Kanegem (1647-1797). Een historisch-demografische studie van een West-Vlaamse plattelandsgemeenschap. (Birger De Coninck) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
Deze licentiaatsverhandeling is het produkt van drie jaar werk. Honderden uren werden doorgebracht in het archief. Net zoals sommige Middeleeuwse monniken uren, dagen, maanden of zelfs hun hele leven doorbrachten in een scriptorium werden in het Tieltse Stadsarchief ruim 11000 akten overgepend. Ook de redactie van onderhavige studie vergde maandenlang monnikenwerk. Uiteraard vallen de vorm en de inhoud van dit werk volledig onder onze verantwoordelijkheid, maar niettemin is het voor ons een oprechte eer en een waar genoegen om enkele personen te bedanken die hun steentje hebben bijgedragen tot dit resultaat.
Vooreerst gaat onze dank uit naar onze promotor, Prof. Dr. C. Vandenbroeke, die constant bereid was om een helpende hand toe te steken, die aanwijzingen en tips gaf tijdens het onderzoek en die door zijn enorme kennis van de demografische en sociaal-economische geschiedenis steevast gouden raad kon meegeven. Bovendien zorgde hij ervoor dat wij al tijdens de Eerste Kandidatuur gebeten werden door de microbe van de historische demografie. Dat hij onze enthousiasmerende inspiratiebron bij uitstek was, staat buiten kijf.
Ook doctoranda I. Devos stond steeds paraat om in te springen en bijstand te verlenen. Vooral haar kennis over de mortaliteit kwam bij de redactie van de betreffende hoofdstukken van pas, hoewel we ook voor andere demografische items bij haar terecht konden. Verder zijn wij ook de professoren die ons wegwijs maakten in de demografische en sociaal-economische geschiedenis zeer erkentelijk. In het bijzonder denken wij daarbij aan Prof. Dr. E. Vanhaute, die de sociaal-economische geschiedenis van de Nieuwste Tijden doceerde, maar ook ruime aandacht schonk aan de Nieuwe Tijden. Ook Prof. Dr. J. Hannes verdient een pluim: hij leerde ons immers kritisch omgaan met historische statistische gegevens. Vervolgens danken wij ook Prof. Dr. H. Soly, die ons inleidde in de hedendaagse opvattingen omtrent de sociaal-economische geschiedenis van de Nieuwe Tijden. Vanzelfsprekend gaat onze dank ook uit naar alle andere professoren en doctoren die ons historisch inzicht wisten uit te breiden en onze nooit aflatende honger naar historische kennis konden stillen. Daarnaast wensen wij ook E. De Blieck, vakgroepsecretaris van de Nieuwe Tijden, te bedanken voor zijn steeds bereidwillige medewerking en medeleven.
Maar ook buiten de academische wereld waren veel mensen bereid hand- en spandiensten te verrichten om deze licentiaatsverhandeling tot een goed einde te brengen. In de eerste plaats denken wij daarbij aan Ilse Van Overmeeren, die talloze uren meewerkte in het archief en meer dan één steentje bijdroeg bij de statistische verwerking van de gegevens en het op punt stellen van de gezinsreconstructie. Ook haar altijd aanwezige morele steun en haar luisterende oor mogen geprezen worden. Dat geldt ook voor onze ouders, die steeds bereid waren in de bres te springen en voor de nodige financiële inbreng zorgden. Toch verdienen zij in de eerste plaats onze dankbetuigingen omwille van hun onvoorwaardelijk geloof in onze studies. Ten slotte verdient ook Kevin De Coninck onze dank, aangezien hij zich bereid toonde taalkundige aanwijzingen te verstrekken en het revisiewerk op zich wou nemen.
Ook R. Debrabandere wensen wij te bedanken. Zijn grondige kennis van het Kanegemse verleden en de vele archivalia rond Kanegem bespaarde ons veel speurwerk. Daarnaast mochten wij ook rekenen op de talloze tips van T. Lambrecht, die steeds nieuwe relevante bronnen, artikels en historische studies wist boven te halen. De talrijke gesprekken die we met hem mochten voeren, breidden ons beeld over het regionaal verleden van de Roede van Tielt stelselmatig uit.
Tot slot wensen wij ook de talloze mensen te bedanken van de verschillende archiefinstellingen. In het bijzonder geldt dit voor de ambtenaren van de Burgerlijke Stand van Tielt, die maandenlang onze aanwezigheid duldden in het Tieltse stadhuis en die constant meeleefden tijdens het archiefonderzoek. Daarnaast mogen we ook de mensen uit de Rijksarchieven niet vergeten. Zo verdient N. Maddens van het Kortrijkse Rijksarchief onze erkentelijkheid omdat hij ons wegwijs maakte in de talloze bronnen die het archief rijk is. Maar ook de archivarissen van de Rijksarchieven in Brugge en Gent betekenden een grote steun door hun geïnteresseerde medewerking.
Een thesis schrijf je niet alleen. Zonder de steun van deze - en nog talloze andere, niet bij naam genoemde - personen zou dit werk er totaal anders uitgezien hebben. Zij zorgden er, elk op hun eigen manier, voor dat deze licentiaatsverhandeling op de voorliggende manier gefinaliseerd raakte. Hartelijk dank.
Kanegem, 7 juli 2000
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |