Sociale achtergrond van de Gentse sportverenigingen en hun bestuurders op het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw (1890-1914). (Joachim Derwael) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
Deel III: Overzicht van de Gentse sportverenigingen (archiefinformatie).
In dit deel vindt u een gedetailleerd overzicht van alle archiefinformatie die ik terugvond over de verschillende sportverenigingen. Ik beschrijf in dit deel niet alleen wat ik vond, maar ook hoe ik op zoek ging naar de archieven van de nu nog bestaande clubs. Van de verschillende verenigingen die ik vond in de periode 1890-1914 bestaan er nu nog negen. De clubs worden vermeld volgens alfabetisch gerangschikte sporttak. Op verschillende plaatsen ging ik op zoek naar informatie over de verenigingen. Hieronder ziet u een overzicht van waar ik overal ging neuzen.
In de wegwijzer van de stad Gent vond ik de bestuurslijsten van verschillende, maar niet alle, sportverenigingen die door de stad Gent erkend werden. Hierbij moet opgemerkt worden dat de vermelde bestuurslijsten niet volledig zijn. Dit stelde ik vast toen ik een vergelijking maakte tussen de bestuurslijsten van de verschillende roeiverenigingen uit de wegwijzer en deze die ik haalde uit de jaarverslagen van de Koninklijke Belgische Roeibond. Om dit overzicht op te stellen gebruikte ik enkel de wegwijzers voor de periode 1890-1914.
In het Gentse stadsarchief werd in verschillende fondsen naar informatie gezocht. Het eerste fonds waar ik in grasduinde was 171 W4: "Gilden en maatschappijen: dossiers van de aanvraag tot oprichting van verenigingen, geordend per jaar: 1883-1926". De meeste brieven die ik hier vond, waren bijna allen standaard opgemaakt. Het betrof meestal antwoorden van het Gentse schepencollege op aanvragen tot erkenning van een club of aanvragen van de verenigingen zelf waar het schepencollege een stempel opzette met de vermelding "satisfait le …" of "voldaan…" of "voldaen (sic)…". Bij de meeste antwoorden van het schepencollege zat ook een brief aan "le commissaire en chef" met de vermelding dat de desbetreffende club werd opgericht. Verscheidene brieven bevatten ook een vraag van het politiecommissariaat van de stad Gent om meer informatie te verkrijgen in verband met het lokaal en de voorzitter van de desbetreffende verenigingen. Tussen al deze papieren vond ik een brief van de stad Gent aan de heer L. De Veen. Deze man had een lijst aangevraagd met alle in Gent bestaande verenigingen. Het stadsbestuur antwoordde dat dit niet kon, omdat de meeste clubs niet legaal waren en dat de gekende verenigingen terug te vinden waren in de "Wegwijzer van de stad Gent". Het is dus zo goed als onmogelijk om van alle sporttakken die ik bij mijn onderzoek betrek, alle clubs terug te vinden. Af en toe werd er een bestuurs- of ledenlijst bij de aanvraag toegevoegd. De meeste verenigingen vermeldden ook welke sportactiviteiten ze beoefenden.
Andere informatie in verband met sportclubs vond ik in de fondsen V312 ("Intekening door het schepencollege ter gunste van de Henleyregatten (50 frs.), 1909."), V313 ("Briefwisseling betreffende de organisatie van internationale roeiwedstrijden te Gent, 1910-1935."), V314 ("Briefwisseling betreffende de roeiwedstrijd tussen het Jesus College Cambridge en Gent, 1911."), V315 ("Sportbijeenkomsten van de universiteitsstudenten, 8, 13 en 14 mei 1914.") en V392 ("Vereniging genoemd "Sport Nautique" van Gent, medaille te Henley 1909."). In de andere fondsen werd er niets gevonden.
In de universiteitsbibliotheek ging ik op zoek naar archiefinformatie en uitgegeven bronnen in het fonds Vliegende Bladen, de systematische catalogus en de trefwoordencatalogus van Gent. Ik vermeld niet alleen de informatie die ik vond in het fonds Vliegende Bladen, maar ook waar men in het fonds de informatie kan terugvinden. Het Romeinse cijfer staat voor het deel (I, II, III of IV) waar de papieren zich bevinden, de letter voor de alfabetische rangschikking en het cijfer voor het nummer van de doos.
De negen nu nog bestaande verenigingen werden gevonden aan de hand van een lijst met de sportverenigingen erkend door de stad Gent en via het telefoonboek.
Deze twee sporttakken vermeld ik samen omdat vele voetbalverenigingen zich met atletische sporten bezighielden en vice versa.
De “Association Athlétique la Gantoise”, nu de Koninklijke Atletiek Associatie Gent, is één van de negen nu nog bestaande clubs. De vereniging bestond uit meerdere afdelingen (atletiek, voetbal, wielrennen,...). Ik ga ze hier allemaal tegelijk behandelen. De “Racing Club” en de “Running Club” verstuurden op 10 mei 1890 een brief naar de stad met de mededeling dat ze wilden fuseren tot “Association Atlétique la Gantoise” en men vroeg of de stad de nieuwe vereniging wilde erkennen. De erkenning volgde op 13 mei 1890. De statuten van de club en een ledenlijst zaten bij de aanvraag. Het comité bestond uit Polydore Couvreur (ondervoorzitter, Koestraat 4), Léon Bertrand (ondervoorzitter, Ekkergemstraat), Théophile Dams (secrétaire-général, Sint-Pietersnieuwstraat 9), Georges Lelott (secretaris-schatbewaarder, Brederodestraat 22) en Léon Dams (wedstrijddirecteur, Sint-Pietersnieuwstraat 9). De bestuursleden van deze club worden voor de periode 1897-1900 vermeld in de wegwijzer van de stad Gent. In het fonds Vliegende Bladen komt deze vereniging uitvoerig aan bod in de dozen I A 76, I C 343, I F 61, II V 10 en II G 8. De informatie die ik er vond, bestaat uit programma's van atletiekwedstrijden, reclames voor feestelijkheden en wedstrijden, voorstellingen van bestuur en nieuwe leden, een maandblad van de club (kostprijs 10 centiemen), verslagen van wedstrijden, een uitnodiging voor de gouverneur van Oost-Vlaanderen om een conferentie bij te wonen,... In de systematische catalogus en de trefwoodencatalogus van Gent vond ik de statuten van de vereniging uit 1892, een jaarrapport van de club uit 1896 en een jubileumboek uit 1914, waarin onder andere alle leden vermeld worden.
Hetgeen overgebleven is aan archieven van de club bevindt zich bij de heer Pradel Moreels. De informatie die ik erin vond, is gelijklopend aan deze uit het fonds Vliegende Bladen. Er zaten alleen meer clubbladen in. Daarin werden onder andere telkens de nieuwe leden vermeld. Opvallend is dat dit de enige vereniging is waar ik tussen de leden vrouwen terugvond.
“Atheneum Sporting Club”, een maatschappij voor atletische spelen, vroeg op 3 juli 1907 om erkend te worden door de stad. De erkenning volgde op 16 augustus 1907 (“satisfait le 16 août 1907”). Het clublokaal bevond zich in de “Zaal der notarissen” (Winkelstraat 1). Jules Verscheuren (Bagattenstraat 46) was secretaris en Maurice De Groote (Winkelstraat 1) voorzitter.
Tussen de oprichtingsakten, in het stadsarchief, vond ik twee maal de vereniging “Athlétic Club Gantois” terug, namelijk in het jaar 1889 en 1897. Waarschijnlijk gaat het hier om twee verschillende clubs. De “Athlétic Club Gantois”, met A. Vermeulen als schatbewaarder, werd op 12 december 1889 erkend door de stad. Deze vereniging hield zich bezig met voetbal en loopwedstrijden. Op 4 september 1897 vroeg de andere “Athlétic Club Gantois” aan de stad om erkend te worden. De erkenning volgde op 7 september 1897 (“satisfait le 07/09/1897”). De zetel van deze vereniging bevond zich in het “Taverne Royal” (Koornmarkt 26). Deze club hield zich bezig met voetbal, tennis, cricket, loopwedstrijden,... Het bestuur bestond uit Léon Stevens (voorzitter, Koornmarkt 27), Louis Van Biervliet (ondervoorzitter, Savaanstraat 1), Joseph Goetgeluck (secretaris, Vandeveldestraat 2) en Gustave Terryn (schatbewaarder, Stokerijstraat 93). In het fonds Vliegende Bladen werd deze club enkel teruggevonden in doos I A 99. Men vindt er een uitnodiging voor een zang- en toneelkundige avond georganiseerd door de club.
“Le Biceps” diende een aanvraag tot erkenning door de stad Gent in op 14 april 1900. De erkenning volgde op 18 april 1900 (“satisfait le 18.04.00”). Het clublokaal was gevestigd op de Kraanlei (nr. 103). De club stelde zich tot doel alle atletische sporten te beoefenen. De voorzitter was Colpaert (bakker), de ondervoorzitter Wijckaert (schrijnwerker, Kortrijksestraat), de schrijver A. Verhaegen (electricien, St.-Lievensstraat), de schatbewaarder Robaeys (schilder, Kraanlei), de eerste commissaris J. Tydgat (handelaar, Godshuizenlaan) en de tweede commissaris Revijn (bakker, Rode Torenstraat).
In de wegwijzer van de stad Gent vond ik de bestuursleden van de “Boy Scouts Gantois” voor de periode 1913-1914.
De “Cercle des Intrépides” kreeg op 2 augustus 1888 een antwoord van het schepencollege op het bericht tot oprichting van de club. Deze vereniging, met G. Vanden Abeele als voorzitter (Citadellaan 2), had als doel het voetbalspel te verspreiden.
De “Cercle Sportif de Gand”, gesticht op 10 juli 1905, verstuurde op 22 mei 1907 een aanvraag om erkend te worden door de stad. Die erkenning volgde op 23 mei 1907 (“satisfait 23.05.07”). De vereniging stelde zich tot doel de ontwikkeling van het zwemmen, voetbal, lopen,... te bevorderen. Het clublokaal was gevestigd in de “Zaal der Notarissen” in de Winkelstraat 1. Spilthoorn (architect) was erevoorzitter, Haerens (professor aan de UG), De Vos (juwelier) en De Kessel (deurwaarder) waren ereleden, Alberic De Vos (Bagattenstraat 32) was voorzitter, Florimond De Kesel secretaris, Jean Spilthoorn schatbewaarder, Etienne Haerens en Albert Spilthoorn commissarissen.
De “Football Club de Gand” verstuurde op 9 juli 1895 een brief naar de stad met de vraag om erkend te worden. De erkenning volgde op 22 juli 1895 (“satisfait le 22.07.95”). De doelstelling van deze vereniging, die gevestigd was in het café “Jardin de Glacis” (Kortrijksesteenweg 72), was het beoefenen van balspelen en af en toe loopwedstrijden te organiseren. De voorzitter was J. Van Overstraete en de schatbewaarder A. Beernaerts. Deze club vond ik ook terug in het fonds Vliegende Bladen, namelijk in de doos I F 61. Het betreft enkele uitnodigingen voor vergaderingen (de eerste was gericht aan A. Vander Haeghen) en een uitstap. Men meldde de leden verder in een brief dat de vereniging een tennisterrein kocht. Per spel moest men 5 centiem betalen. Ik moet wel vermelden dat alle papieren in deze doos dateren van voor 1895. De club bestond dus al een tijdje vooraleer men de erkenning van de stad vroeg.
“Football Club Eendracht” (opgericht in januari 1902) verstuurde op 14 april 1904 een aanvraag naar de stad om erkend te worden. De erkenning volgde op 18 april 1904 (“satisfait le 18.04.04”). Het clublokaal bevond zich in de Londenstraat 78 en G. De Kesel was aangesteld tot secretaris. De bestuursleden voor de periode 1906-1911 worden vermeld in de wegwijzer van de stad Gent. Het is niet duidelijk, maar waarschijnlijk veranderde de naam van de club in 1912 in “Sporting Club Eendracht” (wegwijzer van de stad Gent 1912-1914). In het fonds Vliegende Bladen vond ik één verwijzing naar deze vereniging, namelijk in doos I F 61. Het betreft een verslag van een aantal wedstrijden.
De “Football Club Gantois” diende een aanvraag tot erkenning door de stad in op 19 januari 1899. De erkenning volgde op 21 januari 1899 (“satisfait le 21 janvier ‘99”). De heer Solie (Nassaustraat 30) was secretaris bij deze vereniging.
De “Gentschen Atletenclub”, met de leuze “Moed en Kracht”, werd gesticht op 6 april 1911 en men vroeg op 18 mei 1912 aan de stad om erkend te worden. De erkenninng kwam er op 31 mei 1912 (“voldaan 31.05.12”). De club telde 52 leden, 11 bestuursleden en 3 professoren. De voorzitter was C. Hillaert uit de Toekomststraat 36. Het lokaal van de vereniging was gevestigd in de Ketelvest nummer 3.
De “Ghent Football Club” verstuurde een aanvraag tot erkenning door de stad op 19 december 1900. De erkenning volgde op 20 december 1900 (“satisfait le 20.12.00”). De secretaris was G. Vermeire (Bloemstraat 18).
De bestuursleden van de voetbalafdeling van “God en Vaderland” worden vermeld in de wegwijzer van de stad Gent voor de jaren 1911-1914.
De “National Sporting Club”, met Victor Thèry (Holstraat 136) als voorzitter, Emile De Vos (Smidsestraat 39) als ondervoorzitter, Achille Inghels (Metselaarsstraat 14) als secretaris en Eugène Inghels (Metselaarsstraat 14) als schatbewaarder, verstuurde op 27 november 1898 haar aanvraag tot erkenning door de stad. De erkenning volgde op 30 november 1898 (“satisfait le 30.11.98”). Het doel van deze vereniging was de atletische sporten te propageren. In de wegwijzer van de stad Gent vond ik deze vereniging enkel in het jaar 1900 terug.
De “National Sporting Club de Gand” verstuurde op 4 april 1912 een brief naar de stad met de vraag om erkend te worden. De erkenning volgde op 10 april 1912 (“voldaen 10.04.12”). Het doel van de vereniging, die 22 leden telde, bestond erin het lopen, fietsen,... kortom sport, aan te moedigen. De zetel van de club bevond zich bij Gustaaf Van Doorne in de Meersstraat 82. L. Van Lancke was aangesteld als voorzitter, Urbain Hoentjens (Coupure 165) als ondervoorzitter en Gustaaf Debuck (Holstraat 112) als schatbewaarder.
De “Racing Club (courses pédestres)” werd op 3 oktober 1885 erkend door de stad Gent. Het lokaal bevond zich in de Koestraat 4 en Theophile Dams (zoon) was voorzitter. In het fonds Vliegende Bladen werd deze club aangetroffen in de dozen I V 4 en II R 1. Het betreft een aankondiging van een “Grand concours international de courses pédestres et de courses de vélocipèdes” dat onder andere door deze club georganiseerd werd (de naam van de deelnemers en de club waartoe ze behoorden werden vermeld) en een aankondiging van een algemene vergadering (op dat moment was P. Wackers secretaris-generaal en O. Desreux ondervoorzitter).
“Royal Racing Club de Gand”, nu RC Gent-Zeehaven, is één van de negen nu nog bestaande verenigingen. De club, heel in het begin “Racing Club Gantois” genoemd, verstuurde op 23 mei 1899 een aanvraag naar de stad om erkend te worden. De erkenning kwam er op 24 mei 1899 (“satisfait le 24.05.99”). Het clublokaal was gevestigd in het “Café du Théâtre” (Schouwburgstraat). De vereniging stelde zich tot doel de atletische sporten, en vooral het voetbal en loopwedstrijden, te promoten. De bestuursleden van de club worden vermeld in de wegwijzer van de stad Gent voor de jaren 1900-1914. De club ontstond uit een fusie tussen de “Union Pedestre” en de “Athlétic Club Gantois”[38].
In het fonds Vliegende Bladen vond ik twee verwijzingen naar deze vereniging, namelijk in de dozen I F 61 en II R 1. Het betreft een reclame voor de wedstrijd “Football Club de Flessinguet” tegen “Racing Club de Gand” op 8 april 1901 (de toegangsprijs bedroeg 25 centiemen) en een uitnodiging voor een algemene vergadering.
De club bezit geen archieven meer met informatie over de door mij bestudeerde periode. De oudste gegevens die ze nog heeft, dateren uit 1915. Nadat ik deze documenten had doorgenomen, gaf de secretaris van de club mij het adres van de heer David Du Seuil. Deze man schreef het boek “Honderd jaar Racing Club Gent. De volledige geschiedenis van de oudste Gentse voetbalclub”. De heer Du Seuil schreef dit boek op basis van krantenartikels en had vooral oog voor de sportieve resultaten van de club. Hij vertelde me ook nog dat de meeste archieven van de club verdwenen zijn in de jaren zeventig. Bij de afbraak van de oude tribune liet men de meeste niet bruikbare papieren in het gebouw zitten. De enige persoon die ik volgens hem nog zou kunnen contacteren om aan informatie te geraken was de heer Bruno Dubois, voorzitter van “Foot Centenaire”, de officiële vereniging voor voetbalgeschiedenis en statistiek. Ondanks verschillende pogingen slaagde ik er echter niet in hem te bereiken. Hier eindigde dan ook mijn zoektocht naar informatie.
De “Runners’ Club” kreeg op 27 mei 1886 een antwoord van het schepencollege op het bericht tot oprichting. Het clublokaal bevond zich in het café “De Halve Maan” vlakbij de Kortrijksepoort.
De “Running Club” kreeg op 12 juni 1886 een antwoord van het schepencollege op het bericht tot oprichting. Het clublokaal bevond zich in het café “Au petit Courtrai” op de Kortrijksesteenweg. Deze vereniging van jonge mensen hield zich bezig met loopwedstrijden en werd opgericht op 24 februari 1886 met G. Choisy als voorzitter.
De “Société d’Athlétiques Belgica”, gesticht op 29 juli 1900, diende op 17 oktober 1907 een aanvraag tot erkenning door de stad in. De erkenning volgde (“satisfait”), maar er werd geen datum vermeld. Jean Léon Weytinck werd aangesteld als voorzitter en Henri Edouard Stevens als secretaris. Het clublokaal bevond zich in het café “La Fleur d’Or” (Coupure 130, rechteroever).
De “Sparta Football Club”, gesticht op 5 mei 1910, verstuurde op 15 juni van datzelfde jaar een aanvraag om erkend te worden door de stad. De erkenning volgde op 17 juni 1910 (“satisfait 17.06.10”). Het lokaal was gevestigd in “Het Balderhof” in de Fuchsiastraat 93. Bailieu De Schepper (Kortrijksestraat) was erevoorzitter, Karel Van Overbeke (Bleekerijstraat 16) voorzitter, Alfons Baele (Gasmeterlaan 16) ondervoorzitter, Edmond Van Tuyekom (Fuchsiastraat 93) schrijver en Louis Van Rentergem (De Smetstraat 99) commissaris.
De bestuursleden van de atletische afdeling van “Sporting Club Eendracht” vond ik terug in de wegwijzer van de stad Gent voor de periode 1913-1914.
De “Sporting Club Gantois” vroeg op 5 mei 1903 aan de stad om erkend te worden. De erkenning volgde op 9 mei 1903 (“satisfait le 09.05.03”). Het clublokaal was gevestigd in de “Skating Rink” (sic) en de vereniging telde zo'n 50 leden. Het doel van de club was het beoefenen van zoveel mogelijk verschillende sporten.
De “Sporting Club Gantois”(het is niet duidelijk of het om dezelfde vereniging als hierboven gaat), een voetbalclub, vroeg op 31 december 1909 bij de stad een naamsverandering aan. De stad erkende de naam “Union Sportive Gantoise” op 4 januari 1910 (“satisfait 04.01.10”).
De “Sport Pédestre” kreeg op 6 juni 1893 een antwoord van het schepencollege op het bericht tot oprichting. Het lokaal van deze club bevond zich tot 1894 in het “Grand Hôtel” en verhuisde dan naar de “Taverne de l’Opéra” op de Kouter. De namen van de leden van het bestuur zijn onleesbaar geworden.
In de wegwijzer van de stad Gent worden de bestuursleden van “Stade Gantois” vermeld voor de periode 1908-1914. In het fonds Vliegende Bladen vond ik één verwijzing naar deze club, namelijk in doos II S 57. Het betreft een aankondiging van een wedstrijd.
De “Union Belge des Sociétés des Sports Athlétiques (section des Flandres)” vond ik enkel terug in het fonds Vliegende Bladen, namelijk in doos II U 2. Het betreft een brief gericht aan de “Gazette van Gent” (Veldstraat) waarin men een algemene vergadering aankondigde waar alle aangesloten clubs op aanwezig moesten zijn. De bijeenkomst zou plaatsvinden in het café “Gambrinus” (Vlaanderenstraat). Bij de brief bevindt zich ook een programma en een inschrijvingsformulier. De voorzitter van het Vlaamse comité was G. Vermêeren en de secretaris J. Otten.
De “Union Pedestre” kreeg op 12 januari 1891 een antwoord van het schepencollege op het bericht tot oprichting. Deze club, waarvan het lokaal zich op de Ekkergemlaan bevond, hield zich bezig met voetbal en loopwedstrijden. De namen van de leden van het bestuur zijn onleesbaar geworden.
Informatie over de “Union Sportive de Gand” vond ik enkel terug in het fonds Vliegende Bladen, namelijk in doos II U 2. Het betreft het officiële programma van de “Marché tour de Gand” (sic) op zondag 21/10/1906. De voorzitter van de club was op dat moment A. Verstraeten en de secretaris Ch. Van den Bergh. Er werd ook een lijst van de deelnemers vermeld.
In de wegwijzer van de stad Gent vond ik de bestuursleden van “Universitas” terug voor de jaren 1910-1914.
De “Voetbalmaatschappij St-Joseph”, gevestigd in de Vlotstraat, vroeg op 15 december 1908 aan de stad om erkend te worden. De erkenning volgde op 16 december 1908 (“satisfait 16.12.08”). De club werd gesticht op 24 mei 1908 en Bogaert (Vlotstraat) werd aangesteld als erevoorzitter, Alfons Kindens (Lindestraat, schoolmeester) als voorzitter en Jan Wallaert (schoolmeester) als ondervoorzitter.
De "Automobile-club des Flandres", nu de Koninklijke Automobiel Club der Vlaanderen, is één van de negen nu nog bestaande verenigingen. De bestuursleden van deze club worden vermeld in de wegwijzer van de stad Gent voor de periode 1900-1914. In het fonds Vliegende Bladen komt deze vereniging uitvoerig aan bod, namelijk in de dozen I A 109, I A GF 1, II A 9 en II C 9. De informatie die ik vond, bestaat uit enkele ledenlijsten uit 1900, 1904, 1905 en 1906, een aantal lidkaarten (onder andere deze van burgemeester E. Braun), een "Bulletin de Présentation", vrijkaarten voor conferenties, pamfletten in verband met wedstrijden (de naam van de deelnemers wordt telkens vermeld), recepties en banketten, informatie over provinciale taksen op auto's en douanetaksen, wegbeschrijvingen, informatie in verband met het autosalon, reclame voor uitstappen, de statuten van de vereniging, een verslag van de oprichtingsvergadering, aankondigingen van vergaderingen, inschrijvingsformulieren voor wedstrijden, een programmaboek van de "Semaine Automobile d'Ostende", enkele krantenartikels die handelen over het tienjarig bestaan van de club, consumptiebonnetjes (10 centiemen voor een glas bier), een jaarboek uit 1907, een catalogus van de bibliotheek, een aanvraag van de gouverneur van Oost-Vlaanderen, baron R. de Kerchove, om erevoorzitter te mogen worden,… In de systematische catalogus en trefwoordencatalogus van Gent vond ik de statuten van de club uit 1899 en de jaarverslagen uit 1907, 1908, 1909, 1910, 1911 en 1912. Het tijdschrift "La Belgique Sportive et Mondaine" besteedde ook aandacht aan deze vereniging. Onder andere het tienjarig bestaan kwam uitvoerig aan bod.
Bij de club zelf zijn ongeveer alle archieven verdwenen. Ik ontmoette de voorzitter, de heer Pierre Vandernoot, in het clublokaal. Buiten enkele foto's uit de beginperiode en vijf jaarverslagen, maar die had ik al gevonden in de universiteitsbibliotheek, kon hij mij niets tonen. Pierre Vandernoot vertelde mij dat de meeste archieven verloren gingen toen men van clublokaal verhuisde en bij het overlijden van de heer Henri Leten, voorzitter van de club van 1964 tot 1983. Na zijn dood verkochten en gooiden familieleden zijn archieven weg, waaronder papieren over de vereniging.
De "Moto-club de Gand" werd enkel in het fonds Vliegende Bladen teruggevonden, namelijk in doos I A 109. Men vindt er enkel een pamflet voor het galabal van deze club op 24/12/1904.
Op 19 maart 1906 vroeg de "Motocyclette Club de la Flandre Orientale" aan de stad om erkend te worden. De erkenning volgde op 21 maart 1906 ("satisfait le 21 mars 1906"). Het clublokaal was gevestigd in de "Salle des Notaires" in de Winkelstraat 1. G. D'Hondt (Sint-Pietersnieuwstraat 25) werd aangesteld als voorzitter, Arthur Bauwens (Posthoornstraat 13) als ondervoorzitter en F. Bracq (Sint-Jansvest 11) als secretaris. In de wegwijzer van de stad Gent vond ik de bestuurslijsten voor de periode 1907-1914. Ook in het fonds Vliegende Bladen botste ik op deze club, namelijk in doos I A 109. Het betreft een pamflet uit 1908 waarin de Automobile-club des Flandres samen met de Motocyclette Club een verjaardagsfeest aankondigde.
Op 12 april 1893 richtte de "Engelse kolonie" te Gent een cricketploeg op. Men vroeg in de brief aan de stad of men mocht spelen op het grasveld in het citadelpark. Naam noch lokaal van de club werden vermeld. Enkel de heer Th. Delary-De Mulder uit Ledeberg werd vermeld.
De bestuursleden van de “Golf-club van Gent” worden vermeld in de wegwijzer van de stad Gent voor de periode 1909-1911.
“L’Etoile sportive de Gand”, gevestigd in herberg “Société Colombophile” op de Vrijdagmarkt 46, verstuurde een aanvraag tot erkenning door de stad op 7 oktober 1907. De club werd erkend (“satisfait”), maar er werd geen datum vermeld. De vereniging telde 52 leden.
“Le Cercle Sportif Gantois”, gevestigd in het “Café aux Champs Elysées” (Citadellaan 46), vroeg op 6 augustus 1908 om erkend te worden door de stad. De erkenning kwam er op 10 augustus 1908 (“satisfait le 10 août 1908”).
De “Fédération sportive inter-banques Gantoise”, gesticht op 11 december 1913, vroeg op 11 maart 1914 aan de stad om erkend te worden. De erkening volgde op 14 maart 1914 (“satisfait 14.03.1914”). Het secretariaat was gevestigd op de Coupure 237 en het clublokaal in het café “Petit Gambrinus”. Deze club verenigde de sportkringen van vier financiële instellingen, namelijk “le Cercle Sportif de la Banque de Flandre”, “le Cercle Sportif de la Banque Nationale”, “l’Amicale de la Banque de Gand” en “le Cercle Sportif de la Banque Centrale Gantoise”. De voorzitter was Ongenae, de ondervoorzitter Bruggeman, de secretaris De Lorge en de schatbewaarder Duvivier.
“Gand Sport” (société de sports et d’agréments) diende zijn aanvraag tot erkenning door de stad in op 16 juni 1902. De erkenning volgde op 17 juni 1902 (“satisfait le 17.06.02”). Het clublokaal was gevestigd in het café “Au Nouveau Saint Pierre” (Sint-Pietersnieuwstraat 15). Van Eeckhaute was voorzitter, Eug. Dujardin secretaris en E. Deuceyce commisaris.
De bestuursleden van de “Union Sportive” vond ik terug in de wegwijzer van de stad Gent voor de jaren 1896-1900.
De “Union des Sportsmen Gantois”, gevestigd in de “Gouden Pijp” op de Brugsesteenweg 23, diende een aanvraag tot erkenning door de stad in. De erkenning volgde op 22 juli 1905 (“satisfait le 22.07.1905”). De voorzitter, George de Overmeire, woonde in de Kalanderstraat 10.
De bestuursleden van het "Belgisch Landelijk Renbaan-Verbond" vond ik terug in de wegwijzer van de stad Gent voor de periode 1908-1914.
In de wegwijzer van de stad Gent worden de bestuursleden van de "Cercle Equestre" vermeld voor de jaren 1896-1904 en 1908-1911.
De bestuursleden van de "Cercle Equestre Gantois" vond ik voor de periode 1912-1914 in de wegwijzer van de stad Gent. In het fonds Vliegende Bladen vond ik deze vereniging slechts op één plaats terug, namelijk in doos II C 3. Het betreft een aankondiging van een "Concours de Chevaux d'Armes" op 09/05/1911 en het programma van een "Concours Hippique International" van 7 tot 9 mei 1911. Bij deze laatste werden ook de reglementen en de te winnen prijzen vermeld. De winnaar van de wedstrijd kreeg 250 fr. en een medaille in verguld zilver. De verschillende leden van het organisatiecomité werden ook vermeld.
Voor de periode 1890-1914 vond ik de bestuursleden van de "Maatschappij ter Aanmoediging der Paardenloopstrijden" (gesticht op 19/03/1838) terug in de wegwijzer van de stad Gent. In de dozen I C 343 en I C 344 van het fonds Vliegende Bladen komt deze club uitvoerig aan bod. De informatie die men er vindt is gelijklopend. Het betreft de statuten van de club (de bestuursleden en het jaarlijkse lidgeld van 80 fr. worden erin vermeld), aankondigingen en reglementen van wedstrijden (bij de aankondigingen staan meestal de namen van de eigenaars van de paarden vermeld), toegangskaarten (met meestal een naam erop geschreven) voor wedstrijden, aankondigingen van vergaderingen,…
De "Société des Courses aux Chevaux" werd enkel in het fonds Vliegende Bladen teruggevonden, namelijk in doos I C 343. Het betreft invitatie-, ingangs- en perskaarten voor wedstrijden (allen voor verschillende jaren).
