Aspecten van sociale mobiliteit binnen de 18de-eeuwse Aalsterse ambachtswereld. Een prosopografische benadering. (Sven De Schryver)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

WOORD VOORAF

 

De keuze van een verantwoord thesisonderwerp ligt niet voor de hand. Een thesis valt of staat met een grondig overwogen onderwerp. Dat persoonlijke competentie en interessepunten hierbij belangrijke richtsnoeren zijn, hoeft geen betoog. Ook de onvoorziene omstandigheden, de zgn. imponderabilia worden maar beter ingecalculeerd. Deze problematiek hebben wij als student in de eerste licentie geschiedenis aan den lijve ondervonden. Ons toenmalig onderzoek i.v.m. de domeinadministratie van de norbertijnerabdij te Ninove in de 17de en de 18de eeuw onder leiding van Prof. Dr. E. Thoen, was tegen het eind van de zomervakantie volledig spaak gelopen. Een samenloop van omstandigheden was er de oorzaak van dat onze queeste slechts schoorvoetend vorderde. We ontdekten interessant archiefmateriaal in het Rijksarchief van Beveren en in het Aartsbisschoppelijk Archief te Mechelen. Doch, het fragmentarisch karakter – althans voor de 17de en 18de eeuw – van de abdijrekeningen, die in se verondersteld worden seriële bronnen te zijn, was een belangrijke hinderpaal in ons onderzoek, vooral omdat de rekeningen de basisbron van onze thesis behelsden. Van een benadering in de long run kon al evenmin sprake zijn. Tot overmaat van ramp bleek het merendeel van onze vooropgestelde doelstellingen te optimistisch en te vaag, in die mate zelfs dat van ons oorspronkelijk uitgebreid onderwerp in een veel te vroege onderzoeksfase slechts een residuele kern overbleef. Naarmate de tijd vorderde groeide de inconsistentie in de manier van werken en intuïtief voelden we aan, dat we de verhandeling nooit tot een goed einde zouden kunnen brengen. Uiteindelijk besloten we bij de aanvang van de 2de licentie na overleg met Prof. Dr. E. Thoen de samenwerking stop te zetten. We zagen ons überhaupt genoodzaakt om zo snel mogelijk opnieuw onderdak te vinden. Begin oktober 2000 contacteerden we Prof. Dr. J. Dambruyne die inging op ons voorstel om het promotorschap omtrent een nieuw historisch sociaal-economisch onderwerp op zich te nemen.  

 

Bij de totstandkoming van wat de “finishing touch” van onze opleiding geschiedenis moet worden, nl. deze verhandeling, wensen wij onze dank uit te spreken tegenover hen, zonder wie deze thesis nooit zou geworden zijn wat ze nu is. Met hun uitgebreide kennis omtrent de sociaal-economische geschiedenis tijdens de Nieuwe Tijden profileerden de volgende mensen zich voor ons tot het perfecte klankbord.

Wij willen in de eerste plaats onze erkentelijkheid betuigen aan onze promotor Prof. Dr. J. Dambruyne voor zijn bemoedigende belangstelling en zijn onvermoeibare luisterbereidheid. Wij deden nooit tevergeefs een beroep op zijn gedegen kennis i.v.m. het ambachtswezen in de ruimste zin van het woord. Zijn raadgevingen zowel methodologisch als praktisch waren steeds meer dan welkom. Wij zijn hem des te meer dankbaar, daar we hem confronteerden met het feit dat onze thesis in minder dan een jaar voltooid diende te worden. Ondanks deze verhoogde werkdruk wist hij ons onderzoek in goede banen te leiden.

 

Daarnaast lieten wij ons rechtstreeks en onrechtstreeks inspireren door talrijke suggesties en opmerkingen van Prof. Dr. C. Vandenbroeke en Prof. Dr. P. Stabel. In dit kader waren de lessen Historische Kritiek Nieuwe Geschiedenis II een enorm dankbaar gegeven. Hun nuttige tips en bijsturingen vertaalden zich in een logischere samenhang van bepaalde aspecten in de scriptie.

 

Tevens mogen wij niet nalaten Prof. Dr. E. Thoen in onze dank te betrekken voor zijn promotorschap tijdens de 1ste licentie.

 

Wij bedanken ook het personeel van het Stadsarchief van Aalst, inzonderheid Michel Igual, voor de vlugge dienstverlening, alsook collega-thesisstudenten Jeroen, Koen, Steven en Kris, zonder wie de vele uren doorgebracht in het archief beduidend minder aangenaam zouden geweest zijn.

 

Tenslotte is nog een woord van dank op zijn plaats voor Riet, voor de morele steun tijdens de laatste maanden en voor het verlichten van het arbeidsintensieve telwerk.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende