Over bouwen en verbouwen. De textielnijverheid in het arrondissement Aalst (1914-1944): een industriële archeologie. (Karsten Mainz)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

2. INDUSTRIEELARCHEOLOGISCHE INVENTARIS

 

2.4. ZOTTEGEM

 

D) Louise Verloo

 

Aard:               breigoedfabriekje

Ligging:            Heldenlaan, kruispunt met de Laurens De Metsstraat, op de plaats waar zich tegenwoordig een filiaal van de Fortisbank bevindt.

Kadaster:         enige sectie, perceelnummer 26i

Datering:          2de helft 19de eeuw

Actueel:           verdwenen

 

De breigoednijverheid werd in Zottegem niet enkel vertegenwoordigd door een aantal grotere bedrijven. Er bestonden ook heel wat kleine fabriekjes en ateliers waar bonnetterie werd geproduceerd. Het bedrijfje van Louise Verloo op de Heldenlaan is hiervan een typisch voorbeeld. Anders dan bij de grotere ondernemingen, die fabrieksgebouwen optrokken die volledig afgestemd waren op de breigoedproductie, werd hier vaak gebruik gemaakt van een kleine achterbouw die meestal ook al andere functies had gehad. Op die manier kon men, zonder zich aan grote investeringen te moeten wagen, mee de vruchten plukken van de bloeiende breigoednijverheid. Hoewel dergelijke bedrijfjes een belangrijke rol hebben gespeeld in de Belgische textielindustrie, worden ze door hun kleinschaligheid en het gebrek aan bronnen meestal onttrokken aan het oog van historici en industriële archeologen.

Onder welke naam het bedrijfje, waarschijnlijk opgericht in 1931, actief was viel niet exact te achterhalen, maar vast staat dat zowel onder de naam Verloo als onder de naam De Lobbelle ook nog andere breigoedondernemingen actief waren in het Zottegemse. Eén ervan, het bedrijfje van Verloo Robert, was eveneens gevestigd in de Heldenlaan. Het is goed mogelijk dat er familiebanden bestonden tussen Louise Verloo en de hogergenoemde ondernemers.

 

Het breigoedfabriekje van Louise Verloo, weduwe van schrijnwerker Prosper De Lobelle, werd in 1931 ingericht in een werkplaats gelegen achter haar woning. Voordien herbergde het atelier, dat net als de woning dateerde uit de tweede helft van de 19de eeuw, de schrijnwerkerij van haar man. Woning en achterbouw samen besloegen een oppervlakte van 3a10ca. Vermoedelijk ging het om een zeer eenvoudige constructie, waaraan geen of nauwelijks veranderingen werden aangebracht bij de herinrichting.

 

Jammer genoeg kon niet worden achterhaald of het ging om gemechaniseerde breigoedproductie, maar door de snelle verspreiding van elektromotoren tijdens het interbellum is dit niet ondenkbaar.

Na de dood van Louise Verloo in 1936 kwam het bedrijfje in handen van haar vier dochters. Hoe lang Maria, Julia, Martha en Anna de onderneming nog draaiende hebben gehouden is niet bekend, maar vast staat dat de woning met de achterbouw in 1965 werd verkocht aan de Algemene Spaar- en Lijfrentekas (ASLK). Twee jaar later werd het pand afgebroken en op het perceel werd een weinig esthetisch kantoorgebouw opgetrokken waarin nog steeds een filiaal van de ASLK (nu Fortis) is gehuisvest. Fotomateriaal van de oorspronkelijke woning werd niet teruggevonden.

 

De Zottegemse breigoedsector omvatte tijdens het interbellum ook een aantal kleinere bedrijfjes. Vooraanzicht van het breigoedfabriekje ‘Charles Martens – Leeman’, Heldenlaan 23 (ca. 1930). Vermoedelijk omvatte het bedrijfje van Louise Verloo eveneens een breigoedwinkel.

 

(Centrum voor streekgeschiedenis, Zottegem)

 

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende