Woord vooraf

Een licentiaatsverhandeling schrijven is geen gemakkelijke opdracht, zeker niet met een interessant maar lastig onderwerp als dit. Gezondheidsproblemen maakten het voor mij nog extra zwaar, maar gelukkig was er nog net genoeg tijd over om deze taak tot een goed einde te brengen. Ik wil graag alle mensen bedanken die me door deze moeilijke periode hebben gesleept. In de eerste plaats mijn ouders, die me moed inspraken en niet aarzelden om me nu en dan een helpende hand te verlenen. Daarnaast ook het personeel van de talrijke archiefinstellingen die ik heb bezocht. In het bijzonder de rijksarchivaris van Kortrijk, de bedienden van het stadhuis van Kortrijk en de bedienden van het provinciaal archief te Brugge.

Ik dank ook alle personen die me een interview toestonden of nuttige informatie leverden. Hun medewerking werd erg op prijs gesteld. Vooral dank aan José Vanbossele, Gaby Verbeke, Pieter-Jan Verstraete, Lucas Vandenbulcke, Griet Ryckeboer, Joris Vandorpe en Robert Mayeur.

Mijn promotor, prof. Dr. Luc De Vos, kwam met dit originele onderwerp op de proppen en verschafte me de nodige instructies. Nico Wouters, assistent van de Vakgroep Nieuwste Geschiedenis te Gent, hielp me regelmatig om mijn gedachten op een rijtje te zetten. Voor een goede eindredactie zorgden Annemie Meerschaert en Johan Mayeur. Ik ben hen allemaal heel erg dankbaar.