Een blik op de buskruitindustrie in de Lage Landen: het buskruit-bedrijf van Maximiliaan en Jacques Blommaert (1738-1798). (Johan Verachtert)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

INLEIDING

 

Mijn interesse is altijd uitgegaan naar het economisch aspect van de menselijke geschiedenis. Het is de sleutel tot welvaart en beschaving. Wat mij voornamelijk interesseert, is de overgang van een overwegend agrarische samenleving naar een industriële samenleving. Het is me ingelepeld door prof dr. Vandenbroeke en prof dr. Soly tijdens mijn kandidaturen en licenties. Vooral de evolutie in het productieproces van voornaamste industrietakken vanaf de Middeleeuwen tot de 19de eeuw geniet mijn bijzondere aandacht. Het was dan ook mijn bedoeling één industrietak uit te kiezen en de ontwikkeling van de productiemethode van die industrietak nader te onderzoeken. Ik ben bij prof. dr. Soly om raad gaan vragen i.v.m. mijn thesisonderwerp en hij adviseerde me om in de inventaris van Coppejans-Desmedt een geschikte archieffonds uit te kiezen. Mijn oog viel onmiddellijk op FA. Blommaert de Soye, een archieffonds, 20 meter lang, die archiefstukken herbergt van verschillende Antwerpse ondernemersfamilies met hun specifieke bedrijvigheid. Zo waren de familie van Breusegem en van Honsem groothandelaars in koloniale waren en waren de familie van Tongeren en Verachter betrokken in de textielnijverheid. Maar mijn belangstelling ging vooral uit naar de familie Blommaert, actief in de salpeter- en buskruitindustrie. En daar er in België over de buskruitindustrie maar zeer weinig is geschreven, wist ik wat mijn thesisonderwerp ging worden

 

Van de 9de tot de 19de eeuw werd buskruit vervaardigd. Wat ik voornamelijk te weten wil komen is de productiemethoden en de infrastructuur om buskruit te maken. We weten allemaal dat buskruit uit salpeter, zwavel en houtskool bestaat, maar het productieproces is ons onbekend. Hoe werden salpeter en zwavel gewonnen en gezuiverd? Via welke methode werd hout tot houtskool verbrand? Hoe werden de 3 bestanddelen tot buskruit geplet? Hoe werden buskruitkorrels gemaakt? Daarnaast beschouw ik de activiteiten van de familie Blommaert als mijn onderzoeksdomein en wil er achterkomen hoe de poederfabriek te Antwerpen werd gerund. Hoe verliepen de handelstrafieken van vooral salpeter en zwavel naar Antwerpen? Hoe werd de grondstoffen in de poederfabriek van Antwerpen verwerkt tot buskruit? Aan wie en aan welke hoeveelheid verkocht Blommaert zijn buskruit?

 

Op deze vragen wil ik met mijn onderzoek van Fonds Blommaert een antwoord vinden. Fonds Blommaert bevat notariële akten, persoonlijke briefwisselingen, handelscorrespondenties, boekhoudkundige bescheiden, wisselbrieven, maar ook werkschema’s, recepten en formules, arbeidscontracten en dergelijke meer. Om een beeld te krijgen van de salpeter- en zwavelaankopen en de verkoop van buskruit, kwamen de handelscorrespondenties en de journaalboeken goed van pas. De verschillende formules en recepten vertelde me meer over het productieproces van de poederfabriek. De notariële akten met o.a. testamenten, huwelijkscontracten enz. verschafte me meer kennis over de familie Blommaert en hun bezittingen.

 

De belangrijkste publicaties over de aanmaak van buskruit zijn de werken van J.R. Van der Neut & P. Merx en E. Desorteaux, waarbij de laatste veel aandacht heeft voor de gebruikte installaties bij het productieproces tijdens de Industriële Revolutie. Naast de productiemethoden om buskruit te fabriceren, was ik ook geïnteresseerd in de herkomst, de uitvinding van buskruit. Hierbij hebben de licentiaatsverhandeling van Kris Van Dingenen en het werk “A history of Greek fire and gunpowder van J.R. Partington me enorm veel informatie gegeven. Naast de hele evolutie van het buskruit maken in China beschrijft Van Dingenen ook veel toepassingen van buskruit in Chinese wapens, terwijl bij Partington vooral het bronnenonderzoek primeert, waardoor de lezer correct wordt ingelicht over de opkomst en verspreiding van buskruit en andere brand- en ontplofbare materialen.

 

Naderhand kwam de gedachte in me op om mijn onderwerp uit te breiden en de buskruitindustrie van zowel Nederland als België onder de loep te nemen. Van de schaarse literatuur die over dit onderwerp ter beschikking was, waren de werken van Hubert Joos en G. De Bruyn & W.G. van de Hulst cruciaal. Deze 2 werken werden geschreven naar aanleiding van een jubileum van respectievelijk Cooppal NV. en NV. Nederlandsche springstoffen-fabrieken. Deze 2 poederfabrieken, de ene in België (Wetteren) en de andere in Nederland (Muiden) gelegen, vormden een belangrijk onderdeel in de recente geschiedenis van de buskruitproductie in de Lage Landen. Daarnaast heb ik in heemkundige boeken en tijdschriften informatie gesprokkeld over kruitmolens die van de 16de tot de 19de eeuw in de Lage Landen werkzaam waren.

 

Tenslotte heeft Dr. Vermeir me gewezen op de invloed van de overheid op de buskruit-industrie. Daarom heb ik ook bijzondere aandacht geschonken aan de reglementering van de salpeter- en buskruithandel in de Spaanse en Oostenrijkse Nederlanden. De vele ordonnanties die ik heb doornomen zijn voornamelijk afkomstig van bronnenpublicaties. Ook in Fonds Blommaert heb ik documenten gevonden die een licht kunnen werpen op dit onderwerp.

Mijn thesis is opgedeeld in 3 grote delen. In deel 1 wordt buskruit in het algemeen besproken. Er wordt vooreerst aandacht besteed aan de wijze waarop het buskruit door de Chinezen werd uitgevonden en hoe kennis is verspreid naar Europa toe. Daarna komt het productieproces van buskruit aan de orde. Productiemethodes van voor en tijdens de Industriële Revolutie worden besproken. De soorten en toepassingen van buskruit worden in de 2 laatste hoofdstukken uitgelegd.

 

In deel 2 worden de juridische en economische aspecten van de buskruitindustrie in de Lage Landen toegelicht. Deel 2 bestaat uit 3 hoofdstukken. In het 1ste hoofdstuk wordt de evolutie van buskruit maken uit de doeken gedaan met nu speciale aandacht voor de infrastructuur. Het 2de hoofdstuk vertelt ons meer over de buskruitindustrie in de Lage Landen, waarbij verschillende buskruitmolens in casusvorm worden besproken. Tenslotte bespreekt het 3de hoofdstuk de invloed van de overheid op de salpeter- en buskruitindustrie in de Zuidelijke Nederlanden onder de Spaanse en Oostenrijkse Habsburgers.

 

Deel 3 gaat over het reilen en zeilen van het buskruitbedrijf van Maximiliaan J.J. en Jacques Benoit Blommaert. Hierbij worden naast de familiale banden en bezittingen van de 2 Blommaert’s, de handelstrafieken van salpeter en zwavel blootgelegd en de verschillende productieprocessen in detail besproken. Verder worden de verkoopcijfers onder de loep genomen.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende