Jef Turf. Een politieke identiteit van een communist (Susan De Coninck)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Hoofdstuk 4: De jaren als partijbestendige 1980-1988

 

1 België 1980-1988

 

1.1 De communautaire kwestie

 

In augustus 1980 keurt het parlement het regeringsvoorstel inzake de federalisering goed. Het driefasenplan van Martens voorziet in de oprichting van gewestelijke deelregeringen, in de afbakening van hun bevoegdheden en in de regeling van het probleem Brussel. Formeel functioneren de instellingen en hebben haar decreten dezelfde dwingende kracht als de nationale wetten, maar door het gebrek aan financiële middelen blijven de instellingen theoretisch. De nationale regering houdt vrijwel alle middelen in handen omdat ze de belastingen int. Bovendien zijn de bevoegdheden te weinig afgebakend. De kwestie wordt uiteindelijk geregeld in 1988.

 

Er wordt een akkoord bereikt tussen C.V.P., P.S.C., P.S., S.P. en V.U. in het voordeel van de federalisering. Een groot deel van de bevoegdheden van de federale regering wordt gedelegeerd naar de gewestregeringen. De gewesten krijgen bevoegdheid over ruimtelijke ordening, leefmilieu, natuurbehoud, economie, energie, openbare werken, vervoer, de ondergeschikte besturen, werkgelegenheid en onderzoek. De gemeenschappen krijgen het culturele en persoonsgebonden beleid, het onderwijs en het taalgebruik toebedeeld. Er wordt zelfs een eigen verdragsrecht voorzien. De gewesten en gemeenschappen mogen nu zelf belastingen innen, waardoor ze financieel onafhankelijk worden. Ook de Brusselse problematiek wordt aangepakt, zodat men tot het systeem komt dat zeer nauw aansluit bij de huidige situatie.[443]

 

1.2 De economische problematiek

 

De mijnen open houden wordt steeds duurder, waardoor de situatie voor de regering niet meer houdbaar is. In 1985 stelt minister Dhoore een saneringsplan voor. De mijn van Winterslag sluit en men begint met de afbouw van Eisden en Zolder. Hiertegen komt zo veel protest dat men een nieuw plan uitwerkt. Onder leiding van Gheyselinck T. brengt de regering een nieuw saneringsplan ten uitvoer: de oostelijke zetels sluiten binnen de drie jaar. Vanaf 1989 begint men met de sluiting van de westelijke mijnen, wat wordt voltooid in 1996.[444] De vele stakingen ten spijt, is de situatie onomkeerbaar voor de K.S.

Ook in de textielsector slepen de problemen aan. Het overbruggingskrediet van de regering is in januari 1981 volledig besteed zonder een nieuwe koper in het vooruitzicht. Een hongerstaking van 5 vakbondsafgevaardigden en een regionale mobilisatie dwingt de regering Fabelta open te houden. Op 27 maart 1981 valt het verdict, waardoor het bedrijf onherroepelijk dicht gaat op 7 april. Onmiddellijk volgt weer een bezetting. Het haalt echter niets uit.[445]

 

1.3 De energieproblematiek

 

Steeds is er groot protest geweest tegen de uitbouw van het Belgische nucleaire park, zonder een parlementair debat. Dit komt er, negen jaar na de beslissing er een te houden, in 1983. Pas in 1986, naar aanleiding van de ramp in Tsjernobyl, probeert de regering de nucleaire industrie terug in handen te nemen. Het geplande Doel IV wordt voorlopig in de koelkast gestoken, de controle van de overheid op de veiligheid verscherpt. Uiteindelijk beslist de regering dat het nucleaire park van de Belgische staat niet meer uitgebreid wordt tot 2010. Dit zorgt eveneens voor het afblazen van de extra reactoren in Chooz.[446]

 

 

2 De K.P.B. 1980-1988

 

2.1 De reactie op de economische problematiek

 

De K.P.B. verzet zich sterk tegen de sluiting van de Kempense Steenkoolmijnen. De sluiting zal volgens hen nadelig zijn voor de tewerkstelling, de rijksbegroting en de handelsbalans. De partij houdt de regering verantwoordelijk. Deze liet het directiecomité, dat beheerst werd door de staalindustrie, betijen. Deze heeft natuurlijk belang bij zo goedkoop mogelijke kolen. Deze mogen van het binnen - of buitenland komen, als ze maar aan een lage prijs binnenkomen, zodat de staalindustrie haar kosten kan drukken, wat ten koste gaat van de binnenlandse steenkoolnijverheid.[447]

 

2.2 De sociale gevolgen van de energieproblematiek

 

In het kader van deze energieproblematiek moet eveneens gesteld worden dat België het duurste land van Europa is op gebied van elektriciteit. Dit zorgt voor problemen bij de hulpbehoevenden. In de pers verschijnen regelmatig berichten dat mensen die steun krijgen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (O.C.M.W). worden afgesloten. Hiertegen protesteert de K.P.B. Voor men iemand afsluit, moet het O.C.M.W. verwittigd worden. De heraansluiting kost daarenboven veel geld, men betaalt niet enkel de achterstallige rekening, de administratie – en heraansluitingkosten rekent de maatschappij ook aan.[448] De partijleden wachten echter niet op de ingreep van de officiële instanties: ze sluiten elektriciteit en gas zelf weer aan.[449] Ook Turf werkt mee in Gent aan de heraansluitingen, hoewel hij weet dat de partijtop dit niet kan appreciëren.[450] Vooral in de Gentse federatie is men zeer actief in de strijd tegen de afsluitingen. Om de afsluitingen te voorkomen, installeert de elektriciteitsmaatschappij de spaarschakelaar (2-ampèreschakelaar). Deze voorziet in beperkte stroom voor licht en andere basisbenodigdheden. De partij vindt dit een schijnmaatregel. Op een persconferentie demonstreert de partij de werking van de schakelaar. Koffiezetten met het licht aan lukt niet. Een strijkijzer raakt niet opgewarmd. De schakelaar is dus een verdoken manier van afsluiting om in de publieke opinie humaan over te komen. Voor de partij is er maar één oplossing: de verlaging van de energieprijzen, gekoppeld aan progressieve tarieven waardoor de zuinige verbruiker wordt beloond. Net het omgekeerde dus van het huidige systeem, dat de grote energiegebruikers voordelen biedt met lage tarieven.[451]

 

2.3 De K.P.B. en het buitenland

 

De problemen rond Polen hebben geen snelle oplossing in het vooruitzicht. De economie blijft dralen, waardoor de regering nieuwe prijsstijgingen moet toelaten. Dit lokt een nieuwe stakingsgolf uit, die zich uitbreidt omdat de vakbonden tot de partij behoren, wat de ontevredenheid vergroot. Dit wil zeggen dat ze eigenlijk ook vertegenwoordigers zijn van de regering, die de prijsstijgingen heeft opgelegd. Op die manier raakt de problematiek niet opgelost en deint het stakingsfenomeen uit. De overheid maakt zich zorgen over de weerslag van deze onrust op internationaal vlak. Op 16 juli 1980 roept de regeringsleider Zielonka op tot de matiging van de acties om geen onrust te wekken bij de Sovjetunie. Er komt een korte adempauze. Bij de aanstelling van zijn opvolger, Jaruzelski gaat dit alles in rook op. Hij hanteert strenge maatregelen: het stakingsrecht wordt opgeheven en hij schakelt het leger regelmatig in om de onrust te stoppen. Uiteindelijk komt het tot onderhandelingen tussen de regering en de nieuwe vakbond, Solidarnosc. Deze lopen vast, waardoor Jaruzelski zich genoodzaakt voelt de noodtoestand af te roepen en het land in staat van beleg te brengen op 13 december 1981. De bevolking reageert met proteststakingen. Door een zeer harde aanpak van het leger, krijgt de regering de situatie weer onder controle.[452] In 1989 moet de regering echter capituleren voor de wil van het volk. Er komen halfvrije verkiezingen waarin de regering wordt weggestemd, bijna alle zetels gaan naar lijsttrekkers van Solidarnosc.[453] De K.P.B. ziet geen graten in de gehanteerde politiek in Polen. [454]Dit wijst op de vervolmaking van de restauratie. Volgens Turf zijn zowel N.A.V.O. als Amerika tegen de ontspanning. Zij vinden dat de U.S.S.R. militair had moeten ingrijpen in Polen om de toestand te stabiliseren. Polen is een socialistisch land, het komt er zelf wel uit.[455]

Het feit dat Turf inderdaad nog tot de oude generatie behoort, die zich nooit volledig heeft kunnen aanpassen, blijkt uit de blijvende bewondering van Turf voor de D.D.R. De jongere generatie eurocommunisten is extremer in haar standpunten, zoals de volgende casus nogmaals bewijst. Naar aanleiding van haar 50-jarig bestaan brengt Turf namelijk grote hulde aan de republiek. Verschillende partijleden menen dat het land dit niet verdient omwille van de rol die het land speelde in de Praagse Lente, de Berlijnse muur en het geval Biermann.[456] Ook Jan Turf stelt zich hierbij vragen. Hij kan de D.D.R. niet meer catalogiseren onder een democratie.[457] Turf denkt dat het mogelijk is om zowel hulde als kritiek te brengen aan en op een land. Hij heeft respect voor de verwezenlijkingen van de D.D.R., niettegenstaande de fouten die nog schuilen in het systeem. Via de kritiek van anderen moet tot veranderingen overgaan, waardoor men het socialisme kan optimaliseren. Dit standpunt wordt niet door alle eurocommunisten overgenomen. Wanneer verschillende schandalen zich rond die socialistische landen opstapelen, kan het makkelijker zijn om er zich volledig van te distantiëren. In het verleden is gebleken dat de band die men in de publieke opinie toeschrijft tussen de K.P.B. en Moskou, steeds negatief heeft gewerkt. Dit geldt ook voor andere organisaties zoals het B.U.V.V. In die zin kan verklaard worden dat men in het kader van een eigen weg naar het socialisme eerder kiest voor het eigen land en zich niet meer wil verontschuldigen voor de daden van anderen. Tot deze strekking behoren mensen als Rudi Doom en Koen Raes.[458]

 

2.4 Problemen binnen de partij

 

2.4.1 De problemen met het eurocommunisme

 

De problemen rond het eurocommunisme raken niet opgelost. Naar aanleiding van de blijvende verkiezingsnederlagen na 1978, krijgt de orthodox-marxistische vleugel steeds meer steun. Op de nationale congressen wijkt men steeds verder af van de eurocommunistische beginselen. Ook Turf krijgt steeds minder steun op nationaal vlak, waardoor hij afstand begint te nemen van de nationale partijleiding. Voorzitter van Geyt maakte nooit een definitieve keuze voor het eurocommunisme en verzet zich evenmin tegen de restauratie, waarbij hij gevolgd wordt door de meerderheid van de partijleiding.[459] Het eurocommunisme leidt reeds in 1980 tot een uitgebreide tekst van vierentachtig Franstalige partijleden, overwegend uit intellectuele milieus, met de vraag de democratisering binnen de partij te verwezenlijken.[460] De tekst van Koen Raes volgt een jaar later.

Door het gebrek aan medewerking op nationaal vlak, trekt Turf zich terug uit het Nationaal Secretariaat in 1982 om zich volledig toe te spitsen op Vlaanderen en de Rode Vaan. Tijdens het Nationaal Congres van 1982, verliest hij bijna al zijn functies. Hierdoor komt hij in contact met de ondemocratische werking van de partij. Tijdens dit congres brengt men een petitie in roulatie tegen de kandidatuur van Turf, waardoor hij niet weerhouden wordt door de kandidatencommissie. Turf weet wie de initiatiefnemers zijn, maar weigert namen te noemen omdat deze persoon zich later heeft verontschuldigd.[461] Slechts via een speciale ingreep wordt zijn verkiezing voor het C.C. mogelijk. Dit moet gesitueerd worden binnen het kader van opeenvolgende zware verkiezingsnederlagen.[462] Dit betekent een grote kentering binnen het evenwicht tussen eurocommunisten en orthodox-marxisten in de partij, waarbij de weegschaal doorslaat in het voordeel van deze laatste. Dit wordt geïllustreerd door het pamflet opgesteld door Koen Raes. ‘Pleidooi voor een partij van communisten’ wordt ondertekend door 35 andere intellectuelen en is opgesteld na de verkiezingen van 1981. Hierna verlaten deze geleidelijk de partij, waaruit blijkt dat deze de hoop hebben opgegeven.[463]De laatste is Koen Raes in 1983. Turf is blij met het document, niettegenstaande hij het niet kan tekenen omdat het te weinig rekening houdt met de reële krachtsverhoudingen binnen de partij. Het verlies aan leden betekent niet alleen een kleiner ledental, maar evenzeer het verlies van mensen met capaciteiten. Door zijn eurocommunistische teleurgestelde achterban te verliezen, geraakt Turf geïsoleerd.[464]

 

2.4.2 De neergaande spiraal

 

Na de verkiezingsnederlaag in 1981, komt er een zelfkritische resolutie over de problemen van de partij. Er is nood aan meer eenheid op basis van duidelijke standpunten. In januari 1982 start men met een nieuwe formule die gesymboliseerd wordt met het nummer 0 van de Rode Vaan.[465] Er wordt met een lege lei herbegonnen, niettegenstaande er weinig duidelijke veranderingen in de beleidslijnen te vinden zijn. Op het 23ste congres stelt men de ‘nieuwe’ lijnen voor. Er moet een front gevormd worden tegen de burgerlijke en reformistische krachten. Samenwerking met socialisten en klein links is niet meer mogelijk, wat als een duidelijke overwinning mag worden beschouwd van de orthodoxe vleugel. De solidariteit met de U.S.S.R. en de socialistische landen staat opnieuw vooraan. Opnieuw een grote streep door het eurocommunistische gedachtegoed. Een tweede heikel punt ligt in de noodzaak een beslissende stap te nemen in de federalisering van de partijstructuur.[466] Turf vindt dat dit een beslissing moet zijn van de hele partij en niet alleen van de partijleiding vertegenwoordigd in de leidende organen.[467]Er komt geen meerderheid voor federalisering, noch voor de eenheid, waardoor Louis Van Geyt beslist het status quo aan te houden. [468]Dit wijst andermaal op het feit dat Van Geyt nooit beslissingen zal nemen over belangrijke zaken die geen grote meerderheid hebben. Wanneer een item zo gevoelig ligt, gaat hij schipperen. Voor vele militanten is dit congres de laatste druppel. De conservatieve vleugel heeft haar herwonnen macht gedemonstreerd en duidelijk gemaakt dat het eurocommunisme een verloren zaak is. [469] Zelfs Turf gelooft niet meer in de verandering, de nieuwe statuten hebben de eurocommunistische lijn duidelijk omzeild, waardoor er voor hem geen toekomst meer is in de partij.[470]Hierdoor trekt hij zich terug vanuit de nationale partijleiding. Hij verantwoordt die keuze op het ogenblik zelf door te stellen dat hij de tijd nodig heeft om zijn functie in de Vlaamse Vleugel optimaal in te vullen. Hij valt echter terug op een basis die hij nog steeds heeft in de Rode Vaan en op de Vlaamse Gewestraad. Als voorzitter van de V.G.R. en als politiek directeur van de Rode Vaan, kan hij deze politieke organen sturen naar zijn eigen inzichten. [471]

De negatieve spiraal van de partij wordt bevestigd in de verkiezingen voor het Europese parlement in 1984, waarin Turf lijsttrekker is.[472] Andere kandidaten zijn Jos De Geyter, Filip Delmotte, Jan Debrouwere en Georges De Clercq.[473] De partij stelt veel belang in Europa als machtsbasis van het grootkapitaal. Volgens de K.P.B. wordt de Europese Gemeenschap gebruikt door het grootkapitaal om haar tactiek overal te kunnen toepassen: het knippen in en rationaliseren van belangrijke industrietakken zonder voor vervangende tewerkstelling te zorgen.[474]

Op het Eerste Vlaams Congres dat plaatsvindt op 19 februari 1984, bespreekt Turf de problematiek van de voorbije jaren. Deze heeft heel wat te maken met het herdefiniëren van de rol van de K.P.B. in de periode van structurele crisis van het kapitalisme. Dit is nog steeds niet voltooid. De partij wordt vanuit twee hoeken onder vuur genomen. De eerste strekking ziet de oplossing in een kopij van het Russische voorbeeld. Op het 24ste congres is gebleken dat er plaats moet zijn voor hen, maar deze stroming mag zich niet omvormen tot een georganiseerde fractie. Deze zou de beleidslijnen en de meerderheidsbeslissingen tegenhouden wat de normale partijwerking hindert. De tweede stroming stelt het bestaan van de partij zelf in vraag. Ze ziet meer heil in een aansluiting bij een groter links front: de S.P. of het A.B.V.V.[475]Ook hier verliest Turf langzamerhand terrein.

In de verkiezingen van 1985 krijgt de partij een zware klap. Voor het eerst sedert 1960 verliest de partij haar vertegenwoordiging in het parlement. Het relatieve succes van 1978 betekende slechts een korte heropleving voor de partij.[476] Na de verkiezingen bespreekt men de mogelijke oorzaken. Het lijkt onwaarschijnlijk dat de partij verliest in een hoopvolle periode voor links, met name een economische recessie.[477] Turf relativeert de discussie rond de verkiezingsnederlaag. Steeds na de nederlagen komt er veel discussie en debat. Na vier jaar van soberheidpolitiek komen de regeringspartijen nog steeds versterkt uit de verkiezingen. Kiezers wijken niet snel af van hun traditionele partijen, ook niet in tijden van crisis. Het lijkt een extra stimulans te zijn om het te houden bij de constanten in het leven. De partij zit op een historisch dieptepunt waarvan men zeker mag zijn dat het niet voor een korte periode is. Vanaf 1981 strijdt de partij tegen het soberheidbeleid zonder effect te sorteren. Ook op internationaal vlak gaat het slecht met de communistische partijen, wat de Belgische situatie eveneens relativeert.[478] Hij neemt verantwoordelijkheid voor het slecht functioneren van de V.G.R. De voortdurende moeilijkheden worden veroorzaakt door onvoldoende informatie, waardoor de beslissingen op zich laten wachten. Als voorzitter heeft hij de verantwoordelijkheid om dit probleem aan te pakken en is hij medeschuldig door er nog niets aan te hebben gedaan.[479]

 

2.4.3 De conclusies op regionaal niveau

 

De Vlaamse vleugel tracht in 1986 zijn conclusies te trekken. Turf neemt vrijwillig ontslag om verjonging mogelijk te maken. Hij hoopt dat de rest van de Vlaamse partijleiding dit voorbeeld zal volgen. Hij hoopt op de nieuwe generatie ( Ludo Loose, Filip Delmotte, Miel Dullaert) die hij binnen het eurocommunisme heeft opgeleid om de partij alsnog om te vormen. Op die manier krijgt hij steun van Van Geyt en Lampaert, maar niet van Debrouwere en nog enkele anderen. Bij de volgende verkiezingen voor de V.G.R. op het tweede Vlaams Congres te Lombardzijde op 7 juni 1986, worden zij weggestemd.[480] Turf heeft hiermee de bedoeling de gezichten die de oude aanpak vertegenwoordigen weg te werken. Daartoe behoort hij naar zijn eigen mening ook. Hierin slaagt hij niet volledig: niet iedereen neemt vrijwillig ontslag. Deze houding getuigt volgens Turf van de oude, conservatieve manier van werken. Het feit dat ze toch weggestemd zijn, moet moeilijk te verteren zijn.

De nieuwe groep zet het eurocommunisme niet door, ze gaat over tot hervormingen zoals in het beleid van de Rode Vaan, de vermindering van het aantal vrijgestelden en andere zaken waarmee ze poogt orde op zaken te stellen. Naar de mening van Turf vandaag, plaatste hij hen voor een onmogelijke opdracht: het was niet meer mogelijk het eurocommunisme waar te maken, het was te laat en de machtsverhoudingen leenden er zich niet toe.[481] Hij verklaart de restauratiebeweging door de crisis waarin links reeds geruime tijd verkeert. Het crisisbeleid van de regeringen resulteert niet in een massale steun voor de K.P.B., niettegenstaande dit tegen de belangen van de arbeidersbeweging ingaat. De enige verdediger van die belangen is de K.P.B., waardoor het evident lijkt dat deze hun traditionele partijen afvallen. Aangezien dit niet gebeurd is, zoekt een gedeelte van de partij opnieuw zekerheid die ze denken te vinden in het verleden, weg van het eurocommunisme. Voor Turf betekent zijn ontslag uit de V.G.R. het definitieve einde van zijn werk in het dagdagelijks bestuur. Hij is nog steeds politiek directeur van de Rode Vaan en wil zich volledig wijden aan het journalistieke werk. Dit beschouwt hij achteraf als een foute beslissing. Iemand die politiek onthoofd werd, kan een instrument als de Rode Vaan niet als politiek wapen gebruiken. Dit doet hij evenwel, wat zal leiden tot protest vanuit de partijleiding, naar aanleiding van verschillende gebeurtenissen waarover we het nog zullen hebben.[482]Men komt eveneens tot drastische vernieuwingen. Het ledental van de V.G.R. wordt afgeslankt van 12 naar 10 en het aantal vrijgestelden wordt beperkt van 11 naar 5. De verjonging wordt goedgekeurd met een tweederde meerderheid. De conservatieve strekking blijft dus aanwezig in Vlaanderen.[483]

 

2.4.4 De nationale conclusies

 

Op 13 februari 1986 volgt het 25ste Nationaal congres waarop de nationale partijleiding op haar beurt conclusies trekt. In een voorbereidende nota oppert Turf voor reorganisatie van de partijwerking.[484]De herstructureringen op nationaal vlak slaan een volledig andere weg in. Het Vlaamse aandeel in het nationaal congres wordt geringer. Daar staat tegenover dat vele Vlaamse militanten en stafleden zich minder thuis voelen in het nationale cocon. Ze hebben de idee dat Van Geyt meewerkt aan de restauratie. Volgens Van Geyt is dit volledig onterecht. Dit betekent dat het moeilijker wordt voor een Vlaams partijlid om gekozen te worden voor het nationaal C.C., waardoor Turf en Delmotte in de problemen geraken. Filip Delmotte, deel uitmakend van de nieuwe leiding van de V.G.R. wordt bijvoorbeeld niet herkozen. Zoals eerder vermeld, wordt de kandidatuur van Turf niet weerhouden door de kandidatencommissie. Nieuw voorzitter van de V.G.R. Loose en het Vlaams Bureau willen de regionalisering volledig doorvoeren, zodat Vlaanderen een eigen koers kan varen. De nationale leiding moet herleid worden tot een soort adviesorgaan. De financiering blijft echter nationaal gebundeld, net zoals het buitenlands beleid, waardoor er weinig terechtkomt van de Vlaamse autonomie.[485]

 

2.4.5 Waarom zakt de K.P.B. verder weg tijdens een economische recessie?

 

