Georganiseerde misdaad in Zuid-Oost-Vlaanderen 1831-1867. (Thomas Schepens).

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

BRONNEN

 

 

1. OVERZICHT VAN DE GEBRUIKTE BRONNEN

 

1.1. Het archief van het Hof van Assisen Oost-Vlaanderen te Oudenaarde (HAOV)

    a.   Register van het Hof van Assisen Oost-Vlaanderen

      b.   Dossiers van het Hof van Assisen Oost-Vlaanderen

*  Dossier nr. 4333: bende Peter Antoon Deheneau en anderen.

*  Dossier nr. 4345: bende Jean Baptiste Debosscher en anderen.

*  Dossier nr. 4365: bende Karel Lodewijk Menschaert en anderen.

*  Dossier nr. 4443: bende Pieter Francis Van den Heede en anderen.

*  Dossier nr. 4596: bende Petrus Quatrus en anderen.

*  Dossier nr. 4723: bende Josephus D’Hoker en anderen.

*  Dossier nr. 4789: bende van Mater

     bende van Elst

*  Dossier nr. 4939: bende Emmanuel Van Wijmeersch en anderen

*  Dossier nr. 5044: bende Jacobus De Smet en anderen.

*  Dossier nr. 5068: bende Casimir Lobyn en anderen.

*  Dossier nr. 5173: bende Charles Louis Colpaert en anderen.

*  Dossier nr. 5182: bende Noé Van de Walle en anderen.

*  Dossier nr. 5209: bende Dominicus van Impe en anderen.

*  Dossier nr. 5227: bende Carolus Ludovicus Deruycke en anderen.

*  Dossier nr. 5267: bende Bernardus De Schrijver en anderen.

*  Dossier nr. 5312: bende Jean Baptiste Premereux en anderen.

*  Dossier nr. 5315: bende Marinus Vande Velde en anderen.

*  Dossier nr. 5331: bende Jean Baptiste Defresnes en anderen.

*  Dossier nr. 5414: bende Petrus Crabbe en anderen.

*  Dossier nr. 5699: bende Pieter Tuypers en anderen.

 

      1.2. De bevolkingsregisters

    a.   register

    b.   gemeenten

*  Wortegem: 1835

 1845

*  Mater: 1847-1857

*  St. Maria-Horebeke: 1846-1856

*  Elst: 1847-1856

*  Nederbrakel: 1847-1866

*  Idegem: 1847-1856

*  Schorisse: 1847-1856

*  Nukerke: 1840

    1847-1856

*  Nederboelare: 1846

*  Geraardsbergen: 1847-1857

*  Ninove: 1847-1862

*  Ophasselt: 1847-1856

*  Michelbeke: 1847-1856

*  Zandbergen: 1847-1856

*  Appelterre: 1847-1856

*  Opbrakel: 1847-1856

*  Everbeek: 1847-1856

*  Deftinge: 1847-1856

*  Erwetegem: 1847-1856

*  Nederhasselt: 1847-1856

*  Nokere: 1847-1856

*  Ruymbeke: 1847-1856

*  St. Goriks-Oudenhove: 1847-1856

*  Ronse: 1847-1856

*  Etikhove: 1847-1856

*  St. Lievens-Esse: 1847-1856

 

1.3. Kranten

        a.   MESSENS, R. Repertorium van de Oostvlaamse pers 1784-1914.  Edition

             Nauwelaerts.  Leuven, 1969, 465 p.

       b.      Overzicht:

*  Annoncenblad van de stad Oudenaerde.

Jaargang: 1832 t/m 1835.

*  Nieuws- en Annoncenblad Oudenaerde.

Jaargang: 1836 t/m 1842.

           1843 t/m 1846.

           1847 t/m 1850.

*  Gazette van Oudenaerde.

Jaargang: 1842 t/m 1846.

           1847 t/m 1849.

           1850 t/m 1854.

*  Zondagblad van Oudenaerde.

Jaargang: 1846 t/m 1859.

*  L’Echo de Renaix.

Jaargang: 1841 t/m 1867.

*  L’Espoir.

Jaargang: 1841 t/m 1850.

*  La Renaissienne.

Jaargang: 1856 t/m 1859.

 

 

2. BRONNENBESPREKING

 

2.1.   Het archief van het hof van assisen Oost-Vlaanderen te Oudenaarde

 

De Napoleontische organisatie van hoven en rechtbanken is tot op heden grotendeels intact gebleven.  Noch de grondwetten van 1815 en 1831, noch de wetten van 4 augustus 1832 en 18 juni 1969 m.b.t. de gerechtelijke organisatie brachten fundamentele wijzigingen aan.  De wet van 10 oktober 1967 die een nieuw gerechtelijk wetboek introduceerde dat van toepassing werd na de grondwetsherziening van 1970, voerde een aantal belangrijke hervormingen door doch tastte de algemene structuur evenmin aan.  Ook de assisenhoven gaan terug tot de gerechtelijke organisatie van de Franse Tijd.[1]

 

Vooreerst moet erop gewezen worden dat voor het archief van het Hof van Assisen van Oost-Vlaanderen geen uitgegeven inventarissen voorhanden zijn, wat de zoektocht naar benden niet vergemakkelijkt.  Er zijn wel lijsten die een bondige notatie van elke zaak bevatten met daarin identiteitsgegevens, een omschrijving van de misdaad en van de straf.  Deze overzichtslijsten hebben een nummer meegekregen die naar de verschillende dossiers refereren.  Hiermee belanden we bij de voornaamste bron van deze licentiaatsverhandeling: de dossiers van het Hof van Assisen die bewaard worden in het Rijksarchief te Beveren-Waas.   Elk dossier bevat:

-    Een inhoudstafel

-    Het proces-verbaal

-    Verklaringen van ooggetuigen en slachtoffers

-    Verhoren van daders en/of medeplichtigen

-    De akte van verwijzing

-    De akte van beschuldiging

-    De jurylijst

-    Aangeslagen stukken en bewijsmateriaal

-    De vragen die aan de juryleden werden voorgelegd

-    Het vonnis van de jury

-    Het arrest en eventuele cassatie-arresten.

 

Buigen we ons nu over de gebruikswaarde van deze bron.  Het gerechtelijk archief en het archief van het hof van assisen in het bijzonder, blijkt alleszins een eersterangsbron op te leveren voor de studie van de criminaliteit en haar sociale achtergronden.  Ook voor de studie van de georganiseerde misdaad is voornoemde archief van uitzonderlijk belang vermits bendevorming op zich in het strafwetboek van 1810 niet als strafbaar werd gesteld, maar slechts één van de vijf bezwarende omstandigheden was bij diefstal.  Bij het nalezen van de  getuigenverhoren verneemt men dan weer details die kunnen bijdragen tot de reconstructie van het dagelijks leven.

 

Naast deze waardering blijft een kritische houding t.o.v. deze bron noodzakelijk.  De gegevens over de daders worden immers door henzelf verstrekt.  Over de slachtoffers vindt men weinig informatie, net als over het optreden van de politiemachten.  Bovendien moet men bedenken dat gerechtelijke bronnen slechts een deel van de werkelijke criminaliteit weergeven.  Zij zeggen immers niets over de misdrijven die niet werden aangegeven bij de gerechtelijke instanties, noch over de misdrijven, die hoewel aan het gerecht bekend, niet worden bestraft omdat de daders niet worden betrapt.  Er is met andere woorden een discrepantie tussen de werkelijke en de geconstateerde criminaliteit.

 

 

   2.2.   Bevolkingsregisters

  

Het decreet van de 19-22 juli 1791 legde aan elke gemeente de verplichting op om bevolkingsregisters bij te houden.  Er diende m.a.w. een permanente naamlijst van de inwoners te worden opgesteld waarin de wijzigingen door geboorte, huwelijk, sterfte en migratie zouden worden opgetekend.  Na de annexatie bij Frankrijk in 1795 werd dit decreet ook van kracht in de Nederlanden.  Er werd echter weinig ondernomen om de uitvoering ervan te garanderen.  Het opstellen en bijhouden van de bevolkingsregisters zou tot en met de telling van 1846 sterk afhangen van de ijver van de lokale uitvoerders.[2]

 

Pas sedert 1846 kan men een beroep doen op systematisch aangelegde en bijgehouden bevolkingsregisters.  Het K.B. van 30 juni 1846 gebood een algemene en gelijktijdige volkstelling die als basis zou dienen voor de bevolkingsregisters die vanaf 1 januari 1847 in elke gemeente zouden worden bijgehouden.  Alvorens over de inhoud en de gebruikswaarde van deze bron uit te wijden, dient men in te gaan op het probleem van de bewaring.  In vele gemeenten zal, wat de jaren vóór 1846 betreft, tevergeefs gezocht worden naar volledig bewaarde bevolkingsregisters.  De registers opgesteld vanaf 1846 werden doorgaans beter bewaard.  De bevolkingsregisters van Zuid-Oost-Vlaanderen bevinden zich in het Rijksarchief te Ronse en worden bewaard op microfilm.

