Tot Icoon Verheven. Een onderzoek naar de verheffing van maatschappelijke gebeurtenissen tot fotografische iconen van de recente Nederlandse geschiedenis (Martijn Kleppe)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Hoofdstuk III: 1966

 

Het NOS jaaroverzicht van 1966 opent met een serie beelden waarop de rook van verschillende branden te zien is. De commentator vertelt: “Deze was het niet. En deze ook niet. En deze ook niet.” Na drie rookwolken wordt het beeld stilgezet bij een shot van de rijtoer bij het huwelijk van prinses Beatrix en prins Claus. Op de achtergrond ontbrandt een rookbom. De voice-over vervolgt: “Maar deze wel. Dit was de enige rookwolk die Nederland in het wereldnieuws heeft gebracht, het afgelopen jaar.” [78]

De samenstellers van Het aanzien van 1966 hebben Sophia Loren op de voorkant gezet. Een ander onderwerp, maar volgens de makers een goede beslissing: “Geen vrouw is gedurende 1966 zo veelvuldig in het nieuws geweest of heeft haar foto zo dikwijls in kranten en tijdschriften aangetroffen als Sophia Loren.” [79] Uiteindelijk hebben de makers van het jaaroverzicht van de NOS een goede keuze gemaakt door het overzicht met ‘het rookbom-incident’ te openen. Het beeld van een ontplofte rookbom achter de Gouden Koets is de geschiedenisboeken ingegaan als hèt beeld van de jaren ’60. Uit mijn onderzoek blijkt dat bijna twee derde van alle onderwerpen in de geschiedenisboeken uit 1966 ‘demonstraties/rellen’ als onderwerp hebben.[80] Het is dus ook niet verbazend dat we nu een ‘turbulent beeld’ hebben van de jaren ’60. Maar welk beeld krijg je wanneer je naar de foto’s op de voorpagina’s van de kranten kijkt? In dit hoofdstuk geef ik eerst een grove schets van de gebeurtenissen in 1966. Vervolgens kijk ik naar de onderwerpen in de kranten en dan kijk ik welke foto’s zijn afgedrukt in de door mij bestudeerde geschiedenisboeken en of deze foto’s unieke dan wel algemene iconen kunnen worden. Tevens zal ik dieper op ‘het rookbom-incident’ en ‘de Nacht van Schmelzer’ ingaan.

 

 

3.1 Gebeurtenissen in 1966

 

Een groot aantal misdaden en ongelukken vond plaats in 1966, waarbij bank– en roofovervallen een nieuw verschijnsel waren. Ondanks het feit dat veel zaken onopgelost bleven, had de politie meer succes bij de overval op een bank in IJsselstein. Na een spectaculaire achtervolging van vier uur per auto en boot werden de verdachten uiteindelijk door de rivierpolitie geënterd en gearresteerd.[81] In Amsterdam was er veel onrust aan het begin van het jaar omdat een pyromaan verschillende branden veroorzaakte. Deze dader is nooit gepakt. Een ontploffing van een opslagplaats voor springstof in Muiden, op 3 juni, beschadigde veel huizen in het dorp en een ander groot ongeluk vond plaats op 31 mei, toen de sneltrein Amsterdam-Maastricht bij Hedel ontspoorde. Zeven personen moesten met lichte verwondingen opgenomen worden in het ziekenhuis.[82]

Vooral de verschillende relletjes gedurende het hele jaar kregen veel aandacht. De eerste vonden plaats op 28 januari 1966 in Staphorst. Enkele honderden jeugdige bewoners kwamen in botsing met de politie, omdat zij een bruidspaar wilden bestraffen wegens vermeend ‘overspel’ tijdens de verlovingstijd. De situatie werd zo dreigend dat de politie een paar waarschuwingsschoten moest lossen voordat de jongeren zich verspreidden.[83] De volgende rellen zijn tijdens het huwelijk van prinses Beatrix en prins Claus. De kranten besteedden al ver van tevoren aandacht aan de plechtigheid. Op 20 januari publiceerde de Nieuwe Rotterdamsche Courant (NRC) bijvoorbeeld al een foto van het tafelzilver dat gebruikt zou worden tijdens het banket. Nadat half februari de officiële ondertrouw-foto in zowel het Algemeen Dagblad (AD) als de NRC werd gepubliceerd, plaatsten beide kranten ook op 25 februari een foto van de remmen van de Gouden Koets op de voorpagina. De dagen vlak voor 10 maart stonden er praktisch elke dag foto’s met betrekking tot het huwelijk op de voorpagina. De dag zelf werd gekenmerkt door rellen. Op verschillende plekken kwam het tot een treffen tussen de politie en de relschoppers. Het hoogtepunt voor de demonstranten waren de rookbommen die de Gouden Koets af en toe uit het zicht ded verdwijnen. Op de dag zelf besteedde de NRC de gehele voorpagina aan het huwelijk. In totaal staan er drie foto’s op de pagina: een close-up van prinses Beatrix en Claus, een foto van de inzegening en een foto van het ANP, waarop de ontplofte rookbom achter de stoet met de Gouden Koets is te zien. Het Algemeen Dagblad pakte het nog grootser aan. De gehele voorpagina van 11 maart wordt in beslag genomen door een close-up van prinses Beatrix en prins Claus. Opmerkelijk is dat nergens in de krant een foto van het rookbom-incident is opgenomen. Pas op pagina elf staat een klein bericht waarin één van de provo leiders vertelt dat het de bedoeling was om door middel van een rookgordijn de Gouden Koets te laten stoppen.[84]

 

De volgende rellen zijn op 19 maart bij de opening van een fototentoonstelling van het politie-optreden op de dag van het huwelijk. Twee agenten die toevallig in de buurt waren, werden uitgedaagd door de jongeren, waarbij één van de agenten zijn pet kwijtraakte. Een foto, verspreid door persbureau ANEFO, laat een agent zien, die boos wegloopt met achter hem een jouwende menigte. Deze foto staat de maandag na de gebeurtenis op zowel de voorpagina van het Algemeen Dagblad als de NRC.

 

De volgende massale rellen vonden plaats op 14 juni. Een grote groep bouwvakkers protesteerde tegen de inhouding van twee procent administratiekosten op het vakantiegeld. De demonstratie ontaardde in grote rellen waaraan ook groepen provo’s meededen. Op de eerste dag kwam één van de bouwvakkers om. Alhoewel pas later bekend werd dat de man waarschijnlijk een hartaanval heeft gehad, werkte zijn dood als olie op het vuur en de rellen werden heviger. Een dag later is het hoofdkantoor van De Telegraaf het doelwit omdat de verslaggeving volgens de betogers niet goed was geweest. Nog dagen na deze confrontatie bleef het onrustig in Amsterdam. Op Prinsjesdag was het wederom raak. Weer werd er een rookbom naar de Gouden Koets gegooid en op verschillende plekken in de Haagse binnenstad was het rumoerig.[85]

 

Maar er was ook ‘leuk’ nieuws. Zo werd er in de Rijn een walvis gesignaleerd, die de bijnaam ‘Willy de Walvis’ kreeg.[86] In Serooskerke ontstond een Zeeuwse ‘goldrush’ nadat er gouden munten waren gevonden[87] en één van de eerste grote hulpacties voor de hongerende bevolking in India leverde 24 miljoen gulden op.[88] De dood van monseigneur Beckers maakte enige emoties los, alhoewel het Algemeen Dagblad en de NRC de dag na het overlijden een foto van een praalwagen van het aankomende bloemencorso op de voorpagina plaatsten. Grote consternatie was er na de constatering van een aantal polio-gevallen in enkele dorpen op de Veluwe. De aandacht hiervoor nam nog meer toe toen een gereformeerde dominee zijn gelovigen voorhield dat het niet goed was zich tegen deze ziekte te wapenen door middel van inentingen.

 

In de politiek boekte boer Koekoek overwinning na overwinning met zijn Boerenpartij. Bij de Statenverkiezingen van 23 maart kreeg hij zelfs 6,72 procent van de stemmen. In het parlement was echter crisis ontstaan. Op 14 oktober was de derde dag van de algemene en financiële beschouwingen aan de gang, toen K.V.P. fractieleider Schmelzer een kritische motie indiende tegen het financieel-economische beleid van de regering. Toen de motie werd aangenomen, viel het kabinet. Wij kennen de oorzaak van deze val beter als de ‘Nacht van Schmelzer’.

 

 

3.2 Onderwerpen in Algemeen Dagblad en Nieuwe Rotterdamsche Courant

 

Wanneer je de voorpagina’s van het Algemeen Dagblad en de Nieuwe Rotterdamsche Courant van een heel jaar bekijkt, valt op dat de aandacht voor de verschillende onderwerpen redelijk dicht bij elkaar ligt. Wel krijgen foto’s waarop het koninklijk huis een rol speelt de meeste aandacht in beide kranten. Wanneer je deze foto’s over het koninklijk huis zo bekijkt, bekruipt je een raar gevoel. Je krijgt bijna het idee dat de koningin of een ander familielid maar ergens een lintje hoefde door te knippen of het verscheen op de voorpagina; op 22 januari plaatst het AD een foto van 3 kolommen van een gevallen prinses Beatrix op de skipiste in Gstaad; op 24 juni staat er bij de NRC een foto van Prinses Margriet als zuster aan boord van het Rode-Kruisschip J. Henry Dunant op de voorpagina, en op 29 november plaatst het AD een foto van 5 kolommen op de voorpagina van koningin Juliana die over een zandheuveltje bij de Maasvlakte sprong. In totaal besteedde het Algemeen Dagblad twintig procent van de totale binnenlandse foto’s in 1966 aan koninklijke onderwerpen; de NRC zelfs 27 procent.[89]

 

Figuur 3.1 Een overzicht van de percentuele onderwerpsverdeling van de afbeelding op de foto, zoals deze zijn gepubliceerd op de voorpagina’s van het Algemeen Dagblad en de Nieuwe Rotterdamsche Courant in 1966

 

Op zich is het natuurlijk niet raar dat in het jaar dat de kroonprinses trouwt een groot deel van de verslaggeving aan het koninklijk huis wordt besteed. Maar ook wanneer je de berichtgeving over dit huwelijk buiten beschouwing laat, gaat de meeste aandacht naar het koninklijk huis. Een goede tweede is de aandacht voor politiek. Ook dit is niet raar, immers de val van het kabinet en de vorming van een nieuw kabinet hebben er voor gezorgd dat er veel aandacht was voor politiek. Het Algemeen Dagblad verdeelt de aandacht ongeveer gelijk over de rest van de categoriën. Bij de NRC valt op dat er veel aandacht is voor ‘het weer’ en ‘ongevallen’. Het AD heeft op zijn beurt meer aandacht voor ‘human interest’ en ‘criminaliteit’ terwijl deze categoriën bij de NRC helemaal niet voorkomen. Dit verschil is vrij eenvoudig te verklaren: de kranten zijn immers verschillende soorten dagbladen. Het feit dat Algemeen Dagblad meer aandacht heeft voor ‘human interest’ komt overeen met het onderscheid dat Van Waesberghe maakt tussen populaire massakranten en kaderkranten. In de populaire kranten komt deze categorie namelijk vaker voor en Algemeen Dagblad is een dergelijke populaire massakrant.[90]

 

 

3.3 Naar een plek in de geschiedenis

 

Het aanzien van 1966 vertoont net als de kranten een gelijkmatige verdeling van onderwerpen, waarbij de meeste aandacht uit gaat naar ‘herdenkingen/openingen’, ‘koninklijk huis’ en ‘sport’. Deze verdeling klopt ook met de doelstelling van het boek, waarbij een evenwichtige verdeling over de categoriën nieuws, sport, politiek, rampen en rages wordt nagestreefd.[91] Alleen de categorie ‘weer’ zien we helemaal niet meer terug in het overzicht van een jaar.

 

 

Figuur 3.1. Een grafische voorstelling van de onderwerpverdeling per bron. De percentages van de kranten en geschiedenisboeken zijn gemiddelden van de onderzochte bronnen. De categoriën die niet in de geschiedenisboeken zijn opgenomen, staan ook niet op deze figuur. Duidelijk is dat de onderwerpen in de kranten dicht bij elkaar liggen. Bij het samenstellen van ‘Het aanzien van 1965-1970’ zijn duidelijke keuzes gemaakt naar onderwerp. In de geschiedenisboeken zijn er nog maar een paar onderwerpen over, waarbij foto’s met als onderwerp ‘rellen/demonstraties’ duidelijk de meeste aandacht krijgen.

 

 

Kranten

Aanzien van 1966

Aanzien van 1965-1970

Kroniek van 1960-1969

Geschiedenisboeken

Koninklijk Huis

23,5%

15%

17%

25%

3,7%

Sport

8,0%

13%

0%

0%

7,7%

Rellen/demonstraties

5,5%

9%

49%

50%

64,7%

Politiek

18,5%

13%

17%

0%

18,3%

Allerlei

8,0%

11%

0%

25%

7,3%

 

Pas bij het overzicht van vijf jaar worden er duidelijke keuzes in onderwerpen gemaakt. In Het aanzien van 1965-1970 is er alleen nog maar aandacht voor ‘het koninklijk huis’, ‘rellen/demonstraties’, ‘herdenkingen/openingen’ en ‘politiek’, waarbij veruit de meeste aandacht uitgaat naar de rellen/demonstraties. Op dit punt zie je duidelijk een omslag in aandacht: waar de kranten 5,5 procent van hun binnenlandse foto’s besteedden aan deze categorie, wordt er in het vijf-jarige overzicht 49 procent aan besteed. Dit is de enige categorie, waarbij een significante verandering plaatsvindt.

 

Ook bij de Kroniek van 1960-1969 krijgt de categorie ‘rellen/demonstraties’ 50 procent van de aandacht. Eén bericht gaat over de rellen bij het huwelijk van prins Claus en prinses Beatrix en een tweede bericht gaat over de rellen van de bouwvakkers in juni. Een volgende foto gaat over Het Huwelijk, hetgeen in de categorie ‘koninklijk huis’ valt en de laatste foto gaat over de sluiting van een kolenmijn en dit valt in de categorie ‘allerlei’.

