'De overtreffelijcke reijse gedaen door Reynier Adriaensen'. Leven als soldaat in de Oost, (1681-1689) (Bram Cocquyt) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
“Alhier begint de overtreffelijcke reijse gedaen door Reynier Adriaenssens int jaer 1680 den 14: januarij Oostindien; soo te scheep als te lande; sijn wedervaeren.” Zo luiden de eerste regels van het handschrift dat aan de basis van mijn verhandeling ligt. De rooms-katholieke Reynier met zin voor avontuur treedt in VOC-dienst en verzeilt in het verre Batavia. Zijn reisverhaal is als waarschuwing bedoeld en geschreven met het oog op publicatie. Het is een verhaal van gruwel en ontbering maar ook één vol exotische avonturen en verbazingwekkende belevenissen. Waarom de publicatie niet plaatsvond is niet bekend, maar aan de kwaliteit van de tekst zal het zeker niet gelegen hebben. Want het journaal is zeker niet minder interessant of spannend dan de vele wél uitgegeven reisteksten.
Reyniers verhaal is een uitgelezen bron om een venster te openen op de 17° eeuwse Oost-Indië-vaart en op het leven in Insulinde. Wat meteen ook het opzet is van deze thesis. Het manuscript leest als een trein en Reynier overstelpt zijn lezers met een stroom van entertainment en historische informatie. Het kaf van het koren scheiden is daarbij de boodschap. Maar al neemt Reynier hier en daar een loopje met de historische werkelijkheid toch schetst hij wel degelijk een reëel beeld van leven in VOC-dienst. Halve waarheden en ganse verzinsels zijn legio in het manuscript. Moeten we daarom het kind met het badwater weggooien? Neen, natuurlijk. Want het is niet omdat Reynier avonturen verzon dat ze niet konden plaatsgevonden hebben. Het is een rijke, boeiende, goed geschreven en bovendien onontgonnen bron, wat wil een student overzeese geschiedenis meer?
Aanvankelijk had ik mij een drieledig doel gesteld. Ten eerste wou ik een uitgave van het manuscript verzorgen, voorts ging ik een beeld ophangen van de 17° eeuws politieke-militaire-sociale wereld te Java en ten derde ging ik Adriaenssens belevenissen vergelijken met collega-reisverhaalschrijvers. Maar en cours de route stapte ik van dit idee af omdat de drie onderzoeksvelden al te zeer in elkaars verlengde lagen. In plaats van drie zal ik één geschiedverhaal ophangen. Reyniers geschrift vormt daarbij de chronologische en ruimtelijke leiddraad. Want zowel Reyniers objectief als het mijne is hetzelfde, namelijk de lezer een zo accuraat mogelijk beeld voorspiegelen van leven als Jan Compagnie. De strategiën verschillen, maar beiden willen we een boeiend vertoog brengen dat de “curieuse liefhebber” zal “onderrichten.”
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |