Macht en subject

Een analyse aan de hand van Foucault en Nietzsche

 

 

Lieven Vandenhole

Scriptie voorgelegd voor het behalen van de graad van
Licentiaat in de criminologische wetenschappen

Academiejaar: 1997-1998

Universiteit Gent

 

Promotor: Prof. Dr. K. Raes

home lijst scripties inhoud volgende  

 

0. INLEIDING

 

1. MACHT

    1.0. INLEIDING

    1.1. HET WOORD MACHT

        1.1.1. Positieve definiëring : Hoe ?

        1.1.2. Negatieve definiëring

            1.1.2.1. Macht verschilt van geweld

            1.1.2.2. Macht is verschillend van “capacités objectives” en ”rapports de communication”

            1.1.2.3. Macht is niet van de orde van de consensus

        1.1.3. Strategie

    1.2. MACHT WERKT IN OP HET LICHAAM

    1.3. MACHT IS ALOMTEGENWOORDIG

    1.4. PLUSIEURS POUVOIRS

    1.5. STAAT

    1.6. MACHT IS INTENTIONEEL

    1.7. IMMANENTIE

    1.8. CIRCULARITEIT

    1.9. VERZET

    1.10. MACHT IS PRODUKTIEF

        1.10.1. Macht en plezier

        1.10.2. Macht en weten

            1.10.2.1. Algemeen

            1.10.2.2. Macht en waarheid

            1.10.2.3. Weten-macht-vormen

            1.10.2.4. Conclusie

        1.10.3. Subject

    1.11. MACHT IS NIET SUBJECTIEF

    1.12. BESLUIT

 

2. MACHT EN SUBJECT

    2.1. TECHNIEKEN

        2.1.1. De kunst van het indelen

            2.1.1.1. De clausuur

            2.1.1.2. Parcellering

            2.1.1.3. Functiegebonden locaties

            2.1.1.4. Rang

            2.1.1.5. Conclusie

        2.1.2. De controle over de activiteiten

            2.1.2.1. Het dagrooster

            2.1.2.2. De temporele constructie van de handeling

            2.1.2.3. Het op elkaar afstemmen van lichaam en handeling.

            2.1.2.4. Het koppelen van lichaam en voorwerp

            2.1.2.5. De maximale exploitatie

            2.1.2.6. Conclusie

        2.1.3. De organisatie van ontwikkelingen

            2.1.3.1. Parallelle en successieve segmenten

            2.1.3.2. Analytisch schema

            2.1.3.3. Proef

            2.1.3.4. Reeksen van reeksen

            2.1.3.5. Conclusie

        2.1.4. De compositie van krachten

            2.1.4.1. Deel van een machine

            2.1.4.2. Combinatie van de individuele chronologische reeksen

            2.1.4.3. Het signaal

        2.1.5. Besluit

    2.2. MIDDELEN

        2.2.1. Hiërarchisch toezicht

        2.2.2. Normaliserende sanctie

        2.2.3. Het examen

            2.2.3.1. Het examen keert de economie van de zichtbaarheid in de machtsuitoefening om

            2.2.3.2. Het examen betrekt de individualiteit in het documentaire terrein

            2.2.3.3. Het examen met alle begeleidende documentatietechnieken maakt van ieder individu een geval

                A. Algemeen

                B. Een voorbeeld om deze vervalling tot geval te illustreren

        2.2.4. Besluit

    2.4. STRAFRECHT

    2.4. BESLUIT

 

3. HET SUBJECT

    3.0. INLEIDING

    3.1. GEHEUGEN

    3.2. ZIEL ALS MAATSCHAPPIJSTRUCTUUR VAN AANDRIFTEN EN AFFECTEN

    3.3. KOOI DER SUBJECTIVITEIT

    3.4. MENS ALS MACHINE

    3.5. DIGITALISERING

    3.6. GRAMMATICA

    3.7. FOUCAULT EN FRITSCH

    3.8. DE SADE

    3.9. BESLUIT

 

4. BESLUIT

 

home lijst scripties inhoud volgende