 

De opvallendste daler in dit onderzoek is het percentage van de categorie ‘koninklijk huis’. In de geschiedenisboeken is dit namelijk gezakt naar 3,7 procent, terwijl dit in de kranten op 23,5 procent lag. Veruit de grootste categorie in de geschiedenisboeken is ‘rellen/demonstraties’ met 64,7 procent van alle foto’s. Daarna volgt ‘politiek’ met 18,3 procent. De laatste twee categoriën zijn ‘sport’ met 7,7 procent en ‘allerlei’ met 7,3 procent. [92]

Wanneer je dus kijkt naar de onderwerpsverdeling in de geschiedenisboeken en deze afzet tegen de verdeling in kranten, dan zie je dat er in de geschiedschrijving duidelijk een keuze is gemaakt voor foto’s met als onderwerp ‘demonstraties/rellen’. Waarschijnlijk waren de samenstellers van de kranten ‘autoritairder’ ingesteld. Dit blijkt ook wel uit mijn onderzoek, immers de meeste aandacht was er voor koninklijke onderwerpen. In paragraaf 3.5 zal ik dieper ingaan op de rol van de media bij de verslaggeving van Het Huwelijk. Het is echter ook belangrijk om te constateren dat het beeld dat je van 1966 vormt wanneer je naar de foto’s in de geschiedenisboeken kijkt niet overeen komt met het beeld dat je vormt wanneer je naar de foto’s in de kranten kijkt. Dit is dus een antwoord op de deelvraag: Komen de onderwerpen op de foto’s in de geschiedenisboeken overeen met de onderwerpen op de foto’s, die op de voorpagina van de krant staan?

 

 

3.4 Een plaats in geschiedenis

 

Hierboven heb ik de categoriën besproken, waaraan aandacht wordt besteed in de door mij onderzochte bronnen en in het bijzonder in de geschiedenisboeken. Maar welke gebeurtenissen zijn dit? In totaal zijn dit elf onderwerpen, waarbij de trouwerij van Beatrix en ‘het rookbom-incident’, de enige gebeurtenissen zijn, die terugkomen in alle bronnen, behalve in het geschiedenisboek Sprekend verleden.

Vrijwel meteen was het voor de samenstellers van jaaroverzichten duidelijk dat het beeld van de rookbom de geschiedenis inging als hét moment van de provo-beweging. Het NOS jaaroverzicht zegt er het volgende over: ‘Dit was de enige rookwolk die Nederland in het wereldnieuws heeft gebracht’.[93] En het onderschrift in Nederlanders en zijn gezagsdragers 1945-1960 zegt bijna hetzelfde: ‘ (...) Dit beeld ging de hele wereld over.[94]

Om de gebeurtenissen bij Het Huwelijk te verklaren en op een juiste manier in de context van de tijd te plaatsen, bespreek ik in de volgende paragraaf de provo-beweging.

 

 

3.5 De provo-beweging en de rookbom

 

De provo-beweging is in mei 1965 opgericht door Roel van Duijn en Robert Jasper Grootveld. Toen Van Duijn in 1985 een boek schreef over ‘zijn’ provo-beweging, noemde hij het:

“Na de ondergang van de oude anarchistische beweging in de Spaanse Burgeroorlog, een nieuw startschot voor anti-autoritaire actie.” [95]

 

Grootveld voerde al jaren actie tegen de tabaksindustrie en hield elke zaterdagavond op het Spui in Amsterdam een demonstratie rond het ‘Lieverdje’, een standbeeld dat een sigarettenfabrikant aan de gemeente had geschonken. Deze bijeenkomsten groeiden uit tot ‘happenings’ waar steeds meer jongeren op af kwamen. Tegenover ‘de suffe burgermaatschappij’ stelde Provo vrijheid, gelijkheid en creativiteit. Maar Provo wilde vooral ‘deze maatschappij hartgrondig provoceren’.[96] In hun eerste maanblad schreven ze:

 

“PROVO = PROVO, omdat het provo-gedrag in deze maatschappijk voor ons nog het enig aanvaardbare is. (...) Wij staan negatief tegenover kapitalisme, burokratie, militarime (...) Wij staan positief tegenover verzet, vrijheid en kreativiteit. Met andere woorden: wij staan negatief tegenover het positieve, positief tegenover het negatieve.” [97]

 

Dit deden zij door middel van onschuldige middelen onevenredige vergeldingsmaatregelen van de politie uit te lokken om zo de gerechtvaardigheid van hun acties aan te tonen. Daarbij wilden ze de aandacht vestigen op bepaalde zaken door oplossingen voor te stellen die simpel klonken. Een voorbeeld is het ‘witte fietsen plan’. Voorgesteld werd om 20.000 fietsen beschikbaar te stellen zonder slot, zodat iedereen deze kon gebruiken en het auto-gebruik in de binnenstad van Amsterdam zou afnemen. Als voorschot gebruikten de provo’s zelf al witte fietsen, zonder sloten. Maar al snel werden deze door de politie in beslag genomen omdat ze ‘uitnodigden tot diefstal’.[98]

Ondanks het mislukken van het ‘witte fietsen plan’ kregen de provo’s wel veel aandacht in de media, met als gevolg dat de wekelijkse ‘happenings’ steeds meer jongeren uit het hele land aantrokken. De acties namen toe, met als hoogtepunt het huwelijk van prinses Beatrix en prins Claus. Tien Maart 1966 moest de ‘dag van de anarchie’ worden en gewapend met rookbommen gingen de provo’s op straat actievoeren. Op verschillende plekken in de stad kwam het tot gevechten met de politie. Veel provo’s probeerden hun rookbommen naar de stoet met de Gouden Koets te gooien, maar de meeste jongeren werden gearresteerd voordat ze het lontje konden aansteken. Ook de actie van een jongen om door een tape-recorder fragmenten uit toespraken van Hitler en Wilhelmina te laten horen, mislukte. Echter, op de Raadhuisstraat lukte het een aantal provo’s toch om een paar rookbommen naar de stoet te gooien, waaronder ‘de’ beroemde rookbom. Van Duijn zegt in zijn boek over de gooiers, dat ‘zij voor de meest fotogenieke bom zorgden.’(zie foto 3.1) [99]

 

Foto 3.1 Een rookbom ontploft achter de Gouden Koets tijdens de rijtoer bij het huwelijk tussen prins Claus en prinses Beatrix in Amsterdam, 10 maart 1966

Fotograaf: Onbekend (ANP-foto)

Gepubliceerd: NRC Handelsblad, Het aanzien van 1965 – 1970, De kroniek van onze eeuw 1960 – 1969, Kroniek van de 20ste eeuw, Nederlanders en hun gezagsdragers 1950 – 1990

 

 

De twee gooiers werden gearresteerd en veroordeeld tot één maand cel, wegens het overtreden van de Vuurwerkwet.

 

Provo en de media

Al in 1966 probeerden wetenschappers de opkomst van de provo-beweging te verklaren. Op 17 december 1966 organiseerde de Nederlandse Sociologische Vereniging een conferentie, met als titel Lastig Amsterdam. De deelnemers aan deze conferentie probeerden verklaringen te zoeken waarom de provo-beweging opkwam en waarom deze in Amsterdam ontstond. Wat betreft het laatste, zegt prof.dr. J.E. Ellemers dat Amsterdam al lang een radicaal klimaat heeft, waarvan de februaristaking in 1941 en politieke stakingen na de Tweede Wereldoorlog voorbeelden zijn.[100] Dit klopt ook wel wanneer je de jongeren-bewegingen in andere steden bekijkt. In Rotterdam bijvoorbeeld was de provo-beweging lang niet zo actief. Alhoewel ze wel regelmatig happenings organiseerden bij het beeldje ‘Fikkie’ op de Westersingel, was de opkomst nooit erg groot.[101]

Ellemers geeft een aantal oorzaken voor het ontstaan van de provo-beweging: de ontzuiling, secularisering en de oude politieke structuur. Daarnaast waren er een aantal versnellende factoren, zoals het politieoptreden tijdens de happenings, het anti-Vietnam sentiment, en het koninklijke huwelijk.[102] Maar ook de media speelden een cruciale rol. Volgens drs. A. Nuis hadden de provo’s een duidelijke ideologische achtergrond, maar de pers zou alleen aandacht hebben voor het politie-geweld of voor de acties waar provo’s geweld of vandalisme toepasten. Grotendeels stelde de pers zich achter de gevestigde autoriteiten.[103] Dit was ook een frustratie van Van Duin. In zijn boek schreef hij over het verslag van een happening op 7 augustus 1965:

‘De kranteverslagen van de volgende maandag waren kenmerkend voor hun slaafse berichtgeving als het politiezaken geldt. De Telegraaf had een bedrieglijk foto (...) op de voorpagina. (...) Onder de kop ‘Provo’s in de aanval’ verzint Nederlands anti-provotariese dagblad dat we met witte fietsen gooiden.’ [104]

 

Uit mijn onderzoek blijkt dat de berichtgeving rond de rellen tijdens het huwelijk beperkt bleef tot één foto in de NRC. Het Algemeen Dagblad besteedde er helemaal geen aandacht aan, afgezien van een klein artikel op pagina 11. De aandacht in de kranten ging hoofdzakelijk naar de huwelijksceremonie. De reden hiervoor zal gezocht moeten worden in de hierboven vermelde opmerking van Nuis dat de pers zich voornamelijk achter de autoriteiten schaarde. Dit komt overeen met de resultaten van het onderzoek van de Utrechtse historicus Niek Pas. In zijn boek Imaazje – De verbeelding van Provo 1965 – 1967 heeft hij onder andere gekeken naar de berichtgeving van de rellen rond Het Huwelijk waarbij met name het televisieverslag hem opviel. De camera’s stonden op vaste plekken zodat niet om de rookbommen heen gefilmd kon worden. Dit tot groot verdriet van de regisseur en verslaggever. Deze laatste zei bij de zoveelste rookvlaag: ‘Nogmaals, veel commentaar op het werpen van die bommen willen we in het kader van deze uitzending niet geven’.[105] Na afloop van de televisieuitzending verklaarde de regisseur dat hij de beelden ‘niet essentieel’ en ‘niet representatief’ vond en de voorzitter van de NTS sprak van ‘kwajongenswerk, dat niet in de uitzending paste’.[106] Hieruit blijkt dat de televisiemakers liever niets hadden laten zien van de rellen. Dit geldt ook voor de Amsterdamse hoofdcommissaris van politie, die op een persconferentie aan het einde van de dag verklaarde dat ‘incindenten van betekenis zich niet hadden voorgedaan.’[107] Deze houding ten opzichte van de rellen is dus ook duidelijk terug te zien bij de verslaggeving door Algemeen Dagblad en in mindere mate door de NRC.

In Het aanzien van 1966 is echter al duidelijk dat de rellen belangrijker worden geacht. Van de vier pagina’s die aan Het Huwelijk worden besteed, wordt één pagina volledig in beslag genomen door een foto van de Gouden Koets met op de voorgrond de rook van een ontplofte rookbom.

 

De foto’s die we later terug zullen zien in de jaaroverzichten en die de NRC wel publiceerde, waren foto’s van het persbureau ANP. Destijd waren alle kranten geabonneerd op deze dienst en waarschijnlijk had het Algemeen Dagblad de foto dus wel. Waarom was er dan niet meteen veel aandacht voor ‘het rookbom-incident’?

Allereerst moet duidelijk zijn dat provo een jongeren-beweging was. Bij ouderen in de steden en buiten de randstad was weinig begrip voor de acties. Vooral de ouderen konden niet begrijpen dat juist in een land met ongekende welvaart, sociale zekerheid en vrede, nu ontevredenheid en opstandigheid de boventoon voerden. Daarbij moet ook niet vergeten worden dat veruit het grootste deel van de bevolking erg oranje-gezind was. Dit zou je ook kunnen concluderen uit de aandacht die de kranten hebben voor de activiteiten van het koninklijk huis en de bovenstaande opmerkingen van de televisiecommentator, regisseur en hoofd-commissaris van de politie.[108]

 

Toch kwam er de weken na de huwelijkvoltrekking veel kritiek op het politie-optreden, omdat vaak ook onschuldige voorbijgangers door de agenten werden geslagen. Burgemeester Van Hall van Amsterdam liet daarom de achtergronden van de rellen tijdens het huwelijk onderzoeken. Na de rellen van bouwvakkers op 13 en 14 juni kreeg de Amsterdamse politie wederom veel kritiek, waarop de hoofdcommissaris moest vertrekken. Mede vanwege deze aandacht en de politieke consequenties werd langzaam aan duidelijk dat ‘het rookbom-incident’ belangrijker en symbolischer was dan het in eerste instantie was beoordeeld. Daarbij nam de oranje-gezindheid van de bevolking af, waardoor er in de jaren na 1966 langzaam een vorm van ‘respect’ voor de rookbomactie van de provo’s is gekomen, hetgeen zich wellicht vertaalde in een romantisering van de actiegroep.

 

Zodoende zien we ‘de rookbomfoto’ dus wel terug in de jaaroverzichten en geschiedenisboeken, terwijl de kranten in eerste instantie weinig aandacht hadden voor het incident. Zoals zojuist vermeld hadden de samenstellers van de jaaroverzichten de foto via het ANP verkregen. Opmerkelijk is hoe de samensteller van De kroniek van onze eeuw 1960 – 1969 aan de foto is gekomen:

“In de Duitse versie (red.: van de ‘Kroniek van onze eeuw 1960 – 1969’) zat het huwelijk van prinses Beatrix en Claus als onderwerp. Wij hebben dat onderwerp wel uitgebreider behandeld, maar de Duitse versie had ook de rookbomfoto van het ANP gepubliceerd. Die konden wij dus gewoon weer van hun gebruiken.” [109]

 

Kortom, het feit dat het beeld van de rookbom de wereld over ging, zoals de NOS commentator in zijn inleiding van het jaarverslag vermeldt, klopt inderdaad.[110]

 

De samensteller van de Kroniek van de 20ste eeuw heeft het beeld waarschijnlijk uit andere overzichtswerken en de maker van Nederlanders en hun gezagsdragers 1945-1990 heeft de foto in een ander geschiedenisboek gezien, namelijk Sporen voor de derde klas van de Mavo, Havo en Vwo.[111]

 

Sensatiepers

Het enige door mij onderzochte boek dat de ‘rookbomfoto’ niet heeft gepubliceerd is het schoolboek Sprekend verleden. Wel is hier een andere foto van provo’s in opgenomen. De samensteller Leo Dalhuisen zegt hierover dat hij een foto over provo’s wilde plaatsen en deze foto duidelijk moest verbeelden wat de provo’s wilden. De rookbomfoto zou het volgens hem alleen maar goed doen in de sensatiepers.[112] Omdat de rookbomfoto wel in de andere onderzochte boeken is gepubliceerd is dit een opmerkelijke uitspraak. Wellicht dat de leeftijd van de heer Dalhuisen dit kan verklaren. Van alle besproken personen was hij namelijk de oudste en één van de weinige die de rellen rond het huwelijk als ouder persoon heeft meegemaakt. Zijn uitspraak dat hij geen foto’s wilde afdrukken die ‘het goed zouden doen in de sensatiepers’ komen enigszins overeen met de opmerkingen die de televisieverslaggever, regisseur en politie-commissaris plaatsten. Wellicht dat zijn achtergrond een belangrijke rol speelt in zijn overweging. De andere makers romantiseren waarschijnlijk de provo-beweging tot op een bepaalde hoogte terwijl Dalhuisen de mening van de tijd is toegedaan.

