‘Governing through Harm Reduction’
een analyse van het schadebeperkend denken
rond drugs en
druggebruik vanuit Vlaams perspectief
David Möbius
Scriptie voorgelegd
voor het behalen van de graad van
Licentiaat in de Criminologische Wetenschappen
Academiejaar: 2005-2006
Katholieke Universiteit Leuven
Promotor: Prof. Dr. Johan
GOETHALS
Correctoren: Prof. Dr. Stephan PARMENTIER & Luc ROBERT
home | lijst scripties | inhoud | volgende |
1. Het tweede Foucault-effect.
2. FOUCAULT, gouvernementaliteit en harm reduction.
Hoofdstuk I: Het Belgische drugbeleid tot 2001
1. Wetgevende initiatieven tot 2001
1.1. De drugwet van 24 februari 1921 voorbij
1.2. Terugkoppeling van de wetgeving naar het beleid.
2. Naar de federale beleidsnota drugs.
2.1. Het nieuwe veiligheidsbeleid vanaf de jaren negentig
2.2. De invloeden van de globalisering
3. Het nieuwe veiligheidsbeleid van de regering VERHOFSTADT I.
3.1. Het federaal regeerakkoord
3.2. Het federaal veiligheids- en detentieplan
4. De Belgische drugwetgeving in verhouding tot de Internationale Verdragen.
4.1. Het juridisch kader inzake drugs van de Verenigde Naties.
4.2. Het juridisch kader inzake drugs van de Raad van Europa.
4.3. Het juridisch kader inzake drugs van de Europese Unie.
4.4. Conclusie bij de Internationale overeenkomsten.
5. Besluit
5.1. Een algemene conclusie van de verschuivingen in het besturen
5.2. De beleidsverschuivingen vanuit gouvernementaliteitsperspectief.
Hoofdstuk II: De opkomst van harm reduction
1. De ontwikkeling van harm reduction binnen het Britse (criminaliteits)beleid.
1.1. De medicalisering van het druggebruik in de jaren twintig tot de jaren zestig
1.2. Van de jaren zestig tot het ‘Merseyside-experiment’ van de jaren tachtig
1.3. De jaren negentig en de dreiging van HIV
1.4. Van de late jaren negentig tot op heden.
2. Het concept harm reduction van nabij bekeken
2.1. De uitgangspunten van harm reduction.
2.2. Wat is druggerelateerde schade?.
2.3. Een definitie voor harm reduction
2.3.1. Kwantitatieve dimensies
2.3.2. Kwalitatieve dimensies
2.4. Harm reduction en ordehandhaving.
3. Besluit
Hoofdstuk III: Harm reduction in de Vlaamse context
1. Harm reduction in Vlaanderen.
1.1. Het Antwerpse drugbeleid als voorbeeld.
1.2. De socialisering van de beveiliging tegen risico’s
1.3. Harm reduction als risicotechnologie
1.4. ‘The death of the social’ in advanced liberalism
2. De Belgische drugwetgeving vanaf 2001
2.1. De federale beleidsnota drugs.
2.2. Harm reduction en de beleidsnota.
2.3. De federale beleidsnota drugs en de bredere sociaal-politieke verschuivingen.
2.4. Concretisering van de drugnota.
2.5. Harm reduction als een vorm van ‘governing through freedom’.
3. Spuitenruil
3.1. De ontwikkeling van spuitenruil.
3.2. Noodzaak en efficiëntie van spuitenruil
3.3. Risicofactoren gerelateerd aan intraveneus druggebruik
4. Spuitenruil in Vlaanderen.
4.1. Ontwikkelingen in Vlaanderen.
4.2. De Medisch-Sociale Opvangcentra.
4.3. Peersupport
4.4. Risicogedragingen bij Vlaamse intraveneuze druggebruikers.
5. Besluit
1. Boeken, artikels en elektronische bronnen.
2. Wetgeving (sensu lato)
SAMENVATTING
Deze eindverhandeling tracht een antwoord te formuleren op de vraag hoe druggebruikers in onze hedendaagse samenleving worden bestuurd en daarenboven zichzelf besturen. Deze vraag zal beantwoord worden met behulp van het door Michel FOUCAULT aangereikte denkkader rond gouvernementaliteit. Er wordt voornamelijk ingegaan op het schadebeperkend denken rond drugs en druggebruik dat heden ten dage aan een stille opmars bezig is binnen het Vlaamse drugveld. Om een Foucauldiaanse analyse van deze beweging te maken hebben we ons voornamelijk gebaseerd op de uitwerking van het concept gouvernementaliteit zoals dat de laatste jaren in talrijke geschriften is gebeurd, in het bijzonder door Pat O’MALLEY en Nikolas ROSE.
Via een analyse van de opmars van de harm reductionbeweging en het Vlaamse en federale drugbeleid – met bijzondere aandacht voor het spuitenruilproject – tonen we aan dat de harm reductionaanpak ervoor heeft gezorgd dat nieuwe gouvernementaliteitstechnologieën zich hebben kunnen doorzetten. Onze hedendaagse samenleving wordt immers gekenmerkt door een proliferatie van praktijken, discoursen en technieken waardoor zelfbestuurcapaciteiten geïnstalleerd worden binnen het vrije individu waardoor ze hun eigen gedragingen overeenstemmen met politieke objectieven. Dit geldt ook voor de druggebruiker die binnen harm reduction wordt genormaliseerd of met andere woorden tot een normaal bestuurssubject wordt gevormd. Dit betekent dat illegaal druggebruik als een ‘self-governing activity’ wordt gezien waarbij de gebruiker vrij kan kiezen uit een veelheid aan veilige gebruiksmogelijkheden die hem aangeboden worden. Om kort te gaan kunnen we dus stellen dat druggebruikers genormaliseerd worden juist omdat ze deelnemen aan een bepaald programma zoals spuitenruil.
home | lijst scripties | inhoud | volgende |