'Blinde vlek' der blindheid. Drie auteurs over blinden in de achttiende en het begin van de negentiende eeuw. (Katty Geltmeyer)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

WOORD VOORAF

 

 

Rondsnuffelen in een bibliotheek, een boek of meerdere boeken uit het rek pakken om van nader bij te bekijken ... Een vrij banale handeling voor de doorsnee student, maar voorwaar geen sinecure voor zijn blinde studiegenoot om op een even onbevangen manier aan de nodige lectuur te raken om hun verhandeling mee te stofferen.

 

In een tijd waar de maatschappelijke debatten vrijwel gemonopoliseerd worden door de discussies rond onderwijs en waar men de mond vol heeft over de democratisering van het onderwijs en de demarginalisering van de minderheidsgroepen, blijft deze sector (alweer?) in de kou staan.

Niet dat er geen goede wil is. Goede wil te over. En er worden massaal centen gepompt in de omkadering van de visueel gehandicapte studenten. Te dikwijls echter blijft het bij een doekje voor het bloeden en blijkt er structureel gezien nog geen oplossing in zicht. Hierbij bied ik u een subjectief kijkje achter de schermen.

 

In de allereerste plaats: hoed af voor de mensen die werkzaam zijn in de omzettingsinstellingen. Ik ga niet veralgemenen, maar ik heb meermaals uit directe bron vernomen dat hun arbeid nauwelijks naar behoren wordt gehonoreerd. Bovendien zijn de om te zetten documenten, vooral in het begin van het schooljaar, legio. Het aantal studenten groeit met mondjesmaat aan en dus neemt ook het om te zetten cursussenpakket gestaag toe. Het is bewonderenswaardig dat deze mensen blijven volhouden en er dan toch in slagen om 'hun' studenten telkens weer de literatuur te bezorgen. Toch is het voor ongeduldige thesisstudenten dikwijls wachten geblazen. De tekst is al gauw ettelijke weken (!) onderweg, voor ze de student in omgezette vorm bereikt. Logisch, want heel wat documenten kunnen nog altijd niet foutloos worden ingescand, alle technologische vooruitgang ten spijt.

 

Rest nog een vrijwilliger te vinden om de nodige literatuur op te sporen en om een handje toe te steken om de ingescande teksten klaar te stomen voor lectuur. Ook hier is het plaatje verre van ideaal. Uit eigen ervaring kan ik u verzekeren dat het een hele opgave is om uit te zoeken hoe men zich hiervoor op een legale manier kan engageren. Bij de bevoegde instanties wordt men niet zelden van het kastje naar de muur gestuurd. De didactische begeleiding wordt niet beschouwd als een volwaardige taak, hoe intensief dit werk soms ook is (er is een theoretisch maximum van dertig uur per week) en hoe voordelig dit voor de student in kwestie ook zou zijn. Tijdens periodes van werkloosheid heet dit zwartwerk, tenzij dit aangegeven wordt; het resultaat is dan een drastische vermindering van je uitkering, dit evenwel zonder evenwaardige financiële compensatie. Dit enige manier om dit volstrekt legaal manier te doen, is in combinatie met een full-time job, eveneens tegen een absoluut minimale vergoeding. Men kan zich in alle ernst de vraag stellen of men in staat is om na een dagtaak nog een dergelijke opdracht op een deftige manier te vervullen en voldoende tegemoet te komen aan de wensen van de student. Ook dienen zich hier ernstige praktische problemen aan. Ik haal bij wijze van voorbeeld nog even aan dat niet alle bibliotheken na vijf uur nog open zijn. In dat verband wens ik trouwens nog eens uitdrukkelijk het Gentse bibliotheekpersoneel te bedanken voor de soepelheid die zij telkens weer aan de dag gelegd hebben en het vertrouwen dat ze in ons gesteld hebben door ons (soms kostbare) boeken voor een langere termijn uit te lenen dan normaal toegestaan.  

De liefhebbers om een dergelijk karwei op zich te nemen, staan niet in rijen aan te schuiven, dat spreekt, en weeral is dit ernstig in het nadeel van de student, die moet genoegen nemen met de mensen die zich aandienen en het dan soms nog in de loop van hetzelfde academiejaar voor bekeken houden.

 

Met deze beperkingen moet de blinde student het klusje klaren en zelfstandig onderzoek verrichten, de nodige literatuur verwerken en de resultaten op een wetenschappelijk verantwoorde manier uitschrijven. Is het schrijven van een verhandeling voor een ziende student een ware beproeving en een heus leerproces, dan is dat al helemaal het geval voor zijn/haar blinde collega.

 

Rest mij alleen nog te zeggen dat ik in de loop van de drie jaar dat ik dit proces van dichtbij meemaakte, de grootste bewondering heb gekregen voor hen die een dergelijke opdracht durven aan te vatten en ondanks alle tegenslagen tot een goed einde weten te brengen. 

 

 

 

Dominique Velghe

Didactisch begeleidster van Katty Geltmeyer

April 2001

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende