Het cultuurleven in 19e eeuws Hasselt. Proeve tot een dwarsdoorsnede. (Dries Theuwissen) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
De relatie tussen politiek en cultuur heeft altijd bestaan. De overheid heeft immers altijd de neiging om alles wat zij bestiert, te controleren. Enkel de manier waarop deze verhouding naar buiten treedt, verschilt, net zozeer als de aanpak van de overheid als mecenas of zedenmeester kan verschillen.
Binnen dit seminarie heb ik de opdracht gekozen om deze relatie te onderzoeken in een negentiende eeuwse stad in België. De keuze is op Hasselt gevallen, wat meer een reflexbeweging was dan een weloverwogen beslissing. Hasselt is namelijk, naast Beringen, de dichtstbijzijnde stad van het dorp waar ik woon, Heusden-Zolder. Van jongsaf zou ik dus vertrouwd moeten zijn met haar straten en pleinen, maar de werkelijkheid wil dat deze stad voor mij steeds een grote onbekende is geweest, wat voor een historicus-in-spe toch wel een zekere frustratie vormt. Vermoedelijk heeft deze factor dus een rol gespeeld in de keuze van mijn onderwerp.
Aan een lichte taak had ik mij niet verwacht, maar deze taak is een stuk zwaarder en omvangrijker geworden dan oorspronkelijk de bedoeling was. De neiging om zaken uit te diepen en onduidelijke details op te helderen heeft mij danig parten gespeeld, want dit is enorm tijdrovend en kan zeer frustrerend zijn. In dit onderzoek heb ik mij toegespitst op drie voorname uitingen van cultuur in een stad , i.c. het verenigingsleven, de beeldende kunsten met schrijversactiviteiten en tot slot de scholen, aangezien zij de cultuur doorgeven aan de jongere generatie. Eens een indeling gemaakt, dient men zich er aan te houden en aangezien ik gekozen had om eerst het kader te reconstrueren en mij vervolgens toe te spitsen op een relevant jaar, dreigde deze taak door dit brede uitgangspunt in alle richtingen uit te deinen. Ondanks deze brede visie ben ik ook vaak geconfronteerd met het feit dat geschiedenis zich niet in een keurslijf laat dwingen.
Ik heb dan ook vele moeilijkheden moeten counteren, vaak tot mijn grote ergernis. Gelukkig heb ik ook plezier beleefd aan dit werk, want hoe dieper je je ingraaft en hoe beter je je onderwerp leert kennen, des te beter voel je de historische sensatie wanneer je over het oude Leopoldplein loopt (waar vroeger de kiosk stond) of een archiefstuk ter hand neemt dat recht uit het dagelijks leven komt. Helaas wordt dit gevoel danig gefnuikt wanneer je vandaag de dag door het centrum van Hasselt wandelt. Zoals in de meeste steden wordt ook hier de historiciteit van het stadscentrum commerciëel uitgebuit. Het oude toneelhuis van Maatschappij De Ware Vrienden is omgebouwd tot een winkelgalerij en de oude huizen in het centrum zijn ingepalmd door bedrijven en winkels. Wat overblijft is een woestijn van chique zaken en dure cafés.
Concreet is deze verhandeling in drie delen opgedeeld. In het eerste deel wordt een omschrijving gegeven van hetgeen onderzocht. Daarna wordt in een tweede fase dit theoretische schema toegepast op het negentiende-eeuwse Hasselt, en is dus gestoeld op een brede chronologische basis. Dit is nodig om een reconstructie te maken van het kader waarin het onderzoeksobject zich bevindt. Tegelijk is deze reconstructie ook net gemaakt om het onderzoeksobject te kunnen bepalen. Om te weten welk jaar relevant is om de relatie politiek-cultuur te onderzoeken, moet men immers weten wat er op dat vlak gaande was. In het tweede deel worden de onderzoeksresultaten op vier verschillende manieren doorgelicht. In het derde deel worden tenslotte de resultaten van het bronnenonderzoek concreet gepresenteerd in de vorm van twee kalenders.
Tot slot zou ik graag de mensen van het Stadsarchief, het Rijksarchief en het Provinciaal Documentatiecentrum (alle te Hasselt) willen bedanken voor hun medewerking en interesse. Ik hoop dat deze tocht door het negentiende eeuwse Hasselt de lezer evenzeer zal boeien als mij bij het opstellen ervan.
Dries Theuwissen
februari 2000
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |