De Vlaamse Beweging in Mechelen (1945-1970). (Karen Camps)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

ALGEMENE INLEIDING

 

Probleemstelling

 

In deze eindverhandeling trachten wij een historische synthese te brengen van wat zich met betrekking tot de Vlaamse Beweging in Mechelen heeft afgespeeld na de Tweede Wereldoorlog. Deze studie sluit in dit opzicht aan bij een aantal verhandelingen met betrekking tot lokale geschiedenissen van de Vlaamse Beweging na de Tweede Wereldoorlog.

 

We richten hierbij onze aandacht voornamelijk op de Mechelse politiek, meer bepaald de rol van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd in het programma van de politieke partijen. Dit politiek verhaal wordt aangevuld met een verslag van de ontwikkelingen van de niet-partijpolitieke Vlaamse Beweging te Mechelen.

 

Wat de politiek betreft, volgen we de evolutie van de Vlaams-nationalistische partijen en hun verhouding tot de CVP. De katholieke partij, die door de afloop van de Tweede Wereldoorlog in Mechelen een oppositiepartij was geworden, had vlak na de oorlog nog het volledig monopolie inzake Vlaamsgezindheid. Vanaf 1949 verschenen er echter kapers op de kust: eerst de Vlaamse Concentratie, daarna de Christelijke Vlaamse Volksunie (vanaf 1954) en vooral de Volksunie. Hoe meer de Volksunie groeide, hoe meer bedreigd de CVP zich ging voelen.

Centraal in deze verhandeling staat de vraag hoe de uitbouw van de Vlaams-nationalistische partijen verliep, wie daarbij de belangrijkste personen waren en hoe men in Mechelen bijdroeg tot de algemene doorbraak van het partijpolitiek Vlaams-nationalisme in 1965.

 

Chronologisch beperken we ons tot de jaren tussen de bevrijding van Mechelen, in september 1944, en 1970, een ideaal jaar om een turbulente geschiedenis te markeren.

Reeds in 1968 hadden de parlementsverkiezingen de doorbraak van de Volksunie in Vlaanderen bevestigd. Twee jaar later zou de Volksunie haar aantal vertegenwoordigers in de Mechelse gemeenteraad verdubbelen. 1970 was ook het jaar van de grondwetsherziening: door de CVP-BSP-regering Eyskens-Merlot/Cools werd tegen 24 december 1970 de tekst van de nieuwe grondwet door het parlement geloodst. Het idee van defederalisering had ingang gevonden in de Belgische politiek.

 

Geografisch beperkt ons onderzoeksgebied zich tot de stad Mechelen, al is deze afbakening niet altijd consequent te volgen en speelden de hoofdrolspelers van Mechelen ook een belangrijke rol op arrondissementeel of zelfs nationaal gebied. Door in te gaan op wat zich op arrondissementeel of nationaal vlak afspeelde, kunnen ook evoluties in Mechelen verklaard worden.

 

De verhandeling is opgedeeld in vier chronologische hoofdstukken. Ieder hoofdstuk behandelt de Mechelse politieke evolutie op Vlaams gebied en wordt afgesloten met een paragraaf over het Vlaams cultureel- en verenigingsleven te Mechelen.

 

Het eerste hoofdstuk behandelt de periode vanaf de bevrijding van Mechelen (1944) tot en met de afloop van de koningskwestie (1950). De resultaten van de volksraadpleging rond de koningskwestie brachten in België en in Mechelen de communautaire problemen duidelijk aan de oppervlakte. Het Vlaams zelfbewustzijn kende hierdoor een spectaculaire groei.

Het tweede hoofdstuk omvat de periode van 1950 tot en met 1958. In deze periode werd het Vlaams-nationalisme duidelijker georganiseerd, onder andere met de oprichting van de Volksunie (1954). Veel succes kende dit partijpolitieke Vlaams-nationalisme niet meteen, wat mede te verklaren valt door de Schoolstrijd, die tot 1958 de katholieken lijnrecht tegenover vrijzinnigen stelde en die voor communautaire twisten geen ruimte liet. Het hoofdstuk eindigt met de gemeenteraadsverkiezingen van 12 oktober 1958, waarna de CVP te Mechelen na jarenlange oppositie sedert het einde van de Tweede Wereldoorlog, terug aan de macht kwam.

Het derde hoofdstuk verhaalt de gebeurtenissen in de periode 1958-1964. Na het sluiten van het Schoolpact in 1958, kwam er ruimte vrij voor Vlaamse eisen. Het partijpolitiek Vlaams-nationalisme werd steeds sterker, wat blijkt uit de overwinning van de Volksunie bij de gemeenteraadsverkiezingen van 11 oktober 1964. Te Mechelen behaalde de Volksunie twee zetels in de gemeenteraad.

Het vierde en laatste hoofdstuk behandelt de explosieve jaren tussen 1964 en 1970. Gedurende deze periode bereikten de communautaire problemen een hoogtepunt, onder meer na de sluiting van de steenkoolmijnen van Zwartberg, maar vooral naar aanleiding van de Leuvense kwestie. Te Mechelen namen de Volksunie en de jongeren van de CVP duidelijk federalistische standpunten in. De verbeterde organisatie en de verruimingspolitiek van de Volksunie bezorgden de Vlaams-nationalistische partij een enorme overwinning bij de parlementsverkiezingen van 1968. We eindigen deze geschiedschrijving in het jaar 1970, toen de doorbraak van de Volksunie nogmaals bevestigd met de aanwezigheid van vier Volksunie-vertegenwoordigers in de Mechelse gemeenteraad. Op nationaal vlak zou de groei van de nationalistische drukking een herziening van de grondwet in meer federale richting onontbeerlijk maken.

 

 

Literatuur en Bronnenmateriaal

 

Wat de Vlaamse Beweging in Mechelen betreft is er weinig literatuur voorhanden die over de periode na de Tweede Wereldoorlog handelt. Voor de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog, de bevrijding en de periode kort na de oorlog hadden we het werk van Sabine Deboosere tot onze beschikking: Mechelen in de Tweede Wereldoorlog. Het leven in een stad om en rond de Tweede Wereldoorlog (Tielt, 1990).

 

Voor de evolutie van de Vlaams-nationalistische partijen te Mechelen konden we dankbaar gebruik maken van de eindverhandeling van Els Van Weert: Ontstaan en ontwikkeling van de Volksunie in het arrondissement Mechelen (Leuven, 1991). Omtrent de evolutie van de CVP in het arrondissement hadden we eveneens een overzichtswerk ter onzer beschikking, namelijk het boek Verleden en heden van de Mechelse CVP. De christelijke democratie in het arrondissement Mechelen 1830 – 1988 van Herbert Crol en Herwig De Lannoy (Lier, 1988). In dit werk komen weliswaar subjectieve versies van bepaalde gebeurtenissen met betrekking tot de Vlaamse ontvoogdingsstrijd voor, wat men kan wijten aan de spanning tussen beide Vlaamsgezinde partijen: de Volksunie en de CVP.

 

Eveneens konden we gebruik maken van de memoires van Joos Somers, een persoon die een belangrijke rol heeft gespeeld in de Vlaams-nationale politiek te Mechelen (eerst in de CVP, later in de Volksunie). Uiteraard moest deze biografie Terugblik zonder schroom. Gedenkschriften van Joos Somers (1997) met de nodige omzichtigheid aangewend worden. Hoewel de auteur niet altijd even objectief de gebeurtenissen beschrijft, waren de memoires zeer rijk aan informatie over de naoorlogse Vlaamse Beweging en de Mechelse politiek en bevatten zij een uitstekende chronologie.

Een volgende informatiebron vormden de archivalia.

Allereerst werd het Stadsarchief van Mechelen (SM) geraadpleegd. Hier vonden we vrij veel informatie over de periode onmiddellijk na de oorlog (geval Neefs, gemeenteraads- en parlementsverkiezingen van 1947 tot 1954, koningskwestie). Deze inlichtingen haalden wij uit de Processen-verbaal van de Gemeenteraad (PVG) en de Gazet van Mechelen (GvM) en de Verslagen van de Stadszaken[1]

 

Gegevens over de lokale afdeling van de Volksunie vonden we in het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN) te Antwerpen. In tegenstelling tot de informatie gevonden in het Mechelse stadsarchief, was er hier maar weinig beschikbaar met betrekking tot de vroegste geschiedenis van de Vlaams-nationalistische partij. Wel vonden we hier uitgebreide informatie over de werking van de Vlaamse Volksbeweging in het Mechelse arrondissement. Contact met Kris Dalving van het Archief en Museum voor het Vlaams Cultuurleven (AMVC) leerde ons dat daar weinig over de lokale geschiedenis van de Vlaamse Beweging te vinden was.

 

In het Leuvense Katholiek Documentatie- en onderzoekscentrum (KADOC) konden we het archief van de lokale, Mechelse afdeling van de CVP inkijken evenals het archief van het Nationaal Secretariaat van het Davidsfonds, waarbij voornamelijk de briefwisseling en de informatie over het Jong-Davidsfonds interessant bleek.

 

Voorts konden we ook nog het uitgebreid privé-archief van oud-burgemeester Cyriel Neefs inkijken. Hier vonden we voornamelijk informatie over het Mechels culturele en verenigingsleven daterende van voor, tijdens én na de Tweede Wereldoorlog. Belangrijker was echter de bewaarde briefwisseling, propaganda en anti-propaganda van de CVP gedurende de nationale en gemeenteraadsverkiezingen voor het arrondissement Mechelen, tot het jaar 1970.

 

Het Mechelse Bisschoppelijk Archief werd eveneens geraadpleegd, maar aangezien zowel kardinaal Van Roey als kardinaal Suenens met betrekking tot de Vlaamse ontvoogdingsstrijd bijzonder weinig hebben bewaard, bleek dit verspilde moeite.

Wat lokale periodieken betreft, konden we bruikbare gegevens terugvinden in De Omroeper (mededelingsblad Volksunie – afdeling Mechelen) en het provinciale blad Kijk Nieuw (Vlaams-nationalistisch) en de reeds vernoemde Gazet van Mechelen (CVP-georiënteerd). Verder werd het weekblad Wij – wat vroeger de Volksunie heette – onder handen genomen.

 

Interviews met Lieve Cools (lid VNJ), Guido Thijs en Ward Steffens (beiden bestuursleden binnen de Mechelse VVB), Prof. Dr. Herman Mertens (strijdt sinds 1974 voor amnestie) en Mia Marivoet (lid Vlaamse Klub) leerde ons heel wat over de Mechelse Vlaamse Beweging.

 

In het Mechels stadsarchief en in het archief van Cyriel Neefs vonden we ook veel verkiezingspropaganda. Mits een kritische ingesteldheid kon daaruit veel nuttige informatie gedistilleerd worden.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[1] In deze jaarboeken konden we onder meer gegevens vinden met betrekking tot de Mechelse demografie, de werking van verschillende verenigingen, de samenstelling van het schepencollege en de deelname van het stadsbestuur aan publieke feesten.