Negentig jaar hamerslaggedreun te Baasrode. Scheepsbouwnijverheid te Baasrode 1894-1986. (Cédric Van Lancker)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Inleiding.

 

A. Probleemstelling.

 

Toen in het academiejaar 1992-1993 Yves Segers aan de Universiteit in Gent zijn licentiaatdiploma behaalt met zijn thesis ‘150 jaar scheepsbouwnijverheid te Baasrode, de werven Van Praet en Van Damme (van het einde van de 18de eeuw tot 1914)’ kan men spreken van een pionierswerk. De scheepsbouwnijverheid is tot dan nooit in een uitgebreide historische studie aan bod gekomen.

 

Een kleine 10 jaar later blijkt er heel wat verandert te zijn. Toch constateren we opnieuw dat er niet veel historisch onderzoek naar deze nijverheid ondernomen is. De scheepsbouw in Vlaanderen blijft nog steeds voor een groot deel een zwart gat in het universitair historisch onderzoek.

 

De interesse voor het maritiem en varend erfgoed blijft lange tijd in een vergeet hoekje staan in België en dit in schril contrast met onder andere Frankrijk en Nederland, waar we reeds langer een grote interesse en een veel uitgebreider historisch onderzoek vaststellen. De steeds grotere interesse bij ons voor het varend erfgoed wordt vooral gedragen door groepen vrijwilligers. Het wetenschappelijk onderzoek loopt echter nog achterop. Hopelijk zal het nieuwe decreet op varend erfgoed de interesse verder opwekken.

 

Doordat vaak bronnen verloren gegaan zijn is de thematiek van de scheepsbouw niet zo gemakkelijk uit te werken. Op aangeven van Yves Segers hebben we er dan ook voor gekozen zijn studie verder te zetten. Ons onderwerp beslaat de scheepsbouwnijverheid te Baasrode gedurende de periode 1894-1986, 90 jaar bij toeval. Yves Segers stopt zijn onderzoek in 1914, aan de vooravond van wereldoorlog I. Een licentiaatverhandeling over een industriële bedrijfstak aanvatten op zo een ogenblik is enerzijds niet representatief voor de gewone industriële ontwikkeling gezien de oorlogssituatie en anderzijds niet realiseerbaar door de weinig bewaard gebleven bronnen over de periode 1914-1918.

 

Om de duidelijkheid van het gehele werk te bevorderen kiezen we om terug te gaan tot de jaren 1894-1895 toen de werven ‘Van Damme’ en Van Praet’ de stap naar de metaalbouw zetten. Het is niet onze bedoeling om de periode tot 1914 opnieuw over te doen, wel wensen we een aantal andere aspecten naar voor te brengen.

 

 

B. Vraagstelling.

 

Wanneer men ‘De scheepsbouwnijverheid in Baasrode van 1894 tot 1986’ als onderwerp neemt, voor een licentiaatverhandeling, dan is dit een ruim en nietszeggend geheel. Een specifiekere afbakening van het onderzoeksdomein is noodzakelijk.

De periode voor 1895 wordt gekenmerkt door een veelheid aan verschillende werven. We vragen ons dan ook af of we in de volgende periode van 1894 tot 1986 nog nieuwe werven zien ontstaan en hoe de verschillende werven evolueren. Elke werf wordt door een aantal personen geleid we gaan na of de werven familiebedrijven blijven of associaties van verschillende ondernemers vormen zonder familiale band.

Vanuit onze interesse voor de industriële archeologie gaan we de productiemethode van de verschillende werven naderbij bekijken en proberen we deze methode in beeld te brengen aan de hand van het onderzoek van werkplaatsinrichting en de gebruikte machines. Is dit beeld ook representatief voor andere werven in België?

