Het overlevingsvermogen of bilevinghe als pasmunt bij scheiding en/of hertrouwen in het laatmiddeleeuwse Gent. (Tom De Vos) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
Woord vooraf
De masterproef die voor u ligt, is het resultaat van één jaar intensief onderzoek en denkwerk. Inderdaad, slechts één jaar de tijd om de concurrentie aan te gaan met de vroegere licentiaatsverhandelingen. Eerlijke concurrentie of niet, daar zal de tijd moeten over beslissen.
Bij dit alles is één ding zeker: alleen had ik het slopende werk nooit aangekund. Tijdens deze periode heb ik er gelukkig geen moment alleen voor gestaan en kon ik rekenen op de steun van een aantal mensen.
Dank ben ik dan ook verschuldigd aan prof. dr. Monique Vleeschouwers - Van Melkebeek die ik bijzonder erkentelijk ben voor haar interesse, begeleiding en aanmoedigingen doorheen het academiejaar. Ik kon steeds rekenen op haar enthousiaste en vakkundige begeleiding. Zij was een kritische toets voor veel nieuwe ideeën en interpretaties. Ik dank haar dan ook van ganser harte voor de hulp bij het schrijven van dit werk.
Verder wil ik mijn ouders danken voor de steun die ze me gaven. Het was ongetwijfeld niet altijd even makkelijk om te leven met iemand die klaagde over het feit dat hij alweer ‘eventjes tussen de middeleeuwse scheidingen en boedelverdelingen zat’.
Een speciale vermelding verdienen ook Johan Van Den Noortgaete en Dominique Martin. Hen ben ik zeer erkentelijk voor hun taalkundige en stilistische adviezen.
Ten slotte dank ik ook Jolien, mijn vriendin. De confrontaties met haar steeds kritische geest waren zeer belangrijk in periodes van twijfel. Haar voortdurende vertrouwen gaf mij een altijd aanwezige steun waarop ik steeds weer kan rekenen.
Gent, 26 mei 2008
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |