Het Klooster van Boudelo 1700-1800 (Yves Beaurain)

We maken opnieuw de vergelijking tussen de zeventiende en de achttiende eeuw enerzijds en de negentiende eeuw anderzijds :

WIJKEN	OPPERVLAKTE IN HECTARE				AANTAL PERCELEN
	1652	POPP	1741	POPP	1652	POPP	1741	POPP
Den Brand Akker	0,42	?	0,42	?	1	?	1	?
Leen en Meerschen	2,72	2,82	2,72	2,82	2	9	2	9
De Maet	6,90	7,10	6,91	7,10	9	21	9	21
Stroopers Polder	11,51	11,83	11,52	11,83	6	7	6	7
St. Pauwels Bek	13,36	13,72	14,86	15,32	18	27	21	29
Den Ast	35,09	37,13	37,44	39,55	53	69	60	71
TOTAAL	70,00	72,60	73,87	76,62	89	133	99	137

Bij Kemzeke stellen we vast wat we al bij elke parochie hebben vastgesteld, namelijk de versnippering van de percelen. In Kemzeke trekken in dit verband twee wijken de aandacht. Ten eerste Leen en Meerschen en ten tweede De Maet. Bij deze laatste wijk heeft het natuurlijk te maken met het fort dat daar gevestigd is.

Ook voor Kemzeke geven we een overzicht van het bodemgebruik van het grondbezit :

PAROCHIE	LAND		MEERS		BOS		ETTING		BROEKLAND
	R	%	R	%	R	%	R	%	R	%
Kemzeke	39818	80,07	9912	19,93	0	0	0	0	0	0
TOTAAL	39818	80,07	9912	19,93	0	0	0	0	0	0

% = percentage van de totale oppervlakte grondbezit in Kemzeke (cf. tabel 2.5.2.)

De situatie in Kemzeke is vergelijkbaar met de situatie in Waasmunster : akkerland is veruit in de meerderheid en meers staat op de tweede plaats. De meersen vinden we natuurlijk hoofdzakelijk in Stroopers Polder.