Vrouwen uit Izegem getroffen door de repressie na de Tweede Wereldoorlog. Een case-study in genderperspectief. (Hilde Timmerman) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
II. Geschiedenis : schrijven of herschrijven ?
De probleemstelling ligt klaar, de vragen zijn geformuleerd. Kortom, de aanzet voor een thesis is gegeven en er kan een stuk geschiedenis worden geschreven. Geschiedenis schrijven of geschiedenis herschrijven… Ongeacht hoe je de bezigheid ook noemt, ze stemt tot nadenken. Dit veel te summiere deel is een eerbetoon aan hen die ons eenvoudig enthousiast hebben gemaakt. Bijeengesprokkelde ideeën en citaten, die prikkelen…
Marc Bloch, de man die geschiedenis als een ambacht beschouwt, is de eerste in de rij. Een eerste voorwaarde voor het uitoefenen van het ambacht is dat je het leuk vindt[94] en dat je als historicus het vermogen bezit om de levende realiteit in de geest op te nemen. Hij citeert illustratief Pirenne : “Als ik een antiquair was zou ik slechts oog hebben voor de oude dingen. Maar ik ben historicus. Daarom houd ik van het leven.”[95]
Misschien zouden Jo Tollebeek en Tom Verschaffel hier steigeren. Hoewel we niet met alles akkoord gaan, blijven bepaalde omschrijvingen van hun ‘historische sensatie’ onvergetelijk mooi : “Zo kan de sensatie evenzeer worden uitgelokt door fragmenten van de historische realiteit die, als zodanig, volstrekt waardeloos en inhoudloos zijn : een hoopje pluimen, twee lapjes leer, een paar aan elkaar genagelde planken, een stapeltje beduimelde, vergeelde postkaarten. Het zijn prullen, kleinigheden, die – door de fascinatie die ze weten op te wekken – een ‘onevenredige macht’ op de toeschouwer uitoefenen. Het zijn details, maar details vermogen veel, zeggen Flaubert (‘Le bon Dieu est dans le détail’), Warburg (‘Der liebe Gott steckt im Detail’) en Gombrich (God dwells in minutiae’).”[96]
Geen wonder dat Carlo Ginzburg, in zijn zoektocht naar Sporen uit het verleden, Warburg tot voorbeeld stelt. Hij bewondert Warburg en ook Bloch voor hun ‘passie voor het detail’. Maar daarnaast houdt hij van de manier waarop ‘het onvoorziene’ de vrijheid krijgt in onderzoek. “Het verontrust mij als historici hypothesen opstellen die zo rigide zijn dat ze niet door henzelf of anderen gewijzigd kunnen worden, als zij alleen maar willen bewijzen wat ze al menen te weten.”[97]
Een historicus dichter bij huis, Eric Defoort, vindt zijn muze net als Ginzburg in de kunstwereld. Het sfumato (“een techniek om met wazige omtrek en zeer subtiel verschil in licht en schaduw te schilderen”)voert hem door een wereld van verwevenheden.[98] Een verwevenheid van verleden en heden.
De wolk op het schilderij van Corregio, op de omslag van zijn boek, omhult misschien ook een Andere[99] soort werkelijkheid .
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
[94] BLOCH, M., Geschiedenis, als een ambacht, Nijmegen, 1989, 36.
[95] Ibid., 68
[96] TOLLEBEEK, J. en VERSCHAFFEL, T., De vreugden van Houssaye. Apologie van de historische interesse, Amsterdam, 1992, 19-20.
[97] GINZBURG, C., Omweg als methode. Essays over verborgen geschiedenis, kunst en maatschappelijke herinnering, Nijmegen, 1988, 266.
[98] DEFOORT, E., Het klauwen van de historicus, Antwerpen, 1996, 13-14.
[99] Naar Simone de Beauvoir (Le Deuxičme sexe,1949).