Het literatuurkritische werk van Louis Paul Boon 1945-1974. (Romain John van de Maele)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

9 BIJLAGEN

 

Bijlage 1: Een  kwantitatief overzicht van Boons kritische bijdragen

 

Bijlage 2: De vroege leesvoorkeuren van Louis Paul Boon en de weerspiegeling van die voorkeuren in zijn kritische bijdragen vanaf 1945

 

Bijlage 3: Geniaal… maar met korte beentjes, een vergelijkend overzicht

 

Bijlage 4: De bijdragen in De roode vaan geanalyseerd aan de hand van het model van Boonstra

 

Bijlage 5: De bijdragen in Front geanalyseerd aan de hand van het model van Boonstra

 

Bijlage 6: De bijdragen in De Vlaamse gids geanalyseerd aan de hand van het model van Boonstra

 

Bijlage 7: De bijdragen in Vooruit geanalyseerd aan de hand van het model van Boonstra

 

Bijlage 8: De bijdragen in Nieuw Vlaams tijdschrift en Tijd en mens geanalyseerd aan de hand van het model van Boonstra

 

Bijlage 9: Overzicht van de kritische bijdragen met substantiële overeenkomsten en/of identieke tekstgedeelten

 

 

Bijlage 1: Een  kwantitatief overzicht van Boons kritische bijdragen

 

 

De roode vaan

Front

De Vlaamse gids

Vooruit

Tijd en mens

Nieuw Vlaams tijdschrift

Totaal

1945

52

-

-

-

-

-

52

1946

110

14

-

-

-

-

124

1947

1

11

-

-

-

-

12

1948

-

25

5

-

-

-

30

1949

-

20

2

1

-

-

23

1950

-

3

2

-

-

-

5

1951

-

-

3

27

-

1

31

1952

-

-

2

24

1

-

27

1953

-

-

2

40

1 (3)

-

43

1954

-

-

1

47

- (1)

-

48

1955

-

-

-

46

-

-

46

1956

-

-

-

47

-

-

47

1957

-

-

-

28

-

-

28

1958

-

-

-

2

-

-

2

1959

-

-

-

11

-

-

11

1960

-

-

-

14

-

-

14

1961

-

-

-

14

-

-

14

1962

-

-

-

8

-

-

8

1963

-

-

-

5

-

-

5

1964

-

-

-

1

-

-

1

1965

-

-

-

2

-

-

2

1966

-

-

-

-

-

-

-

1967

-

-

-

-

-

-

-

1968

-

-

-

7

-

-

7

1969

-

-

-

2

-

-

2

1970

-

-

-

-

-

-

-

1971

-

-

-

-

-

-

-

1972

-

-

-

-

-

-

-

1973

-

-

-

-

-

-

-

1974

-

-

-

1

-

-

1

Totaal

163

73

17

327

2

1

583

 

 

De tussen haakjes vermelde aantallen verwijzen naar het aantal destijds gepubliceerde kritische bijdragen. De totalen werden evenwel berekend op basis van de kritieken die in Het kunst- en literatuurkritische werk en Het recht van vervormen werden opgenomen.

 

 

Bijlage 2: De vroege leesvoorkeuren van Louis Paul Boon en de weerspiegeling van die voorkeuren in diens kritische bijdragen vanaf 1945

 

1930

De roode vaan

Front

De Vlaamse Gids

Vooruit

Totaal

Andrejew

-

-

-

-

-

B. Bjørnson

1

-

-

-

1

Blasco Ibanez

-

-

-

-

-

C. de Coster

2

2

1

4

9

Cervantes

-

-

1

-

1

Dante

1

-

1

3

5

Dostojewski

6

7

4

17

34

A. France

-

-

-

-

-

Garborg

-

-

-

-

-

M. Gorki

2

2

1

5

10

K. Hamsun

-

3

-

1

4

H. Heine

-

-

-

1

1

H. Ibsen

-

-

-

-

-

J. Jørgensen

-

-

-

-

-

S. Lewis

2

1

-

1

4

Lie

-

-

-

-

-

Multatuli

1

1

-

6

8

L. Pirandello

-

-

-

-

-

R.M. Rilke

1

-

-

2

3

U. Sinclair

3

2

1

4

10

S. Streuvels

-

3

3

7

13

R. Tagore

-

1

-

1

2

L. Tolstoï

1

1

2

2

6

K. van de Woestijne

-

2

1

6

9

F. van Eeden

-

-

1

3

4

E. Verhaeren

1

-

1

-

2

Von Suttner

-

-

-

-

-

W. Whitman

-

1

-

3

4

E. Zola

5

2

-

13

20

 

De gegevens weerspiegelen het aantal kritieken waarin de auteurs minimaal één keer werden vermeld.

 

 

Bijlage 3: Geniaal… maar met korte beentjes, een vergelijkend overzicht

 

De volgorde van de opstellen in Geniaal… maar met te korte beentjes (1969) vergeleken met de publicatiedata in bladen en tijdschriften.

 

Volgorde

Titel

Oorspronkelijk in

Volgorde

1

Hendrik Conscience en ‘De Leeuw van Vlaanderen’

De roode vaan  27 juni 1946

2

2

Zetternam

De roode vaan  25 juli 1946

3

3

Urbain van de Voorde over poëzie

Tijd en mens december 1952

21

4

Twee vrienden

De Vlaamse gids september 1950

12

5

Stijn Streuvels: beroering over het dorp

Front 13 februari 1949

8

6

Walschap schrijft over Streuvels

Front 20 oktober 1946

5

7

Walschap: salut en merci

Vooruit 9 april 1955

26

8

Walschaps sociale inzichten

Front 8 september 1946

4

9

Willem Elsschot: het dwaallicht

De roode vaan 16 mei 1946

1

10

Willem Putman

De Vlaamse gids februari 1949

9**

11

Van Duinkerken

De Vlaamse gids februari 1949

10**

12

Marnix Gijsen

De Vlaamse gids februari 1949

11**

13

Telemachus in het dorp

De Vlaamse gids mei 1951

13***

14

Wolfijzers en schietgeweren

De Vlaamse gids mei 1951

14***

15

Voor de avond valt

De Vlaamse gids juni 1948

6*

16

De man die zijn haar kort liet knippen

De Vlaamse gids juni 1948

7*

17

Vertrouwen in Van Hoogenbemt

De Vlaamse gids december 1953

24

18

De Amerikaanse roman overtroefd

De Vlaamse gids februari 1954

25

19

Roerloos aan zee

De Vlaamse gids maart 1952

20

20

Van de ‘Eendejacht’ naar de ‘Jacht op Bea’

De Vlaamse gids september 1953

23

21

‘De Isengrimus’, in vertaling van prof. dr. Van Mierlo

De Vlaamse gids november 1951

19

22

Waar is de eerste morgen?

Vooruit 24 december 1955

27

23

De dichter Ben Cami

Vooruit 21 december 1951

15

24

De dichter Marcel Wauters

Vooruit 28 december 1951

16

25

De dichter Albert Bontridder

Vooruit 5 oktober 1951

17

26

Remy C. van de Kerckhove

Vooruit 26 oktober 1951

18

27

Bij Gaston Burssens ‘Pegasus van Troja’

Vooruit 27 december 1952

22

 

* De kritieken verschenen oorspronkelijk samen onder de titel ‘En toch winst?’. De romans van Demedts en Daisne werden besproken samen met werk van Van Aken en Ram. Het oorspronkelijk artikel werd verknipt en slechts gedeeltelijk opgenomen in de verzamelbundel. De roman van Demedts werd ook besproken in Front van 8 augustus 1948; de tekst is gedeeltelijk identiek aan de bespreking in De Vlaamse gids. Het werk van Daisne werd door Boon ook besproken in Front van 1 februari 1948, maar de tekst is niet identiek aan de recensie in De Vlaamse gids.

** De kritieken verschenen oorspronkelijk samen onder de titel ‘Drie auteurs… en toch drie uitersten’. De kritiek werd verknipt en ingekort.

