Het Klooster van Boudelo 1700-1800 (Yves Beaurain)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

2.1.3.   Vergelijking met Popp[10]

 

Nu we de zeventiende met de achttiende eeuw vergeleken hebben, kan ook de vergelijking gemaakt worden met de negentiende eeuw :

 

WIJKEN

OPPERVLAKTE IN HECTARE

AANTAL PERCELEN

 

1652

POPP

1741

POPP

1652

POPP

1741

POPP

KLEIN SINAAI

 

 

 

 

 

 

 

 

Wijk C

9,79

9,43

9,79

9,43

8

11

8

11

Vijfsteke

9,99

9,72

11,43

11,13

6

8

7

9

Meulenbosse

24,15

23,69

22,19

21,73

12

14

11

14

Besluijt

100,84

99,01

100,88

99,01

44

112

41

112

Schaeperije

111,72

108,56

117,64

114,34

37

114

45

120

Eikelslag

145,5

141,33

145,95

141,78

88

132

89

133

SUBTOTAAL

401,99

391,74

407,88

397,42

195

391

201

399

SINAAI

 

 

 

 

 

 

 

 

Overloop

0,7

0,66

0,7

0,66

1

1

1

1

Klein Ast

0,93

0,92

0,93

0,92

1

1

1

1

Hannewee

1,27

1,25

1,27

1,25

1

3

1

3

Aerland

1,31

1,29

1,31

1,29

2

2

2

2

Berkelaers

1,62

1,58

1,61

1,58

2

1

2

1

Bysteert

1,95

1,90

2,01

1,95

2

2

3

3

Stompelwijk

0

0

2,23

2,20

0

0

2

3

Wapenaert Einde

2,28

2,24

2,27

2,24

2

3

2

3

s Graven Eeken

2,81

2,80

2,81

2,80

1

2

1

2

Kerken Akker

3,27

3,21

3,27

3,21

4

6

4

6

Astgemete

4,13

4,05

4,73

4,63

6

10

7

10

Papelaer

18,60

17,33

23,12

21,97

27

59

33

72

Groot Ast

54,70

52,02

56,29

53,62

59

89

62

92

Herrenisse

96,40

93,22

96,33

93,22

43

156

45

156

Polder Wijk

112,66

109,13

117,80

114,27

84

390

88

399

Fondatie Wijk

160,90

154,98

161,02

155,10

103

318

118

318

SUBTOTAAL

463,53

446,58

477,7

460,91

338

1043

372

1072

TOTAAL

865,52

838,32

885,58

858,33

533

1434

573

1471

 

Deze tabel geeft ons een belangrijke opmerking in verband met het werken met de Popp-legger. Het is niet zo dat wanneer we de oppervlaktes in de legger van Popp zien verschijnen. Enerzijds zijn de percelen waarvan na omrekening de oppervlakte in het pachtboek exact gelijk is aan de oppervlakte gegeven in de Popp-legger in minderheid. Er is meestal wel een verschil tussen het pachtboek en de legger van Popp. Dit is eenvoudig uit te leggen. In het pachtboek wordt de oppervlakte soms minder nauwkeurig opgemeten of wordt de oppervlakte afgerond. Het gaat in beide gevallen om kleine afwijkingen t.o.v. de Popp-kaart. Grote afwijkingen zijn zeer zeldzaam en dat is eigenlijk logisch. In dat geval namelijk zouden ofwel het klooster ofwel de pachter gedupeerd worden. Beide partijen zullen er bijgevolg wel voor gezorgd hebben dat de oppervlakte grotendeels correct was. De verschillen in oppervlaktes tussen het pachtboek en de Popp-kaart kunnen ook andere oorzaken hebben. We zullen een simpel voorbeeld geven. Als een perceel langs een weg of een pad ligt, is het goed mogelijk dat in het pachtboek deze weg bij het perceel wordt gerekend. Bij Popp kan het dan gebeuren dat deze weg op zichzelf wordt weergegeven, zonder dat deze bij het belendende perceel wordt gerekend. Bovendien is het zo dat ij Popp veel meer weggetjes, beekjes,… staan afgebeeld dan op de landboekkaarten. Op die manier kunnen verwarrende verschillen ontstaan. De verschillen blijven meestal wel beperkt tot maximum enkele are. Dus als we perceel per perceel bekijken, wat inherent is aan onze werkwijze, dan liggen de oppervlaktes in het pachtboek en de legger van Popp nog dicht genoeg bij elkaar om op te vallen. Anders wordt het wanneer we de som maken van alle perceelsoppervlaktes. Dan zal er een grotere afwijking ontstaan tussen het pachtboek en de Popp-kaarten, omdat we een cumulatie krijgen van alle afwijkingen. Anderzijds kunnen er zoals hierboven reeds gezegd verschillen ontstaan zijn in de perceelsstructuur, ondanks het feit dat er op dat vlak zo’n grote overeenkomsten zijn. Dit heeft natuurlijk consequenties voor die gemeentes waarvoor we niet de beschikking hebben over landboeken met kaarten. We moeten ons bewust zijn van het feit dat de omrekening van de perceelsoppervlaktes in het pachtboek naar de oppervlaktes bij Popp niet altijd hetzelfde resultaat zal geven.

Bovenstaande uiteenzetting wordt duidelijk geïllustreerd door de vergelijking tussen Sinaai en Popp. Het verschil is groot en daarmee is Sinaai wel een buitenbeentje, omdat in de andere parochies het verschil veel kleiner is. Belangrijkste vaststelling echter die we via de tabel kunnen maken is het enorme verschil in aantal percelen tussen de verschillende eeuwen. Bij de vergelijking van de zeventiende met de achttiende eeuw hierboven hadden we al een stijging van het aantal percelen vastgesteld die niet enkel te wijten was aan het uitbreiden van het grondbezit, maar wel aan het verdelen van percelen in kleinere percelen. Dit fenomeen vinden we terug bij de vergelijking van de achttiende met de negentiende eeuw, evenwel in veel sterkere mate. We moeten er echter wel rekening mee houden dat bij Popp veel meer weggetjes, paden en dergelijke meer staan afgebeeld dan bij het landboek. Deze weggetjes,… worden bij Popp ook gezien als percelen, in tegenstelling tot het landboek, waar ze vaak niet afgebeeld staan. Dit verklaart mee het grote verschil tussen de pachtboeken en Popp. Maar ondanks deze gedeeltelijke verklaring, kunnen we niet ontkennen dat er een duidelijke toename van het aantal percelen is in de negentiende eeuw. En blijkens de tabel is het een tendens die reeds aanwezig is in de zeventiende eeuw. In Klein-Sinaai zijn het vooral de wijken Besluijt, Schaeperije en Eikelslag die verantwoordelijk zijn voor de stijging. In Sinaai vooral de wijken Herrenisse, Polder Wijk en Fondatie Wijk. We hoeven maar naar de Popp-kaarten te kijken om de explosie van percelen vast te stellen.

 

2.1.4.   Bodemgebruik (Bijlage, Sinaai, Kaarten 3+4)

 

In volgende tabel geven we een overzicht van het bodemgebruik van het grondbezit van de abdij in Klein-Sinaai en Sinaai op basis van het pachtboek van 1741. In verband met deze tabel en alle volgende soortgelijke tabellen moeten we een opmerking maken. Als men op basis van deze tabellen de som zou maken van het totaal aantal roeden, zal men zien dat het resultaat licht afwijkt van de totale som zoals we die berekend hebben op basis van het pachtboek van 1741 (cf. tabel 2.1.2.). Deze afwijking kan twee oorzaken hebben. De eerste oorzaak geldt voor alle dergelijke tabellen, namelijk het afronden van de getallen waardoor er een afwijking ontstaat. De tweede oorzaak geldt enkel in die gevallen waar er relicten zijn. Het perceel waar het relict gelegen is, wordt namelijk niet in het grondgebruik opgenomen.

 

PAROCHIE

LAND

MEERS

BOS

ETTING

POLDER

 

R

%

R

%

R

%

R

%

R

%

Klein-Sinaai

91416

33,29

42984

15,65

127309

46,37

0

0

0

0

Sinaai

48260

15,01

78162

24,31

7229

2,25

186586

58,02

0

0

TOTAAL

139676

23,43

121146

20,32

134538

22,57

186586

31,30

0

0

R = oppervlakte in roeden

% = percentage van de totale oppervlakte grondbezit in Sinaai (cf. tabel 2.1.2.)

 

We leggen er nogmaals de nadruk op dat we de terminologie van het pachtboek van 1741 hebben overgenomen (land, meers, bos, etting, broekland).

Het bodemgebruik in Sinaai is vrij evenwichtig verdeeld over land (daarmee worden in het pachtboek akkers bedoeld), meersen en bossen. Etting steekt wel boven deze drie uit. Dat is opvallend omdat etting, zoals we verder zullen zien, in zo goed als geen enkele van de volgende parochies voorkomt. Opvallend is ook het grote percentage bos binnen het grondbezit van het klooster. Het hoge percentage is vooral op rekening te schrijven van de grote boscomplexen in Klein-Sinaai, die we ook zullen zien in Stekene en in mindere mate in Moerbeke-Waas.

Zoals hierboven reeds vermeld, ontbreken de uiteindes van de wijken Schaeperije en Eikelslag. Het grondgebruik van deze uiteindes bestond uit bos. Het boscomplex in Klein-Sinaai moet dus nog wat groter gezien worden dan er op de reconstructiekaarten weergegeven is.

 

home

lijst scripties

inhoud

vorige

volgende

 

_______________

[10] U.B.G., B.R.K.Z., Legger Popp Sinaai, ingebonden leggers deel 5.