 

Naast de bedrijfsleiding staan we ook stil bij de arbeiders. In de scheepsbouw komen een aantal specifieke beroepen voor. Ook het tewerkstellingsaantal kan een mogelijke vergelijking tussen de verschillende werven mogelijk maken. Natuurlijk is er ook het sociale aspect van de tewerkstelling in de scheepsbouw dat ons bijzonder aantrekt. De arbeidsduur, werkomstandigheden, vakbondsorganisatie,enz. zijn onderdelen die in elke bedrijfsgeschiedenis naar voor kunnen komen. We herinneren ons allen nog de hevige stakingen op de Boelwerf in Temse in aanloop naar het faillissement, de reputatie van metaalarbeiders als actieve vakbondsmilitanten komt maar al te vaak naar voren, is dit ook zo in Baasrode?

 

Wanneer we over bedrijfsgeschiedenis spreken, spreken we toch ook over een productie. We onderzoeken de scheepsbouwproductie op de verschillende werven, de verschillende scheepstypes en natuurlijk zal de constructie van een binnenschip in beeld gebracht worden.

 

Een laatste gegeven in het bedrijfsverloop is natuurlijk de klant, hier komen we terecht bij de schipper en zullen we kort de band tussen schipper en werf van naderbij bekijken.

 

 

C. Korte Inhoud en bronnen.

 

Onze licentiaatverhandeling is voornamelijk opgebouwd uit het bronnenmateriaal bewaard in de archieven van de scheepswerf Van Damme en Van Praet. Het archief van de scheepswerf Van Damme is bewaard in het scheepvaartmuseum van Antwerpen en reeds volledig door Yves Segers geïnventariseerd. Het archief van de scheepswerf Van Praet-Dansaert is bewaard in het scheepvaartmuseum van Baasrode. Dit archief is slechts gedeeltelijk geïnventariseerd door Yves Segers. Het archief vormt dan ook het eerste probleem waarmee we geconfronteerd worden. Een inventaris kan men als onmisbaar beschouwen in het kader van een wetenschappelijk onderzoek om correct naar een bepaald document te kunnen verwijzen. Hierdoor hebben we als eerste arbeidsintensieve opdracht dit archief geklasseerd en een inventaris opgesteld die opgenomen is in boek 3 van mijn licentiaatverhandeling.

 

We hebben ervoor gekozen onze licentiaatverhandeling op te delen in 3 boeken. Boek 1 houdt de verschillende hoofdstukken van de licentiaatverhandeling in, zonder bijlagen, tekeningen en foto’s. Deel 1 omvat de Scheepsbouw in Baasrode voor de periode 1894 tot en met 1986. Hoofdstuk 1 situeert kort de geschiedenis van de scheepsbouw in Baasrode voor 1894 en de verschillende werven in de periode 1894-1986. In hoofdstuk 2 maken we kennis met de verschillende families die de leiding in handen hebben op de werven.

 

Hoofdstuk 3 geeft een geografische situering van de werven en de verschillende gebouwen. In hoofdstuk 4 staan we stil bij de werkplaatsinrichting van de werven en de gebruikte machines. We vergelijken de werven onderling met elkaar.

 

Het aantal tewerkgestelde arbeiders en de arbeidsomstandigheden komen uitgebreid aan bod in hoofdstuk 5. Hierbij hebben we ook aandacht voor de sociale omstandigheden, vakbondsactiviteiten en vrijetijdsbesteding van de arbeiders.

 

Naast scheepbouw zijn er ook nog andere industrieën in Baasrode maar ook heel wat bedrijven die voor een deel afhankelijk zijn van de scheepsbouwactiviteiten. In hoofdstuk 6 diepen we dit thema verder uit.

 

Deel 2 handelt over de binnenscheepvaart en de Baasroodse werven waarbij we eerst en vooral ingaan op de Belgische binnenscheepsbouwproductie, in hoofdstuk 7, om vervolgens in het volgende hoofdstuk de productie van de Baasroodse werven in beeld te brengen. De verschillende scheepstypes bespreken we in hoofdstuk 9. De techniek voor het bouwen van een binnenschip komt uitgebreid aan bod in hoofdstuk 10, terwijl herstellingen en verbouwingen van binnenschepen in hoofdstuk 11 aan bod komen.

 

In hoofdstuk 12 bespreken we kort de schippers en hun afhankelijkheid van de werven. Deel 3 vormt het algemeen besluit.

 

Boek 2 omvat alle foto’s, tekeningen en bijlagen van de verschillende hoofdstukken. We opteren voor een afzonderlijk deel omdat dit het raadplegen van deze bijlagen vergemakkelijkt en het steeds vooruit- en achteruitbladeren en het te vaak onderbreken van de teksten zal vermijden.

 

Boek 3 is de inventaris van het archief van de Scheepswerf Van Praet-Dansaert bewaard in het scheepvaartmuseum in Baasrode.

 

 

D. Methodologische opmerkingen.

 

Alvorens verder te gaan wens ik reeds op voorhand een aantal methodologische opmerkingen te maken. Bij de bespreking van de verschillende werven heb ik ook de scheepswerf Engelen-Van Landeghem opgenomen. Deze werf gelegen op de Ouden Briel in Buggenhout, een grensgemeente van Baasrode, ligt in de onmiddellijke nabijheid van de Baasroodse werven. Deze keuze is bepaald door het feit dat deze werf de meest recente oprichting is en tevens een totaal verschillende infrastructuur heeft tegenover de Baasroodse werven. Er is geen archief bewaard, enkel een aantal plannen.

 

Bij de bespreking van de verschillende onderdelen van de werven blijkt dat er voor bepaalde werven heel weinig informatie is, dit komt door het ontbreken van archiefbronnen voor deze werven in verband met het uit te diepen aspect. We gaan echter steeds alle werven aanhalen en indien nodig in de tekst opnieuw het ontbreken van bronnen aangeven als reden voor de soms beknopte uitwerking.

 

In hoofdstuk 9 bespreken we de verschillende scheepstypes die gebouwd worden op de Baasroodse scheepswerven in de periode 1894-1986. Het probleem waarmee iedereen die met scheeptypes in contact komt, of het nu houten of metalen schepen zijn, ze worden geconfronteerd met het feit dat een standaardtype ontbreekt. Bij de bespreking van de types gaan we dan ook een aantal karakteristieken aanhalen die meestal op dit type van schip van toepassing zijn. We moeten steeds rekening houden dat elke werf zijn type schip bouwt. Door het feit dat er nog geen algemeen werk over de metalen binnenvaarttypes bestaat is het ons behelpen met geringe informatie.

 

 

E. Beschermingsdossier site scheepswerven Baasrode.

 

Toen Yves Segers in 1992-1993 zijn licentiaatverhandeling heeft opgemaakt is de site van de oude scheepswerf Van Praet-Dansaert volop in de belangstelling voor een mogelijke klassering tot monument. De klassering en het gehele getouwtrek hierop volgend heeft ervoor gezorgd dat heel wat inwoners van het dorp in één van beide kampen terechtkomen, voor of tegen de bescherming. Hierdoor gaan de tegenstanders verder weigeren mee te werken aan historisch onderzoek naar de geschiedenis van de werven terwijl vele anderen niet meer durven te spreken om niet tot het ene of andere kamp te moeten behoren. Laten we eerst even een historische schets geven van het klasseringdossier[1].

Door het uitstel van de uitspraak van de Raad van State weigert het Provinciebestuur een standpunt in te nemen en neemt het verval op de site toe. Tevens is de Baasroodse bevolking sterk verdeeld door de problematiek en heerst er bij velen een stilzwijgen over de werven en hun geschiedenis.

 

Op 4 april 2000 bericht de Raad van State aan de Stad Dendermonde dat ‘er een volgehouden gebrek aan belangstelling is inzake het verzoek tot nietigverklaring van het beschermingsbesluit’.

Op 28 april 2000 beslist het Stadsbestuur de procedure bij de Raad van State verder te zetten.

Op 30 mei 2001 komt het arrest van de Raad van State. Afstand van het geding wordt vastgesteld. De site scheepswerf Van Praet-Dansaert is definitief beschermd als monument[2].

 

Kort daarop gaan de Stad Dendermonde en het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen toetreden in het toekomstproject van de site waarbij de volledige site museaal zal uitgebouwd worden.

 

Deze problematiek heeft ook weerslag gehad op het onderzoek voor onze licentiaatverhandeling. Ook al stellen we ons onpartijdig op en wensen we enkel een historisch onderzoek te voeren naar de geschiedenis van de verschillende werven, de meeste mensen zijn niet bereid om informatie of inzage in documenten te verlenen. Door de beslissing en de mediabelangstelling voor de site, onder andere naar aanloop van de Open Monumentendag op zondag 9 september 2001, komt het geheel in een stroomversnelling en meer en meer mensen staan opnieuw open om informatie te verstrekken. Het ijs is gebroken en smelt snel weg. Hierop beslis ik om samen te werken met vzw Scheepvaartmuseum Baasrode om de jaartentoonstelling 2002 mee op te zetten om zo de belangstelling van de Baasroodse bevolking te verhogen voor dit patrimonium en zo nieuwe informatie te mogen ontvangen.

 

Dit alles heeft natuurlijk een aantal repercuties op mijn licentiaatverhandeling. Zo is het de bedoeling geweest om via oud arbeiders een goed beeld te krijgen over de arbeid op de werven en dit via interviews, hierin ben ik voorlopig slechts gedeeltelijk geslaagd gezien de pas recente ontwikkelingen. Er blijft nog een stuk onontgonnen terrein over waarin in de nabije toekomst meer onderzoek naar moet gebeuren.

 

 

F. Thema tentoonstelling Baasrode 2002.

 

Voor elke student geschiedenis is het waarschijnlijk wel de kers op de slagroomtaart wanneer je na afloop van de licentiaatverhandeling en het 2 jaar durend onderzoek kan meewerken aan een tentoonstelling en een brochure in verband met het onderwerp. Hier is het enigszins anders verlopen en zijn de tentoonstelling en brochure reeds gerealiseerd voor het indienen van de licentiaatverhandeling. Zoals reeds aangetoond onder puntje E is de reden hiervoor van velerlei aard.

 

Voor de vzw Scheepvaartmuseum is deze tentoonstelling symbolisch gezien de plannen, voor een nieuwe toekomst voor het museum en de site in opmaak zijn. Anderzijds is deze tentoonstelling het moment om het concept van het scheepvaartmuseum verder populair te maken bij de Baasroodse bevolking. Voor mezelf is het een unieke realisatie en via deze weg zijn we heel wat nieuwe gegevens en bronnen te weten gekomen. Ook nu is er nog heel wat nieuw onderzoekswerk komen opdagen waarvoor in het kader van deze licentiaatverhandeling geen tijd meer is. Maar wie heeft er ooit beweerd dat men de geschiedenis ooit volledig zal omvatten, steeds opnieuw kunnen nieuwe ontwikkelingen een nieuw licht werpen op het thema.

 

 

G. Situering en korte geschiedenis van Baasrode.

 

De gemeente Baasrode is gelegen in de provincie Oost-Vlaanderen, arrondissement Dendermonde en behoort na de fusie tot de stad Dendermonde. Het dorp is gelegen aan de Schelde en is zo een 8.27km² groot.

De Schelde speelt in de geschiedenis van het dorp een grote rol. Wie vandaag het dorp bezoekt voelt zich wat onwennig. De dorpskom ligt er troosteloos bij. Baasrode, een dorp met een indrukwekkend industrieel verleden: scheepbouwnijverheid, metaal- en bouwnijverheid, voedings- en chemische nijverheid, een brouwerij, enz. . Het lijkt erop dat het dorp uitgeblust is, haar ooit zo grootste verleden is voorbij en de vernieuwing van de dorpskom en haar vernieuwend, levendig uitzicht laat op zich wachten.

 

Baasrode [3] kenmerkt zich reeds in de Middeleeuwen door de ontwikkeling van een drukke scheepvaart- en handelsactiviteit. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er vrij vlug, de oudste gegevens dateren uit de 16de eeuw, gesproken wordt van scheepsbouw.

 

Voor onze licentiaatverhandeling is vooral de periode 1890-1986 van belang. De demografie[4] van een gemeente is een bijzonder interessante parameter om het sociaal-economisch gebeuren in de gemeente te situeren. De periode 1850-1960 gaat in Baasrode gepaard met een verdubbeling van de Baasroodse bevolking. Vanaf 1960 is er een achteruitgang vast te stellen.

 

De eerste bevolkingsboom in Baasrode situeert zich in de periode 1870-1880 en staat in direct verband met de massale aanvoer van graan uit Amerika. Hierdoor ontstaat in de Vlaamse landbouw een grote crisis met een plattelandsvlucht tot gevolg. In Baasrode stellen we een sterke stijging van de bevolking vast wat wijst op het feit dat Baasrode vooral een nijverheidsgemeente is.

 

Het eerste decennium van de 20ste eeuw vormt een hoogbloeiperiode in Baasrode. Tal van nieuwe bedrijven vinden langs de Scheldeoever een vestigingsplaats en bestaande sectoren breiden uit. Zoals we in hoofdstuk 3 aantonen groeit ook de scheepsbouwnijverheid enorm.

 

De eerste wereldoorlog, 1914-1918, betekent voor de Baasroodse bevolking een zwarte periode. Tal van opeisingen van goederen en grondstoffen zorgen voor een enorme druk. Er is een vlucht van kapitaal en werkkracht waar te nemen. Het interbellum wordt ook in Baasrode gekenmerkt door een inflatie die het gehele economisch gebeuren en het dagelijks leven in zijn greep houdt.

 

De tweede wereldoorlog eist een hoge tol. De bombardementen op Baasrode in 1940 en 1944 verwoesten heel wat woningen en bedrijven. Gelukkig komt er de bevrijding van Baasrode op 4 september 1944. De bevrijding gaat gepaard met een vredesstoet door alle straten van Baasrode. Er ontstaat een nieuwe periode van welvaart voor de Scheldegemeente. We zien echter de omkeer in de loop van de jaren 60 die geen ‘golden sixties’ vormen voor de Baasroodse nijverheid. De plaatselijke nijveraars krijgen af te rekenen met een toegenomen buitenlandse en binnenlandse concurrentie. De weerslag op de tewerkstelling blijft niet uit en de werkloosheidscijfers stijgen. Veel jongeren verlaten de gemeente op zoek naar nieuw werk en een andere woonplaats. Baasrode wordt een slapende industriegemeente en blijft dit voor een stuk tot op vandaag de dag.

 

 

H. De Schelde en Baasrode.

 

Zoals aangetoond in vroegere werken[5] en in het bovenstaande deeltje is het economisch succes van Baasrode voor het grootste deel te danken aan haar bijzondere ligging tegenover de Schelde. In de periode van de zeilvaart kan men immers in 1 tij van Antwerpen naar Baasrode zeilen. Met het volgende hoogtij kan men tot in Gent zeilen. De kade gelegen aan de kerk van Baasrode kenmerkt zich reeds in de Middeleeuwen als een drukke handelsplaats.

 

Door het grote belang staan we nu reeds stil bij de Schelde als rivier. De Schelde[6] vormt een heel belangrijke scheepvaartweg in Frankrijk, België en Nederland. Het stroomgebied van de Schelde situeert zich tussen de bron in Catelet (Departement de Aisne (fr.)) en de monding in de Westerschelde (NL.). De Boven-Schelde is het gebied van de bron, stroomafwaarts door het departement du Nord en stroomt langs Bléharies België binnen, voorbij Doornik in de provincie Henegouwen, en Gent in Oost-Vlaanderen. Hier eindigt de Boven-Schelde en begint de Beneden –Schelde. De zeer bochtige rivier vervolgt zijn weg in oostwaartse richting, stroomt daarna noordwaarts en vormt dan de grens tussen de provincies Oost-Vlaanderen en Antwerpen tot de Nederlandse grens, waar hij uitmondt in de Westerschelde. Ten westen van Vlissingen mondt hij via de Westerschelde uit in de Noordzee[7].

 

Beneden Gentbrugge is de Schelde een getijrivier. Het gemiddelde tijverschil bedraagt in Gentbrugge 2 m en in Antwerpen 6.50m. Bij hoogwater is de diepte in Antwerpen 15m. De Schelde heeft een lengte van 384km, waarvan 107km in Frankrijk, 207km in België en 70 km in Nederland. De breedte neemt toe naar de monding en is aan de Frans-Belgische grens 20m, te Gent 40m, te Antwerpen 500m en aan de Belgisch-Nederlandse grens 1200m.

De Schelde in Baasrode heeft een breedte van 150m. De periode van hoog en laagwater is niet gelijk verdeeld. Het afgaan van het water duurt 7u en opkomen 5u. Er is tussen hoog- en laagwaterstand een vrij groot hoogteverschil van 5.5m. De Schelde heeft in Baasrode, voor de scheepswerven een diepte bij laagwater van 4m tevens wordt de rivier er gekenmerkt door een sterke stroming van Max.7 km/u. De diepte van de Schelde ter hoogte van de kerk is meer en er zijn tevens draaikolken. Deze gegevens zullen van belang zijn voor de mogelijkheden en moeilijkheden waarmee de Baasroodse scheepsbouwnijverheid geconfronteerd wordt.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[1] DEDROOG (Jan). Chronologisch overzicht. In: Boven Water, Scheepvaartmuseum Baasrode vzw, Baasrode, 6de jaargang, nummer 2, oktober 2001, p.17-20.

[2] Bijlage 1, boek 2 p 1 . Vlaamse Gemeenschap, afdeling Monumenten en Landschappen lijst van beschermingen, Baasrode, site Scheepswerven Van Praet-Dansaert. Internet adres www.monument.vlaanderen.be

[3] In het kader van het thema van onze licenciaatsverhandeling is het niet nodig de vroege geschiedenis van Baasrode te herhalen, hiervoor verwijzen we naar volgende werken: SEGERS (Yves). 150 jaar scheepsbouwnijverheid te Baasrode. De werven Van Praet en Van Damme (van het einde van de 18eeeuw tot 1914). Gent, RUG (onuitgegeven licenciaatsverhandeling), 1993, 3delen, (vakgroep Nieuwe Tijden). BOEYKENS (Gerard). Geschiedenis Van Baasrode. Baasrode, 1940, 168p. GIJSEN (Joris) en SEGERS (Yves). Blik op Baasrode. Een eeuw dorpsgeschiedenis in woord en beeld 1850-1950.Nieuwkerken-Waas, Het Streekboek, 1997.

[4] Tabel 1 en Grafiek 1, boek 2, p 2. Tabel en grafiek: bevolkingsevolutie in Baasrode, 1850-1996. Uit: GIJSEN (Joris) en SEGERS (Yves). Blik op Baasrode. Een eeuw dorpsgeschiedenis in woord en beeld 1850-1950, Nieuwkerken-Waas, Het Streekboek, 1997, pp6-7.

[5] Volgende werken geven reeds het belang van de Schelde voor de ontwikkeling van Baasrode uitgebreid weer. GIJSEN (J.). Baasroodse bedrijvigheid aan de Schelde. Dendermonde, 1977. GIJSEN (Joris) en SEGERS (Yves). Blik op Baasrode. Een eeuw dorpsgeschiedenis in woord en beeld 1850-1950.Nieuwkerken-Waas, Het Streekboek, 1997. BOEYKENS (G.). Geschiedenis van Baasrode. Wetteren, 1995, heruitgave van origineel uit 1940

[6] De Schelde: VAN BEYLEN (J.) en DE GROOTE (P.A..).Maritieme Encyclopedie. Bussum, De Bier Jr., 1970-1973, deel 6, pp.136-139 en SUMMA, Encyclopedie en Woordenboek in kleur. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1977, deel 17, p.364.

[7] Kaart 1, boek 2, p 3 : Het stroomgebied van de Zeeschelde.