 

Unieke icoonfoto

Er bestaan een aantal verschillende foto’s van de ontplofte rookbommen tijdens de rijtour van de Gouden Koets. In de door mij onderzochte bronnen is overal dezelfde foto opgenomen, behalve in Het aanzien van 1966. Deze foto is uit een andere hoek genomen maar de gebeurtenis is precies hetzelfde. Omdat plaats en tijdstip hetzelfde was, kunnen de foto’s van de ontplofte rookbom later uitgroeien tot unieke icoonbeelden. De provobeweging realiseerde zich dat de media-aandacht enorm toenam door een relatief onschuldige rookbom en zodoende wordt de actie nog veel vaker herhaald; verschillende keren op prinsjesdag maar ook bij het huwelijk van prinses Margriet. Desondanks geldt het beeld van de rookbom achter de Gouden Koets als hét beeld van de provo-beweging en ‘de onrustige jaren zestig’. Alhoewel ik in dit onderzoek geen uitspraak wil doen of een foto terecht of onterecht een icoonfoto is, is duidelijk dat dit beeld een unieke icoonfoto is.

 

 

3.6 Makkelijk te verklaren

 

Wanneer we naar de andere gebeurtenissen in de geschiedenisboeken kijken, valt een aantal zaken op. Allereerst Kees Verkerk die samen met Ard Schenk praktisch alles won op het Wereldkampioenschap schaatsen in Götenburg. Een foto hiervan stond op de voorpagina van de NRC en was opgenomen in Het aanzien van 1966. Vervolgens heeft alleen de Kroniek van de 20ste eeuw een ANP foto hierover gepubliceerd. Echter, geen enkel geschiedenisschoolboek heeft de gebeurtenis gepubliceerd. De reden dat de Kroniek er wel aandacht aan besteedt, heeft puur te maken met de opzet van het boek: de belangrijkste onderwerpen hierin waren sport, politiek, rampen en af en toe cultuur.[113] Daarom is het bericht Honderdste derby der Lage Landen over de voetbalwedstrijd tussen België en Nederland wel in de kroniek opgenomen. Evenals het bericht dat de makers van het televisieprogramma ´Zo is het´ ermee stopten. De kroniek is het enige boek dat hier aandacht aan besteedt. Zelfs het Algemeen Dagblad en de NRC hebben dit niet op hun voorpagina gepubliceerd. Blijkbaar vonden de samenstellers van de Kroniek van de 20ste eeuw deze gebeurtenissen zo belangrijk, dat het opgenomen werd in het eeuwwerk, terwijl geen van de andere door mij onderzochte bronnen deze gebeurtenissen hebben opgenomen. Ook dit is te verklaren uit de vereiste onderwerpssamenstelling van de kroniek.

Berichten over de actie voor hongerend India hebben wel veel aandacht gekregen. Zowel het AD als de NRC, maar ook Het aanzien van 1966 besteedde er aandacht aan. Vervolgens zien we het pas weer terug in de Kroniek van de 20ste eeuw maar het komt niet terug in de andere geschiedenisboeken. De reden hiervoor is dat er na deze actie nog meer hulpacties zijn gekomen en deze gebeurtenis waarschijnlijk niet uniek geacht.

Tot zover de gebeurtenissen, die een plek in de geschiedenis hebben gekregen, en waarvan deze plek relatief eenvoudig is te verklaren. In de volgende twee paragrafen sta ik stil bij de foto´s van twee gebeurtenissen, waarvan deze verklaring minder makkelijk is.

 

 

3.7 Foto´s rellen

 

Allereerst zijn er de beelden van de rellen bij de demonstratie van bouwvakkers in Amsterdam, half juni. Alle bronnen behalve de kroniek over tien jaar en de schoolboeken besteden hier aandacht aan. Daar staat tegenover dat alle bronnen verschillende foto’s gebruiken. De NRC plaatste bijvoorbeeld op 14 juni een foto van een brandende barricade, terwijl het Algemeen Dagblad op 15 juni een foto plaatste van een gewonde actievoerder. Het aanzien van 1966 plaatst een drietal foto’s: van de Mobiele Eenheid, een actievoerder die een brandbom gooit, en rookbom die zojuist is afgegaan. Het aanzien van 1965 – 1970 plaatste weer andere foto’s, namelijk een brandende auto en juichende actievoerder, terwijl de Kroniek van de 20ste eeuw een foto afdrukt van een in de brand gestoken expeditiewagen van de Telegraaf (zie foto 3.5 – 3.7)[114] Kortom, geen van de foto’s is de zelfde. In de terminologie van Perlmutter betekent dit dat er geen unieke icoonfoto van deze gebeurtenissen zou kunnen ontstaan. Het feit dat er juist een aantal verschillende foto’s zijn van dezelfde gebeurtenis, duidt er op dat er wel een algemene icoonfoto zou kunnen ontstaan. De foto’s zijn immers verschillend maar de gebeurtenis is hetzelfde.[115]

Foto 3.5 Een actievoerende arbeider gooit een rookbom naar de politie tijdens de rellen in Amsterdam op 14 en 15 juni 1966 in Amsterdam

Fotograaf: Onbekend

Gepubliceerd: Het aanzien van 1966

 

 

Foto 3.6 Een in brand gestoken expeditiebus van de Telegraaf tijdens de rellen van 14 en 15 juni in Amsterdam.

Fotograaf: Onbekend (ANEFO)

Gepubliceerd: De Kroniek van de 20ste eeuw

 

 

Foto 3.7 Actievoerende arbeiders tijdens de rellen in Amsterdam van 14 en 15 juni 1966

Fotograaf: Onbekend (ANEFO)

Gepubliceerd: Het aanzien van 1965 - 1970

 

Dit is anders bij de rellen bij de opening van een foto-tentoonstelling over het politie-optreden tijdens het huwelijk van prinses Beatrix en prins Claus. Fotopersbureau ANEFO heeft één van de weinige beelden van deze gebeurtenis gedistribueerd. Hierop is te zien hoe een agent boos wegloopt nadat zijn pet is afgepakt terwijl een jouwende menigte achter hem loopt (zie foto 3.3)[116] Deze foto staat de maandag na de gebeurtenis op zowel de voorpagina van het Algemeen Dagblad als ook de NRC. Ook Het aanzien van 1966, en Het aanzien van 1965-1970 plaatsten de foto. Vervolgens komt hetzelfde beeld weer terug in het geschiedenisboek Nederlanders en hun gezagsdragers 1965-1970. In tegenstelling tot de foto’s van de rellen in juni, kan dit beeld wel een unieke icoonfoto worden genoemd.

 

Foto 3.3 Jongeren jouwen een agent uit, nadat ze eerst zijn pet hebben afgepakt. Dit incident deed zich voor op 17 maart bij de opening van een fototentoonstelling omtrent het optreden van de politie tijdens het koninklijk huwelijk.

Fotograaf: Onbekend (ANEFO)

Gepubliceerd: Algemeen Dagblad, NRC Handelsblad, Het aanzien van 1966, Het aanzien van 1965 – 1970, Nederlanders en hun gezagsdrager 1950 – 1990

 

Het is opmerkelijk dat in de laatste bron de foto wordt los gekoppeld van de gebeurtenis. Het onderschrift vermeldt: ‘Amsterdam 1966. Jongeren dagen een agent uit die zojuist zijn pet is kwijtgeraakt’.[117] In de tekst wordt ook nergens de gebeurtenis vermeldt. Op dit punt is deze foto dus al een symbool van de jaren zestig geworden. Uit een gesprek met de samensteller van het boek bleek dat hij wel wist dat deze foto genomen was bij het rumoer rond de opening. Hij had de foto gezien in het geschiedenisboek Sporen voor de derde klas van de Mavo, Havo en VWO.[118] Over de keuze voor foto’s zegt de samensteller, Marcel van Riessen, het volgende:

‘Uiteraard moeten de afbeeldingen goed aansluiten bij de tekst. Ik bedoel dat niet in de zin van ‘plaatjes die bij de tekst passen’; ik bedoel dat de afbeelding iets aan de tekst moet toevoegen, iets moet verhelderen, verbeelden. In een aantal gevallen kan door het beeld een stukje tekst achterwege gelaten worden; het beeld bevat, al dan niet met bijschrift, het verhaal dat verteld moet worden.’ [119]

 

Dit klopt ook wanneer je de laatste regels van het hoofdstuk Een protestgeneratie leest in Van Riessens boek:

‘Actievoeren was (...) vanzelfsprekend geworden. Het gezag hoorde je per definitie te wantrouwen. De generatie die toen opgroeide hield er een eigen naam aan over: de protestgeneratie. ’ [120]

 

Kortom, alhoewel ik in dit onderzoek niet wil aantonen welke foto’s een icoonstatus hebben gekregen, maar welke foto’s dit kunnen krijgen, wil ik toch vaststellen dat net als de rookbomfoto, deze foto inmiddels een uniek icoon is geworden. Het feit dat Van Riessen besloten heeft deze foto uit z’n context te halen en als illustratie voor het rumoer in de jaren zestig gebruikt, bewijst deze conclusie.

 

 

3.8 Nacht van Schmelzer

 

Een andere gebeurtenis waar ik langer bij stil wil staan, is de val van het kabinet-Cals op 14 oktober. Op de derde dag van de algemene beschouwingen diende de fractieleider van de Katholieke Volkspartij (K.V.P.) Schmelzer een kritische motie in tegen het economische beleid van de regering, waar ‘zijn’ K.V.P ook deel van uitmaakte. Volgens Schmelzer mocht de motie niet worden gezien als een uiting van gebrek aan vertrouwen in het kabinet. Maar toen de motie werd aangenomen, zeiden premier Cals en de woordvoerders van de overige regeringspartijen er moeilijk iets anders in te kunnen lezen en dus besloot het kabinet om op te stappen. Waarom diende Schmelzer deze motie eigenlijk in? Professor dr. I. Schöffer hield in 1986 een rede in Leiden over ‘de Nacht van Schmelzer’ met als titel Wie flauwvalt, valle flauw.[121] Volgens hem ging het Schmelzer niet om persoonlijke prestige, maar om principiëlere zaken. Immers, de val van het kabinet zou in de toekomst zeker stemmen kosten en dat realiseerden Schmelzers fractiegenoten zich ook maar al te goed. Toch stemden zij ook met de motie in. Volgens Schöffer is de echte reden het zwakke economische-beleid, dat door de regering-Cals werd gevoerd. Met name de PvdA-minister A. Vondeling zou niet capabel genoeg zijn.[122] Tijdens de formatie wilde Vondeling eigenlijk minister van Buitenlandse Zaken worden, maar de K.V.P’er Luns wilde deze post niet afstaan. Ondanks deze kleine discussie, leek het een goed en stabiel kabinet te zijn, maar al snel kwam er kritiek. Het kabinet besloot om het huwelijk van prinses Beatrix en prins Claus gewoon in het rumoerige Amsterdam te laten plaatsvinden, ondanks de vele kritiek die van tevoren op dit besluit was geuit. Verder bleek Vondeling niet zo’n goede minister. De door hem voorgestelde belastingverhogingen en de salarisverhogingen voor de leden van het koninklijk huis vielen bij zijn partijgenoten in slechte aarde. Tijdens de Algemene Beschouwingen beweerde Vondeling dat zijn opvolger in een ‘gespreid bedje’ zou komen. Schmelzer merkte echter op dat er in de begroting voor 1967 een extra tekort van 300 miljoen was geslopen. Dit alles was reden genoeg voor Schmelzer om de motie in te dienen en voor zijn fractieleden was dit genoeg om hun fractieleider te volgen en voor de motie te stemmen met als gevolg dat het kabinet opstapte.

 

Verslaggeving

Zowel het Algemeen Dagblad als de NRC konden de val van het kabinet niet melden op hun voorpagina omdat dit pas laat in de nacht gebeurde. De NRC heeft als kop op 14 oktober ´Motie van Schmelzer leidt tot schorsing beraadslagingen´, echter de uitkomst hiervan wordt niet vermeld. Het AD opent met ´K.V.P. bleef vol twijfel´. Beide kranten hebben een verschillende foto van een debatterende Cals op de voorpagina geplaatst. Opvallend is echter dat beide kranten het helemaal niet hebben over ´De nacht van Schmelzer´, zoals tegenwoordig de oorzaak van de val van het kabinet ook wel genoemd wordt. Het Aanzien van 1966 en Het aanzien van 1965-1970 hebben de val van het kabinet helemaal niet opgenomen. In mijn onderzoek kom ik de term pas tegen in De kroniek van de 20ste eeuw. Opvallend is wel dat van de vele foto´s die er van het debat zijn, zowel De kroniek van de 20ste eeuw als Nederlanders en hun gezagsdragers, dezelfde foto hebben gekozen om de Nacht van Schmelzer te illustreren. Op de foto staat premier Cals die de kamer te woord staat (zie foto 3.4)[123] Van Riessen, de samensteller van Nederlanders en hun gezagsdragers heeft deze foto uit Een eeuw in beeld. Dit is een populaire publicatie met een fotoselectie van het wereldnieuws, verschenen in 2000.[124]

Foto 3.4 Een debatterende premier Cals tijdens de Nacht van Schmelzer op 14 oktober 1966

Fotograaf: Onbekend (ANP)

Gepubliceerd: Kroniek van de 20ste eeuw, Nederlanders en hun gezagsdragers 1950 - 1990

Impact gebeurtenis

Een interessante vraag naar aanleiding van de uitkomsten van mijn onderzoek is hoe het nu komt dat deze gebeurtenis in eerste instantie niet zo´n indruk heeft gemaakt en dus niet is opgenomen in de bovenstaande publicaties.

 

Dit heeft te maken met de polariserende tendens in de politiek, die pas later zichtbaar werd, maar welke al wel aanwezig was. ‘De Nacht van Schmelzer’ heeft deze polarisatie uiteindelijk alleen maar versneld. Net als bij de opkomst van de provo’s spelen de media hier een belangrijke rol bij. Allereerst besteedde de televisie steeds meer aandacht aan de politiek, zo ook bij de algemene beschouwingen van 1966.[125] Alleen waren de financiële beschouwingen voor de meeste kijkers waarschijnlijk niet goed te begrijpen. Des te belangrijker werd de indruk van de hoofdpersonen, waarbij vooral Schmelzer er niet goed van af kwam. De Volkskrant, die destijds de spreekbuis was van de K.V.P was ook kritisch over de hele gebeurtenis en cabaretier Wim Kan noemde Schmelzer vlak na de val van het kabinet een ‘glad teckeltje met een dikke kluif in de bek’.[126]

 

Na de val van het kabinet kwam er een interim-kabinet en in 1967 waren er nieuwe verkiezingen. Zoals verwacht verloor de K.V.P maar ook de PvdA verloor zetels en dát was niet verwacht. Daarentegen wonnen de Boerenpartij en de nieuwe partij D’66, die vlak voor ‘de Nacht van Schmelzer’ was opgericht uit onvrede over de traditionele politiek. Deze onvrede laat zich het best verklaren uit het gat dat ondertussen was ontstaan tussen kiezer en gekozene. In Amsterdam maakten jongeren de stad praktisch onbestuurbaar, terwijl de politici ondertussen alleen nog maar praatten over de financieel-economische problemen. Toen de traditionele partijen de financiën ook nog eens inzet maakten van de verkiezingen, stemden een deel van de kiezer op de partijen die zich daar helemaal niet mee bezig hielden.

 

Ondanks het verlies van de PvdA bij de verkiezingen was er binnen de partij al wel een stroming op gang gekomen, die tegen de traditionele politici ageerde. Deze linkse leden richtten al voor ‘de Nacht van Schmelzer’, de pressiegroep ‘Nieuw Links’ op. Deze groep vond dat de PvdA nooit met de in hun ogen ‘rechtse’ K.V.P. had mogen regeren. Na de val van het kabinet Cals groeide de populariteit van ‘Nieuw Links’, omdat de partij verbitterd was over de ‘onbetrouwbare’ K.V.P. Vanaf dit moment nam de polarisatie in de politiek alleen nog maar toe. In 1969 besloot het PvdA congres zelfs dat regeren met de K.V.P uitgesloten was.

 

Kortom, na ‘de Nacht van Schmelzer’ werd er in de politiek een tendens zichtbaar, waarbij linkse nieuwelingen gingen ageren tegen de traditionele politici. De oprichting van D’66 en de Nieuw Links- stroming binnen de PvdA zijn hier voorbeelden van. Ook al was de Boerenpartij niet een linkse partij, toch ageerde ook deze partij tegen de bestaande politiek. Na de Nacht van Schmelzer werden deze tendensen pas zichtbaar en erkend, alhoewel ze al voor de val van het kabinet aanwezig waren. Immers, de partijen waren al voor de Nacht van Schmelzer opgericht. Deze nacht is dus eigenlijk het schakelpunt geweest van een traditionele politiek naar een meer polariserende politiek. Omdat dit proces pas later duidelijk wordt, is het niet verwonderlijk dat het Algemeen Dagblad, de NRC, Het aanzien van 1966, Het aanzien van 1965-1970 en De kroniek van 1960-1969 de Nacht van Schmelzer helemaal niet vermelden.

 

Voor mijn onderzoek, is het belangrijk vast te stellen dat er niet een passende foto is van deze gebeurtenis. Alhoewel het debat wel live op televisie werd uitgezonden, konden destijds nog geen foto’s van televisiebeelden worden afgedrukt. Mede daarom zien we in latere publicaties wel foto’s van de debatten maar niet in kranten en jaarboeken.

 

 

3.9 Conclusie

 

In deze conclusie kom ik kort terug op hetgeen ik in dit hoofdstuk besproken heb. Tevens zal ik dan puntsgewijs stilstaan bij de deelvragen, zoals ik deze heb geformuleerd in de inleiding.

 

Twee soorten icoonfoto’s

Van het jaar 1966 komt slechts één beeld in praktisch alle bronnen voor en dat is de foto van de rookbom achter de Gouden Koets. We kunnen dus concluderen dat dit beeld een plek heeft gekregen in de vaderlandse geschiedenis en een unieke icoonfoto is geworden. Maar welke connotatie hebben mensen met dit beeld? Wanneer mensen nu naar deze foto kijken, weet men in het algemeen wel dat dit gebeurde tijdens de trouwerij van prinses Beatrix. Tegelijkertijd wordt het beeld ook gebruikt als hoogtepunt van de provo-beweging. Wanneer je kijkt naar de resultaten van mijn onderzoek dan kun je deze gegevens koppelen. Immers 64,7 procent van alle onderwerpen in de geschiedenisboeken gaan over ´demonstraties/rellen´. Kortom, volgens de geschiedschrijving zijn ’demonstraties/rellen’ de belangrijkste gebeurtenissen in Nederland in 1966, met als hoogtepunt ‘het rookbom-incident’. Echter, dit is terugkijkend op het jaar 1966 vastgesteld want de berichtgeving gedurende dat jaar in de kranten geeft een veel gemêleerder beeld. Overigens werd de rookbomfoto niet meteen beoordeeld als uniek beeld. De NRC drukte de foto maar klein af en het Algemeen Dagblad drukte het helemaal niet af. Dat neemt niet weg dat het NOS jaaroverzicht en Het aanzien van 1966 de waarde van het beeld al belangrijker inschatten en het een prominente plaats gaven in hun uitzending dan wel publicatie.

 

Naast de ‘rookbom-foto’ is ook de foto van een agent, die zijn pet kwijtraakte bij de opening van een fototentoonstelling, belangrijk. Deze foto is in het geschiedenisboek Nederlanders en hun gezagsdragers een symbool– of icoonfoto geworden. Overigens is zowel deze foto, en die van ‘rookbom-incident’ verspreid door het fotopersbureau ANEFO. Beide foto’s kunnen dus unieke icoonbeelden worden. Het feit dat Van Riessen de foto van de agent die zijn pet kwijt is, al uit diens oorspronkelijke context haalt, duidt erop dat deze foto al een dergelijke status heeft gekregen.

 

Foto’s van de demonstrerende arbeiders in Amsterdam kunnen echter geen unieke icoonbeelden worden. Alle door mij onderzochte publicaties hebben immers verschillende foto’s geplaatst. Plaats en tijdstip verschillen en dus zijn ook de afbeeldingen verschillend. Deze foto’s zijn dus algemene icoonbeelden geworden.

 

Tenslotte wil ik stilstaan bij ‘de Nacht van Schmelzer’. Tegenwoordig staat deze gebeurtenis model voor een schakelpunt in de politiek. Het verschil met ‘het rookbom-incident’ is echter, dat het visuele aspect geen rol speelt in de beeldvorming rond deze gebeurtenis. In dit geval is het juist de gebeurtenis die een tendens teweeg bracht. In het geval van ‘het rookbom incident’ is het juist een foto, die een tendens weergeeft.

 

Beeld kranten versus geschiedenisboeken

Zoals ik al in paragraaf 3.3 beschreef, is er in de geschiedschrijving een duidelijke keuze gemaakt voor foto’s die als onderwerp ‘demonstraties/rellen’ had. In de kranten kreeg deze categorie 5,5 procent van alle aandacht; in de geschiedenisboeken is dit gestegen naar 64,7 procent. Terwijl foto’s met als onderwerp ‘koninklijk huis’ een kwart van de voorpagina’s van de kranten sierden, bestaan de foto’s in de geschiedenisboeken voor nog maar een twintigste deel uit dit soort foto’s. Oorzaken hiervan zijn de afgenomen oranjegezindheid en een romantisering van de provo-beweging.

 

Persoonlijke redenen

Zoals ik heb beschreven heeft het wel of niet plaatsen van de ‘rookbomfoto’ tot menige discussie geleid. De reden dat de samensteller van Sprekend verleden deze foto bestemd vond voor de ‘sensatiepers’ is een voorbeeld dat deze discussie bij bepaalde mensen nog steeds voortleeft, alhoewel van alle samenstellers, Dalhuisen alleen staat in dit argument.

 

Herkomst foto’s

Tenslotte, wil ik nog bekijken waar de makers van de publicaties de besproken foto’s vandaan hebben. Bij Het aanzien van 1966 is dat duidelijk. Aangezien dit één van de eerste Aanzien van is, moeten deze foto’s van de fotopersbureau’s komen, waarop Panorama een abonnement op had. De kroniek van 1960-1970 had de foto al van de Duitse versie van het boek, waarin de rookbomfoto ook was opgenomen. De kroniek van de 20ste eeuw heeft de foto waarschijnlijk uit andere overzichtswerken. De maker van het schoolboek Nederlanders en hun gezagsdragers 1945-1990 heeft de besproken foto’s uit drie overzichtswerken. De ‘rookbomfoto’ en de foto met de agent die zijn pet kwijt is komen uit een ander schoolboek. Het beeld van Cals, die discussieert tijdens de ‘Nacht van Schmelzer’ komt uit een foto-overzichtsboek. Kortom, afgezien van Het aanzien van 1966 hebben de samenstellers van de andere boeken allemaal gekeken naar andere overzichtswerken waar de foto ook in opgenomen was.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[78] Ibidem

[79] Het aanzien van 1966, 5

[80] Zie bijlage 2.2 Onderwerpen op de onderzochte foto’s per bron voor 1966. De onderwerpen in de door mij onderzochte geschiedenisboeken bestaan voor 64,7 procent uit ‘demonstraties/rellen’.

[81] NOS jaaroverzicht 1966, uitgezonden op 31-12-1966

[82] Het aanzien van 1966, 120

[83] Ibidem, 27

[84] ‘Provo-leider: We wilden een rookgordijn leggen’ in Algemeen Dagblad, 11 maart 1966

[85] Het aanzien van 1966, 184

[86] Ibidem, 107

[87] Ibidem, 6

[88] Ibidem, 44

[89] Zie bijlage 2.2 Onderwerpen op de onderzochte foto’s per bron voor 1966

[90] Voor meer informatie over dit verschil zie paragraaf 2.2 van hoofdstuk twee

[91] Zie bijlage 3.1 Verslag gesprek samensteller ‘Het aanzien van’

[92] Voor een schema met deze percentages, zie bijlage 2.2 Onderwerpen op de onderzochte foto’s per bron voor 1966

[93] NOS jaaroverzicht 1966, uitgezonden op 31-12-1966

[94] Nederlanders en hun gezagsdragers 1945-1990, 31

[95] R. Van Duijn, Provo – De geschiedenis van de provotarische beweging 1965-1967, 7

[96] Nederlanders en hun gezagsdragers 1950-1990, 30

[97] Van Duijn, Provo – De geschiedenis van de provotarische beweging 1965-1967, 29

[98] R. Van Duijn, Provo – De geschiedenis van de provotarische beweging 1965-1967, 46

[99] Ibidem, 118 en zie foto 3.1 in fotobijlage 1.1 - Hoofdstuk III: 1966

[100]Lastig Amsterdam’, Bijlage bij de ‘Mededelingen van de Nederlandse Sociologische Vereniging’, 48

[101] Het aanzien van 1966, 104

[102]Lastig Amsterdam’, Bijlage bij de ‘Mededelingen van de Nederlandse Sociologische Vereniging’, 50 - 51

[103] Ibidem, 35-36

[104] R. Van Duijn, Provo – De geschiedenis van de provotarische beweging 1965-1967, 48

[105] Citaat in Niek Pas, Imaazje – De verbeelding van Provo 1965 – 1967, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2003, 170

[106] Ibidem, 173

[107] Ibidem

[108] Zoals eerder gezegd besteedde het AD 20 procent en de NRC 27 procent aan berichtgeving per foto over activiteiten van het koninklijk huis.

[109] Zie bijlage 3.2 Verslag gesprek samensteller ‘Kroniek van onze eeuw’

[110] Zie de inleiding van dit hoofdstuk

[111] Zie bijlage 3.4 Verslag gesprek samensteller ‘Nederlanders en hun gezagsdragers 1950 – 1990’

[112] Zie bijlage 3.5 Verslag gesprek samensteller ‘Sprekend Verleden’

[113] zie bijlage 3.3 Verslag gesprek samensteller ‘Kroniek van de 20ste eeuw’

[114] Zie foto’s 3.5, 3.6 en 3.7 in fotobijlage 1.1 – Hoofdstuk III: 1966

[115] Voor meer toelichting over de scheiding tussen algemene icoonfoto’s en unieke icoonfoto’s, zie paragraaf 1.5 van hoofdstuk 1

[116] Zie foto 3.3 in Fotobijlage 1.1 – Hoofdstuk III: 1966

[117] Deze foto staat in het hoofdstuk ‘Een protestgeneratie’ van ‘Nederlanders en hun gezagsdragers 1950 - 1990’, 31

[118] Zie bijlage 3.4 Verslag gesprek samensteller ‘Nederlanders en hun gezagsdragers 1950 – 1990’

[119] Ibidem

[120] Nederlanders en hun gezagsdragers 1950-1990, 31

[121] De titel refereert naar de woorden van de kamervoorzitter die de vergadering op 13 oktober opende met de zin ‘Wie flauw valt, valle flauw’, niet vermoedend dat zeventien uur later het kabinet zou vallen.

[122] I. Schöffer, ‘Wie flauwvalt, valle flauw – De nacht van Schmelzer 13 – 14 oktober 1966’, Rijksuniversiteit Leiden, 1986, 6

[123] Zie foto 3.4 in fotobijlage 1.1 – Hoofdstuk III: 1966

[124] Zie bijlage 3.4 Verslag gesprek samensteller ‘Nederlanders en hun gezagsdragers 1950 – 1990’

[125] Jan Bank, ‘De dramatisering van de nacht van Schmelzer’, 265 – 266

[126] Schöffer, ‘Wie flauwvalt, valle flauw – De nacht van Schmelzer 13 – 14 oktober 1966’, 4

 

De getoonde foto's in deze scriptie dienen als illustratie in een wetenschappelijk werk. Dit is wettelijk toegestaan in het kader van het citaatrecht. Indien de maker en/of rechthebbende echter bezwaar heeft tegen het gebruik, dan kan deze dat kenbaar maken en zullen wij de desbetreffende foto verwijderen.