Het feit dat de economische recessie en de strijd tegen het soberheidbeleid niet aanspreekt, wordt door Rudi Van Doorslaer reeds in 1979 besproken. Via een parallelle analyse van de verkiezingsuitslagen en de economische conjunctuur komt hij tot enkele conclusies. In een periode van economische recessie zijn de arbeiders weinig strijdlustig. Vooral in periodes van grote werkgelegenheid en van een positieve economische balans, komt hun strijdvaardigheid bovendrijven. Hij verklaart dit door te stellen dat de bevolking ziet dat er veel winst wordt gemaakt, waarvan zij hun deel opeisen. Wanneer men in een recessie zit, valt er niets te verdelen, men kan enkel hopen op het behoud van zijn of haar baan. Een crisis leidt eveneens tot het vasthouden aan de bestaande zekerheden. Zo blijft het electoraat stemmen voor de traditionele partijen. De lichte vooruitgang van de partij in 1978 (van 1.26 % naar 1.92 % van de stemmen in Vlaanderen) kan verklaard worden door het aanhoudende karakter van de crisis.[486] Omwille van de voortdurende recessie ontstaan er proteststemmen die terechtkomen bij de K.P.B. Een tweede factor die speelt, ligt in de werking van de federatie. Als deze blijft draaien en opkomt tijdens de gemeenteraadsverkiezingen met een lijst, dan houden ze stand in de moeilijke periodes en is er de mogelijkheid tot groei. Belangrijke personen spelen minder een rol bij de stemmenwerving, enkel Bert Van Hoorick had effect op de uitslagen in Aalst. Ook de politieke lijn van de partij speelt een grote rol. De jarenlange afhankelijke positie tegenover Moskou en het afgesloten karakter van de partij zorgt ervoor dat noch de christen-democratische, noch de socialistische arbeiders zich aangetrokken voelen tot de partij. Naar de mening van Van Doorslaer speelt het eurocommunisme nog geen doorslaggevende rol in deze context. Vooralsnog speelt de stroming een positieve rol op gebied van ledenwerving, electoraal nog niet omdat het nog te weinig naar voren komt. Er zit wel potentieel in.[487]

 

 

3 Turf 1980-1988

 

3.1 Turf en de economische recessie

 

Voor Turf betekent Fabelta het bewijs dat de arbeidersstrijd niet meer tot resultaten kan leiden in een neoliberaal beleid. De vakbonden zijn niet aangepast aan dit beleid en de socialisten nemen er deel aan door hun zetel in de regering.[488] Deze situatie werd mogelijk door de sociale vrede. In ruil voor enkele loon -en arbeidsovereenkomsten moesten de arbeiders afzien van elk betwistingrecht. Dit heeft er volgens Turf voor gezorgd dat de lonen beneden het gemiddelde loonpeil liggen en het patronaat de vrije hand krijgt in het werktempo. Tijdens deze sociale vrede werden daarenboven nog eens tienduizenden arbeiders op straat gezet door de fabrieksdirecteurs. Daar stond een vakbond tegenover die haar strategie enkel aan de top bespreekt. Naar de mening van Turf hebben de arbeiders geen recht meer op inspraak en worden te weinig geïnformeerd. Dit resulteert in het feit dat de arbeiderseisen niet meer verdedigd worden door de vakbonden. Wanneer wilde stakingen uitbreken, helpen ze het patronaat de stakingen te breken. Dit geldt voor zowel de christelijke als socialistische vakbond. De arbeiders kunnen echter nog steeds rekenen op de steun van de K.P.B. en de studenten die begaan zijn met het lot van de arbeiders. Door de stakingen is het de arbeiders gelukt Fabelta zo lang open te houden.[489]

 

3.2 Activiteiten van Turf

 

3.2.1 De vredesbeweging in de jaren 1980[490]

 

De vredesbeweging van de jaren tachtig is grotendeels een Vlaamse zaak. De verschuiving van het zwaartepunt van het vredesactivisme naar Vlaanderen, begint zich reeds in de vroege jaren zeventig af te tekenen.

Deze organisaties reageren traag, wanneer in 1979 bekend raakt dat nieuwe kernwapens voor de middellange afstand op het Europese vasteland gepland zijn. De K.P.B. verzet zich tegen de wapens die een symbool zijn voor de heropflakkerende Koude Oorlog.[491] Ondertussen komt er internationaal een protestbeweging op gang. Een aantal Duitse vredesorganisaties kiezen Brussel uit voor een manifestatie tegen de Amerikaanse plannen. Binnen het O.C.V. slaagt men er niet in een consensus te bereiken over de al dan niet deelname, omdat er twijfel bestaat over de representativiteit van de Duitse deelnemers. Dit resulteert in de oprichting van een nieuw actiecomité, onder impuls van André De Smet, Turf, Robert De Gent (een vertegenwoordiger van het O.C.V.) en Ignace Lindemans (een vertegenwoordiger van de christelijke arbeidersbeweging) dat zich specifiek zou bezighouden met de mobilisatie voor de internationale betoging.[492] Op die manier ontstaat het Vlaams Aktiekomitee tegen Atoomwapens (V.A.K.A.). In 1985, op het hoogtepunt van de rakettenkwestie, maken negentien organisaties deel uit van V.A.K.A.[493]

In de eerste rakettenbetoging in 1979, stappen ongeveer 500.000 mensen op. De druk op de regering neemt de rakettenkwestie niet weg: België stemt in met de productie van de raketten, maar maakt de uiteindelijke installatie afhankelijk van de Oost-Westonderhandelingen. In de N.A.V.O. wordt een soortgelijk dubbelbesluit genomen: de installatie van de Cruise- en Pershing-raketten gaat van start, samen met de onderhandelingen met de Sovjetunie. Dit heeft het gevolg dat V.A.K.A. manifestaties blijft organiseren. Zo zijn er de betogingen van 1981,1983, 1984, 1985 en 1987. 1987 is eerder een overwinningsmars omwille van de verbeterde betrekkingen tussen Oost en West en het feit dat een internationaal akkoord over de ontmanteling van de kernraketten in Europa niet langer een fictie lijkt. Wanneer de Sovjetunie ophoudt te bestaan, lijkt de bestaansreden voor een vredesbeweging verdwenen. Zij zoekt en vindt een andere in de strijd tegen het racisme.

De K.P.B. poogt telken male zo veel mogelijk te mobiliseren bij manifestaties. Het engagement van André De Smet in V.A.K.A. spreekt boekdelen voor het belang dat gehecht wordt aan de vredesbeweging. Ook Turf zal zich engageren op militerend vlak, hij maakt evenwel geen deel uit van de leiding.[494]

 

3.2.2 Amnestie

 

Turf wordt nog steeds geconfronteerd met de amnestiekwestie. Naar aanleiding van de federale kwestie, raakt het probleem terug in de kijker omdat men het er niet over eens is of deze valt onder federale dan wel gewestelijke bevoegdheid. Volgens Turf is het een nationaal vraagstuk omwille van het belang voor het hele land.[495] Turf krijgt regelmatig briefwisseling van mensen die blijvend geconfronteerd worden met eigen oorlogsproblemen en die van man, vrouw, vader of moeder. Hierdoor raken ze bijvoorbeeld moeilijk aan werk..[496]

 

3.2.3 Turf en de culturele aspecten

 

De problemen met de communistische pers beperken zich niet tot de Rode Vaan.[497] In 1982 wordt aangekondigd dat de partij de subsidies voor het Vlaams Marxistisch Tijdschrift zou stoppen, wat de doodsteek voor het tijdschrift zou betekenen.[498]Het tijdschrift stopt een poos met verschijnen en hervat dan weer de publicaties.

Ook het Masereelfonds kampt met problemen. Volgens Turf kan het niet dat een afgevaardigd beheerder alle macht naar zich toe trekt. Rudi Van Doorslaer probeert de beheerraad van het F.M.F. uit de besluitvorming te weren. Volgens Van Doorslaer is er nood aan één persoon die de dagelijkse beslissingen mag nemen. Dit zorgt voor protest van Luc Carnier (ex-afgevaardigde beheerder van het F.M.F.) en Karel Anthierens, leden van de beheerraad. Er wordt gestemd voor het ontslag van Rudi. Dit resulteert in het ontslag van Jaak De Boever en Willy Courteaux, die niet met Walter en Karel kunnen samenwerken. Karel Anthierens neemt eveneens ontslag om Van Doorslaer te steunen. Hij vindt dat Van Doorslaer onrechtvaardig wordt behandeld. Enerzijds heeft men zijn bureau doorzocht en anderzijds is hij door slechts twee mensen (Turf en Bob Paulus) ontslaan, omdat de rest zich heeft onthouden.[499]Turf wordt tijdelijk afgevaardigd beheerder. In november 1983 vraagt hij om vervanging.[500]

Binnen het Masereelfonds leven dezelfde ideeën over autonomie als bij de Rode Vaan. Men wil niet meegesleurd worden in een neerwaartse spiraal. Het Masereelfonds kan evenals de Rode Vaan niet beperkt blijven tot de partij. Dit reflecteert de mening van Turf, die ook in het Masereelfonds op steun mag rekenen als medeoprichter en beheerraadslid. Een culturele organisatie moet oog hebben voor een brede waaier van aspecten, mag geen oogkleppen dragen.[501]Hiermee kan de partijleiding het niet helemaal eens zijn omdat van haar verwacht wordt dat deze het fonds blijft subsidiëren, zonder enige inbreng. Op die manier ontstaan er, zoals bij de Rode Vaan, wrijvingen tussen de beheerraad en de partijleiding. [502]

 

3.2.4 Aandachtspunten van Turf

 

Binnen de commissies werkt Turf rond verschillende thema’s. In 1981 stelt hij bijvoorbeeld een dossier samen rond nationale educatie.[503] Hij wordt eveneens correspondent voor de verstrekking van rechtshulp in 1980. Hij vindt dat er een wetsvoorstel moet komen, dat instaat voor gratis adviesbureaus met advocaten en sociale helpers, die betaald worden door het ministerie van justitie.[504] Hij houdt zich bezig met de commissie wetenschappelijk onderzoek in 1987.[505]Uiteindelijk volgt hij Rosine Lewin op als politieke peetvader van de commissie gezondheid.[506] Ook de communautaire kwestie blijft zijn aandacht trekken. Zo ontstaat bij hem een idee die zeer veel aandacht zal trekken op 8 mei 1984.

Elk jaar plaatst de K.P.B. kransen ter herinnering aan de oorlogsslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Voor de communisten betekent deze dag ook een symbool voor de strijd tegen de systematische sociale afbraak, de strijd voor een kernwapenvrij Europa en een waarschuwing tegen de vakbonds - en vreemdelingenhaat. De idee om op 8 mei 1984 drie symbolische plaatsen te bezoeken komt oorspronkelijk van Turf, waarna het goedgekeurd wordt door het Vlaams Bureau. Te Florennes bevinden zich de kernraketten waartegen men manifesteert, Diksmuide herinnert aan de weerstand tijdens de Tweede Wereldoorlog en staat eveneens symbool voor de Vlaamse strijd en Breendonk incorporeert de nagedachtenis aan het verzet en het antifascisme.[507] De delegatie wordt aan de IJzertoren tegengehouden door de Vlaams-nationalistische organisaties Voorpost en het Nationalistisch Studentenverbond ( N.S.V.). Na een minuut stilte, trekt de delegatie onder leiding van Loose zich terug en bezoekt de monumenten Breendonk en Florennes.[508] Dit zet veel kwaad bloed bij zowel slachtoffers van de oorlog als bij de neonazi’s.[509] Het IJzerbedevaartcomité meldt in deze context dat de partij het recht heeft om het monument te bezoeken, zo lang er geen optocht van wordt gemaakt. De tegenstanders betwisten dit omdat vrede ook verzoening betekent terwijl de communisten één van de grote tegenstanders van een amnestiewetgeving zijn. De delegatie zakt met vlaggen af naar de IJzertoren, wat een bijkomend probleem betekent.[510]Over deze actie bestaat ook binnen de partij verdeeldheid.[511]

Volgens Turf moet er vanuit de Vlaamse vleugel van de K.P.B. meer aandacht komen voor de Vlaamse standpunten. De strijd voor Vlaamse autonomie mag niet gemonopoliseerd blijven door de rechterzijde. Vanuit verschillende filosofische, politieke en sociale milieus moet men een front vormen, dat streeft naar een unitair en progressief Vlaanderen met aandacht voor de economische problematiek. Het feit dat belangrijke hefbomen van de Vlaamse economie zoals Agfa zonder slag of stoot naar het buitenland zijn overgeheveld, moet vanuit dit front aangepakt worden.[512] Hiertoe starten toenaderingspogingen tot de V.U. en de S.P. Het is de overtuiging van Turf dat een toenadering tussen de traditionele Vlaamse Beweging en de arbeidersbeweging de krachtsverhoudingen in het land grondig kan wijzigen ten nadele van de Belgische unitaristen. Er ligt weliswaar een probleem bij de linkse strekking, omdat deze traditioneel weinig kaas heeft gegeten van culturele aspecten.[513]

In 1988 komt er opnieuw een herziening van het voorstel tot federalisering van de partij. Dit wordt goedgekeurd. De K.P.B. bestaat voortaan als een federale unie van de Vlaamse, Waalse, Franstalige, Brusselse en Duitse federaties. De nationale leiding behoudt de bevoegdheid inzake de financiën, de buitenlandse politiek en de Belgische context. Ook de partijstatuten en regels worden door haar bepaald. De federaties mogen hun eigen intern reglement opstellen. De verkiezingen en leidende organen blijven dezelfde.[514]

 

3.3 Waarom blijft Turf bij de partij ondanks de tegenslagen?

 

Op het einde van de jaren 1970 eindigt de hoop op federalisering. Door de achteruitgang van de partij, daalt het aantal leden en kiezers zo drastisch, dat federalisering geen optie meer is.[515] Dit vormt een bijkomende moeilijkheid voor Turf. Wanneer Vlaanderen autonoom zou zijn, was het misschien mogelijk het eurocommunisme op regionaal niveau door te zetten. Op dat ogenblik moet Turf beseft hebben dat de partij zich niet meer zou omvormen volgens Rudi Doom, huidig docent aan de R.U.G. en voormalig lid van de K.P.B. De reden waarom Turf misschien niet uit de partij stapte, zijn volgens Doom de jarenlange inzet en de financiële afhankelijkheid van de partij.[516] Waarom de partij nooit de eurocommunistische lijn volledig heeft doorgevoerd, moet gezocht worden volgens Doom en Raes in de eigenbelangen van de partijleiding. Zij moeten hun eigen positie handhaven en zijn volgens Doom financieel afhankelijk van de U.S.S.R. Het geld dat binnenkomt via het lidgeld, kan de kosten van een partijwerking niet dragen. Men weet dat er geld binnenkomt via de Oost-Westhandel, wat de hoofdmoot uitmaakt van het budget van de partij. Op die manier hangt ze op een dusdanige wijze vast aan de K.P.S.U. dat een democratische werking niet meer mogelijk is.[517] Turf spreekt dit tegen, zelfs na zijn ontslag. Het probleem bij deze situatie is het kleine aantal mensen die van de partijfinanciën op de hoogte zijn. Zelfs Turf, als ondervoorzitter, had daar naar eigen zeggen weinig informatie over. Nu is het wel zo dat zowel Van Geyt en Turf stellen dat er inderdaad geld uit de Oost-Westhandel gehaald wordt via bijvoorbeeld de firma Tracoza. Volgens hen is er geen sprake van een financiële afhankelijkheid van Moskou. Het meeste geld is afkomstig van joodse handelaars die het communistische verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog op die manier huldigen. Turf bevestigt evenwel de mogelijke invloed van deze geldstroom. Het aantal financiers is beperkt, ze hebben banden doorheen Europa en vooral met socialistische landen, waardoor ze vaak tot de conservatieve strekking behoren.[518]Naar eigen mening speelt de financiële factor minder een rol. Turf zit evenwel vast in een stramien waarbij de partij van middel naar doel is geëvolueerd. Pas na zijn ontslag beseft hij dat.[519] Had het financiële aspect van een dergelijk belang geweest, dan had Turf meegedraaid met de wind.

 

3.4 De aanleidingen tot het ontslag van Turf

 

De politieke neergang van Turf is reeds geruime tijd bezig, zoals reeds aangetoond is. Het blijvend streven naar de omvorming van de partij, levert hem heel wat politieke vijanden op die in hun restauratiepogingen orde op zaken willen brengen. Met Turf erbij, zou dit nooit lukken. Daarom zoekt men al een hele tijd naar aanleidingen om Turf politiek buiten spel te zetten. Dit deed hij zelf in de nationale partijleiding en de Vlaamse Gewestraad, waardoor enkel de Rode Vaan nog overblijft. Aanvankelijk is het niet de bedoeling om hem uit te partij te sluiten. Door de hevige reactie van Turf, gebeurt dit wel omwille van insubordinatie. Mensen als Koen Calliauw hebben om dezelfde reden de partij moeten verlaten, wat aantoont dat Turf moet geweten hebben welke gevolgen zijn acties en reacties konden opleveren. Op die manier worden de zaken te veel bekeken vanuit een rationele invalhoek. Op het moment zelf spelen verhitte gemoederen en hevige emoties mee, waardoor je ermee moet rekening houden dat rationeel denken niet altijd heeft geprimeerd.

 

3.4.1 De problemen met N.V. Volksuitgave

 

Vanaf 1981 krijgt de redactie van de Rode Vaan problemen met de Vlaamse Progressieve Uitgeverij (V.P.U.). Raymond De Smet, Jan Debrouwere en Turf staan niet meer op de personeelslijst, zonder hen hiervan te verwittigen. Hierdoor wordt hun uitkering en verzekering geblokkeerd. De uitgeverij voelt zich hiertoe gedwongen omdat de partij hen niets meer laat drukken. Ze vindt het onrechtvaardig dat de K.P.B. veranderd is van uitgever omdat ze veel inspanningen heeft geleverd om haar klant goed te behandelen: veel kosten werden niet doorgerekend aan de partij. Het feit bijvoorbeeld dat de redactie de Rode Vaan op speciaal papier laat drukken, wat niet altijd te verkrijgen is, dwingt hen tot de aankoop van grote voorraden die moeten gestockeerd worden. Deze ruimte rekent de uitgeverij bijvoorbeeld niet aan.[520] De K.P.B. schakelt over naar N.V. Volksuitgave.

Rond 1983 ontstaan er problemen tussen deze uitgeverij en Turf.[521] Deze lopen hoog op wanneer Turf zijn vermoedens uit over de geldverduistering van de uitgeverij, door te hoge prijzen te rekenen voor het materiaal van de Rode Vaan. In een schrijven aan voorzitter Moins eist hij een volledige prijsofferte.[522] Uiteindelijk verhuist de uitgeverij uit de partijgebouwen van de K.P.B. omwille van de problemen. De te hoge prijzen worden volgens Turf veroorzaakt door een slecht beheer. Een andere drukkerij drukt de kosten met 1.3 miljoen. Hiermee zijn Jos Wolles en Ludo Loose het niet eens. Ze vinden dat deze kwestie op de V.G.R. moet komen. Er moet een kosten-batenanalyse komen van het blad, het conflict met N.V. Volksuitgave moet opgelost worden en het blad moet een nieuwe functie krijgen. Voor Loose is er meer nood aan een partijblad. Als de Rode Vaan verder wil blijven bestaan op haar eigen manier, moet ze instaan voor haar eigen financiën. De financiële inbreng van de partij moet geminimaliseerd worden. Voor Turf kan dit niet. 80 % van de lezers zijn geen lid van de partij. Hij wil geen kwaliteitsvermindering maar een andere formule. Er moet een compromis komen met de partijleiding.[523] Op het einde van de vergadering van de V.G.R., komt het besluit dat het conflict te wijten is aan Turf. Zijn naam wordt niet genoemd, men verwijst naar de vroegere directeur. Deze heeft door zijn ‘persoonlijkheid en zijn neiging tot quasi-autocratisch handelen en frustratie’ de vervreemding met de leiding versterkt.[524] Verder moet er een einde komen aan de cumulatie van politiek directeur en Vlaams voorzitter. Als de directeur geen schakel is naar de V.G.R., is hij een bron van vervreemding.

 

3.4.2 De besparingen

 

Het tijdschrift kampt al geruime tijd met financiële problemen omwille van het beperkte lezerspubliek. Dit maakt het steeds duurder, waardoor de partij steeds meer moet bijspringen. Dit is uiteraard niet vol te houden, waardoor de Rode Vaan en de V.G.R. reeds in 1986 een eerste aanvaring hebben. De partijleiding eist een volledige hervorming van het blad, waartegen de redactie protesteert.[525] Om het blad te redden, zet de redactie een grote actie op touw. In 1987 komt er een grote campagne om het lezerspubliek van de Rode Vaan uit te breiden. Het objectief van deze campagnes bestaat uit 500 nieuwe abonnementen en het verzamelen van 500.000 fr. steun om een publiciteitscampagne te kunnen financieren. Deze is succesvol, men haalt zelfs 100.000 fr. meer op dan het vooropgestelde doel, niettegenstaande de weigering mee te werken door federaties als Antwerpen en verschillende leden van het Politiek Bureau. Het feit dat Turf geen basis meer had op nationaal vlak, verklaart waarom deze reddingspoging voor de eurocommunistische Rode Vaan niet algemeen gesteund wordt.[526]

Het conflict escaleert naar aanleiding van de jaarlijkse begroting van de partij. Op 1 januari 1987 blijkt dat de partijleiding het budget van het blad terugschroeft en een andere conceptie van het blad in het hoofd heeft. De redactie hoopt op een onderhoud om dit te bespreken.[527] Ludo Loose, voorzitter van de V.G.R. sinds 1986, vraagt een organische verbinding tussen de partij, de redactie en de werkgroep Rode Vaan. De verbinding kan Turf beamen, maar er kan niet geëist worden dat alle journalisten naar elke partijvergadering moeten komen, daarvoor hebben ze geen tijd.[528] De 2.7 miljoen besparingen worden volgens Emiel Dullaert verkeerd voorgesteld door Turf. Dat geld neemt men niet zo maar af, men wil tegelijkertijd investeringen doen die het mogelijk maken te besparen op de productiekosten. De Rode Vaan moet meer binding krijgen met de partij zonder er een eng partijblad van te maken. Dit moet onder andere gebeuren door de journalisten dichter te betrekken bij de partij, wat hen niet verplicht tot militant lidmaatschap.[529]Piet Lampaert sluit zich aan bij Turf. De Rode Vaan was een open progressief blad dat de basisinstructies van de partij respecteerde. Als de partij verkondigt een blad te willen met de kenmerken die Dullaert propageert, dan is er geen nood aan verandering, de Rode Vaan heeft deze kenmerken reeds. De partijleiding maakt een omweg via de begroting, om van de Rode Vaan een partijblad te maken.

Volgens Turf evolueert de curve van de Rode Vaan niet parallel met de dalende lijn van de partij. Hij verklaart dit door de kwaliteit van het blad. De openheid voor dialoog, de professionaliteit en het toenemend aantal werknemers uit progressieve middens, maakten de Rode Vaan aantrekkelijk voor een groter publiek, zonder de basisoriëntatie van de partij in vraag te stellen.[530]Hij ziet de gebeurtenissen binnen de problemen waarmee het West-Europese communisme geconfronteerd wordt. In alle communistische partijen laaien conflicten op tussen de partijleiding en haar pers, veroorzaakt door ‘de onbekwaamheid van de communistische beweging om een geloofwaardig antwoord te vinden op de neoliberale agressie en met haar onvermogen de oude dogma’s te herzien’.[531] In Europa is er binnen de partijpers van de communistische partijen dezelfde problematiek terug te vinden. De redacties willen niet meegesleurd worden in de neergaande spiraal. Hiertoe willen ze een open en progressief weekblad behouden, op het moment dat de partijleidingen eerder een partijblad voor ogen hebben.[532]

In 1988 zet de V.G.R. haar offensief om terug de controle te herwinnen over de Rode Vaan verder en kondigt 2.7 miljoen besparingen aan.[533] In de nationale begroting wordt bespaard waardoor beide regio’s moeten bezuinigen. In Vlaanderen gebeurt dit voor het grootste deel te nadele van de Rode Vaan: 2.7 van de 3.8 miljoen Belgische Frank. Volgens de redactie is het een nauwelijks verholen poging om het blad te liquideren.[534]Hierop komt hevige reactie. Turf vindt in de begroting voor 1.5 miljoen aan fouten, dewelke worden erkend door de partijleiding. Dit acht men echter niet belangrijk genoeg om de begroting te herzien. Naar de mening van Ludo Loose is de Rode Vaan onrendabel, per maand verliest men meer dan één miljoen Belgische Frank zonder dat het blad echt bijdraagt tot de verbreding van de beweging. Het blad kan zo niet blijven bestaan.[535]

Bij de publicatie van Turfs artikel over de besparingen op de Rode Vaan, komt er protest vanuit de V.G.R.[536] Turf schrijft over de opinie van een minderheid. Hij wordt voorgesteld een ander artikel te publiceren, wat hij weigert.[537] Hij vindt dit in contradictie met zijn taak als politiek directeur.[538] Hierop gaan we straks verder.

 

3.4.3 Nepotisme

 

Een andere aanleiding tot de ontploffing bij de Rode Vaan, ligt in de aanwerving van een nieuwe parttime kracht. De keuze is tussen M. Dekeersgieter en S. Mets. Ze hebben beide de vereiste beroepskwaliteiten op gebied van lay-out en reprofotografie. Turf beslist om Mets aan te werven omdat deze reeds werkervaring heeft. Hiertegen komt groot protest van het partijbestuur omdat Mets de stiefdochter is van Turf, waardoor hij beschuldigd wordt van nepotisme.[539] Daarbij komt dat ze de partner is van hoofdredacteur Lampaert. Dit zorgt voor het ontslag van Turf als politiek directeur, gegeven door de beheerraad van de V.P.U. omwille van zijn gebrek aan deontologie.[540] Naar de mening van Debrouwere was Mets een goede kandidate en betekende de beschuldiging slechts een aanleiding in de afrekening met Turf die reeds lang in aantocht was, denken we maar aan de petitieactie van 1982.[541] Zijn vervanger op de Rode Vaan is Miel Dullaert. Hierop reageert Turf verontrust en verontwaardigd. Hij eist eerherstel en zijn functie terug en legt klacht neer bij de commissie voor controle en interne democratie.[542] Het is een feit dat er op de redactie mensen werken die verwanten zijn van Turf, zoals zijn zoon, Jan Turf, de man van zijn stiefdochter, Piet Lampaert en nu wil hij zijn stiefdochter er ook bij. Er kan gesproken worden van een hechte band tussen het personeel, wat Turf de bijnaam ‘de patriarch’ oplevert. Op die manier kan Turf vertrekken van een trouwe basis in zijn pogingen de partijpolitiek te beïnvloeden. Wanneer mensen als Ludo Loose, Filip Delmotte en Miel Dullaert deel uitmaken van de beheerraad van de V.P.U. door het cumuleren van functies, wat ze Turf ook verwijten, beschikken ze over een ideale uitvalbasis om de macht van Turf in te perken. Door hun hervormingsprogramma komt het uiteindelijk tot het ontslag van Turf en de oprichting van een nieuwe, pluralistische uitgeverij: v.z.w. Markant.[543]

 

3.4.4 De Waarheid

 

Een volgende directe aanleiding bestaat uit een artikel dat Turf schrijft naar aanleiding van het faillissement van de krant van de Nederlandse communistische partij: De Waarheid.[544] Daarin legt hij het verband met de problemen van de Morgen, de Rode Vaan en de Waarheid. Hij schrijft dat de Rode Vaan vaak met financiële crisissen heeft af te rekenen, samen met het feit een onderdeel te zijn van een gemarginaliseerde partij. Toch bestaan er verschillen tussen de Waarheid en de Rode Vaan. Zo heeft het laatste volgens Turf een open karakter dat wordt verbonden aan de partij. Dit houdt voor hem geen contradictio in terminis in.[545] Naar de mening van Debrouwere was de idee van Turf inzake het magazine onmogelijk, er kan niet geëxperimenteerd worden met geld dat komt van verschillende sponsors en andere partijgelden. Daarbij komt dat vele partijleden weigerden de Rode Vaan in de vorm die Turf eraan had gegeven, nog te colporteren. We hadden het al eerder over het feit dat men zich afvroeg in welke mate de Rode Vaan nog het tijdschrift van en voor communisten was.[546]

Turf wil dit artikel in de Rode Vaan publiceren, maar krijgt het licht op rood van de partijleiding. Hij weigert het artikel te wijzigen. Uiteindelijk komt het tot een compromis: de versie van Turf wordt gepubliceerd met daaropvolgend de versie van de V.G.R.[547] Dit resulteert in het ontslag van Turf uit de Raad van Beheer en als afgevaardigd beheerder van de Rode Vaan. Men verwijt hem dat hij de Rode Vaan als uitvalsbasis gebruikt om zijn standpunten alsnog door te drukken. Dit kan uiteraard niet aanvaard worden door de partijleiding. Ook Turf ziet nu in dat het verkeerd was om na zijn verblijf binnen de hoogste politieke regionen van de partij toch nog druk uit te oefenen via de Rode Vaan.

Debrouwere karakteriseert hem als een man die gaat tot het uiterste, onvermurwbaar en niet bereid om toe te geven op belangrijke punten. Dit wordt enerzijds bevestigd door Turf zelf en anderzijds blijkt dit uit het verloop van zijn carrière: had hij deze eigenschappen niet bezeten, dan had hij niet doorgezet, maar als opportunist de meerderheid gevolgd. Het feit dat hij ook zeer hard kon optreden om zijn ideeën door te drijven, wordt beklemtoond in de federatie Gent. Hij pakt de afdeling Sint-Niklaas zeer hard aan omwille van conservatief leider Karel Maes. Als federatievoorzitter stelde Turf hem voor de keuze: het ontslag of het eurocommunisme aanvaarden. Maes kiest voor het ontslag, waardoor de afdeling politiek onthoofd werd. Achteraf beschouwt Turf dit als een verkeerde handelswijze, omdat hij eigenlijk stalinistische methodes toepast om zijn eurocommunisme te verwezenlijken.[548]

Op het politiek Bureau van 22 januari 1988 wordt het ontslag van Turf als politiek directeur aangekondigd.[549] Het karakter van Turf is niet te verenigen met de functie van politiek directeur. Deze moet een schakel vormen tussen partij en redactie en geen obstructie. Turf stelt dat ‘na dertig jaar meedraaien in de leiding van de KP sommige frustraties mijn karakteriële aanleg enigszins hebben gefixeerd. Maar een psychologische verklaring voor mijn ontslag als politiek directeur van de Rode Vaan kan niet volstaan’.[550] Op het N.S. wordt geijverd voor een snelle normalisering van de situatie op de redactie van de Rode Vaan.[551] In de pers kondigt Turf aan dat hij zich niet neerlegt bij de situatie. Loose beschouwt dit als insubordinatie. Van zodra Turf uit ziekenverlof is (hij is ziek geworden na zijn ontslag), wordt hij geacht terug aan het werk te gaan op de redactie.[552]

Turf behoudt de steun van de volledige redactie. De steun van de Gentse federatieleiding en de nationale leiding is hij kwijt. Naar eigen zeggen heeft hij wel de steun van de Gentse militanten behouden. De partijleiding organiseert een vergadering in Gent om de kwestie te bespreken. Door de talrijk opgekomen militanten, ontbindt Dirk Vonckx, federatievoorzitter van Gent, de meeting uit vrees voor ontsporingen.[553] De arbeiders kennen Turf van bij acties aan de dokken, Fabelta en A.C.E.C., waardoor ze hem trouw blijven en het ontslag afkeuren. Van Geyt probeert een verzoenende rol te spelen door Turf uit te nodigen voor de vergadering van het P.B. waarop het ontslag zal besproken worden. Van Geyt had graag Turf er bij zodat hij zich zou kunnen verantwoorden en verdedigen. Turf wijst dit af omdat hij moet stempelen en geschorst is door de V.G.R., waardoor hij twee maanden de toegang ontzegd wordt tot de beleidsvergaderingen.[554] Volgens de statuten is het verboden interne disputen te lekken aan de partijpers. Omwille van deze reden wordt hij geschorst.[555]

 

3.4.5 The day after

 

Na de verkiezingen van 1987, die een enorme klap zijn voor de partij, schrijft Turf een artikel, waarin hij zijn ideeën uit voor de toekomst van de partij. Hij ziet deze niet rooskleurig. Turf vindt het echter belangrijk dat men als partij de realiteit onder ogen ziet, om een plan uit te werken dat de comeback van de partij mogelijk moet maken. Hij maakt evenwel de partij onderhuids verwijten omdat de vernieuwingen op een muur zijn gelopen. Hij formuleert het als volgt: ‘Wat men klein links noemt zoekt naar verkwikking bij het cijfertje achter de komma. Standhouden is er amper bij en dan weet men nog niet of het standhouden is van een blaadje in de lentewind of in de herfststorm. Er zal met name bij de kommunisten heel wat bezinning nodig zijn willen zij nog ooit uit de marginaliteit treden. Nochtans is de rol van de kommunisten in de wereld voldoende groot en vernieuwd om onverminderd naar het kommunistisch perspectief toe te werken.[556] Naar aanleiding van dit artikel verwijt de partijleiding hem zijn negativisme. Vooral het feit dat hij dit artikel schrijft in de Rode Vaan, daags na de verkiezingen, valt hen zwaar. Het magazine moet de opinie van de partij vertolken en niet die van één persoon. Kort daarop publiceert hij het artikel over De Waarheid, wat de spreekwoordelijke druppel wordt.

 

3.4.6 De exclusie

 

Door de onverzettelijkheid van Turf inzake zijn werk op de Rode Vaan en zijn uitspraken in de pers, wordt de procedure ingezet om hem uit de partij te sluiten. Turf ziet dit als vadermoord. Hij heeft dit gevoel omdat de huidige partijleiding opgeleid is onder Turf, binnen de sfeer van het eurocommunisme. Door het grote verzet en de laattijdige doorbraak, kwam het eurocommunisme er te laat en te zwak door, zodat het geen verschil meer kon maken. In 1986 zette hij een stap opzij om vernieuwing in de partij toe te laten. Loose interpreteert dit anders. Turf bracht inderdaad vernieuwing en die keerde zich tegen hem omdat de nieuwe garde het cumuleren van leidinggevende functies in de partij niet langer duldde.[557] Na zijn ontslag spant Turf een proces aan tegen zijn werknemer om onrechtmatige procedures aan te klagen, wat hij wint.[558]

Na zijn ontslag mijmert Turf over de problemen in de partij. Het is schering en inslag dat een politieke partij binnen zijn werking te maken krijgt met een oppositiestroming. De K.P.B. draagt de eenheid zo hoog in het vaandel dat ze niet kan omgaan met die oppositie. Turf verklaart dit als volgt: ‘wellicht is het de oeroude vrees dat ‘de vijand’ zou misbruik maken van de conflicten? Maar men zou moeten weten dat onderhuids gehouden conflicten een veel groter gevaar voor misbruik opleveren. En wat als die ‘vijand’ geen enkele belangstelling heeft in een partij die totaal weggedeemsterd is als politieke factor?’[559] De mogelijkheden tot groei en vernieuwing binnen de partij vertegenwoordigd door het eurocommunisme, zijn te pletter gelopen op de klassieke structuren van de communistische partij volgens Turf. Door het eurocommunisme niet ten volle uit te werken, bleven de beloftes gemaakt tijdens de congressen onvervuld waardoor men enerzijds de eurocommunisten teleurstelt en anderzijds de behoudsgezinde strekking geagiteerd raakt. Na verschillende zware verliezen tijdens de verkiezingen, krijgt de conservatieve strekking het meest krediet en begint met een comeback. Dit wordt volgens Turf zeer frappant bij de verkiezingen tijdens het 25ste Nationaal Congres in 1986. Zowel Filip Delmotte als Dirk Vonckx, twee grote voorstanders van een progressief beleid van de partij, verwerven niet de vereiste meerderheid om verkozen te worden als lid van het P.B.[560]

In 1988 eindigt het allemaal voor Turf. Hij weigert terug te komen op de redactie van de Rode Vaan, wat voor de partijleiding gelijk staat aan insubordinatie. Dit laatste, de uitlatingen van Turf in de pers en zijn gedrag in de Gentse federatie die tot doel had het bestuur te saboteren, zijn de motivaties die de partijleiding opgeeft om de procedure in te zetten die hem uit de partij kan sluiten als lid.[561] In een document verdedigt Turf zich tegen de verschillende aantijgingen.[562] Het eerste conflict situeert zich volgens Turf bij de aanwerving van zijn stiefdochter. Voor de partijleiding kon dit niet, omdat dit de geloofwaardigheid van de partij in het gedrang zou brengen. Voor Turf kan de familiale kwestie niet als deontologische fout aanzien worden. Ze was de enige kandidate die voldeed aan de voorwaarden gesteld door de beheerraad van de V.P.U. De andere kandidaat weigerde aan het toelatingsexamen deel te nemen. Verschillende artikels verschenen in de pers over deze zaak, zonder dat Turf commentaar wilde geven. Na zijn ontslag als politiek directeur van de Rode Vaan, vond Turf dat er zo veel verschillende verhalen circuleerden, dat het tijd was voor een rechtzetting. Hij ging echter niet zelf op zoek naar media-aandacht, deze kwam naar hem toe. Op de beschuldiging van sabotage van de Gentse federatie, stelt Turf dat het conflict door de partijleiding zelf werd uitgelokt. Er werd een vergadering georganiseerd rond de toekomst van de Rode Vaan, die het doel had Turf te laten veroordelen binnen zijn federatie. Hiertoe werden verschillende telefoontjes gepleegd naar mensen die deze wens van de partijleiding konden verwezenlijken. De zaak kwam aan de oren van de dokwerkers en arbeiders van Gent, die Turf altijd gesteund hebben. Zij kwamen in massa op de bijeenkomst en gaven luidkeels hun mening te kennen. Dit wordt bevestigd door de verslaggeving van Loose. Dirk Vonckx, voorzitter van de federatie wilde niet doorgaan met de vergadering.[563] Dit veroorzaakte de ontbinding van de vergadering. Op het verwijt dat Turf de partijzaken te negatief verwoordt en inziet, vindt Turf dat je moet uitgaan van een reële situatie om oplossingen te zoeken voor de problemen. Hij verwijt de partijleiding dat deze de realiteit weigert in te zien, waardoor ze evenmin in staat is om de problemen op te lossen.[564]

 

3.5 De publicaties van Turf

 

3.5.1 Communist

 

Op het ogenblik dat ‘Communist’ uitkomt, staat Turf in het midden van de publieke belangstelling en heeft geen problemen een uitgever te vinden.[565] Hij kiest voor Grammens, beheerd door een vriend wat voor deze zijn broodwinning betekent. Op het ogenblik van zijn ontslag, wil hij een balans opmaken van zijn belangrijkste verwezenlijkingen. Op die manier komt er een beperkte autobiografie tot stand, waarin gefilosofeerd wordt over hoe een linkse beweging nog een maatschappelijke betekenis kan hebben. Hij beschouwt het werk als zijn politiek testament voor hij afscheid neemt van de partij en het politieke leven. Een tweede motivatie heeft te maken met de vernieuwingen van Gorbatsjov. Naar de mening van Turf kan het programma van glasnost en perestrojka niet lukken om dezelfde redenen van de mislukking van het eurocommunisme in België. De partij heeft te veel te kampen met haarden van verzet, die de vernieuwingen bemoeilijken en er uiteindelijk de doodssteek aan zullen geven. Een tweede oorzaak ligt in de mentaliteit van de Russen. Ze willen op hetzelfde niveau komen van de U.S.A., waardoor men eveneens kapitalistische praktijken gaat toepassen en men steeds verder verwijderd raakt van het socialisme. ‘Gorbatsjov wou het essentiële van de socialistische opvattingen bewaren en er elementen van een kapitalistische markteconomie inbrengen. Maar hij maakte dezelfde fout als in het verleden, hij bleef erop hameren; willen wij onze perestrojka doen lukken dan moeten wij aan de top van de wereld komen inzake technologische ontwikkeling. Alle middelen moeten worden gemobiliseerd. Men kan niet terzelfdertijd én kosmonauten in de ruimte sturen én het graan transporteren. Zij waren te arm om de twee te doen.’[566]

Turf poogt in zijn boek allereerst een verklaring te geven voor zichzelf en de buitenwereld waarom ‘een potentieel welstellend intellectueel voor een eerder marginaal politiek verschijnsel kiest’.[567] Hij begint zijn overzicht bij het K.M.I., waar hij belast is met de metingen van radioactiviteit en opschrikt van zijn eigen bevindingen. Hierdoor verandert zijn mening over kernenergie. In de loop van zijn politieke carrière wordt hij meermaals geconfronteerd met de macht van de energiesector, zoals bij het energiebeleid van de regering en de installatie van de spaartellers.Ook de staking tegen de Eenheidswet en de film over zichzelf worden aangehaald om zijn keuze voor de partij te verantwoorden.

In de loop van zijn carrière heeft hij, samen met zijn partij, steeds de idee dat het kapitalisme aan haar einde toe is, maar het blijft verder bestaan. Daarbij wordt men geconfronteerd met negatieve berichtgeving over de U.S.S.R., wat de aanzet betekent voor vernieuwingspogingen. Het elfde congres blijkt voor Turf een poging in die richting, men beperkt zich echter tot het weglaten van termen als ‘revolutie’ en ‘voorhoederol van de partij’. Turf probeerde hierbinnen een positieve rol te spelen, door onder andere mee te werken aan het Masereelfonds, de Masereeluitgeverij en het Vlaams Marxistisch Tijdschrift. Het eurocommunisme ligt in het verlengde van de drang naar vernieuwing binnen de partij.

In een volgende deel bespreekt hij de problemen van de partij met de communautaire kwestie. Na 1961 leeft het flamingantisme terug op in de partij, niettegenstaande het tot 1988 zal duren eer de vleugels autonoom worden. Op dat ogenblik is het reeds te laat. In 1987 krijgt de partij de genadeslag in de verkiezingen. De partij miste de boot in de Leuvense kwestie, bij het eurocommunisme, in de nieuwe maatschappelijke problemen. De partij was van middel naar doel geëvolueerd. Het feit dat Turf dit pas achteraf beseft, duidt er op dat Turf ook deel uitmaakt van de oude garde. Door te lang aan de macht te zijn, raken ze vervreemd van de actualiteit, waardoor de partij geen ander doel meer heeft dan haarzelf in stand te houden.

In een analyse van zijn omgeving, constateert Turf dat de democratie steeds meer aan belang moet inboeten. Op die manier vraagt hij zich af wat men verwijt aan de U.S.S.R. Daar heerste maar één partij terwijl in het westen verschillende partijen bestaan waaruit volksvertegenwoordigers gekozen worden. Zonder macht betekent dit echter niets. Hieruit concludeert Turf dat een nieuwe partij in de huidige samenleving geen nut meer heeft. Hij heeft een linkse beweging in het hoofd die de wil van het volk moet behartigen.

 

3.5.2 Het verval

 

Het verval is een novelle waarin Turf de K.P.B. schetst.[568] De toon is bitter en ironisch, toch ben ik van mening dat de vergelijking die Turf maakt, vrij aansluitend is bij de werkelijkheid. Wanneer de partij jarenlang amendementen, regeringsprogramma’s en andere opstelt, zonder enige steun vanuit de bevolking, waardoor men deze niet kan waarmaken, lijkt dit op voetballen zonder de bal, zoals Turf het noemt. Door zich zo lang strikt te houden aan de marxistische theorie, raakt men vervreemd van de realiteit, waardoor men evenmin het volk kan aanspreken. De partij ligt tussen het eurocommunisme en het marxisme, zoals Stalen ligt tussen Marksem en Grammese. Vrijgestelden blijven meedraaien en de partij in leven houden, omdat ze de bron is van hun inkomen, zoals men in Stalen voetbalt om ooit het geldfonds vrij te kunnen maken. Dit is eigenlijk de essentie van het werk.

Het verhaal gaat als volgt. Een man met een normale job gaat elk weekend wandelen. Op een dag komt hij terecht in Stalen, een dorpje dat niet op de kaart staat. In het dorp staat op de plaats van het dorpsplein een enorme voetbalarena. Hier wordt geen echt voetbal gespeeld, een elftal komt op het veld en doet oefeningen, dewelke normaal met een bal worden gespeeld. Alles in het dorpje verwijst naar de vooroorlogse periode, waarin het een topvoetbalploeg had, waardoor het dorp bloeide. Ook de K.P.B. leeft volgens Turf te veel in het verleden, waardoor men de band met de realiteit verliest. De partij raakte op die manier geïsoleerd. Buitenstaanders worden gezien als vijanden. Hierdoor wordt de partij vaak ‘sektair’ genoemd. Ook de inwoners van Stalen houden niet van buitenstaanders.

Deze situatie is democratisch gegroeid. Vlak na de oorlog kende FC Stalen zeer veel succes. De burgers waren zo enthousiast dat men stemde een voetbalstadion te bouwen op het dorpsplein. Alle verzet werd geliquideerd op semi-legale wijze. Plotseling eindigt het succes door de veroudering van de ploeg, men heeft geen rekening gehouden met de toekomst. Men hoopt op kentering, dewelke er niet komt. Hierdoor begint het gekibbel. Uiteindelijk probeert men de ploeg opnieuw uit te bouwen. Door het aanvankelijke succes van de K.P.B. na de oorlog, heeft men een partij met vrij veel kiezers. Ze heeft te maken met een trotskistische oppositie, die uitgesloten wordt. Enkele jaren later is haar rol in het verzet weggedeemsterd uit het geheugen van het volk, waardoor ze steeds kleiner wordt. Er komen verschillende groeperingen binnen de partij, waarbij ook de grippisten de partij moeten verlaten. Uiteindelijk probeert men vernieuwingen in te voeren die de partij er bovenop moeten helpen.

Om hun doel te verwezenlijken, heeft men nood aan vergaderingen om de strategie te bespreken. Op verschillende niveaus moet men samenkomen om zaken te bespreken. Vaak zijn dezelfde mensen aan het woord. Er geldt één regel: men stemt eensgezind, of er komen problemen. Ook in de K.P.B. zien we dezelfde leden voor N.S., P.B. en C.C., waardoor bevoegdheidsconflicten ontstaan en haar autoritarisme verweten wordt. Wanneer de wandelaar poogt de bal terug in het spel te brengen, wacht hem de doodstraf. Zo voelt Turf zich ook politiek geliquideerd, omdat hij de partij weer in contact met de realiteit poogde te brengen.

 

 

4 Besluit

 

De Belgische regering blijft worstelen met de communautaire problematiek. Uiteindelijk wordt er een structuur uitgewerkt, die nauw aansluit bij de huidige situatie. Ze wordt geconfronteerd met een onhoudbare situatie in de mijnsector. De bedragen uitgetrokken om de mijnen open te houden, lopen steeds hoger op, waardoor men besluit ze op te geven. Hetzelfde geldt voor Fabelta. De ramp in Tsjernobyl dwingt de regering tot een beslissing in haar energiebeleid. De uitbreiding van het nucleaire park wordt stopgezet.

Na 1978 valt de K.P.B. opnieuw in een electoraal dieptepunt, wat de conservatieve vleugel meer speling geeft. De jonge intellectuelen, aangetrokken door het communisme, verlaten de partij. Ze zijn teleurgesteld in Turf en in de partijleiding omdat deze het eurocommunisme geen echte kans hebben gegeven. Turf wordt verweten hen misleid te hebben door hen in de Gentse federatie hoop te geven, terwijl hij op nationaal vlak in het gareel liep van de compromissen. Na 1979 is het ook voor Turf duidelijk dat er weinig hoop overblijft. De orthodox-marxisten kunnen hun macht ten toon spreiden naar aanleiding van de inval van Rusland. Op die manier verliest Turf de steun in de Gentse federatie en op nationaal vlak, waar de conservatieve vleugel opnieuw de scepter zwaait. Dit overwicht wordt geïllustreerd met de moeizame verkiezing van Turf in het C.C. In 1982 trekt hij zich terug naar de Vlaamse vleugel, hij neemt ontslag uit het Nationaal Secretariaat. Hierdoor komt hij in aanraking met de ondemocratische werking van de partij. Nu hij zelf niet meer behoort tot de autocratie, ondervindt hij dat de macht binnen de partij ligt binnen een selecte groep, waarbij buitenstaanders weinig te vertellen hebben. Hij probeert nog invloed uit te oefenen op het beleid via de Rode Vaan en als voorzitter van de V.G.R.

Na de verkiezingen voor het Europese parlement, probeert Turf zijn conclusies te trekken. Naar zijn mening moet de partij eerst in het reine komen met de realiteit, moet ze de feiten durven zien. De verkiezingen van 1985 betekenen een algemeen dieptepunt, de partij verliest haar laatste volksvertegenwoordiger. Dit geeft aanleiding tot reflectie over de toekomst van de partij. Er ontstaat een vleugel die meer toekomst ziet in een linkse beweging, al dan niet met aansluiting bij een andere linkse groepering. De tweede vleugel bestaat uit orthodox-marxisten. Turf neemt verantwoordelijkheid voor de neergang en is bereid een stap opzij te zetten om een nieuwe generatie de kans te geven. Door zijn jarenlange activiteit beschouwt hij zichzelf ook als een remmende factor, omdat hij tot de oude generatie behoort. Voor Turf betekende dit misschien enkel retoriek, de feiten bewijzen echter zijn stelling. Wanneer hij Karel Maes dwingt tot ontslag, maakt hij gebruik van de autoriteit die hoort bij zijn functie. Hij behoort tot de kleine groep die alles beslist. Ondanks de verschillende misstappen en het gebrek in de D.D.R., blijft hij bewondering hebben voor het land. Kritiek is geen probleem, maar een socialistisch land kan nooit te ver gaan. Hij hoopt dat de groep rond Ludo Loose poogt de hervormingen alsnog door te zetten. Deze is gegroeid binnen de partij onder de vleugels van Turf, waardoor deze verwachtingen gegrond zijn. Loose vindt het echter belangrijker een einde te maken aan het culmineren van functies binnen de partij en verlieslatende projecten als de Rode Vaan aan te pakken. Ook op nationaal vlak komt men tot vernieuwing, die tegelijk ook restauratie betekent. Het Vlaamse aandeel in het nationale congres wordt ingekrompen, progressieve partijleden worden niet meer herkozen.

De sluiting van de mijnen en Fabelta betekenen voor Turf een slag in het gezicht. De vakbonden en de protestmiddelen zijn niet meer opgewassen tegen een neoliberaal beleid. De sociale vrede heeft de inspraak van de arbeiders tot niets herleid. Het einde van deze stakingen, waarbij geen resultaat werd geboekt, gecombineerd met het einde van het eurocommunisme, geven Turf nog weinig hoop. Door zo lang mee te draaien, kan hij de partij niet zo maar opgeven. Hij stelt zijn hoop op de nevenactiviteiten van de partij: in de vredesbeweging, het V.M.T., het Masereelfonds, de Masereeluitgeverij en de Rode Vaan. Hij ligt aan de basis van het Vlaams Aktiekomitee tegen Atoomwapens, probeert het V.M.T. en het F.M.F. te redden van het faillissement en voert een enorme strijd om de Rode Vaan te behouden zoals ze is. Alle hoop ligt in de Vlaamse vleugel, ook al is hij geen voorzitter meer. Door een samenwerking met de Vlaamse Beweging, kan er misschien electoraal nog iets uit de brand gesleept worden. Door de weigering de partij te federaliseren tot 1988, verliest Turf een laatste sprankje hoop. Als onafhankelijke Vlaamse partij was het eurocommunisme misschien nog waar te maken. Achteraf beseft hij echter dat dit onmogelijk was, het duurde reeds te lang. Door zijn aanhouden, wordt hij een probleem voor de partij. Men gaat zoeken naar aanleidingen om hem uit de partij te zetten.

Een eerste aanleiding ligt in de problemen die Turf heeft met de V.P.U. Turf was niet tevreden over haar geldbeleid en weigert de Rode Vaan nog te laten drukken bij deze uitgeverij. Hij schakelt over naar N.V. Volksuitgave. Deze vindt hij na enkele jaren te duur, waardoor hij opnieuw wil veranderen. Ludo Loose en Jos Wolles vinden dit onterecht, niettegenstaande Turf beweert dat een andere uitgeverij de kosten kan drukken met 1.3 miljoen Belgische Frank. Door de financiële kant aan te halen, komt Loose uit de hoek met zijn nieuwe model voor de Rode Vaan. Er moet drastisch bespaard worden op het blad en het moet dichter bij de partij staan. Wanneer de politiek directeur geen schakel is met de partij, betekent hij een bron van vervreemding. Hiertegen komt massaal protest van de redactie, die achter haar politiek directeur staat. Men poogt het tij te keren door een grootschalige actie op te zetten, die nieuwe abonnementen en geld moet opleveren. Niettegenstaande het grote succes, moet er het volgende jaar 2.7 miljoen bespaard worden. Dit betekent het merendeel van de besparingen van de Vlaamse vleugel (3.8 miljoen), die op de Rode Vaan worden afgewend. Voor Turf betekent dit een onverholen liquidatiepoging van de Rode Vaan zoals ze is. Dit uit hij in een artikel, waarop heel wat protest komt van de partijleiding. Turf wordt niet slechts verweten een machtsbastion opgebouwd te hebben op de redactie, dit is er volgens de Vlaamse partijleiding kunnen groeien door het nepotisme van Turf. Piet Lampaert (hoofdredacteur) is de echtgenoot van Simonne Mets, stiefdochter van Turf. Jan Turf werkte geruime tijd als journalist voor de Rode Vaan. Wanneer hij Simonne Mets wil aannemen op de redactie, grijpt men dit aan om Turf gebrek aan deontologie te verwijten.

Eén van de laatste argumenten voor zijn ontslag, ligt in de negatieve houding van Turf tegenover de partij. Zijn artikel ‘The Day After’, is in negatieve aarde gevallen. Hij wordt ontslaan als politiek directeur van de Rode Vaan, als afgevaardigde beheerder en lid van de beheerraad. Hij mag weliswaar blijven als journalist. Turf wordt ziek en blijft weg van de redactie. Miel Dullaert wordt aangeduid als zijn vervanger, waaruit blijkt dat de Vlaamse partijleiding controle wil hebben over het blad. Er komen verscheidene artikels in de pers, waarin verschillende versies staan van het ontslag. Deze bronnen uit leden van de partijleiding, waardoor Turf vindt dat hij recht heeft op antwoord. Hij doet zijn verhaal aan de pers, waardoor hij aangeklaagd wordt voor insubordinatie. Dit is de aanleiding tot zijn exclusie uit de partij.

Na 35 jaar in de K.P.B., heeft hij de behoefte een politiek testament te schrijven. In ‘Communist’ schrijft hij een beperkte autobiografie. Hij probeert te verklaren waarom hij lid werd van de partij en schetst zijn politieke carrière. Hij zoekt voor zichzelf naar een oplossing voor klein links in België. Hoe kan een marxist nog iets betekenen, iets veranderen aan de bestaande maatschappij? Hij ziet een toekomst in een linkse beweging, een partij en haar volksvertegenwoordigers hebben geen macht meer. Deze werd ingepikt door de uitvoerende macht. Na dit werk maakt hij een schets van de werking van de partij. Hij doet dit in een vergelijking, op een ironische wijze. Niettegenstaande een bittere ondertoon, vat hij de werkelijkheid in een sterk sprekend beeld.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[442] Op.cit.

 

[443] WITTE E., CRAEYBECKX J. en MEYNEN A., Politieke geschiedenis van België van 1830 tot heden, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1990, p. 341-349.

[444] HUYSMAN G., Het overheidsbeleid met betrekking tot de Kempense steenkoolmijnen vanaf 1967, Gent, onuitgegeven licentiaatthesis, 1988-1989, pp. 169-236.

[445] BREPOELS J., Wat zoudt gij zonder ’t werkvolk zijn? Anderhalve eeuw arbeidersstrijd in België. Deel 2: 1966-1980, Leuven, Kritak, 1981, pp. 116-127.

[446] FONTYN G., Kernenergie in België: historiek en berichtgeving in de Vlaamse pers, Gent, niet uitgegeven licentiaatthesis, 2000-2001, pp. 68-86.

[447] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, De energieproblematiek: De Kempense steenkoolmijnen, 24.2.

[448] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Heraansluiting van elektriciteit, 21.5.

[449] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, De K.P.B. en de heraansluitingen, 21.5.

[450] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Brief van Turf 1985, 34.3.

[451] Persoonlijk archief Jef Turf, KP klaagt aan: ‘Armen moeten «dank u» zeggen als hun lampje brandt 29.4.86, ongenummerd.

[452] VAN DAMME W., “…en de Polen braken het communisme!” of een ontstaansgeschiedenis van Solidarnosc, Gent, onuitgegeven licentiaatthesis, 1994-1995, pp. 52-98.

MC WILLIAMS W.C. and PIOTROWSKI H., The World since 1945. A history of International Relations, London, Lynne Rienner Publishers, 1997, pp. 487-492.

[453] MICHIELSEN P., Verworpen en ontwaakt. Hongarije, Polen, DDR, Tsjechoslowakije, Bulgarije, Roemenië, Joegoslavië, Albanië, Leuven, Uitgeverij Kritak, 1990, pp. 45-49.

[454] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Casus Polen 80-82, 4.2

[455] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Turf over Polen 1980, 50.3.

[456] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, 50 jaar D.D.R. 84-85, 9.5.

[457] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Brief van Jan Turf aan V.G.R. 84-85, 9.5.

[458] Interview met Jef Turf op 24.04.2002 door Susan De Coninck.

[459] Interview met Jef Turf op 24.04.2002 door Susan De Coninck.

[460] TURF J., Eurocommunisme. In: Brood & Rozen, nr.4, 1997, p. 109.

[461] Interview met Jef Turf op 24.04.2002 door Susan De Coninck.

[462] Zie bijlage 4.

[463] Archief Chantal De Smet, AMSAB, 108, Pleidooi voor een partij van communisten 9.11.81,9.2.

[464] Interview met Jef Turf op 24.04.2002 door Susan De Coninck.

[465] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Verslag van Van Geyt voor het C.C. 19.5.80, 50.3.

[466] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Zelfkritische resolutie 8.11.81, 1.3.

[467] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Nota van het Vlaams Bureau over de federalisering 18.2.82, 10.2.

[468] Interview met Louis Van Geyt op 14.05.2002 door Susan De Coninck.

[469] ROTTHIER R., Vlaamse kommunisten: met een lege lei herbeginnen. In: De Morgen, 28 april 1986, pp. 10-11.

[470] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Handgeschreven tekst van Turf 1982, 9.1.

[471] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Verslag van het Politiek Bureau 2.4.82, 4.4.

[472] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, De Europese verkiezingen 1984, 50.3.

LAMPAERT P., De KPB en de Europese verkiezingen. ‘Geef ons de vijf’. In: De Rode Vaan, jrg. 63, nr. 23, 1984, p. 5.

[473] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Verkiezingen Europees lijsttrekkers 17.6.84, 9.5.

[474] S.n., Vlugschrift sprak met Jef Turf. In: Vlugschrift, jrg. 2, nr. 5, 1984, pp. 3-4.

S.n., Europese verkiezingen 17 juni 1984. In: Feiten &Argumenten, jrg. 3, nr. 17, 1984, pp. 9-10.

[475] TURF J., Inleidend verslag. 1e Vlaams Kongres 18-19 februari 1984, In: Feiten &Argumenten, jrg. 3, nr. 17, 1984, p. 5.

[476] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Discussiedocument van het C.C. voor het 25ste nationaal congres, 1.6.

[477] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Nota voor het P.B. van Pierre Beauvois 3.12.85, 19.3.

[478] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Notities van Jef Turf inzake de verkiezingen van 1985, 19.3.

[479] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Verlies van de verkiezingen in 1985, 50.3.

[480] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Tweede Vlaams Congres, 50.3.

[481] Interview met Jef Turf op 24.04.2002 door Susan De Coninck.

[482] Op.cit..

[483] ROTTHIER R., Vlaamse kommunisten: met een lege lei herbeginnen. In: De Morgen, 28 april 1986, pp. 10-11.

[484] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Resolutie van Van Geyt naar aanleiding van het 25ste N.C. 13.2.86, 1.6.

[485] ROTTHIER R., Vlaamse kommunisten: met een lege lei herbeginnen. In: De Morgen, 28 april 1986, pp. 10-11.

[486] Zij bijlage 4.

[487] VAN DOORSLAER R.,De KPB in Vlaanderen en haar electoraat. In: VMT, jrg. 12, nr. 4, 1978, pp. 43 - 84.

[488] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Jef Turf, De ervaring van Fabelta – Pleidooi voor een offensieve strategie van de Vlaamse arbeidersbeweging. Verslag voor de V.G.R. 83, 9.3.

[489] Persoonlijk archief Jef Turf, Turf Jef: Stakingen – de sociale vrede – de textielsector, ongenummerd.

[490] Dit stuk is gebaseerd op: HELLEMANS S. en HOOGHE M. (red.), Van ‘Mei 1968’ tot ‘Hand in Hand’. Nieuwe sociale bewegingen in België 1965-1995,Leuven, Garant, 1995, pp. 76-83.

CLAES S., Vrede zonder rechtvaardigheid is geen vrede: geschiedenis van de BUVV / VZW VREDE 1949-1994, Gent, onuitgegeven licentiaatthesis, 1995-1996, pp. 136-153, tenzij anders is aangegeven.

[491] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Verslag van Louis Van Geyt voor C.C. 19.5.80, 2.4.

[492] Interview met Louis Van Geyt op 14.05.2002 door Susan De Coninck.

[493] Dit waren: de bestaande vredesorganisaties, de nieuw ontstane affiniteitgroepen van medici, juristen en vrouwen, de jongerenorganisaties van de socialistische en communistische partij, de Volksuniejongeren en een werkgroep van Agalev, de ontwikkelingsorganisaties Oxfam-Wereldwinkels en Socialistische Solidariteit, de culturele en vormingsorganisaties Elcker-Ik, Wereldscholen, het Masereelfonds, MJA en Vrijwillige Internationale Aktie en Kristenen voor het Socialisme.

 

[494] Interview met Jef Turf op 24.04.2002 door Susan De Coninck.

[495] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, De amnestiekwestie 1980, 21.6.

[496] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Evarist De Buck, 31.11.

[497] TURF J., De Waarheid kent grenzen. Krisis in de progressieve pers. In: De Rode Vaan, jrg. 67, nr. 3, 1988, pp. 16-17.

[498] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Einde subsidies VMT 6.12.82, 15.2.

[499] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Het ontslag van Van Doorslaer 1/2. 83, 15.2.

[500] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Turf afgevaardigd beheerder 28.11.83, 16.2.

[501] Interview met Jef Turf op 24.04.2002 door Susan De Coninck.

[502] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Uiteengroeien K.P.B. en F.M.F. 12.5.85, 16.6.

[503] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Nationale educatie 27.4.81, 7.1.

[504] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Rechtshulp 80, 21.3.

[505] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, W.G. wetenschappelijk onderzoek 16.10.87, 3.3.

[506] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Commissie gezondheid, ontslag Lewin 11.11.80, 2.5.

[507] TURF J., Waarom de KP 8 mei aan de IJzertoren herdacht. In: Vlugschrift, jrg. 2, nr. 5, 1984, pp. 11-12.

Interview met Jef Turf op 24.04.2002 door Susan De Coninck.

[508] VAN SCHOT P., Een gemiste kans. Godsvrede of fundamentalisme? In: De Vos, jrg. 41, nr. 10, 1985, pp. 2-3.

[509] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, De bloemenkrans aan de IJzertoren in Feiten & Argumenten jrg. 3 nr. 18, 50.3.

[510] S.n., Geen voogden, eigen staat. In: Aktueel, juni 1985, p. 12.

[511] DUTOIT C., Jef Turf: “Diksmuide – Breendonk – Florennes: drie zustersteden”. In: De Nieuwe, jrg. 20, nr. 1090, 1985, pp. 12-13.

[512] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Speech van Turf over de Vlaamse Beweging, 18.15.

Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Standpunt van de Vlaamse Progressieve Omroepvereniging 1986, 3.3.

[513] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Brief van Turf aan Schiltz en Van Miert in Verslag Vlaamse Raad 31.5.83, 9.2.

[514] Archief Jef Turf, DACOB, Doos ontslag Turf, Ontwerp tot herziening van hoofdstuk III van de statuten, weerhouden door het Centraal Komitee op 26 maart 1988, ongenummerd.

[515] Zie bijlage 4.

[516] MARTENS J., De “Partido Communista de Espana”, de Kommunistische Partij van België en hun verhouding tot het eurocommunisme, Gent, onuitgegeven licentiaatthesis, 1996-1997, pp. 203-206.

[517] Op.cit., pp. 208-210.

[518] Interview met Jef Turf op 24.04.2002 door Susan De Coninck.

[519] TURF J., Communist, s.l., Aktueel, 1988, pp. 57-60

[520] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Verslag van het Vlaams Bureau 10.7.81, 10.2.

Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Problemen van de partij en de uitgeverij 10.7.81, 17.5.

[521] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Brief van Turf aan Guido Nuyts, 42.3.

[522] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Brief van Turf aan Moins 27.5.83, 9.2.

[523] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Verslag van de werkgroep RV 1987, 26.3.

[524] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Werkgroep RV, Verslag van de werkzaamheden, 26.3.

[525] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Redactie aan de V.G.R. 86, 26.7

Interview met Ludo Loose op 2.05.2002 door Susan De Coninck.

[526] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Verslag van de V.G.R. in de R.V. 14.1.87, 26.3.

Interview met Jef Turf op 10.04.2002 door Susan De Coninck.

[527] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Brief van de redactie aan het P.B. 19.1.87, 9.7.

[528] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Problemen in de Rode Vaan 80-87, 9.7.

[529] BRESSELEERS J., De Rode Vaan. Open Links – Progressief of eng partijblad, Antwerpen, Niet uitgegeven graduaatrapport, 1987-1988, pp. 75-78.

[530] TURF J., Standpunt. Coma-verschijnselen van de K.P. In: VMT, jrg. 22, nr. 1, 1988, p. 56.

[531] Op. cit., p. 58.

[532] Interview met Jef Turf op 24.04.2002 door Susan De Coninck.

[533] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Bezuinigingen op de Rode Vaan 11.2.88, 26.3.

[534] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Brief van de redactie aan V.P.U. ,V.B. en V.G.R. 2.1.88, 26.8.

[535] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Raad van beheer Rode vaan 19.12.88, 26.3.

Interview met Ludo Loose op 2.05.2002 door Susan De Coninck.

[536] TURF J., De Waarheid kent grenzen. Krisis in de progressieve pers. In: de Rode Vaan, jrg. 67, nr. 3, 1988, pp. 16-17.

[537] Archief Jef Turf, DACOB, Doos ontslag Turf, LOOSE L., De toekomst van de Rode Vaan waarborgen s.d., ongenummerd.

[538] Persoonlijk archief van Jef Turf, TURF J., Note au sujet de la campagne pour m’exclure du parti, niet gepubliceerd 16.02.88, ongenummerd.

[539] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Brief van Turf over de keuze voor de aanwerving van een halftijdse kracht, 26.3.

[540] Archief Jef Turf, DACOB, Doos ontslag Turf, ‘Aan de partijleden’ s.d., ongenummerd.

[541] Interview met Jan Debrouwere op 24.04.2002 door Susan De Coninck.

[542] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Problemen met de V.P.U. Ontslag van Turf 88, 26.8.

[543] Interview met Ludo Loose op 2.05.2002 door Susan De Coninck.

[544] TURF J., De Waarheid kent grenzen. Krisis in de progressieve pers. In: de Rode Vaan, jrg. 67, nr. 3, 1988, pp. 16-17.

[545] S.n., Paul Wouters vertrekt als hoofdredacteur. In: De Waarheid, 13.01.1988, pp. 1-2.

[546] Interview met Jan Debrouwere op 24.04.2002 door Susan De Coninck.

[547] Archief Jef Turf, DACOB, Doos ontslag Turf, LOOSE L., De toekomst van de Rode Vaan waarborgen s.d., ongenummerd.

[548] Interview met Jef Turf op 24.04.2002 door Susan De Coninck.

Interview met Jan Debrouwere op 24.04.2002 door Susan De Coninck.

[549] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Verslag van het Politiek Bureau 22.1.88, 26.3.

[550] Archief Jef Turf, DACOB, Doos ontslag Turf, De Vlaamse vertaling van Glasnost. Kiest de KP voor collectieve zelfmoord?, ongenummerd.

[551] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Verslag van het Nationaal Secretariaat 26.1.88, 26.3.

[552] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Brief van Loose aan Turf, 26.3.

[553] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Interview in Humo met Turf s.d., 26.3.

[554] Archief Jef Turf, DACOB, Doos ontslag Turf, Brief van Turf aan Van Geyt 15.2.88, ongenummerd.

[555] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, De schorsing van Turf P.B. 8.3.88, 26.3.

[556] TURF J., The day after. In: de Rode Vaan, jrg. 66, nr. 51, 1987, p. 3.

[557] Archief Jef Turf, AMSAB, 232, Interview in Humo met Turf s.d., 26.3.

[558] Interview met Ludo Loose op 2.05.2002 door Susan De Coninck.

[559] TURF J., Standpunt. Coma-verschijnselen van de K.P. In: VMT, jrg. 22, nr. 1, 1988, p. 53.

[560] TURF J., Standpunt. Coma-verschijnselen van de K.P. In: VMT, jrg. 22, nr. 1, 1988, p. 53.

[561] Archief Jef Turf, DACOB, Doos ontslag Turf, Redenen voor de schorsing van Turf bepaald door de V.G.R. s.d., ongenummerd.

[562] Persoonlijk archief van Jef Turf, TURF J., Note au sujet de la campagne pour m’exclure du parti, niet gepubliceerd, ongenummerd.

[563] Archief Jef Turf, DACOB, Doos ontslag Turf, LOOSE L., De toekomst van de Rode Vaan waarborgen s.d., ongenummerd.

[564] Persoonlijk archief van Jef Turf, TURF J., Note au sujet de la campagne pour m’exclure du parti, niet gepubliceerd 16.02.88, ongenummerd.

[565] TURF J., Communist, s.l., Aktueel, 1988, 110 p.

[566] Persoonlijk archief van Jef Turf, Autobiografische tekst van Jef Turf 11 p., ongenummerd.

[567] TURF J., Communist, s.l., Aktueel, 1988, p. 4.

[568] TURF J., Het verval. Sleutelnovelle, Leuven, Kritak, 1988, 57 p.