Parce que l’ information, c’ est vous!

Alternatieve pers in Franstalig België na mei ’68,
casus Agence de Presse Libération – Belgique.

 

Astrid Waterinckx

 

Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte,
voor het behalen van de graad van
Licentiaat in de Geschiedenis.

Academiejaar: 2003-2004

Universiteit Gent

Promotor: Prof. Dr. Bruno De Wever

home lijst scripties inhoud volgende

Samenvatting

 

VOORWOORD

 

DEEL 1: INLEIDING

    - Probleemstelling 

    - Werking van het onderzoek

        . Afbakening in tijd en ruimte

        . Bronnen

        . Verwerking van het bronnenmateriaal

        . Literatuur

    - Opbouw 

 

DEEL 2: THEORIE EN METHODOLOGIE  

    - Alternatieve pers: een omschrijving 

        . Afbakening van het definitievoorwerp

        . Op zoek naar een definitie

        . Een omschrijving door Chris Atton

    - Tijdschriftonderzoek, een methode 

        . Traditioneel tijdschriftonderzoek

        . Tijdschriftonderzoek met een alternatieve toets

        . Naar een model voor het tijdschriftonderzoek van alternatieve pers

 

DEEL 3: APL, SITUERING IN DE SAMENLEVING 

    - Algemene sociale, politieke en economische context

        . The golden sixties

        . Een keerpunt (’68 – ’73)

        . The silveren seventies and eighties

    - Nieuwe sociale bewegingen 

        . Begrip en definitie

        . Theoretische benaderingen

        . Kenmerken

        . Evolutie

    - Traditioneel en alternatief perslandschap 

        . Theoretische benaderingen

        . Wettelijk kader

        . Traditionele pers in crisis

        . Een nieuwe pers in wording

        . Evolutie van de alternatieve en traditionele pers

    - Besluit

 

DEEL 4: APL, EEN CONCRETE CASUS  

    - Ontstaansgeschiedenis

        . Besluit

    - Doelstellingen 

        . Besluit

    - Algemene Werking

        . Activiteiten

        . Vestiging

        . Juridisch kader

        . Financiën

        . Ideologie

        . Besluit

    - Praktische werking persagentschap annex tijdschrift 

        . Medewerkers

        . Werkverdeling

        . Informatieverzameling

        . Redactie, productie, distributie

        . Doelpubliek

        . Erkenning of miskenning

        . Besluit

    - Einde

        . Besluit

 

DEEL 5: APL, INFORMATIE IN WOORD EN BEELD

    - Weerhouden informatie 

        . Methodologie

        . Operationalisering

        . Resultaten

        . Besluit

    - Verbale weergave van de informatie 

        . Methodologie

        . Resultaten

        . Besluit

    - Visuele weergave van de informatie 

        . Methodologie

        . Resultaten

        . Besluit

 

DEEL 6: APL, EEN INTERPRETATIE

    - Realisaties apl in relatie tot de doelstellingen van apl

    - Realisaties apl in relatie tot de definitie en het model van alternatieve pers

 

ALGEMEEN BESLUIT

 

BIBLIOGRAFIE

 

BIJLAGEN

 

- Bijlage 1 : Overzicht van de illustraties

- Bijlage 2 : Overzicht van de weerhouden bronnen en vindplaatsen

- Bijlage 3 : Identiteitskaart van het apl – tijdschrift. 

- Bijlage 4 : Actievormenschema van Duyvendak

- Bijlage 5 : Overzicht weerhouden tijdschriftnummers steekproef

- Bijlage 6 : Grafieken : Apl, weerhouden informatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Samenvatting licentiaatverhandeling

 

Onderwerp van mijn onderzoek is de alternatieve pers die ontstond in de nadagen van mei ’68. Bij wijze van concrete casus, heb ik gefocust op Agence de Presse Libération – Belgique (afgekort apl – b of apl). Apl, dat opgericht werd naar het voorbeeld van apl – France, werd boven de doopvont gehouden in 1972 en zette zijn activiteiten stop in 1993. Het omschreef zichzelf als een alternatief persagentschap annex tijdschrift.

Opzet van mijn onderzoek naar apl was tweevoudig. In eerste instantie wou ik de doelstellingen van apl ontrafelen, om deze te plaatsen tegenover hetgeen apl uiteindelijk realiseerde en hoe het dit deed. Naast de informatie die centraal stond in apl, wou ik focussen op de positie en werking van apl. Bij dit alles wou ik zo veel mogelijk aandacht besteden aan de algemene maatschappelijke context waarin apl ageerde, met speciale aandacht voor het fenomeen voor de nieuwe sociale bewegingen en het traditionele en alternatieve perslandschap dat apl omgaf.

In tweede instantie wou ik aan de hand van een aangepaste theorie en methodologie onderzoeken of, hoe en waarom apl inderdaad, conform aan zijn zelfbeeld tot de alternatieve pers gerekend kan worden. 

 

Uitgangspunt voor mijn onderzoek waren de recente inzichten in het onderzoeksveld naar tijdschriften, waarin een tijdschrift enerzijds gezien wordt als een forum voor ideeën en anderzijds als een actieve component in de samenleving. Echter, gezien apl zich profileerde als een alternatief persagentschap dat een alternatief tijdschrift uitgaf, heb ik deze methodologische uitgangspunten aangevuld met een alternatieve toets. Het onderzoek terzake is evenwel zeer beperkt. Leidraad voor een definitie en model van alternatieve pers vond ik uiteindelijk in de inzichten van Chris Atton, tot nu toe zowat de enige -recente- onderzoeker die alternatieve pers tot zijn onderzoeksdomein heeft uitgeroepen. Attons klemtoon ligt zowel op het product als het proces van de alternatieve pers en hij benadert alternatieve pers als een transformatorisch, sociaal communicatieproces. Alternatieve pers zou haar positie als mediaproducent herbekijken en zo de sociale relaties en de identiteit van de berokken actoren veranderen. Niet enkel het argument op papier zou van tel zijn, maar ook de manier waarop dit argument tot stand komt.

           

Mijn eigenlijke onderzoek op basis van bronnenmateriaal viel uiteen in een tweetal grote onderdelen. Enerzijds heb ik gesteund op archiefbronnen om de meer algemene interne en externe werking van apl bloot te leggen. Anderzijds heb ik een beroep gedaan op archiefbronnen om een meer gedetailleerd beeld te krijgen van de informatie die apl verspreidde en de manier waarop het dit deed. Gezien het gros van het apl – archief nog niet geďnventariseerd was op het moment dat ik mijn onderzoek voerde en ik dus op ongeordend archiefmateriaal heb moeten werken, heb ik ernaar gestreefd om voor een antwoord op mijn vragen zoveel mogelijk verschillende bronnenreeksen te combineren, te weten ‘hard’ archiefmateriaal, mondelinge bronnen, kranten- en tijdschriftartikels, mondelinge bronnen, een eigentijdse licentiaatverhandeling en het tijdschrift zelf dat apl  uitgaf.

            Basis voor de studie van apl was het hard archiefmateriaal, aangevuld met informatie uit alle andere bronnen. Specifieke bron waren de interviews die ik afnam. Deze mondelinge bronnen lieten me toe binnen te dringen in de meer persoonlijke leefwereld van apl en te zien hoe de medewerkers van apl zich de idealen waar ze voor stonden elk op hun manier eigen maakten en incorporeerden. Maar vooral leerden de interviews me dat een organisatie bestaat uit mensen van vlees en bloed en staat of valt door deze mensen.

            Bij de verwerking van de meeste bronnen volstond een traditionele historische kritiek. Om de informatie die centraal stond in apl van naderbij te bestuderen, heb ik daarentegen een beroep gedaan op specifieke methodologische hulpmiddelen zoals statistiek, iconografie, discoursanalyse en inhoudsanalyse, al dan niet in een vereenvoudigde of aangepaste vorm.

 

Als resultaat van mijn onderzoek geldt dat apl met recht en rede een alternatief persagentschap annex tijdschrift genoemd kan worden.

Op een eerste niveau blijkt dat apl er op een aantal vlakken  mooi in geslaagde een aantal van zijn doelstellingen te realiseren. In alles wat apl deed, ademde het de geest uit die in zijn geformuleerde doelstellingen vervat zat. Wat veranderde waren niet zozeer de doelstellingen, maar wel de manier waarop apl deze realiseerde. Apl heeft namelijk constant zeer wispelturige, ingrijpende, radicale, tot zelfs haast onzichtbare gedaantewissels ondergaan. Deze wissels hingen samen met een drietal factoren. In eerste instantie onderging apl een aantal gedaanteveranderingen vanuit de vaststelling dat er een gapende kloof bestond tussen (sommige) doelstellingen en de concrete realiteit. Daarnaast had de steeds wisselende ploeg losse medewerkers, alsook de veranderende maatschappij een weerslag op de werking van apl. Apl was met andere woorden als een kameleon die steeds andere gedaantes aannam, naar gelang van de interne en externe omgeving die apl omgaf.

Op een tweede, meer theoretisch niveau blijkt apl perfect in de theorie en methodologie van alternatieve pers te passen zoals opgesteld door Atton. Tegenover de negatieve vaststelling van een zogenaamde lacune in de traditionele pers op het vlak van informatie, wou apl een positief alternatief aanreiken, met als centraal idee een informatie voor en door het volk. In het verlengde daarvan was apl anti – commercieel, anti – kapitalistisch en anti – hiërarchisch ingesteld. Collectiviteit, zelfbestuur en vrijwilligerswerk stonden voorop.

Concluderend blijkt dat apl een alternatief persagentschap annex tijdschrift was dat als dusdanig onderzocht moet worden. Enkel zo kunnen de concrete realisaties en doelstellingen van apl correct ingeschat worden. Een blik op de context is eveneens van primordiaal belang. Slechts mits aandacht voor de concrete historische inbedding kan de hele opzet van apl terdege begrepen worden. Veeleer dan mislukt te zijn in zijn opzet, lijkt apl er vanuit dergelijke invalshoek in geslaagd te zijn de geponeerde doelstellingen in de praktijk om te zetten, of althans deels, en zo een maatschappelijke functie te vervullen; wellicht de primaire doelstelling van Agence de Presse Libération - Belgique.

 

home lijst scripties inhoud volgende

Samenvatting