In het Nieuwe Europa. De Europese gedachte bij de Nieuwe Orde en collaboratiebewegingen in Vlaanderen (1931-1944). (Tom Cobbaert) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
- Woord Vooraf -
Reeds tijdens de kandidaturen denkt een geschiedenisstudent na over een thesisonderwerp, alhoewel het dan nog veraf is en er nog enig seminariewerk voor de boeg ligt. Ook ik zat in deze situatie en het lag voor mij toen al min of meer vast dat mijn licentiaatsverhandeling het onderwerp “Europa” zou behandelen. Vanuit mijn politieke interesse volgde ik de Europese politiek en geschiedenis al jaren van nabij, bezield door de leerkrachten uit het middelbaar onderwijs. De vraag stelde zich alleen nog vanuit welke invalshoek ik Europa zou benaderen, vanuit institutioneel, economisch of ideeënhistorisch oogpunt. Het antwoord kwam al vlug in de loop van de kandidaturen, waar ik geconfronteerd werd met het ideologisch misbruik van het Vlaams-nationalisme door extreem-rechts. In de aanloop naar de licenties vroeg ik mij af of een democratisch begrip zoals Europa ooit gebruikt werd door extreem-rechts in Vlaanderen. Het interessantste studiegebied voor extreem-rechts in Vlaanderen is waarschijnlijk het interbellum en de Tweede Wereldoorlog, omdat het toen een grote maatschappelijke invloed had. Via deze weg rijpte uiteindelijk de idee voor deze verhandeling, de Europese gedachte bij extreem-rechts in Vlaanderen tussen 1931 en 1945.
Een licentiaatsverhandeling is het resultaat van twee jaar onderzoek en de bekroning van een vierjarige opleiding tot historicus. In dat opzicht dien ik toch een aantal mensen te danken voor hun bijdrage tot dit eindwerk en mijn opleiding geschiedenis. In de eerste plaats dank ik mijn promotor professor Patrick Pasture voor het vele geduld, de goede raad en de praktische hulp. Zonder zijn expertise zou dit onderzoek nooit tot een goed einde zijn gekomen. Daarnaast dank ik iedereen van het departement Geschiedenis van de KULeuven, in het bijzonder al de docenten die mij tijdens de kandidaturen en de licenties in hun wijsheid lieten delen.
Specifiek in het kader van mijn onderzoek wens ik het personeel van de volgende instanties te bedanken voor de vakkundige en toegewijde hulp: de faculteitsbibliotheek KULAK, de faculteitsbibliotheek Letteren KULeuven, de faculteitsbibliotheek Sociale wetenschappen KULeuven, de faculteitsbibliotheek Rechtsgeleerdheid KULeuven, de Bibliotheek voor Kranten en Overheidspublicaties KULeuven, de Centrale Bibliotheek van de KULeuven, de Centrale Bibliotheek van de Universiteit Gent, de Centrale Bibliotheek van de UFSIA, de Centrale Bibliotheek van de UCL, het Rijksarchief van België, het Katholiek Documentatie- en Onderzoekscentrum (KADOC), het Documentatiecentrum van de Koninklijk Militaire School, het Studiecentrum voor Oorlog en Maatschappij (SOMA), de openbare stadsbibliotheken van Brugge, Oostende, Kortrijk en Leuven en de gemeentelijke openbare bibliotheek van Ichtegem.
Tot slot wil ik nog enkele mensen persoonlijk bedanken die belangrijk waren in de rand van mijn opleiding. In de eerste plaats mijnheer Eric Vanneste die in mij de passie voor de geschiedenis deed ontwaken. Mijn studiegenoten aan de KULAK en de KULeuven voor hun steun en advies in de voorbije jaren. De kring van vrienden en familie voor hun nimmer aflatende aanmoedigingen en vriendschap en in het bijzonder mijn ouders en mijn vriendin voor de kracht om alle moeilijke momenten in de voorbije jaren te overwinnen.
5 augustus 2003
Tom Cobbaert
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |