Abu Mina: de opkomst en de ondergang van een koptisch bedevaartsoord. (Inne Hermans)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende

problemen met de Koptische tekst?

 

1 Inleiding Thesis

 

Het doel van deze verhandeling is het vergelijken van de Koptische legendes met de archeologische gegevens om te verifiëren of deze met elkaar in tegenspraak zijn of juist elkaar bevestigen.

Ik ben aan deze opdracht begonnen met het vertalen van de Koptische bronnen, dus het manuscript dat uitgegeven is door Dresher. Na de vertaling zijn mijn promotor en ik tot de conclusie gekomen dat het te veel zou worden als ik ook nog eens de mirakels zou bespreken. En omdat deze toch geen historische informatie bevatten, was het geen enkel probleem om ze te laten wegvallen.

Na de bestudering van de Koptische literatuur, heb ik me toegelegd op Abu Mina via de opgravingsverslagen van P. Grossmann. Ik kwam al snel tot de conclusie dat de data uit de antieke literatuur niet overeenstemden met de recentste archeologische bevindingen.

De legende vermeldt dat het eerste schrijn is opgericht in de vorm van een tetrapylon vlak na de herontdekking van het graf. De Ethiopische legende plaats deze gebeurtenis in het begin van de 4e eeuw. De archeologie laat toe de eerste resten te dateren op het eind van de 4e eeuw. Het is moeilijk vast te stellen welke vorm dit mausoleum zou gehad hebben, maar de schaarse resten tonen toch aan dat het onwaarschijnlijk is dat dit een tetrapylon was. Vervolgens spreekt de legende van de oprichting van de eerste kerk onder keizer Jovianus (363), dus in de 2e helft van de 4e eeuw. En ook hier geeft de archeologie een latere datering, nl. in de 1e helft van de 5e eeuw. De eerste uitbreiding heeft volgens de legende plaats tijdens keizer Arcadius, dus in het begin van de 5e eeuw, maar werd pas voltooid in de 2e helft van de 5e eeuw. Archeologisch kan vastgesteld worden dat men in de 2e helft van de 5e eeuw pas begonnen is aan de uitbreiding van de Martelaarskerk. Het zou natuurlijk ook kunnen dat deze passage naar de Grote Basilica verwijst, maar dan wordt het hiaat nog groter, want deze is na de 2e helft van de 5e eeuw opgericht en voltooid in een 2e fase in de overgang van de 5e naar de 6e eeuw. Voor de opbouw van de stad is het hiaat iets kleiner, de legende plaatst deze tijdens keizer Zeno, dus op het eind van de 5e eeuw en deze zou effectief begonnen zijn einde 5e- begin 6e eeuw.

Om een verklaring te vinden voor deze uiteenlopende data moest ik meer te weten zien te komen over de historische Apa Menas, onze martelaar uit de tijd van Diocletianus die in Abu Mina vereerd wordt. Hiervoor ben ik ook gaan zoeken in antieke bronnen in andere talen. Gelukkig hadden anderen zich al bezig gehouden met de vertaling van deze legendes. Ook de persoon Apa Menas bleek problematisch te zijn, want in de moderne literatuur doken al gauw verschillende hypotheses op met een eigen stellingname over wie de heilige zou geweest zijn. Uiteindelijk bleven er in mijn ogen maar twee mogelijkheden over: ofwel was hij een Egyptische martelaar die niets met Phrygië te maken had, maar is zijn legende daar oorspronkelijk opgesteld en is daardoor het Phrygische element in zijn martelaarschap geslopen; ofwel zijn er twee martelaars geweest met de naam Menas, één in Egypte en één in Phrygië.

Als je dan het verspreidingsgebied van zijn cultus bekijkt, aan de hand van vindplaatsen van ampullen en van gebouwen en inscripties met zijn naam, dan zie je dat het centrum van de verering steeds in Egypte gelegen heeft. Hij kreeg niet meer aandacht in Phrygië dan in de andere gebieden rondom de Middellandse Zee. Daarom is de tweede optie het meest waarschijnlijk.

Zijn legende is lang na zijn dood opgesteld, toen hij in de mondelinge traditie al versmolten was met de Phrygische martelaar. De lange tijdsspanne tussen het begin van zijn cultus en het opstellen van de legende geeft eveneens een verklaring voor het feit dat er bijna geen historische elementen in zijn legende zitten. De enige historische elementen zijn de naam en de datum van zijn martelaarschap. De kamelen zijn een specifiek gegeven in zijn legendes en zullen dus ook wel historisch zijn, maar het is moeilijk vast te stellen welke plaats ze juist in zijn leven bekleed hebben. De legendes vermelden kamelen in verschillende contexten, dus het was blijkbaar ook al voor de Kopten onduidelijk wat hun betekenis was.

Het Encomium met de bouwgeschiedenis is bovendien vervaardigd in een tijd dat de stad in monofysitische handen was, hoewel ze voor het grootste deel van de tijd aan de Melkieten toebehoorde. Deze werden hierdoor zorgvuldig uit de legende gemeden en alleen keizers met monofysitische sympatieën kregen aandacht. Hiermee is een verklaring gevonden voor het verschil in data.

 

Dit werk tracht een goede compilatie te geven van het meeste wat over Apa Menas en Abu Mina verschenen is. Het had natuurlijk nog mooier geweest als gebleken was dat de data van de Koptische bronnen overeenstemden met de opgravingsresultaten, maar ja, daar is niets aan te veranderen…

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende

problemen met de Koptische tekst?

 

Problemen met de weergave van de Koptische tekst?

 

Op sommige pagina's komen delen voor in Grieks tekstschrift. Indien u deze tekst niet kan lezen maak dan gebruik van volgende mogelijkheden:

 

De getoonde foto's en afbeeldingen in deze scriptie dienen als illustratie in een wetenschappelijk werk. Indien de maker en/of rechthebbende hier bezwaar tegen heeft, dan kan deze dat kenbaar maken en zullen wij de desbetreffende foto verwijderen.

The pictures shown in this essay are an illustration in a scientific work. If the author and/or claimant has objections, he can notify us and the pictures concerned will be removed.