Politieke partijen en criminaliteit. Een evaluatie van 1978 tot 2004. (Toon Colen)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

"De veiligheidsplannen van CVP, SP en VLD verschillen niet zoveel van elkaar. Hoewel ze allen hebben verklaard van veiligheid geen verkiezingsthema te maken, doen ze nu toch mee aan de veiligheidsrage. En in die discussie is 't VB de locomotief."

 

(Paul Ponsaers, professor aan de universiteit van Gent,

Gazet van Antwerpen, 27 maart 1999)

 

Inleiding. Afbakening, problemen en methode.

 

Tegenwoordig krijgt criminaliteit veel aandacht in de media, de politiek en de publieke opinie. Het leek ons zinvol aan een aspect van deze problematiek onze verhandeling te wijden. Wij werden vooral geboeid door de vraag in hoeverre de aandacht van de politieke partijen voor criminaliteit de laatste jaren is toegenomen.

 

Om op deze vraag te antwoorden zullen wij een onderzoek uitvoeren naar de verkiezingsprogramma’s van de Vlaamse politieke partijen tussen 1978 en 2004. Onze begindatum 1978 wordt verantwoord door het verschijnen van het Vlaams Blok in dat jaar. Het is immers een veel gehoorde bewering dat het Vlaams Blok onveiligheid en criminaliteit op de agenda heeft gebracht. Door de programma’s van verschillende partijen over een langere tijsperiode te onderzoeken hopen wij daarover meer duidelijkheid te kunnen verschaffen.

 

Bij de afbakening van ons onderwerp doken al snel enkele problemen op. Allereerst was er de vraag: wat is criminaliteit nu precies? Iedereen heeft wel een beeld van crimineel gedrag en wat een crimineel is maar een definitie ervan geven is geen eenvoudige zaak. Ook in de literatuur is er geen eenduidige definitie te vinden. Sommige noemen criminaliteit elk tot strafbaar feit benoemd gedrag.[1] Maar kan men een voetganger die bij rood licht oversteekt al een crimineel noemen?

 

Bovendien kan men een onderscheid maken tussen criminaliteit in het publieke domein en andere vormen van criminaliteit zoals huiselijk geweld of belastingsfraude. In het publieke domein kan men bovendien een onderscheid maken tussen strategisch, instrumenteel en expressief geweld. Men kan criminaliteit ook opdelen naargelang van de motivatie. Is het een antwoord op een krenking van de persoonlijkheid of een middel voor het bereiken van gewin, macht of lust. Daarnaast zijn er ook vormen van criminaliteit die vooral gebaseerd zijn op een ideologie. Denk maar aan het terrorisme.[2]

 

Figuur 1: Typologie van geweld in het publieke domein.[3]

 

 

Krenking

 

 

Gewin/macht/lust

Ideologie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Strategisch

 

 

 

 

 

terrorisme

 

 

 

 

 

politiek verzet

 

 

 

 

 

massale vechtpartij

Instrumenteel

 

 

 

straatroven

 

 

 

 

 

vandalisme

 

 

 

 

 

schoolpleinmoord

 

 

 

 

uitgaansgeweld

 

 

 

 

Expressief

 

voetbalhooligans

 

 

 

 

Criminaliteit is dus een allesbehalve duidelijk af te bakenen begrip. Ten eerste wordt ons beeld over criminaliteit gevormd door een wisselwerking tussen de media, de politiek en de publieke opinie. De zogenaamde agenda-setting. Ten tweede is het erg subjectief. Bepaalde personen tillen zwaar aan belastingsfraude terwijl andere personen steigeren bij het gebruik van softdrugs. Ten derde verandert ons beeld wat betreft crimineel gedrag doorheen de tijd. Het bewijs hiervan is de aanpassing van het strafwetboek.

 

Het meest eenvoudige antwoord op dit probleem is een zeer ruime interpretatie van criminaliteit te gebruiken. We zullen onder criminaliteit niet alleen elk gedrag dat tot strafbaar feit benoemd is verstaan maar ook de gedragingen die nog niet verboden zijn bij wet maar die een politieke partij wel graag zou verbieden.

 

Dat laatste brengt ons bij het al eerder vermelde punt van de agenda-setting.

 

Het agenda-setting proces is een voortdurende wisselwerking tussen de media, specialisten, publieke opinie, politieke elite... De theorie van agenda-setting geeft een uitleg waarom bepaalde problemen wel zichtbaar zijn voor de burgers, hoe de publieke opinie gevormd wordt en problemen wel of niet op de politieke agenda komen en uiteindelijk opgelost worden.[4]

 

Het proces van agenda-setting bestaat uit drie grote factoren die in wisselwerking staan met elkaar. De media-agenda, de publieke opinie en de politieke agenda. Deze eindverhandeling heeft betrekking op de politieke agenda. De resultaten die we gaan vinden met betrekking tot criminaliteit zijn dus een resultaat van de invloed van de media en publieke opinie op de politiek. Omgekeerd zal een vergrote aandacht voor criminaliteit vanuit de politiek tot gevolg hebben dat er meer interesse voor bestaat bij de media en de publieke opinie.

 

We moeten het speciale karakter van het probleem criminaliteit in beschouwing nemen. Meestal krijgt een sociaal probleem de nodige aandacht als er een strijd ontstaat tussen voor- en tegenstanders. Een goed hiervan is bijvoorbeeld euthanasie. Maar criminaliteit is een valence issue, een probleem waar maar één juiste ethische mening over bestaat. Men kan alleen maar tegenstander zijn van criminaliteit en de vermindering ervan wensen. Hetzelfde geld voor onderwerpen als kindermisbruik of drugsverslaving.[5]

 

Zulke valence issues komen meestal pas in de politieke agenda na een trigger event. Een trigger event kan men het best definiëren als een startschot dat plaats heeft op een bepaald moment in de tijd en dat dient om de aandacht voor het onderwerp te kristalliseren en aan te zetten tot actie. Denk maar aan de aandacht voor pedofilie na de Dutroux-affaire.[6]

 

Tenslotte moet men weten dat agenda-setting een zero-sum game kan zijn. Aandacht voor criminaliteit kan ten koste gaan van bijvoorbeeld sociale huisvesting en omgekeerd natuurlijk. Maar soms kan een heel belangrijk onderwerp dat veel aandacht krijgt niet ten koste gaan van andere onderwerpen, maar zelfs ten voordele van nauw verbonden onderwerpen. Een passend voorbeeld is de aandacht die er bestaat voor de werkloosheid van jonge allochtonen en de bestrijding van vormen van criminaliteit.[7]

 

Daarom leek het ons ook interessant en zinvol om de taal te analyseren die partijen hanteren. Dit is éénvoudiger gezegd dan gedaan. We kunnen taal verstaan als het geheel aan signalen waarmee mensen betekenissen doorgeven. Dat zijn woorden, zinnen en teksten, maar even goed gebaren, tekens, intonatie, emotieve uitdrukkingen, de aankleding van een boodschap, de context, de enscenering, de wijze waarop boodschappen uit contexten worden gerukt en in nieuwe contexten gebruikt worden en zo voort. Het is nuttig te onderstrepen dat deze betekenis een veel ruimer concept is dan datgene wat men doorgaans, in de volksmond, als "taal" omschrijft.[8] Hoewel we beseffen dat politieke taal erg ruim kan geinterpreteerd worden beperken we ons hier omwille van de objectiviteit tot de geschreven bronnen. Zonder uit het oog te verliezen dat deze teksten niet in een politiek vacuüm bestaan.[9]

 

We beperken voor dit onderzoek het aantal politieke partijen. Naast de drie traditionele partijen, betrekken we natuurlijk ook het Vlaams Blok/Belang in onze analyse. Daarnaast bekijken we de VU, later N-VA en Spirit. Deze laatste is erg interessant omdat uit de VU het Vlaams Blok is ontstaan en men zich de vraag kan stellen hoezeer de VU het Vlaams Blok is gaan kopiëren en in welke mate N-VA en Spirit zich zijn gaan afzetten ten op zichte van het Vlaams Blok/Belang. De groene partij (Agalev/Groen!) en de communistische partij (PvdA) laten we buiten beschouwing.

 

Om gemakkelijker een evolutie te kunnen maken voor elke partij en tussen de verschillende partijen hebben we voor onze bronnen enkele beperkingen ingevoerd. Ons eerste idee was een analyse te maken van alle verkiezingsprogramma's en congresresoluties van 1978 tot en met 2004.

 

Ten eerste werden we ons, na het lezen van de resoluties van drie partijen, bewust dat de congresresoluties ons weinig bij brachten. Congressen worden erg onregelmatig gehouden en worden meestal ook opgebouwd rond een bepaald thema. Hierdoor wordt een vergelijking tussen de partijen en een evolutie per partij onmogelijk. Bovendien wordt er weinig verteld wat niet in de verkiezingsprogramma komt te staan.

 

Ten tweede hebben we de verkiezingsprogramma's voor de gemeenteraadsverkiezingen laten vallen. Dit omdat er niet altijd een nationaal verkiezingsprogramma voor de verschillende gemeenteraadsverkiezingen was en de teksten op lokaal niveau amper worden bijgehouden over de tijdspanne die we in gedachten hebben.

 

Ten derde willen we er nog even op wijzen dat we er niet in geslaagd zijn geweest om voor elke partij alle verkiezingsprogramma's te verzamelen. Het valt op dat de meeste partijen niet bezig zijn met het bewaren van hun ideeën en beloftes voor het nageslacht. Voor de congresresoluties viel dit nog goed mee, maar met de verkiezingsprogramma's, die de meeste partijen slechts als propaganda voor de verkiezingen beschouwen, was het erger gesteld. Alle dertien programma's hebben we gevonden voor de socialisten en liberalen. Bij het Vlaams Blok is het Europees programma van 1979 ons ontglipt. Bij de christen-democraten hebben we er slechts tien van de dertien gevonden. Voor de Volksunie hebben we er slechts zeven van de elf. Over dit lage aantal van de VU hebben we het specifieker in hoofdstuk twee. Voor SPIRIT en de N-VA hebben we beide programma's.

 

Hoe hebben we nu onze analyse ondernomen?

 

Bij het lezen van de verkiezingsprogramma's worden telkens de verschillende termen aangeduid met arceerstift. (zie bijlage 1) Per term die voorkomt wordt er een vermelding aangegeven. Als er bijvoorbeeld een opsomming is (bv: we willen een harde aanpak van vandalisme, diefstal en intimidatie) dan worden de verschillende termen geteld. In bijlage 3 is er een voorbeeld te zien van een pagina uit een verkiezingsprogramma.

 

Deze termen worden dan gegroepeerd in de mate dat het mogelijk is. Soms is het onduidelijk in welke groep een term moet geplaatst worden. Bv: jeugdbendes: is dit jeugdcriminaliteit of georganiseerde criminaliteit of wordt er een aparte categorie voor gemaakt. Deze lijst werd op een inductieve wijze gevormd. Daarom werd het noodzakelijk beschouwd dat de eerste partij nog eens een tweede maal werd doorgenomen om te kijken of de resultaten overéénkomen met behulp van de uiteindelijke lijst.

 

Zo kan er voor elke partij teruggevallen worden op deze lijst om dezelfde verdeling te gebruiken.

 

Op de keuze van welke categorieën we gaan hanteren en welke termen onder elk van de categoriën vallen kan men kritiek geven. Zo beschouwen we discriminatie als een vorm van criminaliteit, zelfs als het gaat over discriminatie ten opzichte van leden van een andere ideologische zuil. Toch hebben we dit zo objectief mogelijk proberen te realiseren en door de vorming van de lijst is het voor elke partij hetzelfde.

 

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de term "criminaliteit" en de verschillende vormen van criminaliteit. Zo ontstaan er 2 categorieën van gegevens die samen de algemene criminaliteitsaandacht van de partij voorstellen.

 

Het aantal meldingen van de verschillende vormen van criminaliteit en de term "criminaliteit" worden dan geteld per verkiezingsprogramma. Dit cijfermateriaal wordt voor de verschillende jaren naast elkaar gezet. Daarna worden ook nog eens het aantal vermeldingen van criminaliteit gedeeld door het aantal A4-pagina's waaruit de programma's bestaan. Dit dient om een vergelijking te kunnen maken hoezeer het onderwerp criminaliteit weegt op de verschillende programma's (of de programma's nu klein of erg uitgebreid zijn).

 

We willen er op wijzen dat we ons niet houden aan de paginanummering van de verkiezingsprogramma's zelf, als deze er al is, om te bepalen uit hoeveel A4-pagina's een programma bestaat. Zo laten we voor elk programma het titelblad en de inhoudstabel buiten beschouwing. Een eventueel voorwoord wordt wel opgenomen in de telling. Het aantal van eventuele A5-pagina's wordt gedeeld door twee en het aantal pagina's van het verkiezingsprogramma van de liberalen van 1985 wordt gedeeld door drie.[10]

 

Voor elk verkiezingsprogramma wordt er een korte evaluatie gemaakt. Hierbij wordt er vooral gewezen naar dingen die de aandacht trokken bij het lezen van de teksten en die relevant zijn voor het onderwerp van de thesis.

 

Tenslotte wordt er commentaar gegeven op de evoluties die door de verzamelde gegevens zichtbaar worden. Welke vormen van criminaliteit zijn belangrijk voor een bepaalde partij? Hoeveel aandacht geeft de partij aan de som van de verschillende vormen van criminaliteit, aan de term "criminaliteit" en aan criminaliteit in het algemeen? Het aantal vermeldingen per pagina en de evolutie daarvan in de tijdsperiode 1978-2004 wordt natuurlijk ook besproken.

 

Er wordt aandacht geschonken aan het taalgebruik en de ideeën over de criminaliteitsproblematiek. Dit gebeurd voor elke partij (met uitzondering van het hoofdstuk over de Volksunie) in de laatste paragraaf van ieder hoofdstuk. De aanpak van de criminaliteitsproblematiek die elke partij verkondigt hangt vaak samen met haar algemeen maatschappijbeeld. Dit zullen we dan ook proberen aan te geven. Voor de Volksunie gaan we bijvoorbeeld over de verzuiling van de samenleving spreken. Deze verzuiling zorgt voor discriminatie waartegen de VU zich afzet.

 

Onder andere professor Blommaert is dezelfde mening toegedaan: "Het is mijn punt dat het veiligheidsthema in een pakket zit samen met andere themata zoals migratie, integratie, multiculturaliteit, en daardoor ook met identiteit en de natie, en met globalisatie. Dit alles vormt een conceptueel en ideologisch geheel dat in zijn totaliteit (en complexiteit) moet verklaard worden. Discussies over veiligheid moeten concreet en regelmatig teruggevoerd worden tot die andere fenomenen; het thema ontleent er immers structuur en belang aan."[11]

 

Mijn doel, met deze verhandeling, is het creëren van een beeld hoe de Vlaamse politieke partijen denken over criminaliteit. Want niet alleen het idee van criminaliteit bij de publieke opinie kan veranderen, dit kan ook bij de media en bij de politieke actoren.

 

Als men gevraagd wordt één partij te koppelen aan het thema criminaliteit dan zal men wellicht het Vlaams Blok/Belang als antwoord geven. We hadden bij het starten van deze verhandeling gehoopt een antwoord te kunnen vinden op de vraag of het Vlaams Blok/Belang een zweepfunctie heeft (gehad) wat betreft de aandacht voor criminaliteit bij de Vlaamse partijen. Maar om dit te kunnen bewijzen hebben we gegevens nodig van partijen die niet beïnvloed kunnen zijn door het Vlaams Blok en dat is natuurlijk niet mogelijk.

 

Hoewel we geen antwoord kunnen bieden op de vraag of het Vlaams Blok een zweepfunctie heeft gehad, zijn er nog genoeg andere vragen te beantwoorden.

 

Voor welke vormen van criminaliteit heeft elke partij het meeste aandacht? Hoe is de verhouding tussen het aantal vermeldingen van de term "criminaliteit" en het totaal van criminaliteitsvormen? Is hierin een evolutie merkbaar tussen 1978 en 2004? Is er een andere evolutie zichtbaar als we kijken naar het aantal vermeldingen van criminaliteit per pagina of is deze juist hetzelfde? Welke invloed heeft de ideologie van de verschillende partijen op het denken over criminaliteit? Overheerst het repressief of preventief denken over misdrijven binnen elke partij? Deze vragen zullen we voor elke partij apart behandelen in de eerste vijf hoofdstukken.

 

In hoofdstuk zes vergelijken we de resultaten die we gevonden hebben voor de verschillende partijen. Vinden de partijen dezelfde vormen van criminaliteit belangrijk of zijn er onderlinge verschillen? Is de verhouding tussen het aantal vermeldingen over criminaliteit in het algemeen en meer specifieke vermeldingen gelijk voor alle partijen? Praat een partij, we denken aan het Vlaams Blok/Belang, meer over misdrijven dan haar politieke tegenstanders? Zijn er partijen die reeds vanaf 1978 tot heden steeds vaker over criminaliteit hebben gesproken dan anderen of zijn hierin geen vaste verhoudingen? Hoe zit het met het aantal vermeldingen per pagina voor de verschillende partijen? Zijn er hier partijen die uitschieten wat betreft hun belangstelling voor de criminaliteitsproblematiek?

 

Een hoop vragen om te beantwoorden...

 

 

Hoofdstuk 1. Het Vlaams Blok/Belang

 

We beginnen met een korte historische schets van het ontstaan van het Vlaams Blok. Vervolgens gaan we de verkiezingsprogramma’s van het Vlaams Blok analyseren.

 

 

§1. Een historische schets

 

In 1977 stemde de Volksunie in met het Egmont-pact. De hard-liners in de Volksunie beschouwden dit als een onrechtmatige tekortkoming aan de tweetaligheid van Brussel en als een aanzet tot een verdere verfransing van Brussel en Brabant. Deze ontevredenheid liep samen met de links-rechts-spanning in de partij zelf.

 

Op 1 oktober 1977 richtte een groep radicale rechtse nationalisten o.l.v. Karel Dillen de Vlaams Nationale Partij (VNP) op. Op 19 november 1977 richtte ex-VU-senator Lode Claes de Vlaamse Volkspartij (VVP) op. De leiders van deze anti-Egmontpartijen besloten samen kartellijsten in te dienen voor de verkiezingen van 17 december 1978 onder de naam Vlaams Blok. Karel Dillen wordt in Antwerpen verkozen, terwijl Lode Claes in Brussel naast een zetel grijpt. Uiteindelijk smelten de VNP en de radicale vleugel van de VVP samen in een nieuwe partij Vlaams Blok.[12]

 

Dit gebeurd op 28 mei 1979[13] nadat de Vlaamse Volkspartij (VVP) mee heeft gedaan aan de Europese verkiezingen, maar er niet in slaagde een zetel te bekomen.[14]

 

In de verkiezingen van 1981 en 1985 wordt, hoewel met een klein percentageverlies in 1981, de enige zetel in de Kamer behouden. Er is een kleine stijging in 1987 die leidde tot een tweede zetel in de Kamer en het eerste zitplaatsje in de Senaat. Vooral de Europese verkiezingen in 1989 voorspelden de groei van het Vlaams Blok. 4,1 % van de Belgische bevolking stemde op het Vlaams Blok, waardoor de partij ook haar eerste Europese zetel behaalde. In 1984 haalde men bij de verkiezingen voor het Europees parlement nog maar 1,3 %.

 

Tabel 2. Verkiezingspercentage van het Vlaams Blok voor de federale,
Europese en Vlaamse verkiezingen van 1978 tot 2004 van de Belgische bevolking.

* percentage voor het Vlaams Parlement is niet van de Belgische bevolking

maar van de Vlaamse kiesgerechtigden.

Jaar

Kamer

Senaat

Europees Parlement

Vlaams Parlement*

1978

1,4

1,5

 

 

1979

 

 

0,6

 

1981

1,1

1,2

 

 

1984

 

 

1,3

 

1985

1,4

1,4

 

 

1987

1,9

2

 

 

1989

 

 

4,1

 

1991

6,6

6,8

 

 

1994

 

 

7,8

 

1995

7,8

7,7

 

12,3

1999

9,9

9,4

9,4

15,5

2003

11,6

11,3

 

 

2004

 

 

14,3

24,2

Bron: VUB, Belgische verkiezingen, 2001 (09.11.2005, http://www.vub.ac.be/belgianelections/Browser.html);

           Federale overheid, Federale Parlementsverkiezingen op 18 mei 2003, 2003 (10.11.2005, http://verkiezingen2003.belgium.be/index_nl.shtml);

           Federale overheid, Verkiezingen 13 juni 2004, 2004 (10.11.2005, http://verkiezingen2004.belgium.be/nl/index.html).

 

Op 24 november 1991 neemt dan de beruchte ‘Zwarte Zondag’ plaats. Men behaalde in één klap twaalf zetels, een stijging van tien, in de Kamer en vijf zetels, een stijging met vier, in de Senaat. De partij blijft op elk niveau groeien. In de tabel is echter wel een zeteldaling zichtbaar in 1995 maar dit is het gevolg van het Sint‑Michielsakkoord van 1992 waarin besloten werd het aantal zetels in de Kamer te verminderen van 212 naar 150.[15]

 

Uiteindelijk heeft de partij in 2004 al 14,3 % steun van de Belgische bevolking bij de Europese verkiezing en bijna een kwart van de Vlaamse kiezers (24,2 %) bij de laatste verkiezingen voor het Vlaams parlement.

 

Deze opeenvolgende verkiezingsoverwinningen gingen de andere partijen natuurlijk niet onopgemerkt voorbij. Op tien mei 1989 sloten de voorzitters van vijf Vlaamse partijen (CVP, SP, PVV, VU en Agalev) een overeenkomst waarbij ze elkaar beloofden geen politiek akkoord met het Vlaams Blok, wat ze racistisch en onverdraagzaam vinden, te sluiten. Het cordon sanitair was geboren. Hierdoor was/is het Vlaams Blok/Belang naar de oppositiebanken verwezen.

 

In 2000 start een proces tegen drie v.z.w.’s van het Vlaams Blok op basis van de racismewet. De rechter verklaard zich in Eerste Aanleg onbevoegd. Het Hof van Beroep te Brussel beschouwt de zaak als een politiek misdrijf en een politiek misdrijf moet voor het Hof van Assisen komen. Daar zal de zaak nooit aanhangig gemaakt worden. Op het einde van 2003 verbreekt het Hof van Cassatie de uitspraak van het Hof van Beroep van Brussel en geeft het Hof van Beroep te Gent opdracht om de beroepsprocedure over te doen.

 

Uiteindelijk worden de drie v.z.w.’s van het Vlaams Blok op 21 april 2004 veroordeeld wegens inbreuk op de wet tegen racisme. Het Vlaams Blok tekent cassatieberoep aan waardoor ze onder de naam Vlaams Blok aan de verkiezingen van 2004 kunnen deelnemen. Het Hof van Cassatie, het hoogste juridische orgaan van ons land, bevestigt de veroordeling van het Gentse hof van Beroep. Het Blok kan niet meer in beroep gaan, het proces is definitief beslecht.

 

De kopstukken van het Vlaams Blok stichten een ‘nieuwe’ partij. Hoewel: “Wij veranderen van naam, maar niet van streken”, aldus voorzitter Frank Vanhecke.[16] Op zondag 14 november 2004 wordt het ‘Vlaams Belang’ boven het doopvont gehouden. Leden als Jurgen Verstrepen en Marie-Rose Morel moeten het Belang een softer imago aanmeten.

 

 

§2. De verkiezingsprogramma’s

 

Het verkiezingsprogramma van 1978 voor het kartel VNP-VVP dat onder de naam Vlaams Blok naar de kiezer stapt bestaat uit twintig punten. Verrassend genoeg wordt er in de twintig punten met geen woord gerept over criminaliteit. Punt vijftien gaat over een beperking van het aantal gastarbeiders, maar omwille van economische redenen. In het programma wordt vooral aandacht besteedt aan de communautaire problematiek.[17]

 

Helaas hebben we voor 1979 geen verkiezingsprogramma kunnen bemachtigen.

 

In 1981 zijn er vervroegde verkiezingen. Het programma van het Vlaams Blok van dat jaar spreekt ook nu geen enkele keer van criminaliteit. Men besteedt wel aandacht aan de problematiek van gastarbeiders. Volgens het Vlaams Blok, anno 1981: “Heeft een land met 400.000 werklozen geen nood aan gastarbeiders. Maar er is meer. Juist in een tijd dat men de mond vol heeft over vervreemding en leefmilieu, wijst het Vlaams Blok erop dat de gastarbeiders ontwortelden werden en blijven, losgerukt uit hun eigen land, streek, klimaat, gewoonten, tradities, religiositeit.” Er wordt ook gepleit voor een herstel van fatsoen, orde en waarden. De problematiek van criminaliteit is nergens te vinden. Het is eerder de politieke links-rechts spanning naar orde in de maatschappij. Men vermeldt bijvoorbeeld dat het Vlaams Blok niet wilt dat met onze kinderen geëxperimenteerd wordt door "marxistische en gauchistische dogmatici".[18]

 

Voor de Europese verkiezingen van 1984 is er in dit programma van acht punten niks te lezen over criminaliteit.[19]

 

“Kriminaliteit: Harde aanpak!”, dat is één van de vele slogans waarmee het Vlaams Blok in 1985 naar de kiezer stapt. Men eist niet allen een strengere bestraffing van de misdaad en drugsmisdrijf maar tevens een beteugeling van de fiscale en sociale fraude. Tien jaar voor de Dutroux-affaire in 1996 los barst wordt er in het programma al tweemaal melding gemaakt van pedofilie. Al deze vormen van criminaliteit worden sterk in verband gebracht met het moraal. Er moet meer aandacht komen voor geweten, orde, gezag, verantwoordelijkheid en fatsoen. Wat dit betreft maakt men ook een duidelijke opmerking dat het niet past om de waarden om te draaien en criminelen als slachtoffer te beschouwen van de gemeenschap die zich crimineel gedraagt door zich tegen hen te verzetten. Abortus is voor het Vlaams Blok in 1985 duidelijk een wandaad, maar dit is eerder een levensbeschouwelijke visie dan een vorm van criminaliteit. Men wil alle vreemdelingen die zich aan criminaliteit te buiten gaan uitwijzen maar er wordt geen link gemaakt tussen allochtonen en overtredingen van de wet.[20]

 

In 1987 zijn er opnieuw parlementsverkiezingen. Wat betreft het programma van dit jaar is er niet veel verschil met dat van 1985. Er wordt gesproken over criminaliteit in het algemeen, de drugsproblematiek maar ook de corruptie en fiscale fraude. Ook pedofilie is niet verdwenen uit de teksten. Wel verschillend met twee jaar eerder is de verwijzing naar diefstal in handelszaken en bankkantoren. Van sociale fraude is niks meer te lezen. De relatie criminaliteit en gastarbeiders blijft exact hetzelfde. Gastarbeiders worden niet automatisch geassocieerd met crimineel gedrag maar degene die van het rechte spoor af geraken wil het Vlaams Blok het land uit zetten.[21]

 

Milieucriminaliteit krijgt aandacht in het programma voor de Europese verkiezingen van 1989. Volgens het Vlaams Blok moet dit probleem op Europees niveau aangepakt worden en niet door de staten, zelfs niet door een onafhankelijk Vlaanderen. Ook de drugsproblematiek en de drugshandel in Europa worden uitgebreid aangekaard. Slecht kort verwijst men naar stijgende misdaadcijfers, diefstal, vandalisme en geweld tegen personen. Volgens het Vlaams Blok houdt de overheid zich teveel bezig met randinitiatieven en komen essentiële taken zoals ordehandhaving en de strijd tegen criminaliteit op de tweede plaats.[22]

 

Er wordt diep ingegaan op de inwijking van niet-Europese vreemdelingen en de demografische neergang van Europa. Het aparte hoofdstuk hierover gaat vooral in op de economische gevolgen en de culturele verschillen die de ‘linkse’ multiculturele samenleving met zich mee brengt. Slechts zijdelings wordt een eerste maal een link gelegd tussen criminaliteit en allochtonen. “Het is immers zo dat vooral deze tweede en derde generatie in vele gevallen een groep is die zonder doel en steeds meer zonder eigen cultuur gedoemd is om een broeiende factor van onvrede te worden, en dit gezien hun aantal en hun groepsvorming. Gecombineerd met de steeds groeiende invloed van integristische tendensen binnen de islam vormt precies deze groep een steeds groeiend risico. Door deze ontworteling worden deze jongeren in de eerste plaats ontworteld en komen zij ook in vele gevallen in een marginaliteit en zelfs criminaliteit terecht.”[23]

 

Het verkiezingsprogramma waarmee het Vlaams Blok zijn grote doorbraak realiseerde in 1991 ("zwarte zondag") wordt gekenmerkt door een grotere aandacht voor criminaliteit en drugsproblematiek. Niet alleen is er een apart hoofdstuk genaamd "Criminaliteit of veiligheid van de burger" maar ook in andere hoofdstukken begint de criminaliteitsproblematiek door te sijpelen. Bijvoorbeeld als men pleit voor een nauwere samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland waarschuwt men voor mogelijke invloeden van het linkse klimaat in het Noorden en tegen alle verloederingsverschijnselen als abortus, drugs en criminaliteit.

 

In het hoofdstuk over het vreemdelingenbeleid worden jonge vreemdelingen geassocieerd met drugshandel. Het Vlaams Blok brengt de band tussen allochtonen en criminaliteit expliciet op de voorgrond in het hoofdstuk over criminaliteit. “Een recent Rijkswachtrapport bewijst dat de criminaliteit bij niet-Europese vreemdelingen verhoudingsgewijs vier maal hoger is dan bij de eigen bevolking. Eén op drie (33 %) van de in de gevangenissen verblijvende criminelen is vreemdeling…” Deze extra aandacht voor de "harde" criminaliteit lijkt ten koste te zijn gegaan van andere vormen van criminaliteit. Van milieuvervuiling of sociale en fiscale fraude valt niks meer terug te lezen in tegenstelling met de vorige verkiezingsprogramma’s.[24]

 

De eerste verkiezingen na de zwarte zondag in 1991 waren de Europese verkiezingen van 1994. Het Vlaams Blok wilde zijn resultaat van vorige keer natuurlijk overdoen en het lijkt alsof het dat ook gedacht heeft toen men het programma van 1994 op stelde. Juist zoals in 1991 werd er veel aandacht besteed aan criminaliteit in het algemeen en aan de drugsproblematiek. Men maakt een duidelijk verband tussen vreemdelingen en criminaliteit zoals in de volgende zin te concluderen valt: “Dagelijks zijn honderden mensen slachtoffer van kleine of grote diefstallen, gepleegd door werkloze jonge vreemdelingen van niet-Europese oorsprong.” Toch moet ook gewezen worden op de volgende nuance: “De hogere criminaliteit bij de vreemdelingen in Europa betekent niet dat deze volkeren meer criminaliteit in zich hebben.”

 

Het Vlaams Blok wil een Europese misdaadbestrijding maar opvallend is ook een Europees milieubeleid. Voor het Vlaams Blok kan een echt efficiënt milieubeleid maar slagen binnen een Europees kader. De partij wilt het milieuthema ook niet overlaten aan de andere partijen. Als volksnationale partij, meent ze zich beter dan andere geplaatst om uitspraken te doen over de milieuproblematiek. Want als nationalisten zijn ze van nature bekommerd om een gezonde leefomgeving voor het Vlaamse volk. Toch blijft de aandacht voor milieucriminaliteit lager dan de vermeldingen over fiscale fraude en racisme.[25]

 

Hoewel er in 1991 niet over werd gesproken wordt er nu veel aandacht besteed aan fiscale fraude. Vooral dan op Europees niveau en in het bijzonder de gepleegde corruptie door de Belgische traditionele partijen. Tenslotte is er nog de opmerking dat een gezamenlijke aanpak van het internationaal terrorisme absoluut noodzakelijk is.[26]

 

Het verkiezingsprogramma voor 1995 is in grote lijnen gelijk aan het programma van 1994, aangevuld met enkele nieuwe hoofdstukken zoals vakbonden, gezonde financiën, ouderenbeleid en gehandicapten. Misdaad en criminaliteit in het algemeen was reeds het jaar ervoor zeer duidelijk aanwezig in het programma, maar met 50 verwijzingen steekt het in 1995 met kop en schouders uit boven andere vermeldingen van soorten criminaliteit. Fiscale fraude krijgt echter ook een aanzienlijke aandacht en komt met 17 vermeldingen duidelijk op de derde plaats. Dit zal wellicht te wijten zijn aan de Agusta-affaire die in het begin van 1995 los barstte.

 

Daarnaast wordt ook de drugsproblematiek en de milieudelicten uitbundiger besproken dan voorheen. Er is ook duidelijk meer aandacht voor de maffia. Komt dit door het onderzoek naar de moord op PS-politicus A. Cools dat in dit jaar op volle gang was? Zijdelings wordt er in de teksten naar verwezen. “Machtsconcentraties, maffiabindingen, corruptie, politieke benoemingen en uiteindelijk een politieke moord hebben geleid tot een besef dat België bestuurd wordt door een politieke klasse die afglijdt naar het vergaren van zoveel mogelijk eigenbelang.”[27]

 

Wat men moet verstaan onder criminaliteit en de verschillende vormen ervan kan erg verschillen van persoon tot persoon, maar ook over de benamingen van de soorten criminaliteit bestaat onenigheid. Dit bewijst het Vlaams Blok in de volgende zinnen. “Wij verkiezen ‘straatcriminaliteit’ boven de misleidende term ‘kleine criminaliteit’, want de slachtoffers ervaren dit soort misdadigheid helemaal niet als ‘klein’.” Abortus is voor het Vlaams Blok gelijk aan moord en euthanasie willen ze niet uit de strafrechtelijke sfeer halen.[28]

 

Men pleit in 1995 reeds voor de éénmaking van de politiediensten. “In het verleden hebben we gezien tot welke ongezonde situaties het bestaan van vijf, zes verschillende politiediensten hebben geleid.”[29]

 

In 1999 heeft het Vlaams Blok een uitgebreid verkiezingsprogramma waar veel aandacht wordt gegeven aan het onveiligheidsgevoel en de ermee samenhangende criminaliteitsproblematiek. In de verschillende hoofdstukken spreekt men vaak over criminaliteit in het algemeen, maar ook drugs is een heel belangrijk onderwerp. Beide komen ze in totaal een dikke honderd maal voor in de tekst, respectievelijk 149 en 124 keer. Vreemdelingen en misdaad worden vaker dan de vorige programma’s aan elkaar gekoppeld. Wat betreft drugs, is dit minder het geval. Hoewel men soms een link legt tussen jeugdbendes bestaande uit vreemdelingen en de drugshandel. Het Vlaams Blok heeft ook in 1999 verrassend veel aandacht voor het milieu, zelfs duidelijk meer dan in 1995.

 

Corruptie en fiscale fraude zijn ook duidelijk aanwezig. Er is zelfs een hoofdstuk ‘Propere handen’, waarin men electorale winst probeert te halen uit de Agusta-Dassault-affaire. Samenhangend met de witteboordencriminaliteit is de aandacht voor de georganiseerde misdaad. Toch verwijst men niet alleen naar georganiseerde misdaad als het gaat over corruptie. Men speelt ook in op de complottheorieën  rond de Dutroux-zaak en de ideeën van een georganiseerd netwerk van pedofilie. De Dutroux-affaire is natuurlijk ook de oorzaak voor de toegenomen aandacht voor pedofilie en (jeugd)prostitutie.

 

Minder duidelijk is waar de plotse aandacht voor jeugdcriminaliteit vandaan komt. Het gaat hier niet alleen over jeugdbendes die zich schuldig maken aan diefstal, vandalisme en intimidatie maar ook over geweld en vandalisme op school. Dus jeugdcriminaliteit wordt ruim opgevuld door het Vlaams Blok. Zéro-tolerantie komt tijdens deze verkiezingen voor het eerst in het programma van het Vlaams Blok voor. Niet alleen wordt er verwezen naar de wetenschappelijke lectuur van Kelling en Wilson en hun ‘Broken Windows’-theorie waarop het concept van zéro-tolerantie is gebaseerd, ook wordt er melding gemaakt van de resultaten die gewezen politiecommissaris Demol heeft gerealiseerd met het toepassen van zéro-tolerantie in Schaarbeek voordat hij op de lijst van het Vlaams Blok kwam te staan.[30]

 

Tabel 3. Vermeldingen van de verschillende vormen van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van het Vlaams Blok.

 

 

1978

1981

1984

1985

1987

1989

1991

1994

1995

1999

2003

2004

Totaal

Criminaliteit

0

0

0

5

5

4

14

24

50

149

70

65

386

Geweld

0

0

0

0

0

2

3

1

2

19

2

6

35

Diefstal

0

0

0

0

1

3

3

2

6

23

15

9

62

Vandalisme

0

0

0

0

0

1

1

0

0

6

0

2

10

Terrorisme

0

0

0

0

0

0

0

2

1

1

5

0

9

Fiscale fraude

0

0

0

4

3

0

0

9

17

47

16

3

99

Sociale fraude

0

0

0

3

0

0

0

0

4

0

6

4

17

Drugsproblematiek

0

0

0

2

2

5

7

3

35

124

27

40

245

Zedenfeiten

0

0

0

2

1

0

0

0

4

32

16

7

62

Wapenbezit

0

0

0

0

0

1

0

1

1

2

1

0

6

Jeugdcriminaliteit

0

0

0

0

0

0

0

0

3

29

17

23

72

Moord

0

0

0

0

0

0

0

1

3

8

2

3

17

Asielmisbruik

0

0

0

0

1

0

0

1

3

0

2

7

14

Maffia

0

0

0

1

0

0

0

1

5

34

8

4

53

Bouwmisdrijf

0

0

0

0

0

0

0

0

0

4

3

4

11

Oplichting

0

0

0

1

0

0

0

0

1

3

1

0

6

Mensenhandel

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

5

1

6

Hooliganisme

0

0

0

0

0

0

0

0

0

3

1

0

4

Discriminatie

0

0

0

0

0

0

0

1

1

0

2

0

4

Racisme

0

0

0

0

0

0

0

4

0

0

0

1

5

Oorlog

0

0

0

0

0

0

0

0

1

0

1

0

2

Volksgezondheid

0

0

0

0

0

0

0

0

1

0

0

0

1

Straatcriminaliteit

0

0

0

0

0

0

0

0

4

4

2

2

12

Verkeer

0

0

0

0

0

0

0

0

0

2

5

1

8

Milieu

0

0

0

0

0

1

0

3

13

24

5

4

50

 

0

0

0

18

13

17

28

53

155

514

212

186

1196

 

Over het algemeen is er in de verkiezingen van 2003 minder aandacht voor criminaliteit. Criminaliteit en bijna alle vormen van criminaliteit komen duidelijk minder aan bod. Vooral de aandacht voor drugs, maar ook milieucriminaliteit en de georganiseerde misdaad worden lang niet zo vaak meer vermeld. Toch zijn er twee categorieën van criminaliteit die meer vermeld worden. Het gaat respectievelijk over terrorisme en sociale fraude. Terrorisme is na 11 september 2001 geen verrassing. Maar waar de plotse aandacht voor sociale fraude komt is tasten in het duister. Misschien dat gebeurtenissen in 2003 via agenda-setting het onderwerp meer actueel maakten. Hoewel criminaliteit minder aandacht krijgt dan andere jaren veranderd de mening van het Vlaams Blok over de oorsprong van criminaliteit niet: “Volgens het Vlaams Blok vindt een deel van de hedendaagse criminaliteit zijn oorsprong in een vervagend normbesef.”[31]

 

Er is algemeen gezien minder aandacht voor criminaliteit in 2004. Vooral fiscale fraude/corruptie en de daaraan samenhangende georganiseerde misdaad. komt niet zo vaak meer aan bod als in 2003. Diefstal en seksuele misdaden, zoals verkrachting en aanranding, kennen ook een daling. Hier tegenover staat de terug toegenomen aandacht voor drugs in vergelijking met 2003. Maar ook jeugdcriminaliteit wordt steeds belangrijker.

 

Het Vlaams Blok heeft veel meer interesse gekregen voor de sociale problemen in de samenleving. Toch wordt de sociale fraude niet aangeklaagd. Men spreekt amper over mensen die onterecht sociale uitkeringen ontvangen. Als men het dan toch over sociale fraude heeft gaat het vooral over het misbruik van gezinsherenigingen. Ook asielmisbruik wordt aangeklaagd. Aandacht voor sociale fraude is er wel, hoewel in verhouding erg weinig en dan wordt deze vaak in verband gebracht met illegalen.[32]

 

Als we het aantal vermeldingen van het woord “criminaliteit” en de verschillende vormen van criminaliteit in de verschillende verkiezingsprogramma’s in een tabel en grafiek plaatsen bekomen we het volgende:

 

Tabel 4. Vermeldingen van de term “criminaliteit” en de verschillende vormen
van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van het Vlaams Blok.

Jaar

term criminaliteit

vormen van criminaliteit

criminaliteit in totaal

1978

0

0

0

1981

0

0

0

1984

0

0

0

1985

5

13

18

1987

5

7

13

1989

4

13

17

1991

14

14

28

1994

24

29

53

1995

50

105

155

1999

149

365

514

2003

70

142

212

2004

65

121

186

TOTAAL

386

809

1196

 

Grafiek 1. Vermeldingen van de term “criminaliteit” en de verschillende vormen
van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van het Vlaams Blok.

 

In de grafiek is duidelijk te zien hoe vanaf het midden van de jaren ’90 de interesse voor misdaad exponentieel is gegroeid. Dit bereikt een enorme piek in 1999 waarna de aandacht stelselmatig verzwakt en in 2004 nog niet meer op de helft komt van 1999. Toch moeten we deze cijfers relativeren. Een politieke partij heeft, zeker als ze nog klein en nieuw is, een beperkt aantal werkingsmiddelen. Met weinig middelen ga je geen programma-‘boeken’ schrijven. Door het aantal vermeldingen van de term criminaliteit te delen door het aantal A4-pagina’s dat het verkiezingsprogramma telt krijgen we een heel ander beeld.

 

Grafiek 2. Vermeldingen van de term “criminaliteit” in de verkiezingsprogramma’s

van het Vlaams Blok gedeeld door het aantal A4-pagina's.

 

Terwijl in grafiek 1, 1999 een piekjaar was zien we nu dat, als we rekening houden met het aantal bladzijden, 1999 dit blijft maar minder uitgesproken. In vergelijking met grafiek 1 zien we nu niet een constante daling na 1999. Voor 2004 is er opnieuw een stijging tot een gemiddelde van 1 keer criminaliteit per pagina.

 

Als we kijken naar de verkiezingsprogramma’s van 1984, 1989 en 1994 merken we dat deze gekenmerkt worden door lage scores. Dit zijn toevallig de Europese verkiezingen. Voor de Europese verkiezingscampagnes komt misdaad minder op de voorgrond bij het Vlaams Blok. Voor de Europese verkiezingen van 1999 en 2004 is dit niet meer het geval. Vanaf 1999 vielen de Europese en Vlaamse verkiezingen samen, dit kan een mogelijke oorzaak zijn. Dezelfde conclusies kunnen we trekken voor de totale criminaliteit gedeeld door het aantal pagina's, zoals zichtbaar is in grafiek 3. Toch is de algemene stijgende trend duidelijker zichtbaar in grafiek2.

 

Grafiek 3. Vermeldingen van alle criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s

van het Vlaams Blok gedeeld door het aantal A4-pagina's.

 

 

§3. Het Vlaams Blok en criminaliteit.

 

We kunnen concluderen dat het Vlaams Blok in zijn beginjaren weinig aandacht gaf aan welke vorm van criminaliteit dan ook. Langzaam aan is deze toestand veranderd en zeker vanaf het midden van de jaren ’90 nadat de partij uit de electorale bestaansonzekerheid was gestapt is er een exponentiële groei van criminaliteitsbezorgdheid.

 

We kunnen zeggen dat de eerste ‘Zwarte Zondag’ in 1991 niet het gevolg is van een grote aandacht voor criminaliteit op basis van de puur kwantitatieve gegevens. Als we echter kijken naar het aantal vermeldingen van criminaliteit per pagina (grafiek 2) zou er toch een invloed kunnen bestaan. Of deze enorme aandacht voor criminaliteit van blijvende aard is, is onduidelijk. De toekomst zal het uitwijzen. Hoewel er een daling heeft plaats gehad blijft het niveau een stuk hoger dan in de beginjaren van de partij en heeft het verkiezingsprogramma van 2004 bijna evenveel aandacht voor criminaliteit als in het piekjaar 1999.

 

Het Vlaams Blok ziet criminaliteit als het gevolg van een daling en verwaarlozing van waarden en normen. Zij wensen een herstel van de orde, rechtvaardigheid en eerbied voor andermans leven en goed. Dit verklaart het zware verzet van de partij tegen euthanasie en abortus. Maar verklaart ook haar strijd tegen elke vorm van drugsgebruik, dat zij als een pest voor de maatschappij beschouwen. De jeugdcriminaliteit is, volgens hen, het gevolg van de verwaarlozing van de ethische waarden en het afbreken van het gezin als hoeksteen van het maatschappelijk leven. De aandacht voor geweld, diefstal en zedenfeiten valt hier ook onder.

 

Corruptie wordt vaak verbonden met de georganiseerde misdaad. Maar ook dikwijls met de politiek. De grote aandacht voor fiscale fraude en corruptie heeft vooral te maken met de afkeer die het Vlaams Blok heeft voor de gebreken en mogelijkheden tot misbruik van het huidige politieke leven. Daarnaast is er vooral de drang van de partij om zich als alternatief aan de kiezer aan te bieden.

 

Tabel 5. Aantal vermeldingen van de verschillende vormen van criminaliteit
in de verkiezingsprogramma’s van het Vlaams Blok.

 

Totaal

Term criminaliteit

386

Geweld

35

Diefstal

62

Vandalisme

10

Terrorisme

9

Fiscale fraude

99

Sociale fraude

17

Drugsproblematiek

245

Zedenfeiten

62

Wapenbezit

6

Jeugdcriminaliteit

72

Moord

17

Asielmisbruik

14

Maffia

53

Bouwmisdrijf

11

Oplichting

6

Mensenhandel

6

Hooliganisme

4

Verkeer

8

Milieu

50

Spionage

0

Discriminatie

4

Mediacriminaliteit

0

Oorlog

2

Straatcriminaliteit

12

Racisme

5

Misdaad tegen militaire tucht

0

Volksgezondheid

1

Dierenmishandeling

0

 

1196

 

Verrassend is de relatief grote aandacht voor milieucriminaliteit, ongeveer even veel als zedenfeiten en diefstal. Voor het Vlaams Blok is deze aandacht vrij normaal: “Het Vlaams Blok, als volksnationale partij, is beter dan wie ook geplaatst om uitspraken te doen over het milieuthema. Als nationalisten zijn we van nature uit bekommerd om een gezonde leefomgeving voor ons volk, ook in de ecologische betekenis van het woord.” [33]

 

Wat betreft sociale fraude is er in verhouding minder belangstelling. Of de andere partijen hier meer aandacht aan geven zullen we zien in de volgende hoofdstukken.

 

 

Hoofdstuk 2. De Volksunie en haar erfgenamen SPIRIT en N-VA

 

We beginnen met een korte historische schets van de Volksunie en het ontstaan van SPIRIT en N-VA. Vervolgens gaan we de verkiezingsprogramma’s van de Volksunie analyseren. Daarna bekijken we SPIRIT en tenslotte de N-VA.

 

De verkiezingsprogramma's van de VU waarvan we gebruik konden maken voor dit hoofdstuk zijn beperkt tot de programma's van de federale verkiezingen. Dit komt mede omdat de partij uit elkaar is gevallen en er in het algemeen bij veel partijen weinig aandacht geschonken word aan het bijhouden van oude verkiezingsprogramma's. Toch hebben de mensen van de N-VA alle moeite gedaan om te helpen aan deze studie.

 

 

§1. De Volksunie

 

A. Een historische schets[34]

 

De Volksunie werd opgericht op 14 december 1954 als politieke vleugel van de radicale Vlaamse beweging. De VU was daarmee de opvolger van de Christelijke Vlaamse Volksunie (CVV), die nog deelnam aan de verkiezingen op 11 april 1954.

 

De nieuwe partij recruteert haar aanhang overwegend in kringen van gelovige Vlamingen, de kleine burgerij en in de intellectuele middenklasse. Naast een rechtervleugel, waarin heimwee naar het verleden overheerst, en een sterke centrumgroep doet ook een sociaal progressieve minderheid zich tegen het einde van de jaren 1960 gelden. Regelmatig komt de partij in aanvaring met andere Vlaams-nationalistische verenigingen (o.a. de Vlaamse Militanten Orde), die struikelen over haar federalistische en democratische en parlementaire ingesteldheid.

 

De VU had het in de beginjaren niet echt makkelijk. Pas in 1965 kon zij met ongeveer 7 procent van de stemmen 12 volksvertegenwoordigers naar Brussel sturen. Naarmate de partij echter succesrijker werd, verbreedde ze haar programma tot andere maatschappelijke thema's. In 1971 bereikte de partij haar historisch hoogtepunt: 11 procent van de stemmen, wat goed was voor 21 volksvertegenwoordigers en 19 senatoren.

 

Toen de Volksunie in 1978 het Egmontpact goedkeurde en in de regering kwam, scheurde de radicale rechtse vleugel zich af om het Vlaams Blok op te richten.

 

Na de verkiezingen van 1987 stapte de partij opnieuw in een federale regering en vormden samen met christen-democraten en socialisten de regering Martens VIII.[35] Op het einde van de jaren '90 probeerde voorzitter Bert Anciaux de partij opnieuw succesvol te maken door het accent te verschuiven van het Vlaams standpunt naar het links-liberalisme. Hiervoor ging hij een alliantie aan met de pas opgerichte links-liberale vereniging ID'21 onder de naam VU&ID. Dit experiment zorgde niet voor het verhoopte succes en leidde tot spanningen binnen de Volksunie.

 

Deze spanningen namen toe toen Geert Bourgeois, de voorman van de radicaal Vlaams-nationalistische vleugel binnen de Volksunie, in 2000 door de leden tot voorzitter verkozen werd als tegenkandidaat tegen toenmalig voorzitter Patrik Vankrunkelsven. Tijdens de onderhandelingen over het Lambermont-akkoord, dat de verdere staatshervorming van België moest regelen, kwam het tot een breuk. Het partijbestuur keurde het akkoord goed, maar Bourgeois verwierp het en trad af als voorzitter. Op 13 oktober 2001 viel de partij uit elkaar in drie groepen: "De Toekomstgroep", rond Bert Anciaux, "Vlaams-Nationaal", rond Geert Bourgeois, en "Niet splitsen", met o.a. Nelly Maes en Johan Sauwens.

 

Geen van de drie groepen won het referendum dat over de toekomst van de partij moest beslissen. De groep Vlaams-Nationaal haalde het meeste stemmen onder de Volksunieleden met 47,18 %, en "erfde" de infrastructuur, maar om de naam Volksunie over te mogen nemen was 50 % nodig. De financiële middelen werden onder de drie groepen verdeeld.

 

Kort na het referendum hield de groep "Niet splitsen" (30,18 %) op te bestaan. De Toekomstgroep (22,63 %) richtte tijdens hun congres van 9-10 november 2001 een nieuwe partij op onder de naam SPIRIT (Sociaal, Progressief, Internationaal, Regionalistisch, Integraal-democratisch en Toekomstgericht) en de groep "Vlaams-Nationaal" deed dat op 13 oktober 2001 onder de naam N-VA (Nieuw-Vlaamse Alliantie).

 

Door hervormingen aan de kieswetgeving zien de twee kleine partijen zich genoodzaakt om een kartelpartner te zoeken om financieel te overleven. SPIRIT kiest op 19 oktober 2002 om met SP.a een alliantie te vormen. De N-VA ziet in CD&V de ideale partner en beide partijen beslissen op 14 februari 2004 om een kartel te vormen.

 

Tabel 6. Verkiezingspercentage van de Volksunie voor de federale,
Europese en Vlaamse verkiezingen van 1978 tot 1999 van de Belgische bevolking.

* percentage voor het Vlaams Parlement is niet van de Belgische bevolking

maar van de Vlaamse kiesgerechtigden.

Jaar

Kamer

Senaat

Europees Parlement

Vlaams Parlement*

1978

7,0

7,0

 

 

1979

 

 

6,0

 

1981

9,8

9,8

 

 

1984

 

 

8,5

 

1985

7,9

8,1

 

 

1987

8,1

8,1

 

 

1989

 

 

5,4

 

1991

5,9

6,0

 

 

1994

 

 

4,4

 

1995

4,7

5,3

 

9,0

1999

5,6

5,1

7,6

9,3

Bron: VUB, Belgische verkiezingen, 2001 (02.03.2006, http://www.vub.ac.be/belgianelections/Browser.html)

 

Voor de federale verkiezingen van 2003 haalde het kartel SP.a-SPIRIT 14,9 % van de stemmen voor de Kamer en 15,5 % in de Senaat. N-VA kwam in 2003 nog alleen op. Met 3,1 % van de Belgische uitgebrachte stemmen voor de Kamer behaalden ze één zetel. Hetzelfde percentage van 3,1 % was te weinig om iemand naar de Senaat te kunnen sturen.[36] In 2004 overtuigt de alliantie SP.a-SPIRIT 11,0 % van de Belgische kiezers voor het Europees Parlement en 19,7 % van de Vlaamse kiesgerechtigden voor het Vlaams Parlement. Het Vlaams kartel van CD&V en N-VA behaalt respectievelijk 17,4 % en 26,1 %.[37]

 

B. De verkiezingsprogramma’s

 

Het verkiezingsprogramma van 1978 is gebaseerd op drie problemen die voor de Volksunie prioriteit verdienen. Dit zijn de staatshervorming, de economische crisis en haar sociale gevolgen en tenslotte de vrijwaring van de democratische vrijheid en verscheidenheid. In dit alles valt geen woord over welke vorm van criminaliteit.[38]

 

Voor de verkiezingen van Kamer en Senaat van 1981 richt de Volksunie haar pijlen vooral op de economische toestand waarin België zich bevindt. "Tien jaar geleden waren wij één der welvarendste landen. Nu staat België aan de rand van het failliet en is onregeerbaar."[39] Hierdoor komt ook de sociale zekerheid ter sprake. We vinden éénmaal een opmerking over sociale fraude. "Intussen willen wij in alle duidelijkheid stellen dat de VU geen misbruik van de werkloosheidsverzekering kan aanvaarden." [40]

 

Affiches met vogels en de slogan 'Volksunie voor een vrij Vlaanderen' moeten de aandacht trekken naar het verkiezingsprogramma van de VU in 1985. Maar voor ons heeft het programma niks te melden over criminaliteit. De communautaire problematiek is er overheersend.[41]

 

Het verkiezingsprogramma van 13 december 1987 heeft veel aandacht voor fiscale fraude en roept dan ook op voor "propere handen". Daarnaast is er aandacht voor milieu, niet alleen lokaal maar ook grensoverschrijdende milieuhinder. Tenslotte heeft de Volksunie als pacifistische partij aandacht voor de wapensmokkel.[42]

 

1991. De aandacht voor criminaliteit neem toe. Zowel fiscale als sociale fraude komen aan bod. Daarnaast is er juist zoals in 1987 aandacht voor het milieu en de wapenhandel. Dit is weer een duidelijk geval van agenda-setting want in 1991 viel de regering Martens over de wapenleveringen aan Saoedi-Arabië. Men maakt een eerste keer melding van straatcriminaliteit en criminaliteit in het algemeen. De Volksunie durfde in 1991 de problematiek van de aanpassing van allochtonen aankaarten en vragen stellen over asielzoekers. Men wil een onderscheid maken tussen economische en politieke vluchtelingen. Toch is er niks te lezen over misbruik van de asielprocedure of eender welke vorm van criminaliteit.[43]

 

Met zijn 72 pagina's is het programma voor de verkiezingen van 21 mei 1995 aanzienlijk uitgebreider dan in de voorgaande jaren. Dit geeft aanleiding tot een groter aantal vermeldingen van criminaliteit. Vooral het milieu komt uitgebreid aan bod. De VU legt de nadruk vooral op de bodemverontreiniging en de gevolgen hiervan op het oppervlakte- en grondwater. "Dat de vervuiler betaalt is eveneens een logisch principe dat de VU wil verwezenlijkingen."[44] Voor de eerste maal komt de drugscriminaliteit naar voor. Onmiddellijk wordt de problematiek rond drugs even belangrijk als milieucriminaliteit. Daarnaast heeft het programma aanzienlijke aandacht voor fiscale fraude. Naar aanleiding van de moord op dierenartsinspecteur Karel Van Noppen door de hormonenmaffia is er veel belangstelling voor het illegaal gebruik van groeibevorderaars en voor de georganiseerde misdaad. [45]

 

We hebben ook 4 vermeldingen van diefstal gevonden. Deze slaan echter op een bijzondere situatie: De Volksunie pleit voor de terugvordering van Vlaamse kunstwerken die tijdens en na WO II werden "geroofd".[46]

 

Voor de verkiezingen van 1999 stapte de Volksunie samen met ID21, een beweging die ontstond na de Dutroux-affaire, onder de naam VU&ID naar de kiezer toe. De VU ziet zich graag als een pacifistische partij, dit is zichtbaar in het verkiezingsprogramma.[47] Er wordt bijzonder veel aandacht gegeven aan de wapenhandel en wapenproductie, zowel legaal als illegaal. Daarnaast groeit in het 114 pagina's tellende programma ook de interesse voor allerlei soorten van discriminatie. Uitsluiting van de economische zwakken, discriminatie van gezinnen met een laag inkomen, "leeftijdsdiscriminatie"[48], discriminatie ten opzichte van homo's en gehuwden komen doorheen het hele programma voor.

 

VU&ID is in 1999 ook voor een harde aanpak van de drugsproblematiek. "Dit betekent concreet: het sterk opvoeren van het preventiebeleid inzake druggebruik, zowel wat legale als wat illegale, soft- of harddrugs betreft; het onverbiddelijk doorzetten en opvoeren van de repressie van de verkoop van en de handel in hard-drugs."[49] Men maakt wel een onderscheid tussen soft- en harddrugs en men wilt er ook een andere bestraffing van. De term "zero-tolerantie", die vaak geassocieerd wordt met het Vlaams Blok/Belang is ook te lezen bij de VU&ID. "De Alliantie VU&ID staat uitdrukkelijk voor de zero-tolerantie op het vlak van het schaden van de gezondheid van de bevolking."[50] Maar ook voor de aanpak van de "kleine" criminaliteit wilt men de toepassing van het beginsel van de nultolerantie in risicozones.[51]

 

Daarnaast verwijst de Alliantie zeer voorzichtig naar een mogelijke band tussen allochtonen en criminaliteit. Op bladzijde 97 klinkt dat als "het al dan niet terechte maar subjectieve gevoelen van onveiligheid dat in veel gevallen gekoppeld wordt aan de zichtbare aanwezigheid van een steeds groter wordende groep allochtonen".[52]

 

Tabel 7. Vermeldingen van de verschillende vormen van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de Volksunie.

 

1978

1981

1985

1987

1991

1995

1999

Totaal

Criminaliteit

0

0

0

0

2

2

13

17

Milieu

0

0

0

2

4

13

8

27

Geweld

0

0

0

0

0

0

9

9

Diefstal

0

0

0

0

0

4

2

6

Vandalisme

0

0

0

0

0

0

0

0

Terrorisme

0

0

0

0

0

0

0

0

Fiscale fraude

0

0

0

4

1

10

7

22

Sociale fraude

0

1

0

0

1

4

0

6

Drugsproblematiek

0

0

0

0

0

14

11

25

Zedenfeiten

0

0

0

0

0

0

0

0

Wapenbezit

0

0

0

2

2

1

15

20

Jeugdcriminaliteit

0

0

0

0

0

0

5

5

Moord

0

0

0

0

0

1

0

1

Asielmisbruik

0

0

0

0

0

0

0

0

Maffia

0

0

0

0

0

8

4

12

Bouwmisdrijf

0

0

0

0

0

5

9

14

Oplichting

0

0

0

0

0

0

1

1

Mensenhandel

0

0

0

0

0

0

2

2

Hooliganisme

0

0

0

0

0

0

2

2

Verkeer

0

0

0

0

0

2

4

6

Discriminatie

0

0

0

0

0

5

12

17

Racisme

0

0

0

0

0

0

2

2

Volksgezondheid

0

0

0

0

0

3

2

5

Dierenmishandeling

0

0

0

0

0

0

1

1

Straatcriminaliteit

0

0

0

0

1

0

2

3

Oorlog

0

0

0

0

0

0

2

2

 

In het programma valt op hoe de actualiteit eventueel kan inspelen op de agendapunten. Zo is er van de relatief grote aandacht voor fiscale fraude in het verkiezingsprogramma van 1995 in 1999 nog weinig sprake. In de plaats daarvan komen nu de illegale weekendverblijven en bouwovertredingen op de voorgrond met evenveel vermeldingen als geweld tegen personen en zelfs meer dan milieu- of jeugdcriminaliteit.

 

Als we het aantal vermeldingen van het woord “criminaliteit” en de verschillende vormen van criminaliteit in de verschillende verkiezingsprogramma’s in een tabel en grafiek plaatsen bekomen we het volgende:

 

Tabel 8. Vermeldingen van de term “criminaliteit” en de verschillende vormen
van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de Volksunie.

 

Jaar

term criminaliteit

vormen van criminaliteit

criminaliteit in totaal

1978

0

0

0

1981

0

1

1

1985

0

0

0

1987

0

8

8

1991

2

9

11

1995

2

70

72

1999

13

100

113

TOTAAL

17

188

205

 

Op grafiek 4 is te zien dat vanaf 1987 de Volksunie aandacht begon te schenken aan de criminaliteitsproblematiek. De verkiezingsprogramma's van 1995 en 1999 veroorzaken een exponentiële groei in de grafiek. De VU geeft in haar laatste jaren duidelijk veel aandacht aan criminaliteit. Maar de partij bespreekt het probleem erg specifiek. De term criminaliteit wordt in verhouding amper gebruikt. De absolute cijfers in tabel 7 zijn glashelder. Op een totaal van 72 vermeldingen is maar twee keer de term criminaliteit aanwezig in 1995. Van 1978 tot en met 1999 komt de term criminaliteit 17 keer voor op een totaal van 205.

 

Grafiek 4. Vermeldingen van de term “criminaliteit” en de verschillende vormen
van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de Volksunie.

 

Tenslotte bekijken we in grafiek 5 hoe het zit met het aantal vermeldingen per pagina. We verdelen zoals bij het Vlaams Blok het aantal keren dat de term criminaliteit voorkomt door het aantal pagina's. Door het gebrek aan gegevens en vooral het lage aantal vermeldingen van criminaliteit in het algemeen, is deze grafiek amper nuttig.

 

Grafiek 5. Vermeldingen van de term “criminaliteit” in de verkiezingsprogramma’s

van de Volksunie gedeeld door het aantal A4-pagina's.

 

Deze weinig aansprekende grafiek nu even terzijde gelaten kunnen we eens kijken naar alle vormen van criminaliteit over de verschillende pagina's. Het probleem van het laag aantal kiesprogramma's blijft bestaan maar omdat de VU criminaliteit vaak specifiek behandelt is deze grafiek 6 leerrijker.

 

Grafiek 6. Vermeldingen van de totale criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s

van de Volksunie gedeeld door het aantal A4-pagina's.

 

Opmerkelijk is de enorme piek in 1987. Een reden hiervoor kunnen we niet onmiddellijk bepalen. Na 1987 is er een geleidelijke daling, maar aan het einde van de jaren '90 lijkt het zich te stabiliseren rond één vermelding per pagina. We zullen verder in dit hoofdstuk nagaan hoe dit evolueert bij de N-VA en SPIRIT.

 

C. De Volksunie en criminaliteit.

 

De Volksunie spreekt erg specifiek over criminaliteit. Algemene termen zoals misdaad, misdrijf of crimineel gedrag worden maar zelden gebruikt. Milieucriminaliteit krijgt duidelijk het meeste aandacht. Daarnaast hebben we in de documenten van de VU geregeld kunnen lezen over fiscale fraude en de drugsproblematiek. Maar ook sociale fraude, de georganiseerde misdaad, bouwmisdrijven, racisme en discriminatie beschouwt de partij als vermeldenswaardig.

 

Als partij ontstaan uit de Vlaamse Beweging na de Tweede Wereldoorlog heeft zij het ideaal van "Nooit Meer Oorlog" hoog in het vaandel. De Volksunie wilt niet alleen een pacifistische partij zijn maar ook de strijd tegen discriminatie en racisme acht zij als één van haar idealen. Wat betreft discriminatie werpt de partij zichzelf op als vijand van de verzuiling en van de voorkeursbehandelingen op basis van partijkaarten.

 

Het taalgebruik in de verschillende documenten die we hebben doorgenomen geeft blijk van een dubbele toon. Enerzijds wilt men criminaliteit hard aanpakken en beschouwt men sommige vormen van criminaliteit, zoals discriminatie, illegale wapenhandel en milieucriminaliteit als onaanvaardbaar. Anderzijds wijst de partij er op dat er aandacht moet zijn voor de nadelige sociale toestanden die mensen tot crimineel gedrag aanzetten en wijst men erop dat veroordeelde misdadigers terug geïntegreerd moeten worden in de samenleving. Daarom beschouwt de Volksunie alleen een repressief beleid onvoldoende. Dit was zeer duidelijk te merken in haar ideeën over drugsgebruik.

 

In welke mate de idealen van pacifisme, gelijkheid en ontzuiling en het taalgebruik voortgezet worden door de erfgenamen van de Volksunie zien we in de volgende delen van dit hoofdstuk. We beginnen met SPIRIT en eindigen in paragraaf 3 met de N-VA.

 

Tabel 9. Aantal vermeldingen van de verschillende vormen
van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de Volksunie.

 

 

 

Totaal

Term criminaliteit

10

Geweld

5

Diefstal

1

Vandalisme

1

Terrorisme

1

Fiscale fraude

17

Sociale fraude

16

Drugsproblematiek

20

Zedenfeiten

1

Wapenbezit

3

Jeugdcriminaliteit

2

Moord

0

Asielmisbruik

2

Maffia

7

Bouwmisdrijf

7

Oplichting

1

Mensenhandel

0

Hooliganisme

0

Verkeer

4

Milieu

61

Spionage

0

Discriminatie

6

Mediacriminaliteit

0

Oorlog

2

Straatcriminaliteit

4

Racisme

8

Misdaad tegen militaire tucht

0

Volksgezondheid

0

Dierenmishandeling

0

 

179

 

 

§2. SPIRIT

 

A. Verkiezingsprogramma's

 

Het eerste verkiezingsprogramma van SPIRIT is gericht op de federale verkiezingen van 2003.[53] Er word veel aandacht aan criminaliteit gegeven. Zowel fiscale als sociale fraude is voor SPIRIT iets wat dringend moet aangepakt worden, want het heeft tot gevolg dat de sociale zekerheid onbetaalbaar wordt. "De volgende regering moet werk maken van een totaalplan inzake fiscale en sociale fraude. Deze beide vormen van fraude ondermijnen het stelsel van sociale zekerheid niet alleen financieel, maar ondergraven ook de legitimiteit ervan."[54]

 

Op het eerste zicht lijkt het dat de partij het pacifistisch gedachtegoed van de VU heeft behouden. Oorlogen, geweld en wapenhandel worden uitgebreid behandeld. Drugsproblematiek wordt ook enkele keren vermeld maar is vooral interessant omdat SPIRIT een onderscheid maakt tussen soft- en harddrugs en tussen illegale drugs en legale drugs (alcohol en tabak). Men wilt softdrugs onder bepaalde voorwaarden legaliseren. Er is een eerste keer een verwijzing naar pesten op het werk. Men kaart ook aan dat migranten "haast verplicht worden tot misbruik van de asielprocedure omwille van de restrictieve procedure voor asielaanvraag".[55]

 

2004. Het verkiezingsprogramma van SPIRIT[56] voor dit jaar is één van de weinige zonder een vermelding van fiscale fraude. Sociale fraude wordt ook slecht éénmaal vermeld, terwijl dit in 2003 nog zeven keer te vinden was. De wapenhandel en de milieuproblematiek zijn voor SPIRIT bij de Vlaamse verkiezingen veruit het belangrijkste. Wellicht komt dit omdat milieubevoegdheden en de goedkeuring voor wapenleveringen bevoegdheden zijn geworden van de gewesten. Dit verklaart ook waarom deze onderwerpen voor de federale verkiezingen van 2003 van ondergeschikt belang waren. Toch klopt dit maar in beperkte mate want een onderwerp als terrorismebestrijding, wat eigenlijk een onderwerp is voor de federale verkiezingen, want een taak van de Belgische staatsveiligheid, komt enkel in 2004 ter sprake. Zouden de bomaanslagen in Madrid op 11 maart 2004 hier iets mee te maken hebben?

 

Tabel 10. Vermeldingen van de verschillende vormen van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van SPIRIT.

 

2003

2003

Totaal

Milieu

3

14

17

Geweld

6

8

14

Diefstal

0

1

1

Vandalisme

0

0

0

Terrorisme

0

5

5

Fiscale fraude

10

0

10

Sociale fraude

7

1

8

Drugsproblematiek

5

3

8

Zedenfeiten

0

0

0

Wapenbezit

3

14

17

Jeugdcriminaliteit

3

6

9

Moord

0

0

0

Asielmisbruik

1

0

1

Maffia

0

0

0

Bouwmisdrijf

1

1

2

Oplichting

2

1

3

Mensenhandel

1

1

2

Hooliganisme

0

0

0

Verkeer

0

1

1

Discriminatie

2

3

5

Racisme

2

1

3

Volksgezondheid

0

0

0

Dierenmishandeling

0

0

0

Straatcriminaliteit

1

1

2

Oorlog

8

3

11

 

"SPIRIT ziet rondhangende jongeren niet als een veiligheidsprobleem. Rondhangen is een recht, en een manier waarop jongeren sociaal contact organiseren en beleven."[57] Tenslotte komt de partij graag naar buiten als pacifistische partij: "Spirit pleit als pacifistische partij voor de vredesdriehoek: vrede door ontwapening, ontwikkeling en zelfbestuur. Dat zijn de drie kernelementen om oorlogen en conflict te voorkomen."[58]

 

Als we het aantal vermeldingen van het woord “criminaliteit” en de verschillende vormen van criminaliteit in de verschillende verkiezingsprogramma’s in een tabel en grafiek plaatsen bekomen we het volgende:

 

Tabel 11. Vermeldingen van de term “criminaliteit” en de verschillende vormen van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van SPIRIT.

Jaar

term criminaliteit

vormen van criminaliteit

criminaliteit in totaal

2003

2

55

57

2004

5

64

69

TOTAAL

7

119

126

 

In grafiek 7 is duidelijk te zien dat SPIRIT minder criminaliteit vermeld in haar verkiezingsprogramma's dan haar voorganger de Volksunie. 2004 komt op bijna hetzelfde niveau als de VU in 1995, maar blijft ver onder het piekjaar 1999. Ook valt het op dat de vermeldingen van de term criminaliteit bijzonder laag blijven. SPIRIT gelijkt wat dit betreft duidelijk op de VU. Men praat zeer specifiek over criminaliteit.

 

Nu bekijken we in grafiek 8 het aantal vermeldingen van alle vormen van criminaliteit per bladzijde in de verkiezingsprogramma's. Door het extreem lage aantal keer dat de term criminaliteit is gebruikt, respectievelijk twee en vijfmaal, bekijken we hier alleen het aantal vermeldingen van criminaliteit in het algemeen per A4-pagina.

 

Grafiek 7. Vermeldingen van de term “criminaliteit” en de verschillende vormen
van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de Volksunie en SPIRIT.

 

Grafiek 8 geeft ons geen duidelijkheid over de aandacht die SPIRIT aan criminaliteit wilt geven. In 2003 zijn er gemiddeld meer dan twee vermeldingen over criminaliteit per pagina. Deze stijging wordt echter in grote mate teniet gedaan in 2004. In het programma van de laatste verkiezing leest men per pagina bijna zoveel over onwettige praktijken als in 1995 en 1999. Zou SPIRIT, meer dan de VU (in de mate dat de deelgebieden er al bevoegdheden hadden), rekening houden met de bevoegdheden van het bestuursniveau waarvoor er verkiezingen worden georganiseerd?

 

Nu bekijken we in grafiek 8 het aantal vermeldingen van alle vormen van criminaliteit per bladzijde in de verkiezingsprogramma's. Door het extreem lage aantal keer dat de term criminaliteit is gebruikt, respectievelijk twee en vijfmaal, bekijken we hier alleen het aantal vermeldingen van criminaliteit in het algemeen per A4-pagina.

 

Grafiek 8. Vermeldingen van de totale criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s

van de Volksunie & SPIRIT gedeeld door het aantal A4-pagina's.

 

B. SPIRIT en criminaliteit.

 

SPIRIT praat vaker over criminaliteit, misdrijven en overtredingen in het algemeen dan haar voorganger de Volksunie. Milieucriminaliteit blijft echter belangrijk. De drugsproblematiek en fiscale fraude zijn wat op de achtergrond geraakt in vergelijking met de VU. Ook met een aanpak van jeugdcriminaliteit en racisme te beloven probeert SPIRIT de kiezer voor zich te winnen.

 

De VU werd gekenmerkt door pacifisme, gelijkheid en verzet tegen de verzuiling. Deze kenmerken zijn zeker nog terug te vinden bij SPIRIT. Wat betreft de verzuiling/discriminatie wilt men vooral de gelijke behandeling van de onderwijszuilen en dan vooral op financieel gebied. Wat betreft gelijkheid zijn er voor de twee verkiezingsprogramma's relatief veel vermeldingen van discriminatie en racisme. Ook het pacifisme wordt onrechtstreeks vaak vermeld, toch valt dit niet terug te vinden in het aantal verwijzingen naar illegale wapenhandel en oorlog.

 

Het taalgebruik van SPIRIT is duidelijk minder repressief dan de VU. Men heeft veel aandacht voor de sociale situatie van de dader en voor een mogelijke reïntegratie in de samenleving. Men wijst ook erop dat het subjectief onveiligheidsgevoel niet zal verdwijnen met een repressief beleid.

 

Of de N-VA hierin verschilt bekijken we in de volgende paragraaf.

 

Tabel 12. Aantal vermeldingen van de verschillende vormen van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van SPIRIT.

 

Totaal

Term criminaliteit

12

Geweld

2

Diefstal

1

Vandalisme

0

Terrorisme

0

Fiscale fraude

0

Sociale fraude

1

Drugsproblematiek

4

Zedenfeiten

0

Wapenbezit

0

Jeugdcriminaliteit

6

Moord

0

Asielmisbruik

0

Maffia

0

Bouwmisdrijf

1

Oplichting

0

Mensenhandel

0

Hooliganisme

0

Verkeer

0

Milieu

7

Spionage

0

Discriminatie

2

Mediacriminaliteit

0

Oorlog

0

Straatcriminaliteit

1

Racisme

4

Misdaad tegen militaire tucht

0

Volksgezondheid

0

Dierenmishandeling

0

 

41

 

 

§3. De N-VA

 

A. Verkiezingsprogramma's

 

Het eerste verkiezingsprogramma voor de N-VA spreekt vaak over criminaliteit in het algemeen en over het milieu. Het pacifistisch gedachtegoed van de VU komt weer duidelijk opzetten. Zo heeft men het erover dat de N-VA tegen de oorlog in Irak is en dat men al het juridisch mogelijke heeft gedaan om de wapenlevering naar Nepal te verhinderen.[59]

 

In 2004 spreekt de partij duidelijk minder over criminaliteit in het algemeen. Milieucriminaliteit blijft het belangrijkste. Maar ook sociale fraude wordt zeker en vast niet vergeten. Verrassend is dat hooliganisme tweemaal vermeld word. De N-VA is ontevreden over het beleid (fancard) dat word gevoerd met betrekking tot de beteugeling van hooliganisme.[60]

 

Voor de N-VA zien we in tabel 12 dat men veel aandacht schenkt aan het milieu in verhouding tot de andere criminaliteitsvormen. Daarnaast zijn gewelddadige conflicten en sociale en fiscale fraude voor de N-VA de moeite waard om te vermelden. De N-VA lijkt toch criminaliteit minder belangrijk te vinden als maatschappelijk probleem dan hun collega's van  SPIRIT. Dit valt op als we tabel 13 vergelijking met tabel 10 uit de vorige paragraaf.

 

In tabel 13 valt ook onmiddellijk het extreem lage aantal vermeldingen van de term criminaliteit op. Dit stemt wel overéén met SPIRIT. Grafiek 9 daarentegen maakt duidelijk dat N-VA in vergelijking amper aandacht heeft voor criminaliteit. De VU heeft duidelijk meer belangstelling gehad voor de criminaliteitsproblematiek op het einde van de jaren '90. Waarom de N-VA zo'n desinteresse voor criminaliteit heeft is onduidelijk. Zeker omdat men kan verwachten dat de N-VA, als de meer rechtse vleugel van de oude Volksunie, meer aandacht geeft aan criminaliteit.

 

In grafiek 10 bekijken we of deze desinteresse ook blijft standhouden als we aantal vermeldingen delen door het aantal A4-pagina's. Zoals bij SPIRIT bekijken we hier alleen het aantal vermeldingen van alle criminaliteitsvermeldingen per pagina omdat de term criminaliteit veel te weinig voorkomt in de documenten.

 

Tabel 13. Vermeldingen van de verschillende vormen van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de N-VA.

 

2003

2004

Totaal

Geweld

0

0

0

Diefstal

0

0

0

Vandalisme

0

0

0

Terrorisme

0

0

0

Fiscale fraude

2

2

4

Sociale fraude

2

3

5

Drugsproblematiek

0

0

0

Zedenfeiten

0

0

0

Wapenbezit

1

2

3

Jeugdcriminaliteit

0

1

1

Moord

0

0

0

Asielmisbruik

0

0

0

Maffia

0

0

0

Bouwmisdrijf

0

1

1

Bedrog

1

0

1

Mensenhandel

0

0

0

Hooliganisme

0

2

2

Verkeer

2

1

3

Milieu

4

4

8

Spionage

0

0

0

Discriminatie

0

1

1

Mediacriminaliteit

0

0

0

Oorlog

3

1

4

Straatcriminaliteit

2

0

2

Racisme

0

0

0

Misdaad tegen militaire tucht

0

0

0

Volksgezondheid

0

0

0

Dierenmishandeling

0

0

0

 

17

18

35

 

We zien dat er een dalende trend is maar deze is gematigd. In grafieken 9 en 10 is een dalende trend zichtbaar. Dus we kunnen besluiten dat de N-VA minder attentie heeft voor de criminaliteitsproblematiek dan haar voorganger de Volksunie. Toch moet er op gewezen worden dat we N-VA over een korte periode hebben bestudeerd, hetzelfde geldt voor SPIRIT. Of deze lagere belangstelling voor crimineel gedrag permanent is zal de toekomst uitwijzen.

 

Tabel 14. Vermeldingen van de term “criminaliteit” en de verschillende vormen van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de N-VA.

 

Jaar

term criminaliteit

vormen van criminaliteit

criminaliteit in totaal

2003

4

17

21

2004

1

18

19

TOTAAL

5

35

40

 

Grafiek 9. Vermeldingen van de term “criminaliteit” en de verschillende vormen
van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de Volksunie en N-VA.

 

 

Grafiek 10. Vermeldingen van de totale criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s

van de N-VA gedeeld door het aantal A4-pagina's.

 

B. De N-VA en criminaliteit.

 

Tabel 15. Aantal vermeldingen van de verschillende vormen van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de N-VA.

 

 

Totaal

Term criminaliteit

5

Geweld

0

Diefstal

0

Vandalisme

0

Terrorisme

0

Fiscale fraude

4

Sociale fraude

5

Drugsproblematiek

0

Zedenfeiten

0

Wapenbezit

3

Jeugdcriminaliteit

1

Moord

0

Asielmisbruik

0

Maffia

0

Bouwmisdrijf

1

Oplichting

1

Mensenhandel

0

Hooliganisme

2

Verkeer

3

Milieu

8

Spionage

0

Discriminatie

1

Mediacriminaliteit

0

Oorlog

4

Straatcriminaliteit

2

Racisme

0

Misdaad tegen militaire tucht

0

Volksgezondheid

0

Dierenmishandeling

0

 

40

 

 

Milieucriminaliteit komt het meest voor in de teksten van de N-VA. Daarnaast is er asielmisbruik, fiscale en sociale fraude en wapenhandel. In verhouding tot de rest wordt de term criminaliteit nog relatief vaak gebruikt bij de N-VA maar in absolute cijfers zijn het maar 5 vermeldingen.

 

Het pacifisme van de Volksunie komt men als lezer vaak terug tegen in de documenten van de Nieuw-Vlaamse Alliantie. Oorlog en wapenhandel zijn ook vormen van crimineel gedrag die vertegenwoordigd zijn in de tabellen. Wat betreft de verzuiling is er veel minder te lezen. Dit heeft tot gevolg dat er ook minder vermeldingen zijn van discriminatie. Als we dan toch er een stukje over tegenkomen is het veel gematigder en wijst men de verzuiling niet meer radicaal af. "Het is niet de taak van de overheid om politieke of levensbeschouwelijke neutraliteit aan het verenigingsleven op te leggen (ontzuiling)... Anderzijds mag de overheid ook geen ideologische opdeling (verzuiling) aan de samenleving opdringen door zuilorganisaties exclusieve posities te geven of er taken aan toe te vertrouwen die de gemeenschap zelf in handen dient te houden."[61] Tenslotte werd de VU gekenmerkt door de strijd om gelijkheid. Dit is nog steeds belangrijk voor de N-VA, hoewel het in de teksten een beetje minder centraal staat en er zo goed als geen vermeldingen van discriminatie en racisme zijn.

 

Het taalgebruik van de N-VA wordt gekenmerkt door een combinatie van repressieve opvattingen over criminaliteit, en een betere begeleiding en hulpverlening in probleemsituaties. Zo is de N-VA bijvoorbeeld tegenstander van enige legalisatie van drugs, of het nu om softdrugs of harddrugs gaat. Een ander voorbeeld vindt men in het beleid naar allochtonen toe.

 

"De N-VA is zeker niet blind voor de specifieke samenlevingsproblemen in de Vlaamse centrumsteden met sommige, overwegend jonge, allochtonen van de tweede en derde generatie. Hierover kan geen enkele onduidelijkheid bestaan: de wet geldt voor iedereen op dezelfde manier. Een allochtonen-knuffelbeleid is beledigend voor autochtonen en allochtonen... Volgens de N-VA ligt de enige oplossing van de bestaande problemen (met allochtonen) in een realistische en volgehouden beleid waarbij men allochtonen enerzijds kordaat aanspoort en anderzijds kansen geeft om als volwaardige burgers te functioneren in de Vlaamse publieke cultuur."[62]

 

 

Hoofdstuk 3. De christen-democratische partij

 

Na het bekijken van het Vlaams Blok en de Volksunie met haar erfgenamen is het nu de beurt aan de CVP/CD&V. We beginnen zoals bij de vorige partijen met een historische schets, gevolgd door een analyse van de verkiezingsprogramma's.

 

 

§1. Een historische schets[63]

 

18 en 19 augustus 1945. Politici van de vooroorlogse katholieke partij, vertegenwoordigers van de christelijke sociale organisaties en een groep jongeren stichten een nieuwe politieke partij: de Christelijke Volkspartij (CVP). Bij de eerste naoorlogse verkiezingen in februari 1946 wordt de CVP de grootste politieke formatie van het land.

 

De kwestie-Leuven leidt niet alleen tot de val van de regering-Vanden Boeynants (1966-68), maar doet ook de unitaire CVP/PSC uit elkaar vallen. Met de tandem Tindemans-Martens gaat de partij van overwinning naar overwinning bij de verkiezingen in de jaren zeventig.

 

In het begin van de jaren '80 blijkt dat de financiële en economische toestand van het land bijzonder zorgwekkend is. Wilfried Martens stelt in maart 1981 een shocktherapie voor, maar wordt niet gevolgd. Mark Eyskens vervangt hem aan het hoofd van dezelfde regeringsploeg. Zijn regering gaat reeds na enkele maanden ten onder in het staaldossier waarvoor de Waalse socialisten absloute prioriteit eisen. Bij de daaropvolgende verkiezingen van november 1981 lijdt de CVP een zware nederlaag.

 

Na de harde verkiezingsles van november 1981 wordt het roer door de CVP drastisch omgegooid. De interne samenhorigheid wordt versterkt en de acties van de partij en de ministers beter op elkaar afgestemd. Op regeringsvlak wil de CVP absolute prioriteit voor de sociale, economische en financiële problemen. Niettegenstaande het onpopulaire herstelbeleid komt de CVP versterkt uit de verkiezingen van oktober 1985. De nieuwe regering-Martens VI die na de verkiezingen tot stand komt, wil het gevoerde sociaal-economisch beleid voortzetten. De Voeren-kwestie legt evenwel een hypotheek op het regeringswerk en leidt in oktober 1987 tot de val van de regering.

 

Na de minder goede score bij de parlementsverkiezingen van december 1987 behaalt de CVP bij de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 1988 en de Europese verkiezingen van juni 1989 een goed resultaat. Daarna breekt een moeilijke periode aan die begint met de abortuskwestie. De CVP vecht voor haar overtuiging, maar kan de goedkeuring van de abortuswet in maart 1990 niet verhinderen. Begin oktober 1991 valt de regering Martens VIII na een bijzonder hevige communautaire confrontatie over de uitvoer van wapens naar het Midden-Oosten. Bij de daaropvolgende parlementsverkiezingen in november lijden de regeringspartijen een zware nederlaag. Na het Heizelcongres ‘Politiek dicht bij de mensen’ van juni 1993 gaat de CVP verder met haar vernieuwing. Onder impuls van Johan Van Hecke die in september 1993 de leiding van de partij in handen neemt, worden nieuwkomers uit de culturele sector, de ondernemerswereld en de groene beweging aangetrokken. Bij de verkiezingen van 21 mei houdt de CVP stand en heeft met J.L. Dehaene en L. Van den Brande de leiding van de federale en de Vlaamse regering.

 

In mei 1999 breekt in België de dioxinecrisis uit. De verkiezingen van 13 juni 1999 zijn dan ook voor alle regeringspartijen een electorale afstraffing. Boegbeeld Jean-Luc Dehaene neemt het verlies op zich en zet een stap achteruit. De partij wil zich herbronnen en wordt naar de oppositie verwezen. Voor het eerste in veertig jaar neemt de CVP zowel op het federale beleidsniveau als op het Vlaamse beleidsniveau niet deel aan de regering.

 

De gemeenteraadsverkiezingen van 2000 luiden het keerpunt in: de CVP voert een sterke campagne rond het thema "midden de mensen" en haalt 32 % van de stemmen. Dit is het startschot van een vernieuwingsoperatie . Die komt er in 2001. De CVP beseft dat ze dringend iets aan haar imago moet doen. Ze is sinds haar oprichting een beleidspartij geweest, en daardoor is haar profiel verbleekt. Deze resulteert op 28 en 29 september in een groots opgezet vernieuwingscongres in Kortrijk. De partij neemt een nieuwe start en gaat voortaan als CD&V door het leven. Bij de verkiezingen van 18 juni haalt de partij niet het verhoopte resultaat. De CD&V verliest 1 procent en 2 kamerzetels. Yves Leterme neemt in 2003 de fakkel over. Door een kartel te vormen met de N-VA biedt de partij zich als CD&V/N-VA aan als een alternatief bij de verkiezingen van 2004. Met succes: CD&V/N-VA wint bij de verkiezingen in 2004.

 

Tabel 16. Verkiezingspercentage van de Vlaamse christen-democraten voor de federale,
Europese en Vlaamse verkiezingen van 1978 tot 2004 van de Belgische bevolking.

* percentage voor het Vlaams Parlement is niet van de Belgische bevolking

maar van de Vlaamse kiesgerechtigden.

 

Jaar

Kamer

Senaat

Europees Parlement

Vlaams Parlement*

1978

26,1

25,9

 

 

1979

 

 

29,5

 

1981

19,3

19,3

 

 

1984

 

 

19,8

 

1985

21,3

21,0

 

 

1987

19,5

19,2

 

 

1989

 

 

21,1

 

1991

16,8

16,8

 

 

1994

 

 

17,0

 

1995

17,2

16,8

 

26,8

1999

14,1

14,7

13,5

22,1

2003

13,3

12,7

 

 

2004

 

 

17,4

26,1

Bron: VUB, Belgische verkiezingen, 2001 (09.11.2005, http://www.vub.ac.be/belgianelections/Browser.html);

           Federale overheid, Federale Parlementsverkiezingen op 18 mei 2003, 2003 (10.11.2005, http://verkiezingen2003.belgium.be/index_nl.shtml);

           Federale overheid, Verkiezingen 13 juni 2004, 2004 (10.11.2005, http://verkiezingen2004.belgium.be/nl/index.html).

 

 

§2. De verkiezingsprogramma's

 

Het verkiezingsprogramma van de CVP heeft in 1978 vooral aandacht voor sociale en fiscale fraude. Men zag ook al in dat er iets moest gedaan worden tegen de milieucriminaliteit. Daarnaast was er kritiek op wapenleveringen naar ontwikkelingslanden. Men probeerde ook de vrouwelijke kiezer voor zich te winnen door aandacht te schenken aan discriminatie op basis van het geslacht.[64]

 

Van de Europese verkiezingen van 1979 hebben we geen verkiezingsprogramma kunnen bemachtigen.

 

In het meer uitgebreide verkiezingsprogramma van 1981[65] is milieucriminaliteit veruit het belangrijkste onderwerp. Sociale en fiscale fraude blijven echter ook aandacht genieten. Discriminatie echter valt vaker te lezen dan fiscale en sociale fraude. Het gaat hier over twee vormen van discriminatie. Ten eerste de discriminatie ten opzichte van vrouwen en ten tweede de financiële discriminatie van het vrij onderwijs ten opzichte van het staatsonderwijs. In de tabel 19 zien we voor 1981 ook één keer hooliganisme. Het gaat hier niet specifiek over hooliganisme maar over "het behoud van de openbare rust en veiligheid".[66] Ten slotte heeft men het op een moment over "economische criminaliteit".[67] Wat men hier precies mee bedoeld wordt niet duidelijk gemaakt.

 

De verkiezingsprogramma's van 1984 en 1985 zijn niet terug te vinden op de studiedienst van de Vlaamse christen-democraten.

 

Het 42-bladzijden tellende programma van 1987[68] vindt ook weer milieucriminaliteit het belangrijkste. Geweld staat op een tweede plaats, maar dit is een ruim begrip. Hieronder verstaan we onder andere intimidatie, gewelddadige incidenten als verwaarlozing. Alle drie komen ze voor in het verkiezingsprogramma. Criminaliteit in het algemeen en discriminatie, weer vooral ten op zichte van vrouwen, komt ook aan bod. Verrassend is de grote aandacht voor zedenfeiten en meer specifiek voor kinderprostitutie en het gebruik van kinderen in pornografie en video. Dit kan totaal geen betrekking hebben met de Dutroux-affaire. Zal men na de Dutroux-affaire meer aandacht hebben voor zedenfeiten en in het bijzonder pedofilie?

 

Voor de Europese verkiezingen van 1989 heeft de CVP in haar programma veel minder aandacht voor de criminaliteitsproblematiek. Toch in absolute cijfers. Het beschadigen van het milieu blijft ook deze keer het belangrijkste gevolgd door geweld en terrorisme. Het programma telt maar weinig bladzijden, slechts zeven. Dus het kan wel goed zijn dat er proportioneel veel over criminaliteit word gesproken in vergelijking met de andere verkiezingsprogramma's.[69]

 

"Goed leven in Vlaanderen ook morgen" gaat volgens de CVP samen met een aanpak van de criminaliteit. Men beschrijft vele vormen van criminaliteit in 1991. Dit gaat van mensenhandel, racisme en geweld tot dopinggebruik, hooliganisme en discriminatie tussen mannen en vrouwen. Slechts enkele vormen van criminaliteit worden ruimer besproken. Het gaat hier over milieu- en drugscriminaliteit, discriminatie en geweld.[70]

 

Zoals in 1991, heeft het Europees verkiezingsprogramma van 1994[71] aandacht voor een ruim assortiment van verschillende vormen van criminaliteit. Juist zoals drie jaar eerder blijken milieucriminaliteit en geweld de moeite waard om extra aandacht te schenken. De CVP vindt een efficiënte misdaadbestrijding noodzakelijk om het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen.[72]

 

De partij gebruikt ook enkele keren de term "rentmeesterschap". Het gaat dan vooral over milieucriminaliteit maar het heeft ook betrekking tot het onveiligheidsgevoel. Deze term is in de jaren zeventig ontstaan in Nederland en lijkt haar weg naar Vlaanderen gevonden te hebben. "Rentmeesterschap is een wat vreemde term. De betekenis is nochtans eenvoudig: zorg dragen voor onze samenleving, haar ongeschonden en verrijkt doorgeven aan volgende generaties. De grote uitdagingen waarmee Vlaanderen en Europa vandaag geconfronteerd worden, houden daar direct verband mee: milieuvervuiling, werkloosheid, armoede, onveiligheid,... Wij zullen deze problemen moeten aanpakken als wij de volgende generaties een menswaardig bestaan willen verzekeren."[73]

 

Op 21 mei 1995 zijn er opnieuw verkiezingen. Ook nu weer blijven geweld en milieucriminaliteit voor de CVP belangrijk. Daarnaast worden fiscale fraude, de georganiseerde misdaad en de drugsproblematiek niet onderkend. Toch worden er geen banden gelegd tussen deze vormen van criminaliteit. Opvallend is de terug grote belangstelling voor drugscriminaliteit.[74] In het programma van de Europese verkiezingen van 1994 was hier nog amper sprake van. Om de jeugdcriminaliteit aan te pakken wilt de CVP de benadering van de "herstelidee" toepassen. "Daarnin wordt een herstelverplichting ten aanzien van het concrete slachtoffer betracht en via de gemeenschapsdienst een goedmaking ten aanzien van de samenleving."[75]

 

In 1999 waren er verkiezingen voor Senaat, Kamer, Vlaams Parlement en Europa. De CVP dacht met onder andere wat extra aandacht voor criminaliteit de kiezer te overtuigen. Milieucriminaliteit blijft ook nu weer het belangrijkste. Alle vormen van discriminatie worden door de christen-democraten ook duidelijk als onwenselijk beschouwd. De aandacht voor geweld is proportioneel wat verminderd. Verrassend is de plotse grote aandacht voor de jeugdcriminaliteit. Tenslotte valt het op dat de CVP in 1999 veel vaker over criminaliteit in het algemeen spreekt.[76]

 

De trend om meer te spreken over criminaliteit in het algemeen zet zich in 2003 door. Meer specifiek praat men dan weer eerder over fiscale en sociale fraude en na 11 september 2001 logischerwijze ook vaak over terrorisme. Geweld en milieucriminaliteit blijven ook belangrijk maar worden proportioneel duidelijk minder vermeld in het 86 pagina's tellende verkiezingsprogramma van 2003.[77]

 

Bijzonder opvallend was de term "milieufraude" die de christen-democraten in 2003 voor het eerst gebruikten in hun verkiezingsprogramma's. Mag men dit gelijkschakelen met milieucriminaliteit? De partij klaagt alleszins dat het niet voldoende aangepakt wordt. "De milieufraude wordt nog steeds onvoldoende aangepakt. De parketten zijn onderbemand om die vorm van criminaliteit te bestrijden."[78]

 

Tabel 17. Vermeldingen van de verschillende vormen van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de Vlaamse christen-democraten.

 

1978

1981

1987

1989

1991

1994

1995

1999

2003

2004

Totaal

Geweld

0

3

5

3

4

4

6

7

9

9

50

Diefstal

0

0

1

2

1

1

0

0

4

0

9

Vandalisme

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Terrorisme

0

0

1

3

0

1

0

1

10

0

16

Fiscale fraude

3

6

1

0

2

3

5

2

16

2

40

Sociale fraude

5

4

1

0

2

1

3

3

11

1

31

Drugsproblematiek

0

3

2

0

6

1

7

2

9

7

37

Zedenfeiten

0

0

4

0

2

1

0

1

0

0

8

Wapenbezit

1

2

0

2

0

0

2

1

2

1

11

Jeugdcriminaliteit

0

0

0

0

1

0

2

5

2

3

13

Moord

0

0

0

0

0

0

0

1

0

0

1

Asielmisbruik

0

0

0

0

0

0

0

1

1

1

3

Maffia

0

0

0

0

0

1

5

4

7

0

17

Bouwmisdrijf

0

0

1

0

0

0

1

2

1

13

18

Bedrog

0

0

0

0

0

0

1

0

2

0

3

Mensenhandel

0

0

1

0

1

1

0

1

0

0

4

Hooliganisme

0

1

0

0

1

0

1

0

0

0

3

Verkeer

0

0

0

0

0

0

4

4

6

6

20

Milieu

2

14

6

4

5

5

5

12

9

10

72

Spionage

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Discriminatie

1

7

3

2

4

1

3

9

4

7

41

Mediacriminaliteit

0

0

0

0

0

0

0

1

0

0

1

Oorlog

0

0

1

1

0

2

1

0

2

0

7

Straatcriminaliteit

0

0

1

0

2

0

0

1

0

0

4

Racisme

0

0

0

0

1

2

0

0

0

1

4

Misdaad tegen militaire tucht

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Volksgezondheid

0

0

0

1

0

0

0

0

3

0

4

Dierenmishandeling

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

12

40

28

18

32

24

46

58

98

61

417

 

In 2004 is er minder aandacht voor criminaliteit. Criminaliteit in het algemeen valt maar éénmaal in het 80 pagina's grote verkiezingsprogramma. De twee meest te lezen vormen van criminaliteit hebben te maken met Vlaamse bevoegdheden. Het gaat over bouwovertredingen en milieucriminaliteit. Toch zijn zeker discriminatie, drugscriminaliteit en verkeersovertredingen niet van ondergeschikt belang.[79]

 

In tabel 16 is zichtbaar dat de CVP/CD&V vooral aandacht besteedt aan milieucriminaliteit, gevolgd door geweld, discriminatie en fiscale fraude. Uit tabel 17 is af te leiden dat de christen-democraten relatief weinig praat over criminaliteit in het algemeen. Het programma van 2003 is hierop misschien een uitzondering. Toch is ook in het verkiezingsprogramma van 2003 minder dan 1/4de van de criminaliteitsvermeldingen criminaliteit in het algemeen. Opvallend is ook de zeer lage score van 2004. Slechts 1 vermelding! Dit wordt visueel beter zichtbaar in grafiek 11.

 

Tabel 18. Vermeldingen van de term “criminaliteit” en de verschillende vormen van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de Vlaamse christen-democraten.

 

Jaar

term criminaliteit

vormen van criminaliteit

criminaliteit in totaal

1978

0

12

12

1981

1

40

41

1987

3

28

31

1989

0

18

18

1991

3

32

35

1994

3

24

27

1995

4

46

50

1999

10

58

68

2003

29

98

127

2004

1

61

62

TOTAAL

54

417

471

 

Grafiek 11. Vermeldingen van de term “criminaliteit” en de verschillende vormen
van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de Vlaamse christen-democraten.

 

Grafiek 11 maakt duidelijk dat de CVP reeds in het begin van de jaren '80 veel aandacht had voor criminaliteit. Het niveau van 1981 werd pas in 1995 overtroefd. Vanaf 1994 was er een duidelijke stijging die haar hoogtepunt had in 2003. In vergelijking met 2003 was er in 2004 een zware daling. Het is moeilijk te zeggen of dit een éénmalige daling was. Als men echter in het achterhoofd houdt dat in 2004 onder andere Europese verkiezing waren dan zou het wel eens een éénmalige extreme daling kunnen zijn. Want de Europese verkiezingen van 1989 en 1994 worden ook gekenmerkt door lagere belangstelling voor crimineel gedrag. Helaas hebben we geen resultaten voor de verkieizingen van 1979 en 1984 omdat we hiervan geen verkiezingsprogramma hebben kunnen bemachtigen.

 

We bekijken in de volgende grafieken het aantal vermeldingen per A4-pagina. De CVP/CD&V is nooit onder de 10 % kiezers gegaan. Dus ze heeft altijd wel de mogelijkheid gehad om financiële middelen uit te geven aan verkiezingsprogramma's. Toch is er grote verscheidenheid tussen de programma's wat betreft het aantal bladzijdes.

 

Grafiek 12. Vermeldingen van de term “criminaliteit” in de verkiezingsprogramma’s

van de Vlaamse christen-democraten gedeeld door het aantal A4-pagina's.

 

Grafiek 13. Vermeldingen van alle criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s

van het Vlaams christen-democraten gedeeld door het aantal A4-pagina's.

 

Als we grafiek 12 eens bestuderen dan blijkt dat de redelijk eenvoudige evolutie wat betreft de term criminaliteit totaal niet opgaat als we het aantal vermeldingen delen door de pagina's. De enorme daling van 2004 blijft wel bestaan. Tot 2003 is er een onregelmatige maar toch grote groei te zien in het aantal vermeldingen van de term criminaliteit. Vooral de federale verkiezingen van 1995 en de Europese verkiezingen van 1989 springen in het oog.

