen was vooral het militaire aspect van tel.  Bij de Organisation Todt sloten ook mensen aan om financiële redenen.  De militaire en ideologische redenen waren hier niet meer de enige redenen om aan te sluiten bij een bepaalde organisatie.

 

Dat kon gezegd worden van de Nationalsozialistisches Kraftfahrerkorps.  Dit was een bijzonder vervoerskorps dat instond voor alle ‘boodschappen’ en transporten in de bezette landen, vooral naar en bij het front,.  Gekende leden te Middelkerke waren Jozef Esquenet, Aline Lanssens, Honorius Lecompte, Roger Muyle, Frederic Neyt en Renatus Vanhoutte.  Roger Muyle was de secretaris van het NSKK.  Honorius Lecompte was ook lid van het Transportkorps Speer en deed hiervoor dienst in België en Rusland.

 

Anderen werden lid van de Fabriekswacht.  De Fabriekswacht werd in 1941 opgericht met als bedoeling enkele bewakingstaken van het Duitse leger over te nemen.[251]  In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, bewaakten de wachters zelden fabrieken.  Hun voornaamste taak bestond er in vliegvelden en belangrijke installaties van de Luftwaffe te bewaken.  In 1943 veranderde de naam in Vlaamse Wachtbrigade en in 1944 ging de Wachtbrigade over naar de Flakbrigade.  Vier personen werden gestraft wegens hun lidmaatschap van de Fabriekswacht.  Deze waren Karel D’Haene, Renatus Lecompte, Marcel Pylyser en Eugeen Vandenhouweele.

 

In Middelkerke was er een lid van de Vlaamse Wacht die gestraft werd.  Het was Kamiel Derieuw.  Celina Ramoudt was schaarleidster bij de Dietse Meisjesscharen.  Dit was een organisatie ontstaan in 1941 vanuit het Vlaams Nationaal Vrouwenverbond.  Het was een jeugdbeweging die zich later aansloot bij de Vlaams-Socialistische Jeugd Vlaanderen.  Pieter Ramoudt, haar broer, was lid van de Dietsche Blauwvoetvendels.  De Dietse Blauwvoetvendels waren de jongenswerking van de jeugdbeweging.

 

 

6.5 Besluit

 

Tijdens de oorlog waren tal van collaborerende organisaties aanwezig in Middelkerke.  De grootste organisatie was het VNV.  In Middelkerke had 4,4 % van de bevolking op een bepaald moment van de oorlog lidkaart van het VNV op zak.  Het VNV had dan ook een sterke afdeling te Middelkerke.  DeVlag kon rekenen op 97 leden, wat neerkwam op 2,7 % van de bevolking.  Sommige inwoners waren zowel lid van DeVlag als van VNV.  Niet alle leden van de DeVlag of het VNV waren collaborateurs, maar de collaborateurs waren wel meestal lid de organisaties.

 

De collaboratie werd gedragen door een harde kern van personen, zoals Inghelram, het gezin Baeckelandt, de familie Vandenhouweele, Leo Lanssen, Lode Baillière en nog enkele anderen.  Zij hadden zich aangesloten van bij het ontstaan van de organisaties.  Heel wat mensen werden pas lid toen bleek dat ze er beter van werden.

 

De grootste Middelkerkse organisatie die militair collaboreerde was de Dietse Militie – Zwarte Brigade.  Daarnaast waren er te Middelkerke leden van de Hilfsfeldgendarmerie, de Waffen-SS, de Organisation Todt, de Nationalsozialistisches Kraftfahrerkorps, De Fabriekswacht en de Vlaamse Wacht.

 

We durven stellen dat de Duitsgezinde organisaties veel leden hadden in Middelkerke.  Binnen deze organisaties kwamen enkele namen steeds terug.  Dit wees erop dat een groep mensen uit idealisme de politiek van de Duitsers steunde.  Rond hen bewoog zich een veel grotere groep wiens motieven tot lidmaatschap van het VNV en de DeVlag minder duidelijk waren.  Heel wat mensen wilden uit hun lidmaatschap voordelen halen.  Maar de hoge ledenaantallen wezen er op dat er een aanzienlijke groep Vlaams- en Duitsgezinden aanwezig was.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[238] DE WEVER Bruno.  Greep naar de macht.  Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde.  Het VNV 1933-1945.  Tielt, lannoo.  1995, pp. 104-107.

[239] DE WEVER Bruno.  Greep naar de macht.  Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde.  Het VNV 1933-1945.  Tielt, lannoo.  1995, p.630.

[240] Interview met Firmin Baeckelandt, 14-2-2002

[241] Privé-verzameling Ronny Van Troostenberghe.  Brief van Ministerie van Landsverdediging – Veiligheid van de Staat aan politiecommissaris van Middelkerke.  28-7-46

[242] Privé-verzameling Ronny Van Troostenberghe.  Brief van Ministerie van Landsverdediging – Veiligheid van de Staat aan politiecommissaris van Middelkerke.  5-10-46.

[243] GAM.  V briefwisseling.  Doos 102: briefwisseling 1943.  Brief van gemeente aan Kreiskommandant.  11-6-43.

[244] SEBERECHTS Frank.  Rust en Orde Heerscht in de gemeente in De Krijter. XXIX en XXX. 1994. nr.1, p. 135.

[245] PAWV.  Archief 1946.  Gemeentezaken. Rep.F. Pak 69. nr. 600 tuchtacties gemeenteraadsleden.  Brief van gemeentebestuur aan gouverneur.  7-5-45.

[246] Privé-verzameling van Ronny Van Troostenberghe.  Adressenlijst van personen vermeld op de ledenlijst van de DeVlag, meegedeeld door krijgsauditeur Moeneclaey.

[247] SEBERECHTS Frank.  Rust en Orde Heerscht in de gemeente in De Krijter. XXIX en XXX. 1994. nr.1, p. 136.

[248] DE WEVER Bruno.  Greep naar de macht.  Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde.  Het VNV 1933-1945.  Tielt, lannoo.  1995, p. 414.

[249] DE WEVER Bruno.  Greep naar de macht.  Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde.  Het VNV 1933-1945.  Tielt, lannoo.  1995, p. 508.

[250] Interview met Firmin Baeckelandt, 14-2-2002

[251] SEBERECHTS Frank.  Rust en Orde Heerscht in de gemeente in De Krijter. XXIX en XXX. 1994. nr.1, p. 141.