Ook de "Société des Courses de Gand" werd enkel in het fonds Vliegende Bladen teruggevonden, namelijk in de dozen I C 344 en II C 61. Het betreft informatie over en aankondigingen van wedstrijden, een brief in verband met invitatiekaarten voor de Gazette van Gent, een brief van het stadsbestuur (een aantal leden van het bestuur bevestigen dat ze naar een wedstrijd komen kijken), informatie over lidmaatschap (prijzen,…),…
In de wegwijzer van de stad Gent vond ik de bestuurslijst van de "Société des Courses de Mont St-Amand" voor de jaren 1908 tot en met 1911. In het fonds Vliegende Bladen vond ik redelijk wat gegevens in de dozen I C 343, I C 344 en II M 98. Het betreft vooral toegangskaarten, reclame en aankondigingen van wedstrijden (soms worden bij de aankondigingen de namen van de eigenaars van de paarden vermeld), reclame om een abonnement te kopen (40 fr. voor vier wedstrijden) en reglementen van wedstrijden.
De bestuursleden van de "Société Hippique de Gand" worden vermeld voor de periode 1911-1914 in de wegwijzer van de stad Gent.
In de wegwijzer van de stad Gent vond ik de bestuursleden van de "Trotting Club de Belgique" voor de periode 1896-1897.
De "Trotting Club des Flandres" verstuurde op 7 november 1905 een brief naar de stad met de vraag om erkend te worden. De erkenning volgde op 9 november 1905 ("satisfait 09.11.1905"). Het clublokaal van de vereniging bevond zich in "la Tête de Flandre". De vereniging stelde zich tot doel paardenwedstrijden te organiseren. George Tytgat (Schoolkaai 26) werd aangesteld als voorzitter, Charles Michiels (Antwerpsestraat 109) als secretaris en Arthur Tytgat (Muinkkaai) als schatbewaarder. De bestuursleden van deze vereniging vond ik, voor de periode 1908-1914, terug in de wegwijzer van de stad Gent. In het fonds Vliegende Bladen vond ik slechts in één doos, namelijk II T 26, informatie over deze club. Ik botste op twee brieven die gericht waren aan de Gazette van Gent. In de eerste vroeg men of de krant een artikel over de vereniging wou publiceren en in de tweede vroeg men om een wedstrijd aan te kondigen.
De "Gentsche Regatten" (gesticht in 1906) dienden op 26 januari 1907 hun aanvraag tot erkenning door de stad in. De erkenning volgde op 28 januari 1907 ("satisfait le 28.01.1907"). Het clublokaal bevond zich in "La Chasse Royale" bij Réné Vanderdonckt. Louis Horion (Van Wittenbergestraat 2) werd aangesteld als voorzitter en François Wante (Elyzeese Velden 8) als secretaris. Ik vond de bestuurslijsten van de vereniging terug in de wegwijzer van de stad Gent voor de periode 1908-1914. In het stadsarchief vond ik deze vereniging in nog een ander fonds terug, namelijk V 313: “Briefwisseling betreffende de organisatie van internationale roeiwedstrijden te Gent (1910-1935)". Elk jaar vond er te Langerbrugge in de maand juni een belangrijke internationale roeiregatta plaats. De verschillende Gentse roeiverenigingen stonden beurtelings in voor de organisatie. Men kreeg daarvoor elk jaar een subsidie van 2000 fr. van de stad. De Gentsche Regatten waren aan de beurt in 1912. In gestandaardiseerde brieven vroeg men de subsidie aan, antwoordde de stad en bedankte men de stad voor het geld. In 1910 had de club al gevraagd om de subsidie te krijgen, maar dit stuitte op groot verzet van de Koninklijke Roeivereniging Club Gent. Als argumenten om de toelage te verkrijgen, haalden ze aan dat ze erkend waren door de “Belgische Bond der Roeimaatschappijen”, dat ze een volksclub waren (ook de minder begoeden konden zich bij hen aansluiten, in tegenstelling tot de andere verenigingen),... De briefwisseling omtrent dit dispuut vond ik ook terug in dit fonds.
Tot slot vond ik de bestuurslijsten van deze vereniging ook terug in de jaarverslagen van de Koninklijke Belgische Roeibond voor de periode 1909-1914.
De “Regates Gantoises”, met als secretaris Arthur Vande Velde en als ondervoorzitter Emile De Nayer, werden op 29 april 1885 erkend door de stad. Het clublokaal bevond zich op de Drongensesteenweg 189. Deze brief bevat ook een reglement en een ledenlijst van de club. Bij deze oprichtingsakte zit ook nog een brief uit 1886. Hierin beklaagt de clubleiding zich bij de stad omdat de vereniging uitgesloten werd door andere roeiclubs bij wedstrijden. De reden hiervoor was dat de club onder haar leden arbeiders zou hebben. De club ontkende dit en voegde bij de brief een volledige ledenlijst en bij elk lid werd zijn beroep vermeld. Onder de leden bevond zich onder andere de eerste schepen van de stad Gent.
Verder beschik ik nog over de bestuurslijsten van deze vereniging voor de periode 1890-1895 uit de wegwijzer van de stad Gent en voor de periode 1890-1893 uit de jaarverslagen van de Koninklijke Belgische Roeibond.
De “Royal Club Nautique de Gand”, nu de Koninklijke Roeivereniging Club Gent, is één van de negen nu nog bestaande clubs. De bestuursleden worden vermeld in de wegwijzer van de stad Gent en de jaarverslagen van de Koninklijke Belgische Roeibond voor de periode 1890-1914. In het fonds Vliegende Bladen komt deze vereniging aan bod in de dozen II C 35 en III C 9. Het betreft een programma van de wedstrijden ter gelegenheid van de 25ste verjaardag van de club in 1906 (met de naam van de deelnemers), een vraag van de voorzitter aan Mr. Vanderhaegen om mee te gaan naar een reünie, een aankondiging van een wedstrijd, reglementen voor de “régates à voiles”, een papier in verband met het banket georganiseerd ter gelegenheid van de 25ste verjaardag van de vereniging en een aantal toegangskaarten.
In het stadsarchief vond ik informatie over deze club in de fondsen V313, V314 en V392. In het eerste fonds betreft het de briefwisseling die de club voerde met de stad Gent in 1910 en 1913 in verband met de subsidie van 2000 fr. om de roeiregatta te Langerbrugge te organiseren en de problemen die ermee gepaard gingen. In de briefwisseling in het fonds V314 bedankte de R.C.N.G. de stad voor de goede ontvangst van de Engelsen, bedankten de bezoekers de stad voor de goede ontvangst,...
Dankzij mevrouw Beylaert, P.R.-verantwoordelijke van de club, kon ik het clubarchief inkijken. Ik vond er handgeschreven ledenlijsten uit de periode 1884-1920, foto’s, processen-verbaal van vergaderingen, brieven, de jaarverslagen van de Koninklijke Belgische Roeibond,... Spijtig genoeg is dit archief niet geïnventariseerd. Alles zit in dozen en staat in een kleine kamer opgestapeld.
De “Royal Sport Nautique de Gand”, nu de Koninklijke Roeivereniging Sport Gent, is één van de negen nu nog bestaande verenigingen. Op 13 september 1883 werd de vereniging erkend door de stad (“satisfait le 13.09.83”). De bestuursleden van deze club worden vermeld in de wegwijzer van de stad Gent en de jaarverslagen van de Koninklijke Belgische Roeibond voor de periode 1890-1914. Naast de oprichtingsakte vond ik nog informatie over deze club in het stadsarchief, namelijk in het fonds V313. Ik vond hier de briefwisseling over de subsidie van 2000 fr. die één van de Gentse roeiverenigingen elk jaar kreeg van de stad Gent. De Koninklijke Roeivereniging Sport Gent kreeg deze subsidie in 1911. Zij vroeg nog een supplementaire subsidie van 1000 fr., voor een bijkomende wedstrijd, en materiële steun. Dat laatste kregen ze, het geld niet. Tussen de brieven zat ook een verslag van de dienst feestelijkheden van de stad uit 1910 in verband met het toekennen van subsidies. Jaarlijks besteedde deze dienst 25000 fr. Elke vereniging kon een aanvraag tot subsidie indienen. Enkel op de aanvraag van de Royal Club Nautique en de Wielrijdersvereniging van Oost-Vlaanderen werd ingegaan. In het fonds V392 wordt de club ook vermeld.
In het fonds Vliegende Bladen komt deze vereniging aan bod in de dozen I A 340, I S 44 en II S 57. Het betreft een vraag van de club aan de redacteur van het “Volksbelang” om mee te gaan naar de “Régates internationales” op 15 juli 1899, een brief aan A. De Ceuleneer (conseiller communal) met de vraag of hij naar een regatta wou komen kijken, een officieel programma van het “Championnats Universitaires de Belgique” op 20 juni 1909 en een krantenartikel over de club.
Ik nam contact op met de voorzitter, de heer Rombaut, en ontmoette hem in het clubhuis. Hij gaf me een inventaris van het clubarchief. Daarin vond ik niets dat ik echt kon gebruiken buiten de jaarverslagen van de Koninklijke Belgische Roeibond, een jubileumboek dat verscheen naar aanleiding van het 100-jarige bestaan van de club en een thesis van Els Desloovere (“Ontstaan, institutionalisering en evolutie van de roeisport in België, 1858-1987”). Dit alles mocht ik inzien en gebruiken. De heer Mark Rummens, een lid van deze vereniging, leest in zijn vrije tijd de overgebleven verslagen van de bestuursvergaderingen (wegens een gebrek aan tijd kon ik deze niet doornemen). Hij stuurde mij enkele verslagen op waarin de niet al te goede verhouding tussen de Régates Gantoises en de Sport Nautique tot uiting kwam en een verslag waarin staat dat Edward Anseele polste, overigens tevergeefs, om lid te mogen worden van de club.
De “Rowing Club de Gand” werd op 7 maart 1891 erkend door de stad. Het clublokaal was gevestigd op de Terplatenkaai. Ch. Van Thorenburg was aangesteld tot secretaris en Ch. Van de Weghe tot ondervoorzitter. Bij deze oprichtingsakte werden de statuten van de club gevoegd. Ik heb de bestuurslijsten voor de periode 1891-1894 gevonden in de jaarverslagen van de Koninklijke Belgische Roeibond.
De bestuursleden van de "Société Auxiliaire du Royal Sport Nautique" werden teruggevonden in de wegwijzer van de stad Gent voor de periode 1908-1914.
In de wegwijzer van de stad Gent vond ik de bestuursleden van de "Cercle d'Escrime de Gand" voor de periode 1896-1901. In het fonds Vliegende Bladen zit er ook informatie in verband met deze club, namelijk in de dozen I E 77 en I C 73. Ik botste op een reclame voor de "Fêtes Fédérales d'Escrime". In het organisatiecomité van deze feesten zetelden twee bestuursleden van de Cercle d'Escrime de Gand. Verder vond ik nog een aantal uitnodigingen voor wedstrijden, met soms de naam van de deelnemers en hun club vermeld, en een inkomkaart voor een wedstrijd.
De bestuursleden van de “Club d’Armes de Gand” worden vermeld in de wegwijzer van de stad Gent voor de periode 1898-1906.
De bestuursleden van de “Internationale Bond van Professors en Schermliefhebbers” vond ik terug in de wegwijzer van de stad Gent voor de jaren 1902-1914.
In de wegwijzer van de stad Gent vond ik de bestuursleden van de "Klauwaerts" voor de periode 1899-1914. De informatie in het fonds Vliegende Bladen over deze club is beperkt. In de doos II K 5 zit een inkomkaart voor een wedstrijd en een uitnodiging voor een "Wapenfeest" op 20 mei 1899.
De “Koninklijke en Ridderlijke Gilde van Sint-Michiel” is één van de negen nu nog bestaande verenigingen. De bestuursleden van deze club worden vermeld in de wegwijzer van de stad Gent voor de jaren 1890-1914. In het fonds Vliegende Bladen vond ik slechts twee verwijzingen naar deze club, namelijk in de dozen I E 77 en II C 45. Het betreft een uitnodiging voor de "Fêtes Fédérales d'Escrime" op 22 maart 1898 (de club zat in het organisatiecomité van dit feest) en een uitnodiging voor een wedstrijd.
Ik nam contact op met Albert Van Hyfte, de secretaris van de club, met de vraag of ik de archieven mocht inzien. Enkele weken later belde hij mij op en vertelde dat ik ze mocht bekijken, maar alle gegevens waarin namen van leden van de club vermeld worden, mocht ik evenwel niet inzien. Uiteindelijk heb ik het archief niet bekeken.
De bestuursleden van de "Koninklijke Schermmaatschappij Jeanne d'Arc" bevinden zich in de wegwijzer van de stad Gent voor de jaren 1896-1914. In het fonds Vliegende Bladen zitten veel verwijzingen naar deze vereniging, namelijk in de dozen I E 77, I J 10, II E 10 en III J 3. De informatie die ik er vond, was gelijklopend. Het betreft in alle dozen uitnodigingen voor oefenkampen, wedstrijden, feesten, banketten en uitstappen, resultaten van wedstrijden, een brief in verband met de oprichting van een jongerenafdeling, een brief over de verbroedering van verschillende Oost-Vlaamse schermclubs, een brief in verband met de aanstelling van een nieuw bestuur, een programma van de activiteiten naar aanleiding van het 25-jarige bestaan (gesticht op 01/06/1869),… Ik vond nog een aankondiging voor de "Fêtes Fédérales d'Escrime" in maart 1898. In het organisatiecomité van deze feesten zaten twee leden van de Koninklijke Schermmaatschappij Jeanne d'Arc.
De bestuursleden van de "Kring der Burgerlijke en Militaire Wapenmeesters van Gent" (gesticht op 01/11/1898) worden in de wegwijzer van de stad Gent enkel voor het jaar 1900 vermeld. Ook voor deze vereniging is de informatie, die in het fonds Vliegende Bladen te vinden is, meer bepaald in doos I E 77, beperkt. Het betreft een uitnodiging voor een wedstrijd, met de reglementen en de te winnen prijzen bijgevoegd.
De bestuursleden van “Sint-George” worden vermeld in de wegwijzer van de stad Gent voor de periode 1895-1896.
De bestuursleden van "Sint-Joris" worden in de wegwijzer van de stad Gent vermeld voor de periode 1912-1914. In het fonds Vliegende Bladen vond ik één verwijzing naar deze vereniging, namelijk een uitnodiging voor een scherm- en turnfeest op 19/11/1905 in doos I E 77. De organisatie van dit feest was in handen van verschillende verenigingen zoals de Klauwaerts, de Koninklijke en Ridderlijke Gilde Sint-Michiel,…
In de wegwijzer van de stad Gent worden de bestuursleden van "Sparta" enkel voor het jaar 1895 vermeld. In het fonds Vliegende Bladen vond ik informatie in de doos I S 44. Er zit een uitnodiging, met een programma, in voor een feest op 30/08/1891, een uitnodiging voor een feest en een brief waarin de oprichting van de vereniging, op 2 januari 1891, werd vermeld.
De bestuursleden van de “Turnvereeniging” vond ik terug in de wegwijzer van de stad Gent voor het jaar 1895.
De bestuursleden van de vereniging de "Wapenbroeders" vond ik tweemaal terug in de wegwijzer van de stad Gent, namelijk voor de periode 1895-1900 en 1899-1904. Het is niet duidelijk of het om dezelfde club gaat of niet. Waarschijnlijk niet, want de bestuurslijsten komen niet overeen. In het fonds Vliegende Bladen botste ik verscheidene malen op deze vereniging(en), namelijk in de dozen I E 77, I W 4 en III W 4. De informatie die ik er vond was gelijklopend. Er zitten aankondigingen van wedstrijden in, soms met een reglement bijgevoegd, een uitnodiging voor een wapen- en turnfeest (dat werd door verschillende verenigingen samen georganiseerd) op 6 maart 1893 en een ingangskaart voor een bal.
De “Gand (Belgium) Roller Skating Company Limited” werd enkel teruggevonden in het fonds Vliegende Bladen, namelijk doos III S 15. Men vindt er naast de statuten en doelstellingen van de club de naam, het adres en beroep van de leden uit 1910. Alle leden zijn Engelsen.
Informatie in verband met de “Skating Rink” vond ik enkel in het fonds Vliegende Bladen, namelijk in de dozen II S 21 en III S 15. Het betreft reclame voor bals, een bericht aan R. Schoorman waarin “Le Syndicat des Skating Rinks Continental” hem en zijn familie uitnodigen om de opening van de Roller Skating Rink, in de Bagattenstraat 21, op 20/10/1909 bij te wonen, aankondigingen van wedstrijden met de naam van de deelnemers en hun nationaliteit, de tarieven om aan Roller Skating te doen en de aankondiging voor de laatste meeting van het seizoen 1910-1911. Tot slot vindt men er nog een uitnodiging, gericht aan A. Vander Haeghen en P. Burggraeve, voor “La Grande Ouverture du Roller Skating Rink” op 20/10/1909.
In de wegwijzer van de stad Gent vond ik de bestuursleden van “Omnium Sporting” voor de periode 1902-1910. Ook in het fonds Vliegende Bladen zit er informatie in verband met deze vereniging, namelijk in de dozen I S 44, II O 4 en III O 1. Het betreft een ledenlijst van de club uit het jaar 1901, een reglement van de club, een aantal uitnodigingen voor tennistoernooien en een vraag om het lidgeld te betalen.
De “Aéro-club de Gand” vond ik enkel terug in het fonds Vliegende Bladen, namelijk in de dozen I A 109, I A 14 en I A GF I. Het betreft een uitnodiging voor een receptie op 20/01/1907, naar aanleiding van het ontstaan van de Aéro-club des Flandres, die de Automobile-club des Flandres verspreidde onder haar leden, een aantal uitnodigingen voor activiteiten georganiseerd door de club en twee posters in verband met een “Grande fête aéronautique” op het Sint-Pietersplein in 1909 en op het plein voor de oude zoo in 1908. De inkomprijs bedroeg in 1908 2 fr. en in 1909 1 fr.
De bestuurslijst van de “Aéro-club des Flandres” vond ik in de wegwijzer van de stad Gent voor de periode 1908-1914. In het fonds Vliegende Bladen trof ik enkel in doos I A 14 informatie aan. Het betreft uitnodigingen voor vergaderingen, conferenties (bijvoorbeeld op 06/02/1909 was er een conferentie in samenwerking met “l’Automobile Club des Flandres” en “Section Gantoise de l’Association Belge de Photographie”), banketten (de prijs bedroeg bijvoorbeeld 10 fr. per persoon zonder wijn), vliegfeesten,... De meeste uitnodigingen zijn gericht aan Arnold Vander Haeghen. Op sommige mededelingen staan al de bestuursleden en een deel van de gewone leden vermeld. De voordelen die aan een lidmaatschap, dat 10 fr. kost, vasthangen worden vermeld op de inschrijvingsformulieren. Om lid te kunnen worden van deze club moest men voorgedragen worden door twee andere leden van de club. Mededelingen in verband met aankopen voor de bibliotheek van de club, uitstappen, reglementen van een wedstrijd,... vindt men ook in deze kaft.
In het tijdschrift “La Belgique Sportive et Mondaine” van 15/07/1909 worden de activiteiten van deze club beschreven.
De “Société Avion de Gand” werd gesticht op 1 juli 1911. Op vijf augustus 1912 vroeg men de stad om erkend te worden. Men wachtte zo lang om zich te laten erkennen omdat de club te weinig leden telde. De erkenning kwam er op 6 augustus 1912 (“satisfait le 06.08.12”). Het clublokaal was gevestigd in het “Café Central” op de Botermarkt en het secretariaat bevond zich in de Bleekerijstraat. De Poorter was aangesteld als voorzitter. Bij deze brief werden de statuten van de club gevoegd.
Op 17 augustus 1896 schreef het bestuur van "Akkerghem Velo" een brief naar de stad met de vraag om erkend te worden. De erkenning volgde op 18 augustus 1896 ("satisfait 18.08.96"). Het bestuur bestond uit Verhaeghe de Nayer (erevoorzitter), Alb. Eggermont (voorzitter, Coupure 91), Prosper Herais (ondervoorzitter, Bellevuestraat), Vinck (secretaris, Van Eyckstraat) en E. Lebrun (schatbewaarder, Coupure). In de wegwijzer van de stad Gent vond ik de bestuursleden terug voor de periode 1897-1904 en 1909-1914. In het fonds Vliegende Bladen wordt deze club slechts op één plaats vermeld, namelijk in doos II C 9. Het betreft een aankondiging voor een groot wielerfeest dat de vereniging organiseerde op 4 september 1898. De organisatie was in handen van de heren J. Verhaeghe de Naeyer, J. D'Hondt, J. Van Belle, Alb. Eggermont,…
De bestuursleden van de "Belgische Wielrijdersbond (afdeling Oost-Vlaanderen)" worden vermeld in de wegwijzer van de stad Gent voor de periode 1897-1902 en 1911-1914. In het fonds Vliegende Bladen wordt deze vereniging op verschillende plaatsen vermeld, namelijk in de dozen II C 7, II C 8, II C 9 en II V 10. Het betreft enkele brieven, uitnodigingen voor activiteiten (onder andere een souper waarvoor men 2 fr. ingang diende te betalen; het doel van dat souper was de verschillende Gentse wielerclubs samen te brengen) georganiseerd door de club, aankondigingen van uitstappen, reclame voor kampioenschappen, aankondigingen van vergaderingen,…
De bestuursleden van de wielrijdersafdeling van de "Bond der Oud-leerlingen van Ledeberg" worden vermeld in de wegwijzer van de stad Gent voor de periode 1909-1914.
In de wegwijzer van de stad Gent vond ik de bestuursleden van de wielrijdersafdeling van de "Burgerkring" terug voor de jaren 1897-1898.
De “Cercle Vélocipédique de Gand”, gesticht op 24 april 1894, werd enkel in het fonds Vliegende Bladen teruggevonden, namelijk in de dozen I V 4 en II C 7. In die dozen zit een reglement van de vereniging en een oprichtingsakte met een inschrijvingsformulier. Het inschrijvingsgeld bedroeg 10 fr. en in de oprichtingsakte werden ook de doelstellingen van de club uiteengezet. Het voorlopige bestuur bestond uit Achille Boterdaele (directeur van "l’Impartiale"), J. Boulvin (ingenieur en professor aan de universiteit), H. Colson (ingenieur en voormalig schepen), Léon De Breyne (fabrikant), graaf Joseph de Hemptinne (eigenaar), baron de St.-Genois des Mottes (eigenaar), Joseph De Smet (advocaat, Kortrijksesteenweg 22), Albert Eeman (vertegenwoordiger), Arnold Vander Haeghen (uitgever) en Oscar Verhaeghe de Naeyer (eigenaar).
De bestuursleden van de "Cycliste Union de Gand" vond ik terug in de wegwijzer van de stad Gent voor de periode 1899-1900.
In de wegwijzer van de stad Gent vond ik de bestuursleden van de "Etoile Rouge Cycliste" voor de jaren 1898-1900.
De bestuursleden van de "Flying Club" vond ik terug in de wegwijzer van de stad Gent voor de jaren 1898-1900.
De “Gentsche Velo Sportclub”, nu de Koninklijke Gentse Velo Sport, is één van de negen nu nog bestaande verenigingen. Op 2 oktober 1903 vroeg de club aan de stad om erkend te worden. De erkenning volgde op 3 oktober 1903 (“satisfait le 03.10.03”). Het clublokaal was gevestigd in de Onderstraat 37 bij Emile Van Hyfte en J. Dupont (Eedverbondkaai 10) was aangesteld als voorzitter. In de wegwijzer van de stad Gent worden de bestuurslijsten van deze club vermeld voor de periode 1904-1914. In het fonds Vliegende Bladen botste ik in de dozen II C 8 en II C 9 op twee verwijzingen naar deze club. Het betreft een aankondiging van een wedstrijd en een brief waarin de club haar sponsor dankt.
Bij de club zelf heb ik geen archieven gevonden. Ik stuurde een brief naar de voorzitter, de heer André Leroy. Deze schreef mij terug en verwees mij naar Leopold De Smet. De voorzitter stuurde mij ook een artikel over de eerste velodroom in Gent op. Leopold De Smet organiseerde in 1985 een tentoonstelling naar aanleiding van het honderdjarige bestaan van de club. Deze wist echter niet waar er nog archieven te vinden zijn en verwees mij door naar Etienne Boucquet met wie hij samenwerkte aan de tentoonstelling. Ik heb deze persoon herhaalde malen getracht te contacteren, maar ik heb hem nooit kunnen bereiken.
De "Gentsche Wielrijders", gesticht op 21 juni 1894, vroegen op 13 augustus 1896 aan de stad om erkend te worden. Dit gebeurde de dag zelf nog ("satisfait le 13 août 1896"). Het clublokaal was gevestigd in het "Hôtel de Gand" op het Graaf van Vlaanderenplein 20. Dit is de eerste vereniging die haar aanvraag tot erkenning in het Nederlands deed.
“Gent Wheelman” (of "Ghent Wheelmen") kwam ik tweemaal tegen in de wegwijzer van de stad Gent, namelijk voor de jaren 1895-1897 en 1899-1906. De tweede lijst komt overeen met de oprichtingsakte. De vereniging, gesticht in 1897 en dertig leden tellend, vroeg op 20 december 1898 om erkend te worden door de stad. De erkenning volgde op 21 december 1898 (“satisfait le 21/12/1898”). Het clublokaal was gevestigd in het koffiehuis “De Beurs” bij mevrouw Baelens (Koophandelsplein). Aug. De Pourquoy (Nederkouter 83) was voorzitter en De Muynck (Godshuizenlaan 56) schrijver. De statuten van de club werden bij de oprichtingsakte gevoegd.
De “Ghent Bicycle Club”, gesticht op 20 april 1909, vroeg in augustus 1910 om erkend te worden door de stad. De erkenning volgde (“satisfait”). Het lokaal werd gevestigd bij Frans De Meunynck, een velomaker (sic), op de Brugsesteenweg. De vereniging telde 40 leden en men stelde Louis Van der Linden (Mariakerke, brouwer) aan als erevoorzitter, Henri Van de Putte (Azaleastraat 74) als voorzitter, Maurice De Vos (Brugsesteenweg 518) als schrijver en Frans de Meunynck als schatbewaarder.
De bestuursleden van de wielrijdersafdeling van "God en Vaderland" werden in de wegwijzer van de stad Gent teruggevonden voor de periode 1907-1910.
De bestuursleden van de "Kelderwitters" worden voor de periode 1909-1911 vermeld in de wegwijzer van de stad Gent.
“La Pédale Gantoise”, gevestigd op de Kunstlaan 1, vroeg op 10 augustus 1903 aan de stad om erkend te worden. De erkenning volgde op 11 augustus 1903 (“satisfait 11.08.03”). Georges Bultés (Klein St. Pieters 14) was aangesteld als voorzitter, Herman Fierlefyn (Gentbrugge) als ondervoorzitter, Maurice Nagheest (Ledeberg) als secretaris en Raymond de la Tuille (Kunstlaan 1) als schatbewaarder.
De "Lustige Wielrijders" werden gesticht op 25 december 1901 en vestigden zich in de Peperstraat 25. Zij dienden hun aanvraag tot erkenning door de stad in op 17 mei 1902. De erkenning volgde op 20 mei 1902 ("satisfait le 20.05.02"). De voorzitter was E. Vanmynstege en de eerste schrijver Verbeecke.
De bestuursleden van “Moed en Kracht” werden teruggevonden in de wegwijzer van de stad Gent voor de periode 1911-1914.
De "Moedige Wielrijders", gesticht op 8 maart 1896, vroegen aan de stad om erkend te worden. Dit gebeurde op 9 september 1896 ("satisfait: 09.11.1896"). Hun clublokaal "De Vrede" was gevestigd in de Karperstraat 112 en Ch. Steurbaut was hun voorzitter.
De "Montagne russe (?) Rijders[39]", gevestigd bij Jan De Reyck (Palinghuizen), dienden hun aanvraag tot erkenning door de stad in op 11 augustus 1903. De erkenning volgde op 17 augustus 1903 ("satisfait le 17.08.03"). De club telde 25 leden en had Felix Tieleman als voorzitter.
De bestuursleden van de "Nachtegaal" worden vermeld in de wegwijzer van de stad Gent voor de periode 1912-1914.
De “Noordstar” is een speciaal geval. Ik vond drie aanvragen tot erkenning terug in het stadsarchief. Ik weet niet of het over dezelfde vereniging of om drie verschillende clubs gaat. De eerste aanvraag tot erkenning werd verstuurd op 13 september 1901. De erkenning volgde op 16 september 1901. De zetel van deze eerste club bevond zich in het café “Teniers” bij Marto (Plezantevest 53). Het bestuur bestond uit C.P. Versteeghe (erevoorzitter), J. Dhondt (voorzitter), Dhondt (ondervoorzitter), G. Ronse (schatbewaarder), E. Terin (geheimschrijver), Oct. De Naeyer (meester) en J. Vermeulen (tweede schrijver). Er werden ook nog een aantal leden vermeld. Een tweede aanvraag tot erkenning door de stad die ik terugvond, gebeurde in 1907. Men verkreeg de erkenning op 1 juni 1907 (“satisfait le 01.06.07”). Het clublokaal was gevestigd in de Wallestraat 58 en de heer Julien Vermeulen was aangesteld tot voorzitter, Victor De Blauwe tot secretaris. De laatste aanvraag tot erkenning is gedateerd op 20 februari 1911. Men verkreeg de erkenning van de stad op 4 maart 1911. Charles De Smedt was voorzitter van deze vereniging en Maurice Segers secretaris. Het clublokaal bevond zich op de Brusselselaan 33. De bestuursleden die ik in de wegwijzer van de stad Gent terugvond, voor de jaren 1910-1914, komen overeen met deze laatste vereniging.
Twee bestuursleden uit 1907 werden teruggevonden bij één van de twee andere Noordstars, namelijk J. Vermeulen in 1901 en V. De Blauwe in de periode 1910-1914.
In de wegwijzer van de stad Gent vond ik de bestuursleden van de “Onafhankelijke Wielrijdersbond” voor het jaar 1914.
De “Pédale Gantoise” vroeg op 8 september 1896 aan de stad om erkend te worden. De erkenning volgde op 11 september 1896 (“satisfait le 11/09/96”). De zetel van de vereniging was gevestigd in het “Grand Hôtel” op de Kuiperskaai. J. Coppieters was op dat moment hun voorzitter en A. Parys hun secretaris.
De “Plezantige Rijders”, gevestigd bij Th. Wendey op de Nijverheidslaan 156, verstuurden hun aanvraag tot erkenning door de stad op 11 augustus 1903. De erkenning volgde op 17 augustus 1903 (“satisfait le 17.08.03”). De vereniging telde 22 leden en de voorzitter was Felix Tieleman.
De “Roelandszonen” vroegen, namens de heer Polydore De Taeye (Brugsesteenweg 138), op 13 juni 1900 aan de stad Gent om erkend te worden. De erkenning volgde op 16 juni 1900 (“satisfait le 19.06.00”). In de wegwijzer van de stad Gent vond ik de bestuursleden voor de periode 1902-1914 terug.
De “Rooigemsche Wielrijders” dienden hun aanvraag tot erkenning door de stad voor de tweede maal - aan de eerste werd geen gehoor gegeven - in op 4 oktober 1910. De erkenning volgde op 5 oktober 1910 (“satisfait le 05/10/10”). Het clublokaal was gevestigd aan de Rooigemlaan 223 en Camiel De Poorter was aangesteld als voorzitter. In de wegwijzer vond ik de bestuurslijsten terug voor de periode 1910-1914.
De “Rooighem Véloclub”, gesticht in 1897, verkreeg op 11 juni 1898 haar erkenning van de stad. De vereniging telde 25 werkende en 15 ereleden. Het clublokaal was gevestigd bij T. Bouckaert (velomaker (sic) en schatbewaarder van de club) op de Drongensesteenweg 115. G. Demuynck was voorzitter en H. Vanderhaeghen secretaris. In de wegwijzer vond ik de bestuursleden voor de periode 1902-1903 terug.
De bestuursleden van de wielrijdersafdeling van de “Royal Club Gymnastique” vond ik in de wegwijzer van de stad Gent voor de jaren 1896-1914.
In de wegwijzer van de stad Gent worden de bestuursleden van “Sint-Amandsberg Vooruit” vermeld voor de periode 1903-1905.
De bestuursleden van “Snelheid en Zang” vond ik terug in de wegwijzer van de stad Gent voor de jaren 1905-1914.
De “Société de vélo de Star” vroeg op 8 december 1911 om erkend te worden door de stad. De erkenning volgde op 9 december 1911 (“satisfait: 09-12-11”). Het clublokaal was gevestigd aan de Ottergemsesteenweg 234 en Ernest Vandevelde was voorzitter.
In de wegwijzer van de stad Gent worden de bestuurleden van de “Sporting Club Universitaire” vermeld voor het jaar 1898.
De bestuursleden van het “Syndicaat der Gentsche Koersrijders” vond ik in de wegwijzer van de stad Gent voor de jaren 1898-1900. Slechts in één doos, namelijk II C 7, in het fonds Vliegende Bladen, botste ik op een aantal verwijzingen naar deze vereniging. Het betreft een brief aan de Gazette van Gent in verband met de “Grandes Courses Internationales au vélodrome gantois” op 26 juni 1898. In deze brief vertelt men welke wedstrijden er zouden gereden worden en welke prijzen er te winnen waren. Ik vond ook nog een reclame voor deze wedstrijd. In deze reclame worden de namen van de deelnemers aan de verschillende wedstrijden vermeld.
In de wegwijzer van de stad Gent vindt men de bestuursleden van de "Toekomst" voor het jaar 1914.
In de wegwijzer van de stad Gent vond ik de bestuursleden van de “Touring-Club van België (afdeling Oost-Vlaanderen)” voor de periode 1897-1914. In het fonds Vliegende Bladen botste ik in twee dozen, namelijk II C 8 en II C 9, op informatie over deze club. Het betreft enkele brieven en een jaarverslag uit 1900.
De bestuursleden van de wielrijdersafdeling van de “Union Civile de Gand” worden vermeld in de wegwijzer van de stad Gent voor de periode 1897-1900.
De “Union Vélocipédique de Gand” verstuurde op 11 september 1895 een brief naar de stad met de vraag om erkend te worden. De erkenning volgde op 12 september 1895 (“satisfait le 12.09.1895”). Het clublokaal was gevestigd in het “Grand Hôtel” (Vlaanderenstraat). E. D’Hooghe werd benoemd tot secretaris. De bestuursleden voor de jaren 1907-1914 vond ik terug in de wegwijzer van de stad Gent. In het fonds Vliegende Bladen vond ik slechts één verwijzing naar deze club, namelijk in doos II C 7. Het gaat om een omslag gericht aan de Gazette van Gent. Er staat geen jaar bij. Het secretariaat van de vereniging was toen gevestigd in de Weldadigheidsstraat 26 en het clublokaal in het café “Au Sport” (Poel 23).
In de wegwijzer van de stad Gent worden de bestuursleden van de “Union Vélocipédique de Ledeberg” vermeld voor de periode 1897-1912.
De bestuursleden van de “Véloce Club Gantois” worden vermeld in de wegwijzer van de stad Gent voor de periode 1895-1900. In het fonds Vliegende Bladen vond ik slechts in één doos, namelijk I V 4, verwijzingen naar deze club. Het betreft een aankondiging van een “Grand Meeting International”, georganiseerd door deze vereniging, op 7 mei 1891, een brief aan het gemeentebestuur waarin men allerlei zaken vraagt, onder andere de vernieuwing van de velodrome,... en een brief, samen verstuurd met de “Racing-club”, aan de stad met een uitnodiging om naar “la fête pédestre et vélocipédique” te komen.
De “Véloclub l’Aurore”, gesticht op 12 februari 1909, verstuurde op 20 september 1912 een aanvraag tot erkenning door de stad. De erkenning volgde op 23 september 1912 (“satisfait 23.09.12”). De zetel van de club bevond zich bij de schatbewaarder August De Moor (Klein Meerhem 52). Het doel van de vereniging bestond erin het wielrennen te beoefenen. Georges Vanden Bossche was voorzitter, Karel Parasie erevoorzitter, Gustaaf Hillaert ondervoorzitter, Aimé Vande Walle schatbewaarder en Bernard Ottoy (Justius Lipsiusstraat 26) secretaris. In de wegwijzer van de stad Gent vond ik de bestuursleden voor de periode 1910-1914.
De “Véloclub Eendracht Muide” verstuurde een aanvraag tot erkenning door de stad op 18 augustus 1901. De erkenning volgde op 24 augustus 1901 (“satisfait le 24.08.01”). De zetel van de club was gevestigd bij de heer Gustaaf Ramon (Voorhavenlaan 5). De voorzitter was A. Meganck.
De bestuursleden van de “Veloclub Ganda” vond ik terug in de wegwijzer van de stad Gent voor het jaar 1914.
De “Veloclub Heilig Kerst” vroeg op 29 juni 1901 aan de stad om erkend te worden. De erkenning volgde op 2 juli 1901 (“satisfait 2 juillet 1901”). Het clublokaal was gevestigd “In het Wit Kruis” (Groot Meerhem 86). De vereniging had Z. Serphos (Priesterstraat 82) als voorzitter en E. Cauwels (Groot Meerhem 17) als secretaris.
De “Véloclub l’Hirondelle” vroeg op 6 juni 1900 om erkend te worden door de stad. De erkenning kwam er op 7 juni 1900 (“satisfait le 07.06.00”). Het lokaal was gevestigd in de Bagattenstraat en als voorzitter werd Charles Verbrugge aangesteld, als schrijver Eduard Berwouts (Engelandgat 28).
De “Velo Club de Lustige Boeren”, gevestigd in het café “de stad Leuven” bij Alfred de Maere, verstuurde een aanvraag tot erkenning door de stad op 4 december 1909. De erkenning volgde op 30 december 1909 (“voldaan 30/12/09”). Bij de aanvraag werden de reglementen van de club toegevoegd. De club telde 25 leden en 7 bestuursleden (Lammens als voorzitter, de Maere als ondervoorzitter, Verscheuren als schrijver, Van der Steen als schatbewaarder, Van der Straeten als commissaris en J. De Muynck als feestcommissaris. Het zevende bestuurslid werd niet vermeld.).
De “Velo-club de Plezante Rijders” vroeg op 22 mei 1912 aan de stad om erkend te worden. De erkenning volgde op 23 mei 1912 (“voldaen 23.05.12”). Het clublokaal was gevestigd in “Het Tonneken” bij Evarist Mattheeuws (Populierstraat 9). De club telde 27 leden waaronder negen bestuursleden, zoals De Clerck-Verstraete (erevoorzitter), Lammens (voorzitter), Jean Hoste (ondervoorzitter), Henri De Clerck (schrijver), Henri De Waele (hulpschrijver), Evarist Mattheeuws (schatbewaarder) en Louis Thieleman (baankapitein).
De “Velo Club de Snelle Wielrijders” vroeg op 27 september 1910 om erkend te worden door de stad. De erkenning volgde op 4 oktober 1910 (“satisfait le 04/10/10”). J. Moerman was voorzitter en het clublokaal bevond zich in de Hultsestraat 1.
De “Veloclub Rabot”, gesticht op 20 april 1902, verstuurde de aanvraag tot erkenning door de stad op 22 augustus 1902. De erkenning volgde op 29 augustus 1902 (“satisfait le 29.08.02”). Het clublokaal was gevestigd in “Bloemendaal” (Elyzeese Velden 5). Bij de aanvraag werden de reglementen van de club gevoegd. Ch. Becu (Maria Theresiastraat 1) was schrijver, Gustaaf De Schepper (Schaliestraat 55) voorzitter en Robert Maurice (Elyzeese Velden 5) schatbewaarder.
De bestuursleden van de “Véloce Club Stade Gantois” vond ik terug in de wegwijzer van de stad Gent voor de jaren 1911-1914.
In de wegwijzer van de stad Gent worden de bestuursleden van de “Vélodrome-Club” vermeld voor de periode 1895-1898.
De bestuurslijst van de “Vélodrome Gantois” (gesticht in 1892) werd voor de periode 1899-1900 opgenomen in de wegwijzer van de stad Gent. In het fonds Vliegende Bladen vond ik in verschillende dozen informatie, namelijk I V 4, I V 5, I V 6, II C 8 en II V 10. De gegevens die ik er vond waren in grote mate gelijklopend. Het betreft aankondigingen van (internationale) wedstrijden (meestal werden de namen van de deelnemers en de club waartoe ze behoorden vermeld), een aankondiging in verband met de oprichting van de “Vélodrome Gantois” (het kapitaal bedroeg 20000 fr. in aandelen van 100 fr. verdeeld), documenten in verband met inkomsten en uitgaven, krantenartikels, reglementen van de “Vélodrome gantois”, berichten aan de Gazette van Gent,...
Informatie over de “Vélodrome populaire Gantois” vond ik enkel terug in het fonds Vliegende Bladen, namelijk in doos I V 4. Het betreft het programma van de opening van deze Vélodrome (er werd geen jaar bij vermeld). Als organisator wordt de heer Dupont en C° vermeld en in de aankondiging staat ook nog dat de opbrengsten van het openingsfeest naar de armen gaan. Verder zat er ook nog een aankondiging van een wedstrijd bij (de naam van de deelnemers werd vermeld).
De bestuursleden van de “Velo-fanfare de Zwaluw” vond ik terug in de wegwijzer van de stad Gent voor de jaren 1902-1911 en 1914.
In de wegwijzer van de stad Gent worden de bestuursleden van de “Velo-fanfare van Gent l’Aigle” vermeld voor de periode 1901-1914. Ik kwam deze vereniging ook tegen bij de oprichtingsakten in het stadsarchief. In een brief aan de stad vroegen ze in 1904 een naamsverandering aan. Ze kregen de toestemming om hun naam te veranderen.
De “Velo Maatschappij Lust en Vermaak”, gevestigd op de Gasmeterlaan 100, vroeg op 24 november 1913 aan de stad om erkend te worden. De erkenning volgde op 1 december 1913 (“voldaen 01-12-13”). Het bestuur bestond uit P. Verheecke (voorzitter), P. Lemaître (schrijver), L. Pieters (ondervoorzitter), Ed. Pieters (commissaris) en G. De Brabander (schatbewaarder). In de wegwijzer van de stad Gent vond ik de bestuursleden van deze club voor de periode 1909-1914.
De bestuursleden van de “Vélo-Motoclub les Infatigables” vond ik terug in de wegwijzer van de stad Gent voor de jaren 1907-1914.
De “Velo-Vrienden”, gesticht op 18 juli 1909 in café “Het Voermanneke” (Biestraat 18), dienden op 26 oktober 1909 hun aanvraag tot erkenning door de stad in. De reglementen van de club werden bij de aanvraag gevoegd. De erkenning volgde op 4 november 1909 (“satisfait 04.11.09”). Het bestuur bestond uit Joseph Hutse (Lourdesstraat 6, voorzitter), Alfons De Smet (ondervoorzitter), Louis Bruyneel (Wallestraat 32, eerste schrijver), Julien Claeys (tweede schrijver), Joseph Van der Cruyssen (schatbewaarder), Pieter Basschaert (eerste commissaris), Louis Trinconi (eerste baankapitein), François Thienpont (tweede commissaris) en August Bontinck (tweede baankapitein). Enkel voor het jaar 1914 vond ik in de wegwijzer van de stad Gent een bestuurslijst. Deze komt wel niet overeen met de lijst die bij de oprichtingsakte gevoegd werd.
In de wegwijzer van de stad Gent werden de bestuursleden van de “Vereenigde Wielrijderskringen van Gent en omliggende” teruggevonden voor de periode 1909-1912.
Informatie over de “Vlaamsche Wielrijderskring” vond ik enkel terug in het fonds Vliegende Bladen, namelijk in doos I V 4. Het betreft een bericht uit het Morgenblad van 8/11/1885 waarin de oprichting van deze vereniging werd bekendgemaakt. Het inschrijvingsgeld bedroeg 2 fr. en de jaarlijkse bijdrage 8 fr.
De vereniging “Vlieguit” verstuurde op 12 december 1906 een aanvraag om erkend te worden door de stad. De erkenning volgde op 14 december 1906 (“satisfait le 14.12.06”). Het clublokaal was gevestigd in de Bommelstraat 42 bij Arthur Huybrechts (schoenmaker en herbergier) en J. Eggermont (Vlierstraat 74) werd aangesteld tot secretaris, J. Colpaert (Vlierstraat 57) tot voorzitter.
De “Vluchtvrienden”, gevestigd in het koffiehuis “De Karpel” (Zwijnaardsesteenweg 581) bij Léo Vander Meersch, dienden hun aanvraag tot erkenning door de stad in op 27 juli 1905. De erkenning volgde op 31 juli 1905 (“satisfait 31.07.05”). Jules Bekaert werd aangesteld tot voorzitter en Maurice Vereecke tot schrijver.
De bestuursleden van de “Vrienden-Club” worden vermeld in de wegwijzer van de stad Gent voor het jaar 1914.
De leden van het bestuur van de “Wielrijdersbond van Ledeberg” vond ik terug in de wegwijzer van de stad Gent voor de periode 1896-1909. In het fonds Vliegende Bladen vond ik slechts één verwijzing naar deze club, namelijk in doos II C 9. Het is een bericht van de club aan haar leden dat twee van hen, onder andere de heer David (schepen in Ledeberg), uit de vereniging zijn gestapt.
De bestuursleden van de “Wielrijdersclub van Gentbrugge” worden voor de jaren 1897-1901 vermeld in de wegwijzer van de stad Gent. In doos II C 8 van het fonds Vliegende Bladen vond ik enkele verwijzingen naar deze vereniging. Het betreft twee aankondigingen van een “Groote Wielrijderskoerse” met de naam van de deelnemers en op de achterkant de reglementen van de wedstrijd vermeld.
In de wegwijzer van de stad Gent vond ik de bestuursleden van de “Wielrijdersclub van Sint-Amandsberg” voor de jaren 1897-1914.
De “Wielrijdersclub van Zieklen (?)[40]” vroeg op 7 augustus 1900 aan de stad om erkend te worden. Dit gebeurde de dag zelf nog (“satisfait le 07.08.00”). Charles De Sloovere (Kortrijksesteenweg 372) was schrijver en Bam Polydoor (St. Pietersaalstraat 26) voorzitter.
De “Wielrijdersveereniging van Oost-Vlaanderen (Fédération Cycliste de la Flandre Orientale)”, gevestigd bij G. Würth (Willem Tellstraat 42), werd op 22 mei 1905 erkend door de stad, nadat de club op 19 mei 1905 een aanvraag tot erkenning had ingediend. Bij de aanvraag werden de reglementen van de vereniging toegevoegd. Deze waren aangenomen op de algemene vergadering van 16 februari 1902. De bestuursleden van deze vereniging vond ik terug in de wegwijzer van de stad Gent voor de periode 1903-1914. In het fonds Vliegende Bladen vond ik in twee dozen verwijzingen naar deze club, namelijk in de dozen II C 9 en II V 10. Het betreft een brief waarin men de oprichting van de club bekend maakte (hierbij ingesloten zit een verslag van de eerste algemene vergadering op 16 februari 1902 en de reglementen van de club), een brief aan de volksvertegenwoordigers en senatoren van Oost-Vlaanderen (men spreekt hierin over meer dan 400 leden), een aankondiging van de algemene vergadering,...
De "Royal Sailing Club", nu de "Royal Belgian Sailing Club, is één van de negen nu nog bestaande clubs. De bestuursleden van deze vereniging vond ik voor de periode 1898-1914 in de wegwijzer van de stad Gent. In het fonds Vliegende Bladen trof ik in de dozen I S 1, II N 6, II R 13 en III S 1 informatie aan. Het betreft reclames voor wedstrijden (meestal met de naam van de deelnemers en reglementen bijgevoegd en éénmaal de inkomprijs (10 fr.)), drie jaarverslagen uit 1903, 1904 en 1907 (met de statuten en volledige ledenlijsten), een aankondiging voor een algemene ledenvergadering (met de programmapunten en voorstelling van de nieuwe leden), een brief in verband met de inhuldiging van een nieuw clublokaal, een lidmaatschapskaart en een brief in verband met de afgelasting van een manifestatie ter ere van baron de Neve de Roden. In de systematische catalogus vond ik een jaarverslag uit 1908 van deze club.
Ik kreeg eerst geen toestemming om de archieven van de vereniging in te kijken. Na een brief geschreven te hebben naar het secretariaat van de club, belde ik met de vraag of zij mij konden helpen. Wegens "de wet op de privacy" mocht ik geen gebruik maken van hun archieven. Ik probeerde daarna om, via een lid van de club, de archieven in handen te krijgen. Op zijn aanraden verstuurde ik een brief in het Frans naar de club en contacteerde ik enkele dagen later het secretariaat van de vereniging, eveneens in het Frans; ditmaal met succes. Ik kon verschillende jaarverslagen inkijken, namelijk deze uit 1906, 1908, 1910, 1911,1913 en 1914.
De "Yacht Club de Gand et Motor Boat Club des Flandres", nu de Koninklijke Yachtclub Gent, is één van de negen nu nog bestaande verenigingen. Op 21 oktober 1904 verstuurde de toenmalige "Yacht Club de Gand" (gesticht op 19.09.1904) een aanvraag tot erkenning naar de stad. De erkenning volgde op 24 oktober 1904 ("satisfait le 24.10.04"). Het clublokaal was gevestigd op het Koophandelsplein 10 en de heer Steyaert werd aangesteld tot voorzitter. De bestuursleden van de club werden opgenomen in de wegwijzer van de stad Gent voor de jaren 1905-1914. In het fonds Vliegende Bladen vond ik in één doos, namelijk II Y 1, verwijzingen naar deze vereniging. Het gaat om een kalender uit 1907 met de vermelding van de activiteiten, een aantal aankondigingen en verslagen van vergaderingen, een vraag aan J. Martens om mee te gaan naar een conferentie, een vraag aan A. Vander Haeghen om deel te nemen aan een wedstrijd,...
De secretaris van de club verklaarde mij dat de club geen archieven of jaarverslagen meer bezit uit de door mij bestudeerde periode. Hij kon mij enkel een jaarverslag uit 1996 ter beschikking stellen waarin kort de clubgeschiedenis beschreven wordt. Op pagina drie van dat verslag las ik: "Uit een jaarverslag van 1913 onthouden we dat de club toen 117 ingeschreven yachten telde". Men verwijst dus in dit werk naar zijn bronnen. Ik verstuurde daarop een brief, waarin ik het citaat aanhaalde, met de vraag of ik die jaarverslagen mocht inkijken. Ik kreeg echter geen antwoord.
In het archief van de Royal Belgian Sailing Club vond ik een jaarverslag van deze vereniging terug uit het jaar 1914.
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
[38] Du Seuil (David), Honderd jaar Racing Club, s.p.
[39] De naam van de club was met de hand geschreven en zo goed als onleesbaar.
[40] De naam van de club was met de hand geschreven en zo goed als onleesbaar.