 

Vanaf 1846 bevatten de bevolkingsregisters de volgende gegevens: naam, voornaam, adres, leeftijd, beroep, burgelijke stand, geboorteplaats, datum van intreding, aanduiding van vorige woonplaats, aanduiding van overlijden of uittreding, plaats van nieuwe vestiging en wijziging in burgelijke stand.

 

Deze bron werd voor mijn onderzoek aangewend om persoonlijke gegevens op te sporen of te controleren.  De bevolkingsregisters lieten toe het dadersprofiel verder uit te werken en te vervolledigen.

 

Anderzijds dient er te worden opgemerkt dat de bevolkingsregisters te kort schieten als bron voor de reconstructie van de economische activiteit van de burgers.  Aangezien slechts één beroep per inwoner in het register werd vermeld, gaat deze bron voorbij aan het fenomeen van de cumulatie van beroepsactiviteiten.

 

   2.3.  Kranten

 

Ondanks haar fundamentele rol voor het historisch onderzoek is de pers geruime tijd een onderschatte en vooral verwaarloosde bron geweest.  Gezien het belang van kranten en tijdschriften voor de studie van de negentiende en twintigste eeuw is er langzamerhand toch enige aandacht besteed aan de conservering ervan.  Hele reeksen zijn echter onvolledig gebleven en vele lokale blaadjes zijn verloren gegaan.  Het veelvuldig raadplegen heeft nadelige gevolgen en er is dan ook een tendens om belangrijke reeksen op microfilm vast te leggen.

Het gebruik van kranten is uiteraard afhankelijk van de aard en van de inhoud van de desbetreffende bron.  De inlichtingen die erin gezocht en in vergaard worden evenals de kritiek die erop wordt toegepast, zal verschillen al naargelang het een opinieblad, een sensatiekrant, een damesblad, enz. betreft.  Algemeen kan echter gesteld worden dat kranten door de historicus zullen worden benut als een bron van feitelijke informatie m.b.t. alle facetten van het maatschappelijk leven.  Als dusdanig zal de pers in principe een bijrol vervullen.  De gegevens die zij verschaft vormen in theorie immers het onderwerp van andere specifieke bronnen.  Toch zal een personderzoek dikwijls de moeite lonen wegens de aanvullende en vergelijkende informatie die de pers in vele gevallen verstrekt.

 

Behalve als bron voor feitenmateriaal treedt de pers ook op als opiniërende instantie.[3]  Kranten vormen de spreekbuis voor bepaalde maatschappelijke groepen en kunnen deze groepen zelf beïnvloeden.  De kennis van deze bladen verschaft een beter inzicht in de desbetreffende sociale groepen.

 

Hieronder wordt meer informatie gegeven over de bestudeerde kranten:

 

   *  Annoncenblad van de stad Oudenaerde:

          - liep van 1829 tot 1838.
          - verscheen wekelijks op zondag.
          - a-politiek aankondigingsblad.

    *  Nieuws –en annoncenblad Oudenaerde.

          - liep van 1838 tot 1897.
          - verscheen wekelijks op zondag.
          - liberaal.

    *  Gazette van Oudenaerde.

          - liep van 1835 tot 1856.
          - verscheen wekelijks op zondag.
            2 maal per week vanaf 2/10/1842.
          - liberaal.

   *  Zondagblad van Oudenaerde.

          - liep van 1846 tot 1864.
          - verscheen wekelijks op zondag.
          - katholiek.

   *  La Renaisienne.

          - liep van 1856 tot 1899.
          - verscheen wekelijks op zondag.
          - franstalig, liberaal propagandablad.

   *  L’Echo de Renaix.

          - liep van 1841 tot 1914.
          - verscheen wekelijks op zondag.
          - katholiek.

   *  L’Espoir.

          - liep van 1841 tot 1850.
          - verscheen wekelijks op zondag.
          - liberaal.

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[1] HEYVAERT, S. Twelve men good and true, p.9

[2] WITTE, E. Bronnen voor de studie van de hedendaagse Belgische samenleving, p.18-19.

[3] WITTE, E. bronnen voor de geschiedenis, p.555.