 

Als we nu kijken naar alle vormen van criminaliteit per aantal bladzijdes zien we in grafiek 13 dat er voor de christen-democraten sinds 1978 niet veel veranderd is. Hoewel 1989 in grafiek 12 en 11 een dieptepunt was, is het in deze grafiek een piek. Dit komt door het extreem lage aantal pagina's (7) dat het verkiezingsprogramma van 1989 telt en men heeft het er ook geen enkele keer over criminaliteit in het algemeen.

 

 

§3. De CVP/CD&V en criminaliteit.

 

Tabel 19. Aantal vermeldingen van de verschillende vormen
van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de Vlaamse christen-democraten.

 

Totaal

Term criminaliteit

54

Geweld

50

Diefstal

9

Vandalisme

0

Terrorisme

16

Fiscale fraude

40

Sociale fraude

31

Drugsproblematiek

37

Zedenfeiten

8

Wapenbezit

11

Jeugdcriminaliteit

13

Moord

1

Asielmisbruik

3

Maffia

17

Bouwmisdrijf

18

Oplichting

3

Mensenhandel

4

Hooliganisme

3

Verkeer

20

Milieu

72

Spionage

0

Discriminatie

41

Mediacriminaliteit

1

Oorlog

7

Straatcriminaliteit

4

Racisme

4

Misdaad tegen militaire tucht

0

Volksgezondheid

4

Dierenmishandeling

0

 

471

 

We kunnen concluderen dat de christen-democraten al sinds 1978 relatief veel aandacht hadden voor criminele feiten. In de jaren '90 en 2003 was criminaliteit, in absolute cijfers, een belangrijk onderwerp in de verkiezingsprogramma's.  Het spreken over de term criminaliteit, per pagina, is tot 2003 duidelijk toegenomen. Daarentegen staat dat belangstelling voor criminaliteit in totaal per pagina ongeveer constant is gebleven met uitzondering van 1989 en de lichte hogere belangstelling vanaf 1994 tot 2003.

 

De christen-democraten zien de samenleving op twee niveau's. Ten eerste is er het niveau van het individu. Elke persoon moet zijn eigen persoonlijkheid en talenten zo goed mogelijk kunnen ontplooien. Ten tweede is er het niveau van de samenleving, de gemeenschap. Op dit niveau gelden de zaken van algemeen belang die de persoonlijke vrijheid kunnen beperken. De twee niveau's komen ook terug in het criminaliteitsbeleid dat de christen-democraten verkondigen. "CD&V wil een veiligheidsbeleid waarin een resultaatgerichte aanpak van de criminaliteit door de overheid en gemeenschaps- en burgerzin elkaar optimaal versterken."[80] Het individu moet weten dat de gemeenschap misdrijven niet zal aanvaarden en straffen. Deze visie zorgt ervoor dat voor de christen-democraten het heel belangrijk is dat misdaden worden opgehelderd en bestraft. Dit is volgens de partij ook het juiste antwoord op de vraag hoe het onveiligheidsgevoel moet aangepakt worden.

 

Wat betreft taalgebruik zijn de christen-democraten over het algemeen eerder repressief. Misdaden moeten opgelosten worden, misdadigers moeten gestraft worden en slachtoffers vergoed. "De mensen moeten terug het gevoel krijgen dat wie een overtreding begaat op gepaste wijze gesanctioneerd wordt, dat wie de regels van de samenleving respecteert door die samenleving ook voldoende beschermd wordt. Die idee moet constant voor ogen worden gehouden door de beleidsmensen, bij haast elke maatregel die ze nemen."[81]

 

Voor preventie is weinig aandacht. Als men het er toch over heeft ziet men preventie bijvoorbeeld eerder door middel van camerabewaking en efficiënte alarmtechnieken dan het begeleiden van vrijgelaten gedetineerden in het zoeken naar werk.[82] Hoe de socialisten erover nadenken bespreken we in het volgende hoofdstuk.

 

 

Hoofdstuk 4. De socialistische partij

 

§1. Een historische schets[83]

 

In de eerste dertig jaar na de Tweede Wereldoorlog was de BSP een unitaire partij. Medio de jaren zeventig waren in de BSP, zoals in alle andere Belgische partijen, de bestaande beslissingsstructuren achterhaald. Het federale staatsmodel werd toentertijd in de steigers gezet. Statutair kende de BSP vanaf 1976 communautaire 'vleugels', met 'concertatie-comités' voor geregionaliseerde materies en met het recht om afzonderlijke congressen te houden. De splitsing kon niet worden vermeden. Zij voltrok zich in 1978. De Vlaamse socialisten herdoopten zichzelf een paar jaar later in Socialistische Partij. Karel Van Miert bleef partijvoorzitter.

 

De laatste twee decennia van de twintigste eeuw zouden voor de Vlaamse socialisten een tijd worden van ideologische en organisatorische moderniseringen, zij het zonder spectaculaire electorale veranderingen (van 21,42 % in 1978 naar 20,71 % in 1995) of significante wijzigingen in de krachtsverhouding met de christen-democraten. In 1999 krijgen de Vlaamse socialisten een zware verkiezingsnederlaag te verwerken maar ze herstellen zich in 2003 en 2004.

 

Achter Karel Van Miert schaarde zich in het begin van de jaren tachtig een generatie zogenaamde "jonge Turken". De groep bestond onder meer uit Louis Tobback, Luc Van den Bossche, Norbert De Batselier, Freddy Willockx, Louis Vanvelthoven en Marcel Colla. Hun optreden, in de omstandigheden van een zes jaar durende oppositiekuur (1981-1987), onthulde een andere politieke stijl en sensibiliteit. Een nieuwe poging tot inbraak in het katholieke electoraat, onder meer in de vorm van het Doorbraak-manifest (1979), diende volgens de "jonge Turken" te worden gedragen door reële interne partijvernieuwing. Er werd gekozen voor programmatisch radicalisme én levensbeschouwelijke openheid en diversiteit, die ook statutair werd verankerd in de organisatie van de partij. Concreet kwam het erop neer dat lidmaatschap van de socialistische vakbond en mutualiteit geen formele voorwaarde meer werd voor het uitoefenen van belangrijke mandaten. Op die manier hoopte de partij te breken met al te sectaire vormen van antiklerikalisme en de poort open te zetten voor mensen uit de christelijke arbeidersbeweging. In de praktijk bleek de interne partijvernieuwing een zaak die niet al te soepel vorderde.

 

Reeds in het begin van de jaren tachtig lokte het profiel van de "jonge Turken" kiezers naar de SP. Hoewel de Vlaamse vleugel van de BSP nooit als een pure arbeiderspartij kon worden gecatalogeerd, werden de kiezers van de SP alsmaar heterogener. Volgens de Vlaamse politicoloog Luc Huyse bestond het electoraat van de SP in de eerste helft van de jaren tachtig uit twee goed te onderscheiden categorieën: een groep "traditionele" kiezers (uit socialistische arbeidersgezinnen, zuilgebonden, ouder dan 45) en een groep "nieuwe kiezers" (niet van socialistische huize, met hogere scholing, jonger). Na de vervroegde verkiezingen van 1987, waarbij de SP licht vooruitging (24,5 %), ging men opnieuw regeren met de christen-democraten. De "nieuwe Turken" werden minister (in de federale en de Vlaamse regering). Karel Van Miert trad eind 1988 terug als voorzitter en volgde zijn roeping naar Europa.

 

Onder Frank Vandenbroucke (1989-1994) en Louis Tobback (1995-1998) werd de organisatorische modernisering verder gezet, ondanks een aantal ernstige tegenslagen. Onder het voorzitterschap van Frank Vandenbroucke kwamen bovendien een serie andere opvattingen tot volle wasdom. Die hadden vooral te maken met een meer eigentijdse visie op de rol van de overheid, de nieuwe sociale kwestie, de werking van een moderne politieke democratie en de sociaal-ecologische modernisering. Zij kaderden in een minder materiële, meer "ethische opvatting van socialisme". Die werd gekoppeld aan een felle en intelligente verdediging van de verzorgingsstaat en een uitgesproken Europese benadering m.b.t. de oplossingen voor de crisis. Een modern sociaal-democratisch project werd eveneens geassocieerd met een dosis economisch realisme. Last but not least erkende de SP dat een rode partij ook groene problemen diende te behartigen. Daarbij werd aangenomen dat ecologische kwesties slechts aansloegen bij de kiezer indien zij werden verbonden met sociale rechtvaardigheid.

 

Tabel 20. Verkiezingspercentage van de Vlaamse socialisten voor de federale,
Europese en Vlaamse verkiezingen van 1978 tot 2004 van de Belgische bevolking.

* percentage voor het Vlaams Parlement is niet van de Belgische bevolking

maar van de Vlaamse kiesgerechtigden.

Jaar

Kamer

Senaat

Europees Parlement

Vlaams Parlement*

1978

12,4

12,4

 

 

1979

 

 

12,8

 

1981

12,4

12,3

 

 

1984

 

 

17,1

 

1985

14,5

14,5

 

 

1987

14,9

14,7

 

 

1989

 

 

12,4

 

1991

12,0

11,9

 

 

1994

 

 

10,9

 

1995

12,6

13,2

 

19,4

1999

9,5

8,9

8,9

14,8

2003

14,9

15,5

 

 

2004

 

 

11,0

19,7

Bron: VUB, Belgische verkiezingen, 2001 (09.11.2005, http://www.vub.ac.be/belgianelections/Browser.html);

           Federale overheid, Federale Parlementsverkiezingen op 18 mei 2003, 2003 (10.11.2005, http://verkiezingen2003.belgium.be/index_nl.shtml);

           Federale overheid, Verkiezingen 13 juni 2004, 2004 (10.11.2005, http://verkiezingen2004.belgium.be/nl/index.html).

 

Louis Tobback volgde begin 1995 Frank Vandenbroucke op als partijvoorzitter . Een paar maanden later daverde de SP op haar grondvesten. Zij werd genoemd in een zaak van smeergeld van de Italiaanse helikopterbouwer Agusta, drie maanden voor de verkiezingen van mei 1995. De SP overleefde die verkiezingen. Zij liet zelfs een lichte winst (van 0,8 %) noteren, waarbij een score van 20,7 % werd genoteerd. Het verleidde Tobback ertoe ook na 1995 te focussen op het marktleiderschap van de SP inzake sociale zekerheid, pensioenen en werk. Tegelijkertijd leek zij wat minder geneigd om de groene ideeën te behartigen. De SP verloor aanzienlijk veel stemmen aan extreemrechts, vooral in de grote steden . De strijd tegen de antipolitiek, het racisme en extreemrechts werd voor de SP een belangrijke bekommernis.

 

De verkiezing van 13 juni 1999 werd de "moeder van alle verkiezingen" genoemd. In het stemhokje moest de kiezer vertegenwoordigers aanduiden voor de federale regering, de deelstaatregeringen (Vlaanderen en Brussel) en voor het Europese parlement. De verkiezingsuitslagen betekenden een zware klap voor de SP.

 

In 1999, na de zware verkiezingsnederlaag, stapt de SP in de paarse-groene regeringen op federaal en Vlaams niveau. Toch blijft de verkiezingsuitslag de partij erop wijzen dat er iets moet veranderen. Dit wordt gerealiseerd in 2001 en de partij verandert haar naam bovendien in SP.a(nders). Een jaar later, in 2002, wordt besloten naar de volgende verkiezingen te stappen met SPIRIT als kartelpartner.

 

De verkiezingsuitslagen van 2003 zijn een overwinning voor de socialistische partij en zij vormen opnieuw met de liberalen een regering. 2004 is voor de SP.a een kleine achteruitgang ten op zichte van 2003 maar toch nog een grote stijging in vergelijking met 1999.

 

 

§2. De verkiezingsprogramma's

 

In 1978[84] hebben de Vlaamse socialisten reeds een aanzienlijke aandacht voor crimineel gedrag. Discriminatie en fiscale fraude zijn de belangrijkste vormen. Bij fiscale fraude gaat het vooral om belastingontduiking. Wat betreft discriminatie nemen de socialisten het op voor de buitenlandse werknemers. "De buitenlandse werknemers moeten beschermd worden tegen welke vorm van uitbuiting of discriminatie dan ook."[85]

 

In tabel 20 valt ook te lezen dat er gesproken wordt over drugscriminaliteit maar in het verkiezingsprogramma gaat het over het overdreven gebruik van tabak en alcohol. De Vlaamse socialisten zijn in 1978 goed op de hoogte van de nieuwe ontwikkelingen want men heeft het reeds over "misbruiken in verband met het aanwenden van de informatica".[86] De socialisten wijzen op het gevaar voor de privacy door de informatisering.

 

De eerste Europese verkiezingen nemen plaats in 1979. Het programma waarmee de Vlaamse socialisten[87] naar de kiezer stappen heeft minder aandacht voor criminaliteit dan het programma van 1978. Alleen milieucriminaliteit wordt meer dan één keer vermeld. Opmerkelijk is hoe de socialisten mensenhandel noemen. Verwijzend naar de sociale breuklijn wordt dit in het verkiezingsprogramma "smokkelaars in arbeidskrachten".[88]

 

Discriminatie is duidelijk het belangrijkste voor de SP in 1981.[89] Gevolgd door fiscale fraude en milieucriminaliteit. De Vlaamse socialisten benadrukken dat de uitzichtloze maatschappelijke situatie van mensen aanzet tot geweld. In de woorden van de SP klinkt het als volgt: "De uitzichtloze toekomst, waarin werkloosheid en oorlog spoken, verbonden aan het gevoel van onmacht tegenover de vermenigvuldiging van de problemen leidt vaak tot fatalisme en apatie, die gevaarlijk kunnen omslaan in wanhopige gewelduitbarstingen."[90]

 

Men zou ook graag hebben dat belastingontduiking en andere economische misdrijven zwaarder bestraft worden dan "kruimeldiefstallen". Welke vormen van criminaliteit daar onder vallen worden niet meegedeeld. Misschien drugsgebruik? Want de SP wil dat op drugsgebruik minder repressief wordt gereageerd. Abortus hoort totaal niet in het strafrecht volgens de partij.[91] Het Europees verkiezingsprogramma van 1984 wordt gekenmerkt door een enorme aandacht voor de milieuproblematiek. Dit kan eventueel komen door het succes dat de groene partij Agalev realiseerde in 1981. Daarnaast is er ook belangstelling voor discriminatie en oorlog. Zeven jaar voor "zwarte zondag" wijzen de Vlaamse socialisten reeds op de toenemende vreemdelingenhaat. Dit leidt tot vier vermeldingen over racisme in het programma.[92]

 

In 1985 geeft de SP duidelijk meer aandacht aan criminaliteit. Milieucriminaliteit blijft het belangrijkste, gevolgd door discriminatie. Daarnaast komen fiscale fraude, drugscriminaliteit en, opvallend, criminaliteit in het algemeen vaak voor. Behalve de opgesomde vormen van crimineel gedrag zijn er nog een tiental andere vormen die vermeld worden. Eén ervan is sociale fraude. Indien iemand betrapt wordt moet niet de werknemer maar vooral de werkgever gestraft worden volgens de Vlaamse socialisten.[93]

 

In vergelijking met 1985 is er in het programma van 1987 weinig aandacht voor criminaliteit. Milieucriminaliteit blijft het belangrijkste onderwerp. Op de tweede plaats is er verrassend de illegale wapenhandel gekomen. Discriminatie is nog maar één keer te lezen. Racisme is dan weer prominenter aanwezig dan in 1985. Toch moeten we deze absolute cijfers nuanceren want het verkiezingsprogramma van 13 december 1987 telt maar acht A4-bladzijden. Dat waren er nog 38 in 1985.[94]

 

Milieucriminaliteit blijft ook voor de Europese verkiezingen van 1989 het belangrijkste onderwerp. Daarnaast is er ook weer uitzonderlijk veel aandacht voor racisme en discriminatie. Er wordt ook een eerste maal melding gemaakt van terrorisme.[95]

 

Het uitgebreide verkiezingsprogramma van 1991, 129 bladzijdes, geeft uitgebreid aandacht aan criminaliteit. Milieucriminaliteit is weer duidelijk het belangrijkste voor de SP, maar fiscale fraude en drugscriminaliteit zijn ook duidelijk aanwezig in de teksten. Daarnaast is geweld, bouwmisdrijven en criminaliteit in het algemeen zeker niet te verwaarlozen.[96]

 

Toch is in de tekst is te lezen dat de SP criminaliteit niet als een prominent onderwerp beschouwt dat belangrijker is geworden in de laatste jaren. "De uitholling van de werkzekerheid, de kwalificatieproblematiek, mobiliteits- en kinderopvangproblemen, de nood aan meer tijdssoevereiniteit, gezonde en veilige werkplaatsen, milieuvriendelijke arbeid... zijn allemaal thema's die de laatste jaren aan belang hebben gewonnen."[97]

 

Wat betreft de aanpak van drugscriminaliteit wijzen de socialisten erop dat een beleid inzake verdovende en verslavende middelen in hoofdzaak een gezondheids- en welzijnsbeleid is. Het repressief optreden en de vervolging moeten zich richten op de handel in verdovende middelen.[98]

 

De partij is tegen korte straffen (minder dan zes maanden). Men wilt deze vervangen door alternatieve straffen. "Dit kan ook bij wijze van probatiemaatregel, voordat de zaak naar de rechtbank wordt verwezen."[99] "Dit belet echter niet dat voor sommige belangrijke materies, zoals milieumisdrijven, zwaardere straffen nodig zijn."[100]

 

Men heeft het ook over "EG-fraude". "Er moeten bijkomende middelen worden ingezet in de strijd tegen de EG-fraude, die vooral na het openstellen van de grenzen van Europa in 1993, ernstige vormen dreigt aan te nemen."[101] "Het doorsluizen van misdaadgeld en het witwassen van geld moeten dan ook op Europees vlak bestreden worden."[102]

 

De SP heeft de idee dat het onveiligheidsgevoel niet alleen gecreëerd wordt door "kleine straatcriminaliteit" maar dat ook verkeersongevallen, milieu-incidenten, fraudes en witteboordcriminaliteit het veiligheidsgevoel ondermijnen.[103] De relatie tussen de politie en migranten beschouwt de SP ook als problematisch. In de opleiding van politieagenten dient meer aandacht geschonken te worden aan de problemen van het multicultureel samenleven, door duidelijk op te treden tegen uitingen van racisme binnen de korpsen, door allochtone agenten in de korpsen op te nemen en door verbindingspersonen aan te stellen binnen de korpsen.[104]

 

De grote globale milieuproblemen moeten aangepakt worden maar er moet altijd een duidelijke band worden gelegd met dagdagelijkse milieuproblemen waaraan de gewone bevolking zich ergert. De SP denkt hierbij aan: "de stinkende riool, het discolawaai, het ontbreken van groen in de stad, de stinkende varkensstallen, de overdreven snelheid waarmee auto's door de straten razen, de hormonen in ons vlees, de blikjes en plastic flessen die je zelfs op de mooiste plekjes in de natuur tegenkomt en noem maar op".[105] We wijzen er op dat de SP het milieuprobleem erg ruim ziet, van lawaaioverlast en stedenbouwkunde tot snelheidsovertredingen.

 

"Oproep voor een ander Europa" is de titel van het verkiezingsprogramma voor de Europese verkiezingen van 1994. Zoals we reeds konden verwachten is milieucriminaliteit ook nu voor de socialisten de belangrijkste vorm van crimineel gedrag. Daarnaast is er veel belangstelling voor fiscale fraude en deze wordt, hoewel beperkt, gelinkt met de georganiseerde misdaad. Racisme komt vaak aan bod en niet zo zeer discriminatie. Men heeft het in de teksten vaak over de situatie in ex-Joegoslavië en welke ellende extreemnationalisme en racisme met zich mee kunnen brengen.[106]

 

In 1995 zijn er federale verkiezingen. De SP probeert de kiezer te overtuigen door de problematiek van de milieucriminaliteit, sociale- en fiscale fraude en drugscriminaliteit aan te kaarten. Waarom sociale fraude en drugscriminaliteit deze ruime aandacht, in vergelijking met 1994, krijgen is onduidelijk. Misschien omdat deze problemen eerder een aanpak vereisen op het gebied van de staten en niet zozeer op het Europese niveau?[107]

 

Tenslotte is de aandacht voor racisme wat verminderd maar discriminatie wordt dan weer vaker vermeld. Deze vormen van criminaliteit worden gebruikt als men het heeft over het Vlaams Blok, hoewel men dit niet expliciet zegt. "Partijen die onverdraagzaamheid als boodschap hebben, zijn voor ons geen gesprekpartners, daar worden geen coalities mee gesloten."[108]

 

Milieucriminaliteit is het belangrijkste onderwerp in het verkiezingsprogramma van 1999.[109] Ook is er weer veel belangstelling voor discriminatie en sociale fraude. In 1999 komt de SP op met de ideeën van gratis openbaar vervoer voor kinderen en 65-plussers. Dit zorgt ervoor dat er in de teksten ook veel wordt gesproken over de verkeersproblematiek en de ermee samenhangende "verkeerscriminaliteit"[110]. Daarnaast is er ook nog een niet te minimaliseren belangstelling voor geweld. Wat betreft diefstal valt helemaal niks meer te lezen in dit programma, hetzelfde geldt voor de drugscriminaliteit. We kunnen concluderen dat de twee teksten van 1999 de criminaliteitsproblematiek anders benaderen dan in 1995.

 

Met de slogan "Politiek gaat over de mensen" trok de SP.a in 2003 naar de kiezer.[111] Opmerkelijk is dat milieumisdrijven minder aandacht krijgen. In 2003 is criminaliteit in het algemeen en sociale uitsluiting (discriminatie) het belangrijkste voor de socialisten. Er is toch nog een aanzienlijke belangstelling voor milieucriminaliteit, fiscale fraude en verkeersovertredingen zijn ook weer goed vertegenwoordigd. Men heeft het op een moment over de "verborgen criminaliteit". "De strijd tegen de verborgen criminaliteit (mensensmokkel, mensenhandel, valse paspoorten, illegale wapenhandel enz.) moet worden opgevoerd."[112]

 

In het programma van 2004 wordt er uitzonderlijk weinig gesproken over criminaliteit. Naast sociale fraude, discriminatie en milieucriminaliteit is er een vermelding van huisjesmelkerij, "verkeersfraude", racisme en criminaliteit in het algemeen.[113]

 

Tabel 20 maakt ons duidelijk dat voor de Vlaamse socialisten milieucriminaliteit een absolutie prioriteit is. Politiek-strategisch gezien is dit ook normaal want als linkse kiezer heeft men vooral de keuze tussen de socialistische en de groene partij. Veel aandacht voor de milieuproblematiek is dan ook een manier van bescherming tegen de groene partij.

 

Op de tweede plaats staat discriminatie. De SP/SP.a ziet haar strijd tegen de discriminatie erg ruim. Men wilt de benadeling wegwerken voor vrouwen, allochtonen, holebi's, samenwonenden, ouderen,... Racisme wordt geregeld gelijkertijd vermeld. Daarnaast is fiscale fraude ook erg belangrijk voor de socialisten. Ze beschouwen het als onaanvaardbaar dat de kleine man braaf zijn belastingen betaalt terwijl de personen met een groot kapitaal frauderen of het geld hebben om specialisten aan te werven die dan alle mogelijke gaten in het systeem gebruiken om aan de belastingsplicht te ontsnappen.

 

Drugscriminaliteit kwam vooral in de eerste helft van de jaren '90 voor in de teksten van de SP. Daarna is de problematiek rond drugs voor de socialisten duidelijk minder belangrijk geworden. Een reden hiervoor is moeilijk te geven, zeker als men erop wijst dat de legalisatie van softdrugs een realisatie is van de regering Verhofstadt I en het debat erover zeker niet is uitgedoofd.

 

Tabel 21. Vermeldingen van de verschillende vormen van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de Vlaamse socialisten.

 

1978

1979

1981

1984

1985

1987

1989

1991

1994

1995

1999

2003

2004

Totaal

Geweld

1

0

5

1

2

0

1

14

0

4

6

2

0

36

Diefstal

0

0

0

0

0

0

0

1

0

7

0

2

0

10

Vandalisme

0

0

0

0

0

0

0

3

0

3

0

1

0

7

Terrorisme

0

0

0

0

0

0

2

0

0

0

0

0

0

2

Fiscale fraude

5

1

11

2

9

2

3

23

12

10

4

5

0

87

Sociale fraude

0

0

2

0

4

0

0

2

2

11

7

2

3

33

Drugsproblematiek

2

0

8

0

8

0

0

17

2

10

0

0

0

47

Zedenfeiten

0

0

0

0

1

0

0

7

0

2

2

0

0

12

Wapenbezit

0

0

0

0

2

5

1

5

3

0

0

1

0

17

Jeugdcriminaliteit

0

0

0

0

1

0

0

0

0

0

1

1

0

3

Moord

0

0

1

1

0

0

1

0

0

0

0

0

0

3

Asielmisbruik

0

1

0

1

0

0

0

2

1

0

0

1

0

6

Maffia

0

0

0

0

0

0

0

0

3

2

2

0

0

7

Bouwmisdrijf

1

0

5

0

2

0

0

12

0

4

4

0

1

29

Bedrog

1

1

4

1

0

0

0

5

0

0

1

0

0

13

Mensenhandel

0

1

0

0

0

0

0

1

2

1

1

2

0

8

Hooliganisme

0

0

0

0

0

0

0

3

0

1

0

0

0

4

Verkeer

0

0

0

0

0

1

0

2

0

0

6

4

1

14

Milieu

3

3

11

30

22

6

20

41

17

14

11

4

2

184

Spionage

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Discriminatie

6

1

18

6

15

1

3

14

2

9

8

8

2

93

Mediacriminaliteit

1

0

0

0

1

1

0

1

0

1

1

0

0

6

Oorlog

0

1

1

5

1

0

2

0

7

3

2

3

0

25

Straatcriminaliteit

0

0

1

0

0

0

0

6

0

0

0

1

0

8

Racisme

1

0

0

4

2

4

6

9

10

4

2

0

1

43

Misdaad tegen

militaire tucht

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Volksgezondheid

0

0

0

1

2

1

1

2

0

1

0

0

0

8

Dierenmishandeling

0

0

1

0

1

0

0

0

0

0

0

0

0

2

Brandstichting

0

0

0

0

0

0

0

1

0

0

0

0

0

1

 

21

9

68

52

73

21

40

171

61

87

58

37

10

708

 

Tabel 21 toont ons dat er in verhouding amper gesproken wordt over criminaliteit in het algemeen. 1991 springt in het oog met 185 vermeldingen. Dit is dubbel zoveel als het aantal vermeldingen van 1995, het jaar dat op de tweede plaats komt.

 

Als we dit cijfermateriaal nu in een grafiek (grafiek 14) gieten merken we ten eerste de enorme piek van 1991 op. Daarna zien we hoe onbeduidend het aantal vermeldingen van de term criminaliteit is. Ten derde zien we dat de socialisten al in de eerste helft van de jaren '80 en ook de eerste helft van de jaren '90 een aanzienlijke belangstelling hadden voor criminaliteit. Toch is er na 1995 een constante daling ontstaan die er voor gezorgd heeft dat er in 2004 bijna even weinig over misdrijven wordt gesproken als in 1979, het dieptepunt van onze metingen.

 

Tabel 22. Vermeldingen van de term “criminaliteit” en de verschillende vormen
van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de Vlaamse socialisten.

Jaar

term criminaliteit

vormen van criminaliteit

criminaliteit in totaal

1978

2

21

23

1979

0

9

9

1981

1

68

69

1984

0

52

52

1985

8

73

81

1987

0

21

21

1989

1

40

41

1991

14

171

185

1994

4

61

65

1995

5

87

92

1999

4

58

62

2003

8

37

45

2004

1

10

11

TOTAAL

48

708

756

 

Grafiek 14. Vermeldingen van de term “criminaliteit” en de verschillende vormen
van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de Vlaamse socialisten.

 

Hoewel er bij de socialisten amper wordt gesproken over criminaliteit in het algemeen is grafiek 15, die de evolutie van het aantal vermeldingen van de term criminaliteit per pagina weer geeft, erg verrassend. De piek van 1991 uit grafiek 14 verdwijnt helemaal en wordt vervangen door een uitzonderlijk hoge waarde in 2003. In 2004 bereikt men dan weer plots een redelijk laag niveau. We moeten deze grafiek echter relativeren. Door het lage aantal vermeldingen van de term criminaliteit krijgen het aantal pagina's uitzonderlijk veel invloed. Daarom laten we grafiek 15 voor wat ze is en richten onze aandacht op grafiek 16.

 

Grafiek 16 geeft een heel ander beeld. Dat de socialisten reeds aandacht hadden voor criminaliteit in de jaren '80 was reeds duidelijk in grafiek 14. Nu zien we echter een constante stijging sinds 1979 met een plotse duik voor 1989 waarna het aantal vermeldingen zich herstelt tot meer dan 35 vermeldingen per 10 bladzijdes in 1994. Daarna is er weer een daling tot 2004 met uitzondering van 2003 waar men bijna het niveau van 1994 bereikt.

 

Grafiek 15. Vermeldingen van de term “criminaliteit” in de verkiezingsprogramma’s

van de Vlaamse socialisten gedeeld door het aantal A4-pagina's.

 

 

Grafiek 16. Vermeldingen van alle criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s

van het Vlaams socialisten gedeeld door het aantal A4-pagina's.

 

Er is in de grafieken 15 en 16 vooral omwille van de rare cijfers voor 2004 geen echte trend te herkennen vanaf 1999. Is 2004 een voorbode van een verzwakking van het belang van criminaliteit op de verkiezingsprogramma's of een éénmalige gebeurtenis? Grafiek 14 zegt ons het eerste terwijl grafiek 15 en 16 eerder wijzen op een extreem geval.  We kunnen wel met zekerheid oordelen dat de Vlaamse socialisten reeds in de jaren '80 een aanzienlijke aandacht hadden voor criminele feiten en alle grafieken wijzen ook op een verminderde belangstelling op het einde van de jaren '80.

 

 

§3. De SP/SP.a en criminaliteit.

 

Tabel 23. Aantal vermeldingen van de verschillende vormen
van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de Vlaamse socialisten.

 

Totaal

Term criminaliteit

48

Geweld

36

Diefstal

10

Vandalisme

7

Terrorisme

2

Fiscale fraude

87

Sociale fraude

33

Drugsproblematiek

47

Zedenfeiten

12

Wapenbezit

17

Jeugdcriminaliteit

3

Moord

3

Asielmisbruik

6

Maffia

7

Bouwmisdrijf

29

Oplichting

13

Mensenhandel

8

Hooliganisme

4

Verkeer

14

Milieu

184

Spionage

0

Discriminatie

93

Mediacriminaliteit

6

Oorlog

25

Straatcriminaliteit

8

Racisme

43

Misdaad tegen militaire tucht

0

Volksgezondheid

8

Dierenmishandeling

2

Brandstichting

1

 

756

 

De socialisten nemen het op voor de kleine man/vrouw op de straat die onrecht wordt aangedaan door rijke, machtige personen of instellingen. Hierdoor wordt echter ook de schuld voor sommige problemen op de schouders gelegd van de machtige van onze samenleving. Bijvoorbeeld voor de milieuproblematiek wordt graag verwezen naar de vervuilende bedrijven of de multinationals die aan roofbouw doen terwijl men weinig spreekt over de vervuiling veroorzaakt door de gezinnen en elk individu.

 

Hiermee verbonden is de idee die de socialisten hebben van een minderheid te zijn in onze Vlaamse samenleving. Niet alleen moeten ze zelf vechten tegen de conservatieve meerderheid in Vlaanderen ook voelen zij zich hierdoor verbonden met andere minderheden. Dit verklaart de enorme aandacht die de SP/SP.a heeft voor discriminatie en racisme.

 

Omdat de socialisten zich zien als een progressieve minderheid in een conservatieve samenleving is het logisch dat zij alles wat fout gaat toekennen aan de conservatieve maatschappij. Dit zorgt ervoor dat zij beweren dat de gebreken van de samenleving zorgen voor criminaliteit en niet bepaalde personen die crimineel gedrag vertonen. Armoede, discriminatie, racisme, verkrotte woonomgeving, fiscale fraude door de financieel sterken,... zijn de oorzaken van criminaliteit. Paradoxaal genoeg komt dit in bepaalde mate overéén met de ‘Broken Windows’-theorie waarrond het Vlaams Blok haar criminaliteitsvisie bouwt.[114] Bij het Vlaams Blok is het echter geen discriminatie of armoede die onrechtstreeks aanzet tot misdrijven maar het ongestraft blijven van het breken van een ruit, het op de grond gooien van een blikje of stelen van snoep door kinderen.

 

Deze mentaliteit van de socialisten heeft tot gevolg dat zij geen voorstander zijn van een repressieve aanpak van ongewenst gedrag. Criminelen moeten begeleid en geholpen worden om terug in de samenleving te integreren. De oorzaken van crimineel gedrag daarentegen moeten wel zwaar bestreden worden. Armoede, discriminatie en fiscale fraude hard aanpakken is voor de socialisten criminaliteit in al haar vormen beperken.

 

De socialisten raken soms problemen aan in hun teksten waar het maatschappelijk debat pas enkele jaren later werkelijk van de grond komt. Zo spreken ze in 1978 reeds over de gevaren die de informatisering met zich mee brengt en mogelijke misbruiken die mogelijk zijn. Ook wijst men reeds vroeg op de gevaren voor de privacy door grotere bevoegdheden van de politie- en veiligheidsdiensten om af te luisteren en men eist in 1985 al de legalisering van abortus.

 

We kunnen concluderen dat de SP/SP.a voorstander is van een begeleiding en reïntegratie van criminelen en de algemene criminaliteit wilt verminderen door de gebreken van de samenleving die hedendaagse of toekomstige criminaliteit creëren hard aan te pakken.

 

De liberale partij staat bekend als rechtser dan de socialistische partij. Hoe dit zich uit in haar visie op criminaliteit gaan we na in het volgende hoofdstuk.

 

 

Hoofdstuk 5. De liberale partij

 

§1. Een historische schets[115]

 

Tijdens het liberaal partijcongres van 1961 werd de Liberale Partij omgevormd tot de PVV/PLP (Partij voor Vrijheid en Vooruitgang/Parti de la Liberté et du Progrés. Ze bekommerde zich niet te erg om de situatie van de werknemers en behartigde eerder de belangen van de werkgevers. De PVV-PLP besloot zich als een Belgische partij verder te profileren.

 

Die eenheid van België bleek de volgende jaren, waarin communautaire geschillen de publieke opinie beroerden, achterhaald. Dit bracht spanningen teweeg binnen de PVV-PLP en een splitsing in een Vlaamse en een Franstalige partij drong zich op.

 

In 1972 werd de knoop doorgehakt. De PVV, de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang, werd een zelfstandige Vlaamse partij onder het voorzitterschap van Willy De Clercq. Tijdens zijn voorzitterschap gaf Willy De Clercq aan een stuurgroep de opdracht om een ideologisch manifest te schrijven. De ontwerptekst werd niet alleen op heel wat plaatsen bijgestuurd door het PVV-congres, maar ook door de PVV-jongeren. Zij hadden onder leiding van hun voorzitter Guy Verhofstadt een eigen ‘Radicaal Manifest’ opgesteld. Heel wat ideeën hieruit werden ook opgenomen.

 

In 1982 werd Guy Verhofstadt voorzitter, en hij schopte het van ’86 tot ’88 zelfs tot vice-premier en minister van Begroting. Aan de top van de partij volgde Annemie Neyts hem op als de eerste vrouwelijke partijvoorzitter. Na de verkiezingen van eind ’87 had de CVP de liberalen tot een lange oppositieperiode veroordeeld. In ’89 werd Neyts aan het hoofd van de PVV opnieuw opgevolgd door Verhofstadt. Deze laatste schreef in die periode zijn veelbesproken Burgermanifesten.

 

In 1992 werd onder impuls van Verhofstadt de VLD (Vlaamse Liberalen en Democraten – Partij van de Burger) boven de doopvont gehouden. De nieuwe partij was de opvolger van de PVV maar ook tal van gevestigde en veelbelovende politici en burgers, onafhankelijk of met democratisch nationalistische en socialistische wortels, traden toe. In haar beginselverklaring gaf de VLD een antwoord op het gevoel in de publieke opinie dat er een kloof was gegroeid tussen burger en politiek. Wie de burger opnieuw meer zeggenschap wilde geven, de rol van de staat slechts als bijkomstig zag, voorstander was van meer zelfbestuur voor Vlaanderen en de persoonlijke vrijheid wenste te verdedigen, vond zijn gading in de VLD.

 

Onder het voorzitterschap van Guy Verhofstadt won de VLD in 1999 na de dioxinecrisis overtuigend de verkiezingen. Ze was meteen de grootste Vlaamse partij geworden. Met Guy Verhofstadt en Patrick Dewael nam ze het leiderschap in handen van de federale en Vlaamse paarsgroene regeringen. Vlaanderen en België maakten kennis met de paarsgroene coalities. De christen-democraten verzeilden voor het eerst in veertig jaar naar de oppositiebanken.  

 

Met de Novemberverklaring van 2002 verwerkte de VLD aan het begin van het nieuwe millennium in haar liberale grondvesten enkele nieuwe thema’s als de globalisering, de vergrijzing, de multiculturele samenleving. De VLD opteerde ook voor de evolutie naar een confederaal België in een sterke en uitgebreide Europese Unie. Bij de federale verkiezingen van 2003 werd Verhofstadt voor de tweede keer premier.

 

Nadat zijn voorganger Karel De Gucht na de verkiezingen van 2004 minister van Buitenlandse Zaken was geworden, werd Bart Somers in december door de leden verkozen tot nieuwe VLD-voorzitter.

 

Tabel 23 zegt ons dat de Vlaamse liberalen altijd rond de 10 % van de Belgische bevolking achter zich kregen. Vanaf 1999 gaat het zelfs eerder naar de 15 % maar bij de verkiezingen van 2004 gingen ze er weer op achteruit. De Vlaamse liberalen hebben voor de periode 1978-2004 in de federale regering gezeteld (de korte regering van Martens III buiten beschouwing gelaten) van 1981 tot 1988 en van 1999 tot 2004 (de grens van dit onderzoek). Met welke punten ze tijdens al deze jaren naar de kiezer stapten gaan we in de volgende paragraaf bekijken.

 

 

Tabel 24. Verkiezingspercentage van de Vlaamse liberalen voor de federale,
Europese en Vlaamse verkiezingen van 1978 tot 2004 van de Belgische bevolking.

* percentage voor het Vlaams Parlement is niet van de Belgische bevolking

maar van de Vlaamse kiesgerechtigden.

Jaar

Kamer

Senaat

Europees Parlement

Vlaams Parlement*

1978

10,4

10,4

 

 

1979

 

 

9,4

 

1981

12,9

13,1

 

 

1984

 

 

8,6

 

1985

10,7

10,6

 

 

1987

11,5

11,3

 

 

1989

 

 

10,6

 

1991

12,0

11,7

 

 

1994

 

 

11,4

 

1995

13,1

13,3

 

20,2

1999

14,3

15,4

13,6

22,0

2003

15,4

15,4

 

 

2004

 

 

13,6

19,8

Bron: VUB, Belgische verkiezingen, 2001 (09.11.2005, http://www.vub.ac.be/belgianelections/Browser.html);

           Federale overheid, Federale Parlementsverkiezingen op 18 mei 2003, 2003 (10.11.2005, http://verkiezingen2003.belgium.be/index_nl.shtml);

           Federale overheid, Verkiezingen 13 juni 2004, 2004 (10.11.2005, http://verkiezingen2004.belgium.be/nl/index.html).

 

 

§2. De verkiezingsprogramma's

 

De PVV spreekt in 1978 enkel over milieudelicten. Hoewel er voor de rest niet over criminaliteit wordt gesproken zijn de zeven vermeldingen van milieucriminaliteit op 13 bladzijdes toch een aanzienlijk aantal.[116]

 

Veel extra stof om over te spreken krijgen we in het verkiezingsprogramma van 1979 ook niet.[117] Er is alleen sprake van milieuvervuiling en dan ook nog maar met één vermelding. De liberalen verkondigen hier wel reeds hun idee over het samen gaan van economie en ecologie dat in de volgende verkiezingsprogramma's geregeld zal terugkomen. "Wij gaan ervan uit dat leefmilieu en economie niet tegenover elkaar hoeven te staan. Een goed opgevatte milieubescherming kan zelfs tot verdere economische vooruitgang leiden."[118]

 

In 1981[119] is opnieuw milieucriminaliteit het belangrijkste onderwerp. Daarnaast is er omwille van de actualiteit aandacht voor de georganiseerde misdaad en terrorisme. "Een liberaal beleid kan evenmin dulden dat om het even wie het recht in eigen handen neemt. Privé-milities en bendevorming die het laatste modesnufje schijnen, vragen om de strengste beteugeling. Een onverschrokken aanpak van avonturiers zal trouwens in een niet geringe mate bijdragen tot het onderdrukken van het terrorisme. Dringende maatregelen zijn geboden opdat elke burger opnieuw veilig de straat zou kunnen opgaan. Opdat de liberale rechtsstaat geen ijdel begrip zou zijn."[120]

 

Het staat niet in de tekst maar de aandacht voor privé-milities zal wellicht te maken hebben met het verbieden van de Vlaamse Militanten Orde (VMO) in het begin van 1981. We willen bovendien even de aandacht van de lezer trekken op de wijze waarop hier door de liberalen over criminaliteit wordt gesproken. In plaats van zoals andere partijen (Vlaams Blok, SP/SP.a) criminaliteit als een oorzaak te zien van de gebreken van de huidige maatschappij wijzen de liberalen op het belang om "avonturiers" aan te pakken om de huidige samenleving ("liberale rechtsstaat") in stand te houden.

 

Tenslotte was er in het programma van 1981 éénmaal sprake van verspilling van geld in de sociale zekerheid.[121]

 

Bij de Europese verkiezingen van 1984[122] hebben de Vlaamse liberalen vooral aandacht voor milieucriminaliteit. Milieudelicten zijn goed voor bijna de helft van alle criminaliteitsvermeldingen. Daarnaast zijn er een hele reeks vormen van criminaliteit die worden vermeld. Illegale wapenhandel is daarvan het belangrijkste en is vier keer te lezen in het programma. Sociale fraude komt een eerste keer voor in de verkiezingsprogramma's van de PVV sinds 1978. Het gaat specifiek over zwart werk. Men wijst ook op een speciale vorm van diefstal. Namelijk "video-piraterij"[123].

 

Het is een beetje verrassend dat de liberalen, bekend als partij van de werkgever, pleit voor consumentenbescherming en de bescherming van de volksgezondheid op Europees niveau. "Ieder produkt, iedere produktiemethode of dienstverlening die gebreken blijkt te vertonen, die ongelukken veroorzaakt of schade brengt aan de volksgezondheid, zonder dat daar een evenredig maatschappelijk voordeel tegenover staat, moet uit de markt worden genomen of worden aangepast. De Europese commissie moet worden ingelicht over ongelukken met dergelijke produkten, produktiemethoden of dienstverleningen teneinde haar in staat te stellen, zonodig, aan te bevelen dat deze in alle lidstaten uit de markt worden genomen of worden aangepast."[124] Men kan zich wel vragen stellen wat "een evenredig maatschappelijk voordeel" in houdt.

 

Voor de verkiezingen komen de Vlaamse liberalen af met een verkiezingsprogramma[125] dat aanzienlijk veel aandacht geeft aan criminaliteit. Opmerkelijk is echter dat er met geen woord wordt gesproken over milieudelicten. Het meest valt er te lezen over criminaliteit in het algemeen. Maar er is ook veel aandacht voor sociale en fiscale fraude, discriminatie, terrorisme en racisme. Inhoudelijk valt er niet veel te vertellen behalve misschien het belang dat de PVV hecht aan de wijkagent om de kleine misdrijven te verkomen. "Door aan elke buurt een "wijkagent" toe te wijzen kan die relatie opnieuw worden hersteld, waardoor preventief heel wat kleine misdrijven zullen kunnen worden vermeden."[126]

 

Het verkiezingsprogramma van 1987 is wat betreft weinig interessant. Er zijn maar vier vermeldingen. Het gaat over sociale en fiscale fraude, criminaliteit in het algemeen en vandalisme. We hebben het gokken er naar wat de reden is voor deze minimale belangstelling.[127]

 

De aandacht voor de milieuproblematiek is terug in 1989.[128] Daarnaast worden er nog acht andere vormen van criminaliteit maar deze komen niet in de buurt van de tien vermeldingen voor milieucriminaliteit. Heeft deze, in vergelijking met de programma's van 1985 en 1987, grote aandacht voor het milieu te maken met de reden van de verkiezingen? 1989 zijn immers Europese verkiezingen en het milieubeleid is één van de belangrijkste Europese bevoegdheden. Dit staat ook onrechtstreeks in het programma zelf: "Aangezien geïsoleerde nationale maatregelen de basis voor het menselijk leven niet doeltreffend kunnen beschermen, hebben wij altijd op Europese maatregelen aangedrongen. Dit is uiteindelijk ook in de Europese Akte erkend: sinds juli 1987 is milieuzorg officieel een van de communautaire beleidsvormen geworden."[129]

 

Voor de verkiezingen van 1991, de beruchte "Zwarte Zondag", focust de PVV zich voor de criminaliteitproblematiek specifiek op milieucriminaliteit, asielmisbruik, discriminatie en criminaliteit in het algemeen. [130]

 

Wat betreft de milieuproblematiek wijst men er nogmaals op dat een milieubeleid alleen kan betaald worden als men de economische activiteiten niet aan banden legt.[131] In het migrantenbeleid moet er volgens de liberalen plaats zijn voor een uitwijzing in specifieke gevallen. "De strafrechter moet de mogelijkheid krijgen om bij misdaden of bij met misdaden gelijkgestelde wanbedrijven of opzettelijke wanbedrijven, in bende uitgevoerd, of bij herhaling gepleegd, na tenuitvoerlegging van de hoofdstraf, de uitwijzing uit te spreken als een afzonderlijke, al dan niet bijkomende sanctie."[132]

 

De Vlaamse liberalen zijn, in het programma van 1991, voor een harde aanpak van het onwettig afwezig zijn op school. "Onafgezien van de rol van de jeugdrechtbank en de noodzakelijke informatie, moet het niet-nakomen van de leerplicht, zijnde de daadwerkelijke regelmatige aanwezigheid in een onderwijsinstelling of een opleidingscentrum, worden gesanctioneerd met het inhouden van de kinderbijslag."[133]

 

Tenslotte heeft de PVV in 1991 aandacht voor de privacy bij de bestrijding van "moderne misdaad". Wat men hier precies onder "moderne misdaad" verstaat is niet duidelijk. "Voor de PVV moeten nieuwe opsporingstechnieken bij de bestrijding van de moderne misdaad worden aangewend. Essentieel daarbij is echter dat de persoonlijke levenssfeer van de burger niet zomaar wordt opgeofferd. De PVV wil zo snel mogelijk werk maken van een algemene wetgeving over de bescherming van de privacy."[134]

 

In 1994 zijn het opnieuw Europese verkiezingen. De oude PVV, sinds 1992 VLD, heeft het over acht vormen van criminaliteit die we onderscheiden. Er is echter geen bepaalde vorm van criminaliteit die extra belangstelling krijgt. Alle acht vormen worden één of twee keer vermeld. Zelfs milieucriminaliteit komt slechts tweemaal voor in de tekst.[135]

 

Voor 1995 hebben we wat problemen gekend om het VLD-programma te vinden. Ook in het Liberaal Archief in Gent hadden ze geen weet van een officieel verkiezingsprogramma. We hebben uiteindelijk de vijf artikels genomen waarmee de VLD naar de kiezer is gestapt en die de partij heeft laten publiceren in kranten en tijdschriften. In de artikels wordt vier keer gesproken over criminaliteit in het algemeen. Daarnaast is er sprake van georganiseerde misdaad, straatcriminaliteit, fiscale fraude en racisme. De vermelding van racisme is een verwijzing naar het Vlaams Blok waar de VLD niet mee wenst te regeren.[136]

 

Het verkiezingsprogramma van 1999 telt 44 pagina's en daar staat veel over criminaliteit op. Criminaliteit in het algemeen, geweld en jeugdcriminaliteit zijn duidelijk erg belangrijk. Maar daarnaast is er ook veel aandacht voor milieucriminaliteit en discriminatie. Criminaliteit in het algemeen overheerst echter met 29 vermeldingen. De belangstelling voor jeugdcriminaliteit en de overheersende aanwezigheid van algemene vermeldingen over criminaliteit komt overéén met de verkiezingsprogramma's van het Vlaams Blok. Maar dit is stof voor ons laatste hoofdstuk.[137]

 

De eventuele relatie tussen allochtonen en criminaliteit wordt ook aangesneden door de VLD. "De jeugdcriminaliteit onder jongeren uit bepaalde minderheidsgroepen vergt een op maat gesneden aanpak...Ondanks het schrijnend gebrek aan harde cijfers, kunnen we toch stellen dat jongeren uit bepaalde etnische minderheden een bijzondere risicogroep vormen, zeker in kansarme wijken van de grote steden. Dit vergt een specifieke aanpak, vooral op het vlak van de preventie waarbij de inspanningen gericht zijn op het voorkomen van criminaliteit via de inburgering van de allochtonen. Indien deze preventie faalt, moet een andere, repressieve aanpak volgen. In dit verband moeten de mogelijkheden worden uitgebreid om vreemdelingen uit het land te zetten indien ze ernstige misdaden hebben gepleegd."[138]

 

Tenslotte willen we nog wijzen op de volgende zin: "Het seponeringsbeleid inzake "kleine" criminaliteit bruskeert het rechtsgevoel van slachtoffers en demotiveert politieagenten die hun werk doen."[139] Deze zin zou rechtstreeks uit een verkiezingsprogramma van het Vlaams Blok kunnen komen.

 

Tabel 25. Vermeldingen van de verschillende vormen van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de Vlaamse liberalen.

 

1978

1979

1981

1984

1985

1987

1989

1991

1994

1995

1999

2003

2004

Totaal

Geweld

0

0

0

1

2

0

1

2

1

0

18

2

2

29

Diefstal

0

0

0

1

0

0

0

0

0

0

4

7

0

12

Vandalisme

0

0

0

0

2

1

0

0

0

0

0

0

0

3

Terrorisme

0

0

1

1

3

0

3

1

0

0

0

0

1

10

Fiscale fraude

0

0

1

0

3

1

1

0

1

1

5

0

0

13

Sociale fraude

0

0

0

1

4

1

0

1

1

0

2

3

1

14

Drugsproblematiek

0

0

0

2

0

0

1

0

0

0

2

10

3

18

Zedenfeiten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

3

0

1

4

Wapenbezit

0

0

0

4

0

0

0

0

2

0

1

0

0

7

Jeugdcriminaliteit

0

0

0

0

0

0

0

1

0

0

18

3

0

22

Moord

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

2

0

0

2

Asielmisbruik

0

0

0

0

0

0

0

4

0

0

1

2

0

7

Maffia

0

0

2

0

0

0

1

1

2

1

2

2

2

13

Bouwmisdrijf

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

6

0

1

7

Bedrog

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

1

0

1

Mensenhandel

0

0

0

0

0

0

0

0

1

0

0

1

0

2

Hooliganisme

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

6

0

0

6

Verkeer

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

1

0

0

1

Milieu

7

1

4

14

0

0

10

5

2

0

13

0

0

56

Spionage

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

1

0

0

1

Discriminatie

0

0

0

2

4

0

3

4

0

0

9

3

0

25

Mediacriminaliteit

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

2

0

0

2

Oorlog

0

0

0

1

1

0

2

0

0

0

6

3

0

13

Straatcriminaliteit

0

0

0

0

1

0

0

0

0

1

5

2

0

9

Racisme

0

0

0

0

4

0

1

0

0

1

3

0

0

9

Misdaad tegen

militaire tucht

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Volksgezondheid

0

0

0

1

1

0

0

0

0

0

0

0

0

2

Dierenmishandeling

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Brandstichting

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

7

1

8

28

25

3

23

19

10

4

110

39

11

288

 

In 2003 is er in absolute aantallen minder sprake van criminaliteit in het verkiezingsprogramma.[140] Toch blijft het een erg belangrijk onderwerp. Zeker als we gaan kijken naar de aantal vermeldingen per pagina. De drugsproblematiek, een onderwerp waar het Vlaams Blok/Belang het ook graag over heeft, is het meest besproken onderwerp. Verrassend is ook de grote aandacht voor diefstal. In het verkiezingsprogramma spreekt men vooral over car- en homejackings als men het heeft over diefstal. Daarnaast is ook criminaliteit in het algemeen weer duidelijk aanwezig in de tekst. Een nieuwe term die we tegen kwamen was "stadscriminaliteit"[141]. We vermoeden dat dit een synoniem is voor straatcriminaliteit.

 

Het Vlaams en Europees verkiezingsprogramma van de Vlaamse liberalen van 2004 heeft duidelijk minder belangstelling voor de criminaliteitsproblematiek. Alleen drugscriminaliteit wordt driemaal vermeld en de georganiseerde misdaad, geweld en criminaliteit in het algemeen tweemaal. Sociale fraude, bouwmisdrijven, terrorisme en zedenfeiten is men nog juist niet vergeten. Voor 22 A4-bladzijdes is dit echter bijzonder weinig.[142]

 

Tabel 22 maakt ons duidelijk dat de Vlaamse liberalen het meeste aandacht schenken aan milieucriminaliteit. Daarna komen discriminatie, jeugdcriminaliteit en geweld. Als we nu het aantal vermeldingen van het woord "criminaliteit" en de verschillende vormen van criminaliteit in de verschillende verkiezingsprogramma's in een tabel en grafiek plaatsen bekomen we het volgende:

 

Tabel 26. Vermeldingen van de term “criminaliteit” en de verschillende vormen
van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de Vlaamse liberalen.

Jaar

term criminaliteit

vormen van criminaliteit

criminaliteit in totaal

1978

0

7

7

1979

0

1

1

1981

0

8

8

1984

1

28

29

1985

7

25

32

1987

1

3

4

1989

2

23

25

1991

6

19

25

1994

1

10

11

1995

4

4

8

1999

29

110

139

2003

7

39

46

2004

2

11

13

TOTAAL

60

288

348

 

Dat meer dan 1/6de van alle vermeldingen er zijn over criminaliteit in het algemeen is af te lezen in tabel 25. Ook lezen we dat 1999 een echte uitschieter was wat betreft aandacht voor criminaliteit. Dit zien we nog veel beter in grafiek 17. Sinds 1984 tot en met 1991 was er een redelijke aandacht voor misdadig gedrag, met uitzondering van 1987. Daarnaast komt criminaliteit op de achtergrond tot 1999. 1999 is in vergelijking met de voorgaande jaren een reusachtige uitschieter. 2003 zit ook nog duidelijk boven het gemiddelde maar er is ten op zichte van 1999 een steile daling geweest. In 2004 komt het aantal vermeldingen weer op een hoogte die vergelijkbaar is met de lage scores van 1994 en 1995.

 

Grafiek 17. Vermeldingen van de term “criminaliteit” en de verschillende vormen
van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de Vlaamse liberalen.

 

Tenslotte bekijken we in grafiek 18 en 19 hoe het zit met het aantal vermeldingen per pagina, respectievelijk voor de term "criminaliteit" en alle vermeldingen van criminaliteit.

 

De term criminaliteit kwam voor 1985 amper voor. Sindsdien is er een duidelijke toename geweest, zeker vanaf 1991. Hoe komt het dat er in 1994 zo weinig vermeldingen van criminaliteit in het algemeen zijn? Heeft dit misschien te maken met het feit dat het hier ging om Europese verkiezingen. In 1999 was deze uitgesproken daling er niet, maar dit zou kunnen komen omdat de Europese, federale en Vlaamse verkiezingen samen vielen. In 2004 vallen de Europese verkiezingen samen met de Vlaamse en is er weer een sterke daling zichtbaar. Of dit lage aantal vermeldingen het gevolg is van de Europese verkiezingen of dat de aandacht voor criminaliteit bij de Vlaamse liberalen voor een langere periode verminderd is zullen we pas kunnen beoordelen na de verkiezingen van 2007.

 

Grafiek 18. Vermeldingen van de term “criminaliteit” in de verkiezingsprogramma’s

van de Vlaamse liberalen gedeeld door het aantal A4-pagina's.

 

Grafiek 19. Vermeldingen van alle criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s

van het Vlaams liberalen gedeeld door het aantal A4-pagina's.

 

Grafiek 19 geeft een gelijkaardig beeld. De verbondenheid tussen Europese verkiezingen en een laag aantal vermeldingen is hier echter minder waarneembaar. Toch zien we ook hier vanaf het midden van de jaren '80 een groeiende belangstelling voor criminaliteit met een laag aantal vermeldingen waarneembaar in 1987 en 1994. In grafiek 19 is echter ook 1995 gekenmerkt met een laag aantal vermeldingen. Zoals in grafiek 18 is er een plotse steile daling in 2004.

 

 

§3. De PVV/VLD en criminaliteit.

 

We kunnen concluderen dat bij de Vlaamse liberalen vanaf het midden van de jaren '80 de belangstelling voor criminaliteit gegroeid is, met 1987 en het midden van de jaren '90 die deze trend even doorbreken. In 2004 was criminaliteit dan weer duidelijk geen verkiezingsonderwerp voor de Vlaamse liberalen.

 

Tabel 27. Aantal vermeldingen van de verschillende vormen
van criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s van de Vlaamse liberalen.

 

Totaal

Term criminaliteit

60

Geweld

29

Diefstal

12

Vandalisme

3

Terrorisme

10

Fiscale fraude

13

Sociale fraude

14

Drugsproblematiek

18

Zedenfeiten

4

Wapenbezit

7

Jeugdcriminaliteit

22

Moord

2

Asielmisbruik

7

Maffia

13

Bouwmisdrijf

7

Oplichting

1

Mensenhandel

2

Hooliganisme

6

Verkeer

1

Milieu

56

Spionage

1

Discriminatie

25

Mediacriminaliteit

2

Oorlog

13

Straatcriminaliteit

9

Racisme

9

Misdaad tegen militaire tucht

0

Volksgezondheid

2

Dierenmishandeling

0

Brandstichting

0

 

348

 

De Vlaamse liberalen benadrukken het belang van de economie voor de samenleving. Daarom is het essentieel dat de overheid zorgt voor een gunstig economisch klimaat. Een gezonde economie zorgt dan op haar beurt voor de inkomsten van de overheid. Met dit geld kan de overheid dan weer de criminaliteit aanpakken. "Rechtsonzekerheid ondermijnt op termijn ons economisch weefsel met alle gevolgen vandien."[143] Dit wordt in de programma's met extra nadruk bevestigd voor de aanpak van milieucriminaliteit.

 

De liberalen willen iedereen de vrijheid geven om te doen waar men zin in heeft zolang men niemand anders stoort. We zouden kunnen denken dat dit tot gevolg heeft dat de PVV/VLD voorstander is om het overheidsingrijpen te beperken tot een repressief beleid. Dit is echter niet het geval. Zo hebben we bijvoorbeeld kunnen lezen dat door een wijkagent toe te wijzen aan een bepaalde buurt heel wat kleine misdrijven preventief kunnen vermeden worden.[144] Een ander voorbeeld: "Ondanks het schrijnend gebrek aan harde cijfers, kunnen we toch stellen dat jongeren uit bepaalde etnische minderheden een bijzondere risicogroep vormen, zeker in kansarme wijken van de grote steden. Dit vergt een specifieke aanpak, vooral op het vlak van de preventie waarbij de inspanningen gericht zijn op het voorkomen van criminaliteit via de inburgering van de allochtonen. Indien deze preventie faalt, moet een andere, repressieve aanpak volgen."[145]

 

De liberalen zijn voor zo weinig mogelijk staatsinmenging in het economische leven. Wat betreft de aanpak van criminaliteit staan ze open voor een preventief ingrijpen. Want een samenleving met lage misdaadcijfers is goed voor het "economisch weefsel" dat op haar beurt de overheid kan voorzien van de financiële middelen om haar opdrachten efficiënt uit te voeren.

 

Hoe groot de verschillen zijn tussen de zeven partijen gaan we na in het zesde en  tegelijkertijd laatste hoofdstuk.

 

 

Hoofdstuk 6. Een vergelijking tussen de partijen

 

Inleiding

 

Nu we de zeven partijen afzonderlijk hebben bekeken, gaan we de resultaten met elkaar vergelijken. In een eerste paragraaf kijken we naar de absolute aantallen voor de verschillende vormen van criminaliteit. Voor welke vormen van criminaliteit is er het meeste aandacht? In paragraaf twee gaan we na welke partij gemiddeld per verkiezingsprogramma het meest gebruik maakt van de term "criminaliteit", over de vormen van crimineel gedrag en criminaliteit in totaal. Paragraaf drie probeert een beeld te geven van de evolutie van het aantal criminaliteitsvermeldingen in de verschillende verkiezingsprogramma's van de zeven Vlaamse partijen. Tenslotte bekijken we in paragraaf vier of er partijen zijn die meer over criminaliteit per pagina praten dan anderen.

 

We wijzen er even op dat we geen vergelijking maken tussen de partijen wat betreft taalgebruik en de oplossingen die ze aanbieden voor de verschillende vormen van criminaliteit. Dit vooral omdat de standpunten en taalgebruik doorheen de jaren veranderen en het moeilijk is om dit objectief te bespreken. We beperken ons hier tot een vergelijking van het cijfermateriaal dat we gevonden hebben door de analyse van de verkiezingsprogramma's.

 

 

§1. Aandacht voor verschillende vormen van criminaliteit?

 

We zetten het totaal aantal vermeldingen van de verschillende vormen van criminaliteit voor de verschillende partijen naast elkaar. Indien we dit doen, bekomen we tabel 27.

 

Helaas kunnen we de partijen niet vergelijken met hun absoluut aantal vermeldingen omdat we niet van elke partij elk verkiezingsprogramma hebben teruggevonden. Bovendien bestonden de N-VA en SPIRIT niet in 1978. Wat we wel kunnen doen is kijken welke vormen van criminaliteit elke partij als belangrijk beschouwt. We hebben voor elke partij de twee criminaliteitsvormen die het meest vermeld werden in het vet en cursief gezet.

 

Wat onmiddellijk opvalt is dat voor elke partij, behalve het Vlaams Blok, milieucriminaliteit de belangrijkste vorm van criminaliteit is. Voor het Vlaams Blok komt deze vorm van crimineel gedrag slechts op de zevende plaats. In de plaats daarvan heeft het Vlaams Blok enorme aandacht voor de drugsproblematiek en daarmee verbonden drugscriminaliteit. Alleen de Volksunie, de partij waaruit het Vlaams Blok is ontstaan, volgt hierin beperkt de extreemrechtse partij.

 

Tenslotte komen de christen-democraten en de Vlaamse liberalen goed met elkaar overéén wat betreft de belangstelling voor geweldplegingen. Niet alleen de top twee van beide partijen komt overéén. Bovendien hebben de Vlaamse christen-democraten en liberalen op de derde plaats discriminatie staan. We kunnen dus zeker besluiten dat de liberalen en christen-democraten in verband met de criminaliteitproblematiek de zelfde aandachtspunten hebben. We spreken ons hier niet uit over de gelijkenissen tussen de oplossingen die ze hiervoor aanbieden.

 

Tabel 28. Aantal vermeldingen van de verschillende vormen van criminaliteit
in de verkiezingsprogramma’s van het Vlaams Blok, VU, SPIRIT, N-VA
en van de Vlaamse christen-democraten, socialisten en liberalen.

 

Vlaams

Blok/

Belang

VU

SPIRIT

N-VA

CVP/

CD&V

SP/

SP.a

PVV/

VLD

Geweld

35

5

2

0

50

36

29

Diefstal

62

1

1

0

9

10

12

Vandalisme

10

1

0

0

0

7

3

Terrorisme

9

1

0

0

16

2

10

Fiscale fraude

99

17

0

4

40

87

13

Sociale fraude

17

16

1

5

31

33

14

Drugsproblematiek

245

20

4

0

37

47

18

Zedenfeiten

62

1

0

0

8

12

4

Wapenbezit

6

3

0

3

11

17

7

Jeugdcriminaliteit

72

2

6

1

13

3

22

Moord

17

0

0

0

1

3

2

Asielmisbruik

14

2

0

0

3

6

7

Maffia

53

7

0

0

17

7

13

Bouwmisdrijf

11

7

1

1

18

29

7

Bedrog

6

1

0

1

3

13

1

Mensenhandel

6

0

0

0

4

8

2

Hooliganisme

4

0

0

2

3

4

6

Verkeer

8

4

0

3

20

14

1

Milieu

50

61

7

8

72

184

56

Spionage

0

0

0

0

0

0

1

Discriminatie

4

6

2

1

41

93

25

Mediacriminaliteit

0

0

0

0

1

6

2

Oorlog

2

2

0

4

7

25

13

Straatcriminaliteit

12

4

1

2

4

8

9

Racisme

5

8

4

0

4

43

9

Misdaad tegen

militaire tucht

0

0

0

0

0

0

0

Volksgezondheid

1

0

0

0

4

8

2

Dierenmishandeling

0

0

0

0

0

2

0

Brandstichting

0

0

0

0

0

1

0

 

1196

179

41

35

417

708

288

 

 

§2. De verhouding tussen de vermeldingen van de term "criminaliteit", de verschillende vormen van criminaliteit en de criminaliteit in haar geheel.

 

We hebben het in de vorige paragraaf gehad over de absolute aantallen van criminaliteit. Nu gaan we het aantal vermeldingen delen door het aantal verkiezingsprogramma's zodat we kunnen oordelen welke partij gemiddeld het vaakst spreekt over criminaliteit en welke het meest de term "criminaliteit" gebruikt per verkiezingsprogramma.

 

Tabel 29. Aantal vermeldingen per verkiezingsprogramma voor het
Vlaams Blok/Belang, VU, SPIRIT, N-VA en voor de Vlaamse christen-democraten, socialisten en liberalen.

 

Aantal programma's

Term "criminaliteit"/

aantal programma's.

Vormen van criminaliteit/

aantal programma's.

Totale criminaliteit/

aantal programma's.

Vlaams Blok/Belang

12

32,2

67,4

99,7

VU

7

2,4

26,9

29,3

SPIRIT

2

3,5

59,5

63,0

N-VA

2

2,5

17,5

20,0

CVP/CD&V

10

5,4

41,7

47,1

SP/SP.a

13

3,7

54,5

58,2

PVV/VLD

13

4,6

22,2

26,8

 

Tabel 27 maakt duidelijk dat het Vlaams Blok overheerst met het aantal vermeldingen van de term "criminaliteit". De andere partijen komen nog niet eens in de buurt! Wat betreft het aantal keren dat er in de verkiezingsprogramma's gesproken wordt over een vorm van criminaliteit is de situatie wat genuanceerder. Het VB is nog steeds de partij met het grootste aantal vermeldingen, maar wordt opvallend genoeg gevolgd door de linkse partijen (SPIRIT en SP/SP.a). Logischerwijze is het Vlaams Blok/Belang dan ook de koploper van het totaal aantal vermeldingen van criminaliteit per verkiezingsprogramma. Opnieuw volgen SP/SP.a en SPIRIT.
 

Onderaan het spectrum spreekt N-VA in verhouding vijf maal minder over criminaliteit dan het VB, gevolgd door de Vlaamse liberalen en de voormalige Volksunie.

 

 

§3. Vergelijking van de evolutie van het aantal criminaliteitsvermeldingen.

 

We zien in grafiek 20 duidelijk dat wat betreft het aantal vermeldingen van de term "criminaliteit" het Vlaams Blok vanaf 1994 bijna een monopolie bezit. Voor 1991 wordt de term "criminaliteit" door geen enkele partij veel gebruikt. In 1999 heeft de VLD de kiezers proberen te overtuigen met een, voor de partij, aanzienlijk gebruik van de term "criminaliteit". Hetzelfde heeft de CD&V gedaan in 2003.

 

Grafiek 20. Vermeldingen van de term "criminaliteit" in de verkiezingsprogramma's van het
Vlaams Blok/Belang, VU, SPIRIT, N-VA en van de Vlaamse christen-democraten, socialisten en liberalen.

 

Grafiek 21 maakt ons duidelijk dat de Vlaamse socialisten ook niet afkerig waren om te praten over de criminaliteitsproblematiek. Voor 1995 hadden ze zelfs in bepaalde mate een leiderspositie in het vermelden van verschillende misdrijven. Niet alleen het begin van de jaren '80 valt op maar ook de piek in 1991. Daarna is de partij zich gaan distantiëren van de verschillende vormen van criminaliteit. Vanaf 1995 is er zelfs een blijvende daling merkbaar. Dit gaat zo ver dat de Vlaamse socialisten in 2004 het minst spraken over criminaliteitsvormen. Het Vlaams Blok heeft vanaf 1995 de rol van de socialisten met glans overgenomen. We wijzen er nog even op dat alle partijen, behalve de socialisten, rond 1999 meer aandacht hadden voor de verschillende vormen van criminaliteit dan ooit ervoor.

 

Grafiek 21. Vermeldingen van de vormen van criminaliteit in de verkiezingsprogramma's van het
Vlaams Blok/Belang, VU, SPIRIT, N-VA en van de Vlaamse christen-democraten, socialisten en liberalen.

 

Als we het cijfermateriaal van grafiek 20 en 21 bij elkaar brengen bekomen we grafiek 22. Deze geeft ons echter juist hetzelfde beeld. Vanaf 1995 is het Vlaams Blok de partij van de criminaliteitsproblematiek. Maar voor 1995 waren het vooral de Vlaamse socialisten die zich probeerden te profileerden door middel van de criminaliteitsproblematiek. Na 1995 is er een daling en is de SP.a nu juist de partij die het minste praat over criminaliteit. Willen de socialisten zich distantiëren van het Vlaams Blok/Belang?

 

De andere partijen lijken op het einde van de jaren '90 mee te doen aan het opbod van het Vlaams Blok, toch zien we vanaf 2003, met uitzondering van de CD&V, een duidelijke daling bij alle partijen. Is de hype rond het onveiligheidsgevoel, die een hoogtepunt kende in 1999, verminderd?

 

We willen erop wijzen dat de Europese verkiezingen, met uitzondering van 1999, worden gekenmerkt door minder belangstelling voor criminaliteit.

 

Grafiek 22. Vermeldingen van alle criminaliteit in de verkiezingsprogramma's

van het Vlaams Blok/Belang, VU, SPIRIT, N-VA en van de

Vlaamse christen-democraten, socialisten en liberalen.

 

 

 

§4. Het aantal vermeldingen per pagina.

 

Door het voor sommige partijen zeer lage aantal vermeldingen van de term "criminaliteit" richten we ons hier enkel op het totaal van alle criminaliteitsvermeldingen. Deze worden zoals in de vorige hoofdstukken dan telkens verdeeld door het aantal A4-pagina's van de verschillende verkiezingsprogramma's.

 

Grafiek 23 geeft een wirwar van lijnen weer. We kunnen dus besluiten dat wat betreft het aantal vermeldingen per pagina er geen vaste rangschikking is tussen de partijen. Elke partij heeft in haar politieke geschiedenis op momenten veel aandacht gehad voor criminaliteit per pagina maar ook desinteresse getoond. Zelfs het Vlaams Blok heeft na 1984 nog het minst aantal vermeldingen gehad. Kijk maar naar 1989 en 1994. Daar tegenover staan dan weer de scores van 1985, 1999 maar vooral 2004. Zulke analyses kunnen we min of meer voor de zeven partijen terug vinden.

 

Grafiek 23. Vermeldingen van alle criminaliteit in de verkiezingsprogramma’s
van het Vlaams Blok/Belang, VU, SPIRIT, N-VA en van de Vlaamse christen-democraten,
socialisten en liberalen gedeeld door het aantal A4-pagina's.

 

Het grote aantal pagina's waaruit de verkiezingsprogramma's van het Vlaams Blok bestaan, heeft de overheersing van deze partij in het aantal vermeldingen helemaal teniet gedaan. Het Vlaams Blok praat dus gemiddeld per pagina niet expliciet meer over criminaliteit maar ze schrijven wel meer van zulke pagina's.

 

 

Conclusie

 

In dit vergelijkende zesde hoofdstuk zijn we tot de volgende besluiten gekomen:

 

Milieucriminaliteit is voor alle zeven Vlaamse partijen, met uitzondering van het Vlaams Blok, de belangrijkste vorm van criminaliteit. In de plaats daarvan heeft het Vlaams Blok enorm veel aandacht voor de drugsproblematiek en de daarmee verbonden drugscriminaliteit. De christen-democraten en de Vlaamse liberalen komen goed met elkaar overéén wat betreft de belangstelling voor geweldplegingen. Niet alleen de top twee van beide partijen komt overéén. Ook op de derde plaats hebben de Vlaamse christen-democraten en liberalen hetzelfde item, nl. discriminatie. We kunnen dus zeker besluiten dat de liberalen en christen-democraten in verband met de criminaliteitproblematiek de zelfde aandachtspunten hebben.

 

Het Vlaams Blok praat in de verkiezingsprogramma's het meest over criminaliteit in totaal. De andere partijen komen nog niet eens in de buurt wat betreft het aantal vermeldingen van de term "criminaliteit". Voor de verschillende vormen van criminaliteit is de zaak een beetje genuanceerder maar nog steeds blijft het Vlaams Blok duidelijk de locomotief in de aandacht voor de criminaliteit. Gevolgd door SP/SP.a en SPIRIT. De partij die het minste belangstelling heeft voor misdrijven in haar programma's is de N-VA.

 

In paragraaf drie zagen we eerst dat vanaf 1994 het Vlaams Blok bijna een monopolie heeft op het aantal vermeldingen van de term "criminaliteit". Grafiek 21 maakte ons dan weer duidelijk dat ook de socialisten voor 1995 geen schrik hadden om de verschillende vormen van criminaliteit aan te kaarten. Daarna is de partij zich gaan distantiëren van de verschillende vormen van criminaliteit. Het Vlaams Blok heeft vanaf 1995 de rol van de socialisten met glans overgenomen. We wijzen er nog even op dat alle partijen, behalve de socialisten, rond 1999 meer aandacht hadden voor de verschillende vormen van criminaliteit dan ooit ervoor.

 

Grafiek 22 geeft een gelijkaardige trend weer. De socialisten die vroeger vaak spraken over crimineel gedrag gaan hun aandacht vanaf het midden van de jaren '90 richten op andere punten. De andere partijen lijken op het einde van de jaren '90 mee te doen aan het opbod van het Vlaams Blok, toch zien we vanaf 2003, met uitzondering van de CD&V, een duidelijke daling bij alle partijen. Is de hype rond het onveiligheidsgevoel, die een hoogtepunt kende in 1999, verminderd?

 

Het aantal vermeldingen per pagina is onregelmatig voor elke partij die we hebben bekeken. Er was geen enkele partij die zich hield aan een bepaalde trend. De overheersing van het Vlaams Blok is volledig teniet gedaan.door het grote aantal pagina's. De partij schrijft dus niet meer over criminaliteit op één pagina dan de andere partijen, maar ze schrijft gemiddeld verkiezingsprogramma's met een groter volume.

 

 

Besluit

 

In het eerste hoofdstuk hebben we gezien dat het Vlaams Blok criminaliteit ziet als het gevolg van een daling en verwaarlozing van waarden en normen. Zij wensen een herstel van de orde, rechtvaardigheid en eerbied voor andermans leven en goed. Dit verklaart het zware verzet van de partij tegen euthanasie en abortus. Maar verklaart ook haar strijd tegen elke vorm van drugsgebruik, dat zij als een pest voor de maatschappij beschouwen. De jeugdcriminaliteit is, volgens hen, het gevolg van de verwaarlozing van de ethische waarden en het afbreken van het gezin als hoeksteen van het maatschappelijk leven.

 

Corruptie wordt vaak verbonden met de georganiseerde misdaad. Maar ook dikwijls met de politiek. De grote aandacht voor fiscale fraude en corruptie heeft vooral te maken met de afkeer die het Vlaams Blok heeft voor de gebreken en mogelijkheden tot misbruik van het huidige politieke leven. Daarnaast is er vooral de drang van de partij om zich als alternatief aan de kiezer aan te bieden. Wat betreft sociale fraude en milieucriminaliteit is er in verhouding minder belangstelling.

 

We kunnen zeggen dat de eerste ‘Zwarte Zondag’ in 1991 niet het gevolg is van een grote aandacht voor criminaliteit op basis van de puur kwantitatieve gegevens. Als we echter kijken naar het aantal vermeldingen van criminaliteit per pagina (grafiek 2) zou er toch een invloed kunnen bestaan.

 

In hoofdstuk twee hebben we de Volksunie besproken. Als partij ontstaan uit de Vlaamse Beweging na de Tweede Wereldoorlog heeft zij het ideaal van "Nooit Meer Oorlog" hoog in het vaandel. De Volksunie wilt niet alleen een pacifistische partij zijn maar ook de strijd tegen discriminatie en racisme acht zij als één van haar idealen. Wat betreft discriminatie werpt de partij zichzelf op als vijand van de verzuiling en van de voorkeursbehandelingen op basis van partijkaarten.

 

Het taalgebruik in de verschillende documenten die we hebben doorgenomen geeft blijk van een dubbele toon. Enerzijds wilt men criminaliteit hard aanpakken en beschouwt men sommige vormen van criminaliteit, zoals discriminatie, illegale wapenhandel en milieucriminaliteit als onaanvaardbaar. Anderzijds wijst de partij er op dat er aandacht moet zijn voor de nadelige sociale toestanden die mensen tot crimineel gedrag aanzetten en wijst men erop dat veroordeelde misdadigers terug geïntegreerd moeten worden in de samenleving. Daarom beschouwt de Volksunie alleen een repressief beleid onvoldoende. Dit was zeer duidelijk te merken in haar ideeën over drugsgebruik.

 

SPIRIT praat vaker over criminaliteit, misdrijven en overtredingen in het algemeen dan haar voorganger de Volksunie. De VU werd gekenmerkt door pacifisme, gelijkheid en verzet tegen de verzuiling. Deze kenmerken zijn zeker nog terug te vinden bij SPIRIT. Wat betreft de verzuiling/discriminatie wilt men vooral de gelijke behandeling van de onderwijszuilen en dan vooral op financieel gebied. Wat betreft gelijkheid zijn er voor de twee verkiezingsprogramma's relatief veel vermeldingen van discriminatie en racisme. Ook het pacifisme wordt onrechtstreeks vaak vermeld, toch valt dit niet terug te vinden in het aantal verwijzingen naar illegale wapenhandel en oorlog.

 

Het taalgebruik van SPIRIT is duidelijk minder repressief dan de VU. Men heeft veel aandacht voor de sociale situatie van de dader en voor een mogelijke reïntegratie in de samenleving. Men wijst ook erop dat het subjectief onveiligheidsgevoel niet zal verdwijnen met een repressief beleid.

 

Het pacifisme van de Volksunie komt men als lezer vaak terug tegen in de documenten van de Nieuw-Vlaamse Alliantie. Oorlog en wapenhandel zijn ook vormen van crimineel gedrag die vertegenwoordigd zijn in de tabellen. Wat betreft de verzuiling is er veel minder te lezen. Dit heeft tot gevolg dat er minder vermeldingen zijn van discriminatie. Want als er bij de Volksunie over discriminatie werd gesproken ging dit meestal over discriminatie op basis van de zuil waartoe men behoort. Als we dan toch er een stukje over tegenkomen is het veel gematigder en wijst men de verzuiling niet meer radicaal af. Tenslotte werd de VU gekenmerkt door de strijd om gelijkheid. Dit is nog steeds belangrijk voor de N-VA, hoewel het in de teksten een beetje minder centraal staat en er zo goed als geen vermeldingen van discriminatie en racisme zijn.

 

Het taalgebruik van de N-VA wordt gekenmerkt door een combinatie van repressieve opvattingen over criminaliteit, en een betere begeleiding en hulpverlening in probleemsituaties.

 

Hoofdstuk drie werd gewijd aan de Vlaamse christen-democraten.

 

De christen-democraten zien de samenleving op twee niveau's. Ten eerste is er het niveau van het individu. Elke persoon moet zijn eigen persoonlijkheid en talenten zo goed mogelijk kunnen ontplooien. Ten tweede is er het niveau van de samenleving, de gemeenschap. Op dit niveau gelden de zaken van algemeen belang die de persoonlijke vrijheid kunnen beperken.

 

De twee niveau's komen ook terug in het criminaliteitsbeleid dat de christen-democraten verkondigen. "CD&V wil een veiligheidsbeleid waarin een resultaatgerichte aanpak van de criminaliteit door de overheid en gemeenschaps- en burgerzin elkaar optimaal versterken."[146] Het individu moet weten dat de gemeenschap misdrijven niet zal aanvaarden en straffen. Deze visie zorgt ervoor dat voor de christen-democraten het heel belangrijk is dat misdaden worden opgehelderd en bestraft. Dit is volgens de partij ook het juiste antwoord op de vraag hoe het onveiligheidsgevoel moet aangepakt worden.

 

Wat betreft taalgebruik zijn de christen-democraten over het algemeen eerder repressief. Misdaden moeten opgelosten worden, misdadigers moeten gestraft worden en slachtoffers vergoed. Voor preventie is weinig aandacht. Als men het er toch over heeft ziet men preventie bijvoorbeeld eerder door middel van camerabewaking en efficiënte alarmtechnieken dan het begeleiden van vrijgelaten gedetineerden in het zoeken naar werk.

 

De socialisten, die we in hoofdstuk vier hebben besproken, nemen het op voor de kleine man/vrouw op de straat die onrecht wordt aangedaan door rijke, machtige personen of instellingen. Hierdoor wordt echter ook de schuld voor sommige problemen op de schouders gelegd van de machtigen en rijken van onze samenleving. Bijvoorbeeld voor de milieuproblematiek wordt graag verwezen naar de vervuilende bedrijven of de multinationals die aan roofbouw doen terwijl men weinig spreekt over de vervuiling veroorzaakt door de gezinnen en elk individu.

 

Hiermee verbonden is de idee die de socialisten hebben van een minderheid te zijn in onze Vlaamse samenleving. Niet alleen moeten ze zelf vechten tegen de conservatieve meerderheid in Vlaanderen ook voelen zij zich hierdoor verbonden met andere minderheden. Dit verklaart de enorme aandacht die de SP/SP.a heeft voor discriminatie en racisme.

 

Omdat de socialisten zich zien als een progressieve minderheid in een conservatieve samenleving is het logisch dat zij wat fout gaat toekennen aan de conservatieve maatschappij. Dit zorgt ervoor dat zij veeleer beweren dat de gebreken van de samenleving zorgen voor criminaliteit en niet bepaalde personen die crimineel gedrag vertonen. Armoede, discriminatie, racisme, verkrotte woonomgeving, fiscale fraude door de financieel sterken,... zijn de oorzaken van criminaliteit.

 

Deze invalshoek van de socialisten heeft tot gevolg dat zij geen voorstander zijn van een repressieve aanpak van ongewenst gedrag. Criminelen moeten begeleid en geholpen worden om terug in de samenleving te integreren. De oorzaken van crimineel gedrag daarentegen moeten wel zwaar bestreden worden. Armoede, discriminatie en fiscale fraude hard aanpakken is voor de socialisten criminaliteit in al haar vormen beperken.

 

We kunnen concluderen dat de SP/SP.a voorstander is van een begeleiding en reïntegratie van criminelen en de algemene criminaliteit wil verminderen door de gebreken van de samenleving die hedendaagse of toekomstige criminaliteit creëren aan te pakken.

 

In hoofdstuk vijf ging het over de liberale partij.

 

De Vlaamse liberalen benadrukken het belang van de economie voor de samenleving. Daarom is het essentieel dat de overheid zorgt voor een gunstig economisch klimaat. Een gezonde economie zorgt dan op haar beurt voor de inkomsten van de overheid. Met dit geld kan de overheid dan weer de criminaliteit aanpakken.

 

De liberalen willen iedereen de vrijheid geven om te doen waar men zin in heeft zolang men niemand anders stoort. We zouden kunnen denken dat dit tot gevolg heeft dat de PVV/VLD voorstander is om het overheidsingrijpen te beperken tot een repressief beleid. Dit is echter niet het geval.

 

De liberalen zijn voor zo weinig mogelijk staatsinmenging in het economische leven. Wat betreft de aanpak van criminaliteit staan ze open voor een preventief ingrijpen. Want een samenleving met lage misdaadcijfers is goed voor het "economisch weefsel" dat op haar beurt de overheid kan voorzien van de financiële middelen om haar opdrachten efficiënt uit te voeren.

 

We hebben in deze studie echter meer gedaan dan alleen gekeken naar het taalgebruik van de partijen en hoe de criminaliteitsproblematiek wordt gezien vanuit de verschillende partij-ideologiën. In hoofdstuk zes hebben we de partijen met elkaar vergeleken

 

Milieucriminaliteit is voor alle zeven Vlaamse partijen, met uitzondering van het Vlaams Blok, de belangrijkste vorm van criminaliteit. In de plaats daarvan heeft het Vlaams Blok het meeste aandacht voor de drugsproblematiek en de daarmee verbonden drugscriminaliteit.

 

Het Vlaams Blok praat in de verkiezingsprogramma's het meest over criminaliteit in totaal. De andere partijen komen nog niet eens in de buurt wat betreft het aantal vermeldingen van de term "criminaliteit". Voor de verschillende vormen van criminaliteit is de zaak een beetje genuanceerder maar nog steeds blijft het Vlaams Blok duidelijk de locomotief in de aandacht voor de criminaliteit. Gevolgd door SP/SP.a en SPIRIT. De partij die het minste belangstelling heeft voor misdrijven in haar programma's is de N-VA.

 

Eén van onze belangrijkste bevindingen van deze studie is het feit dat alle andere partijen veel specifieker praten over criminaliteit dan het Vlaams Blok. Deze partij spreekt veel vaker over criminaliteit in het algemeen. Maar ook de veranderingen in de periode 1978 en 2004 zijn er verrassend.

 

Het Vlaams Blok heeft in haar beginjaren weinig aandacht gegeven aan misdrijven. Langzaam aan is deze toestand veranderd en zeker vanaf het midden van de jaren ’90 nadat de partij uit de electorale bestaansonzekerheid was gestapt is er een exponentiële groei van criminaliteitsbezorgdheid.

 

Specifiek zien we in de grafieken dat vanaf 1994 het Vlaams Blok bijna een monopolie heeft op het aantal vermeldingen van de term "criminaliteit". Voor 1994 is er geen onderscheid tussen de partijen wat betreft de term "criminaliteit". Maar wat betreft het aantal vermeldingen van de verschillende criminaliteitsvormenen hadden de Vlaamse socialisten voor 1995 duidelijk een leidersrol. Daarna is de partij zich gaan distantiëren van de verschillende vormen van criminaliteit. Het Vlaams Blok heeft vanaf 1995 de rol van de socialisten met glans overgenomen. We wijzen er nog even op dat alle partijen, behalve de socialisten, rond 1999 meer aandacht hadden voor de verschillende vormen van criminaliteit dan ooit ervoor. Wat de reden hiervoor is kunnen we op basis van dit onderzoek niet beantwoorden. Maar we sluiten niet uit dat door de Agusta-affaire en de Dutroux-zaak criminaliteit door de media, publieke opinie en de politiek hoog op de agenda werd gezet. Onderling werd de belangstelling in criminaliteit in stand gehouden en nam tot 1999 zelfs toe.

 

De evolutie van het aantal vermeldingen van criminaliteit in totaal geeft een gelijkaardige trend weer. De socialisten die vroeger vaak spraken over crimineel gedrag gaan hun aandacht vanaf het midden van de jaren '90 richten op andere punten. De andere partijen lijken op het einde van de jaren '90 mee te doen aan het opbod van het Vlaams Blok, toch zien we vanaf 2003, met uitzondering van de CD&V, een duidelijke daling bij alle partijen. Is de hype rond het onveiligheidsgevoel, die een hoogtepunt kende in 1999, verminderd? De toekomst en verder onderzoek zullen het moeten uitwijzen.

 

Het aantal vermeldingen per pagina is onregelmatig voor elke partij die we hebben bekeken. Er was geen enkele partij die zich hield aan een bepaalde trend. De overheersing van het Vlaams Blok is volledig teniet gedaan.door het grote aantal pagina's. De partij schrijft dus niet meer over criminaliteit op één pagina dan de andere partijen, maar ze schrijft gemiddeld verkiezingsprogramma's met een groter volume.

 

We willen om te eindigen nog even wijzen op het feit dat onze studie over de belangstelling van de partijen voor criminaliteit beperkt was. Zo kan men zich afvragen hoe het zit voor AGALEV/Groen!. Gelden de zelfde conclusies op gemeentelijk niveau? Een politieke partij en haar ideeën bestaan niet alleen uit verkiezingsprogramma's. Er is een verschil tussen wat men schrijft en zegt. Stof genoeg om verder op in te gaan. Toch is deze analyse nuttig geweest en helpt ze om uitspraken over de verhoudingen tussen de Vlaamse partijen en criminaliteit te nuanceren.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[1] L. ADRIAENS, Ben ik zo anders? Ervaringen met misdadigers, Kapellen, De Nederlandsche boekhandel, 1975, 43.

[2] K. SCHUYT en G. VAN DEN BRINK, Publiek geweld, Amsterdam, Amsterdam University Press, 2003, 12.

[3] K. SCHUYT en G. VAN DEN BRINK, Publiek geweld, Amsterdam, Amsterdam University Press, 2003, 12.

[4] J. DEARING en E. ROGERS, Communication concepts 6: Agenda-setting, Carlifornië, Sage Publications, 1996.

[5] J. DEARING en E. ROGERS, Communication concepts 6: Agenda-setting, Carlifornië, Sage Publications, 1996.

[6] ibid.

[7] ibid.

[8] J. BLOMMAERT, Ik stel vast: politiek taalgebruik, politieke vernieuwing en verrechtsing, Berchem, EPO, 2001, 12.

[9] J. BLOMMAERT, Ik stel vast: politiek taalgebruik, politieke vernieuwing en verrechtsing, Berchem, EPO, 2001, 15.

[10] Het boekje, waar het liberaal verkiezingsprogramma van 1985 in staat, heeft een lengte van 18,5 cm en een breedte van 10 cm.

[11] J. BLOMMAERT, Ik stel vast: politiek taalgebruik, politieke vernieuwing en verrechtsing, Berchem, EPO, 2001, 119.

[12] VLAAMS BLOK, Geschiedenis: onze wortels, 2002 (09.11.2005, Vlaams Blok, http://vlaamsblok.be/index.shtml).

[13] X, Uit de fusie van de Vlaams-Nationale Partij en de Vlaamse Volkspartij ontstaat het Vlaams Blok, 2002 (09.11.2005, http://users.pandora.be/frankie.schram/tijd/feit/tekst/19/7/9/05-28.html).

[14] VUB, Belgische verkiezingen, 2001 (09.11.2005, VUB, http://www.vub.ac.be/belgianelections/Browser.html).

[15] A. ALEN en K. MUYLLE, Compendium van het Belgisch staatsrecht 1A, Mechelen, Kluwer, 2003, 221.

[16] Vlaams Belang, Stichtingscongres Vlaams Belang, 2004 (10.11.2005, Vlaams Belang, http://www.vlaamsbelang.org/index.php?p=5&id=1).

[17] L. CLAES, Vlaams Blok: Verkiezingsprogramma 1978, 1978, 1-2.

[18] VLAAMS BLOK, Wat wil het Vlaams Blok, 1981, 1.

[19] VLAAMS BLOK, Programma van het Vlaams Blok voor de Europese verkiezingen, 1984, 1-2.

[20] VLAAMS BLOK, Verkiezingsprogramma 1985, 1985, 2-3.

[21] K. DILLEN, Programma parlementsverkiezingen 1987, Deurne, 1987, 2-7.

[22] VLAAMS BLOK, Programma Europese verkiezingen, 1989, 11-16.

[23] ibid., 14-15.

[24] VLAAMS BLOK, Verkiezingsprogramma 1991: Uit zelfverdediging, 1991, 11-22.

[25] VLAAMS BLOK, Grote kuis, ook in Europa, 1994, 23-39.

[26] VLAAMS BLOK, Grote kuis, ook in Europa, 1994, 31-33.

[27] VLAAMS BLOK, Nu afrekenen, 1995, 32-133.

[28]  ibid.,  71-82.

[29] VLAAMS BLOK, Nu afrekenen, 1995, 74.

[30] VLAAMS BLOK, Baas in eigen land, 1999, 9-137.

[31] VLAAMS BLOK, Verkiezingsprogramma 2003, 2003, 9-216.

[32] VLAAMS BLOK, Vlaamse staat, Europese natie, 2004,  11-125.

[33] VLAAMS BLOK, Grote kuis, ook in Europa, 1994, 39.

[34] X, Nieuw-Vlaamse alliantie, Wikipedia, 2006 (02.03.2006, Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/N-VA).

[35] E. WITTE, J. CRAEYBECKX en A. MEYNEN, Politieke geschiedenis van België, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1997,442.

[36] FEDERALE OVERHEID, Federale Parlementsverkiezingen op 18 mei 2003, 2003 (02.03.2006, http://verkiezingen2003.belgium.be/index_nl.shtml)

[37] FEDERALE OVERHEID, Verkiezingen 13 juni 2004, 2004 (02.03.2006, http://verkiezingen2004.belgium.be/nl/index.html).

[38] VOLKSUNIE, Volksunie, Vlaams belang, 1978, 2-7.

[39] VOLKSUNIE, Volksunie, in ons aller belang, 1981, 4.

[40] ibid., 4-7.

[41] VOLKSUNIE, Volksunie voor een vrij Vlaanderen, 1985, 4-5.

[42] VOLKSUNIE, Volksunie. Een kordate aanpak, 1987, 5-8.

[43] VOLKSUNIE, Iemand moet z'n nek uitsteken, 1991, 1-8.

[44] VOLKSUNIE, Met hart en ziel voor Vlaanderen, 1995, 62.

[45] ibid., 1-72.

[46] VOLKSUNIE, Met hart en ziel voor Vlaanderen, 1995, 47.

[47] VU&ID, Verkiezingsprogramma VU&ID, 1999, 1-114.

[48] ibid., 68.

[49] ibid., 97.

[50] ibid., 82.

[51] ibid., 99.

[52] ibid., 97.

[53] SPIRIT, Politiek gaat over de mensen, 2003, 1-26.

[54] ibid., 3.

[55] ibid., 11.

[56] SPIRIT, SPIRIT-verkiezingsprogramma Vlaamse verkiezingen van 13 juni 2004, 2004, 1-56.

[57] SPIRIT, SPIRIT-verkiezingsprogramma Vlaamse verkiezingen van 13 juni 2004, 2004, 25.

[58] ibid., 47.

[59] N-VA, 18 redenen voor zes miljoen Vlamingen, 2003, 3-27.

[60] N-VA, 21 voorstellen voor het Vlaanderen van de 21ste eeuw, 5-31.

[61] N-VA, Voor zes miljoen Vlamingen vandaag en morgen, 2002, 39.

[62] ibid., 26.

[63] CD&V, De partij morgen, gisteren, vandaag, 2006 (23.03.2006, CD&V, http://www.cdenv.be/partij/historiek).

[64] CVP, Er is een uitweg met de C.V.P., 1978, 1-19.

[65] CVP, Nu te nemen of te laten: een sterk, nieuw beleid, 1981, 3-70.

[66] ibid., 59.

[67] ibid., 59.

[68] CVP, Programma van de Vlaamse christen-democraten voor de wetgevende verkiezingen van 13 december 1987, 1987, 1-42.

[69] CVP, Het programma van de Vlaamse kristen-demokraten voor Europa, 1989, 1-7.

[70] CVP, Goed leven in Vlaanderen ook morgen, 1991, 6-54.

[71] CVP, Europa in goede handen, 1994, 2-16.

[72] ibid., 14.

[73] CVP, Europa in goede handen, 1994, 7.

[74] CVP, Programma van de Vlaamse christen-democraten voor de parlementsverkiezingen van 21 mei 1995, 1995, 1-42.

[75] ibid., 17.

[76] CVP, "Het CVP-doorgroeiprogramma voor 13 juni 1999" in Keerpunt, 10.03.1999, 3-31; CVP, "Kansen voor kwaliteit" in Keerpunt (Bijlage), 23.03.1999.

[77] CD&V, Voor mensen en waarden, 2003, 2-86.

[78] CD&V, Voor mensen en waarden, 2003, 56.

[79] CD&V, Vlaams verkiezingsprogramma CD&V 13 juni 2004, 2004, 4-83.

[80] CD&V, Voor mensen en waarden, 2003, 52.

[81] CVP, Programma van de Vlaamse christen-democraten voor de parlementsverkiezingen van 21 mei 1995, 1995, 31.

[82] CD&V-SENAATSFRACTIE, CD&V-KAMERFRACTIE, Justitie en veiligheid: geen superministerraad, maar superparlementaire commissie vereist, 29.03.2004, 1-24.

[83] SP.A, De SP tussen '78 en '98, 2006 (04.04.2006, SP.a, http://www.s‑p‑a.be/nationaal/ideeen/geschiedenis/78%5F98/).

[84] VLAAMSE SOCIALISTEN, Programma Vlaamse socialisten verkiezingen 17.12.1978, 1978, 1-67.

[85] ibid., 42.

[86] ibid., 48.

[87] VLAAMSE SOCIALISTEN, Programma van de Vlaamse socialisten, 1979, 11-57.

[88] ibid., 43.

[89] SP, Verkiezingsprogramma verkiezingen 8 november 1981, 1981, 6-76.

[90] SP, Verkiezingsprogramma verkiezingen 8 november 1981, 1981, 44.

[91] ibid., 48-49.

[92] SP, Samen sterk voor vrede en werk, 1984, 1-19.

[93] SP, "SP-verkiezingsprogramma: Werk, rechtvaardigheid en vrede" in Doorbraak (bijlage), 06‑07.1985.

[94] SP, SP-verkiezingsmanifest Parlementsverkiezingen 13 december 1987, 1987, 1-8.

[95] SP, Europees programma, 1989, 2-55.

[96] SP, De mensen willen gezond verstand, 1991, I-1-VII-12.

[97] ibid., I-3.

[98] ibid., I-22.

[99] SP, De mensen willen gezond verstand, 1991, II-2.

[100] ibid., II-3.

[101] SP, De mensen willen gezond verstand, 1991, II-3.

[102] ibid., VI-11.

[103] ibid., II-8.

[104] ibid., II-12.

[105] ibid., III-5.

[106] SP, Oproep voor een ander Europa, 1994, 1-18.

[107] SP, Verkiezingsprogramma 21 mei 1995, 1995, 1-35.

[108] SP, Verkiezingsprogramma 21 mei 1995, 1995, 34.

[109] SP, Het kiescontract, 1999, 4-25; SP, Europa afwerken: 21 punten voor de 21ste eeuw, 1999, 2-9.

[110] SP, Het kiescontract, 1999, 14.

[111] SP.a, Politiek gaat over de mensen, 2003, 1-8.

[112] SP.a, Politiek gaat over de mensen, 2003, 5.

[113] SP.a, Deze ploeg staat achter u, 2004, 1-8.

[114] zie hoofdstuk 1: Het Vlaams Blok/Vlaams Belang, §2 De verkiezingsprogramma's, 1999.

[115] VLD, Historiek, 2006 (12.04.2006, VLD, http://www.vld.be/page?&ssn=&orl1&ssn=&lng=1&pge=11).

[116] PVV, Wakker worden, 1979, 1-13.

[117] PVV, "Het program van de Europese-liberaal-democraten" in PVV-magazine, (1979), 45, pp. 12-13.

[118] ibid., pp. 13.

[119] PVV, Nù of nooit, 1981, 1-17.

[120] ibid., 12.

[121] PVV, Nù of nooit, 1981, 9.

[122] PVV, Voor een liberaal en democratisch Europa, 1984, 1-44.

[123] ibid., 36.

[124] PVV, Voor een liberaal en democratisch Europa, 1984, 21.

[125] PVV, Er is opnieuw een toekomst, 1985, 11-93.

[126] PVV, Er is opnieuw een toekomst, 1985, 67.

[127] PVV, P.V.V. programma 13 december, 1987, 1-10.

[128] ELDR, Een Europa van vrije en bewuste burgers, 1989, 5-35.

[129] ibid., 20.

[130] PVV, "Herstel het beleid " in Vrij, (1991), 169, pp. 1-8.

[131] PVV, "Herstel het beleid " in Vrij, (1991), 169, pp. 4.

[132] ibid., 6.

[133] PVV, "Herstel het beleid " in Vrij, (1991), 169, pp. 5.

[134] ibid., 6.

[135] VLD, De Europese malaise, 1994, 4-22.

[136] VLD, "Hoog tijd voor de VLD" in De Burgerkrant, 24, pp. 3, 6, 8-9, 13.

[137] VLD, Programma Verkiezingen 13 juni 1999: Ons land kan beter, 1999, 1-44.

[138] ibid., 15-16.

[139] VLD, Programma Verkiezingen 13 juni 1999: Ons land kan beter, 1999, 16.

[140] VLD, Open brief aan de Burger, 2003, 1-11.

[141] VLD, Open brief aan de Burger, 2003, 5.

[142] VLD, Programma VLD Vlaamse en Europese verkiezingen 13 juni 2004, 2004, 1-22.

[143] VLD, Programma Verkiezingen 13 juni 1999: Ons land kan beter, 1999, 22.

[144] PVV, Er is opnieuw een toekomst, 1985, 67.

[145] VLD, Programma Verkiezingen 13 juni 1999: Ons land kan beter, 1999, 15.

[146] CD&V, Voor mensen en waarden, 2003, 52.