*** De kritieken verschenen oorspronkelijk samen onder de titel ‘Grote mannen, en hun dorp’.

 

 

Bijlage 4: De bijdragen in De roode vaan geanalyseerd aan de hand van het model van Boonstra

 

Datum

Werkelijkheid (1)

Auteur (2)

Werk (3)

Lezer (4)

Andere werken (5)

8.10.1945

Bij een dubbele datumvermelding wordt enkel de eerste geciteerd

Wij beseffen het, wat gij ginder gezien hebt was iets zoo schromelijk dat gij er niet over zwijgen kunt.  3

Indien ge integendeel voor u zelf hebt uitgemaakt dat ge uw boek moet schrijven […] , in dat geval moogt ge uw boek schrijven. 4

Laat het dan geen mislukt, geen half-en-half boek zijn. 3

Maar, schrijf daar geen boek over waarbij wij ons… het spijt ons… slechts ergeren kunnen. 3

 

12.10.1945

Hij zingt, hij dicht, in zuivere woorden weet hij uit te beelden wat de massa voelt maar niet uit te spreken wist. 7

Hij voelde dat zoo, en kon niet anders of hij moest het neerschrijven. 7

Het moet niet steeds volgens “de regelen der kunst” zijn… om kunst te zijn. 7

Nochtans ware het een goed ding dat deze gedachten in stilte opgeschreven, bekend geraakten en gemeengoed werden voor alle arbeiders. 8

 

15.10.1945

[…] het is een roman van het leven. 11

[…] herlees het dan nog eens speciaal, alleen voor zijn scherpe aanklacht tegen deze maatschappij … 12

[…] honderden figuren duiken op, maken plaats voor anderen, naarmate hij hen in zijn boek noodig heeft. 11

Het is spannend als een avonturenboek, als een film. 12

[…] zijn juist geziene, met twee [,] drie woorden geteekende, beelden … 12

Aangrijpend is het verhaal van Pierre Charadain … 11

Aangrijpend is de jacht naar petroleum … 11

Aangrijpend is de wroeging en de angst van den meestergast … 11

 

16.10.1945

 

Maar, laat ons eerlijk zijn. 14

 

Het geval zèlf interesseert ons, als lezers, als schrijvers. 14

Lawrence noemt een kat een kat […] Doch in dat zwartboek zijn er de katten bijgesleurd … 13

18.10.1945

Een literatuur moet de spiegel van haar tijd zijn. 17

Hoe was het mogelijk dat een deel onzer schrijvers […] de nazi-overheersching aanvaard hebben … 17

Een schrijver moet slaan, desnoods snijden… 17

Hij moet in zijn werk zichzelf geven, volkomen. 18

Zij hebben slechts ontspanningsliteratuur gegeven. 17

 

 

23.10.1945

 

Hij […] heeft politiek doorzicht. 25

Maar hij geeft dat te romantisch weer, te langdradig en te kleurloos, om kunst van de bovenste plank te zijn. 25

En tevens tracht hij de taal der literatoren na te bootsen. Dat is verkeerd. 26

 

[…] een goed volksboek, niet zoo levendig als Hans… 25

24.10.1945

 

 

Zijn brief is opstandig, hard, verbitterd. […] Zôô had hij zijn boek moeten schrijven. 27

 

 

25.10.1945

Wij moeten aan de problemen denken die de geesten hier en elders bezighouden. 29

 

En zij zouden vergeten dat de grootste dingen op de eenvoudigste manier kunnen, en moeten, gezegd worden.

29-30

 

 

26.10.1945

Maar het gaat niet om het verhaal, dat in den grond absurd is, grotesk… 31

Van de eene bladzijde naar de andere splinteren de ideeën los… 31

De taal is sprankelend zuiver… 32

Immer opnieuw geeft de schrijver u van de zweep, schopt hij u tegen de schenen. 32

Er wordt daar […] de draak gestoken op een manier zooals gij het nergens in Vlaanderen weten doen hebt. 32

30.10.1945

[…] de aktualiteit die hij geeft zal immer aktueel blijven. 35

Hij is bitter […] hij gelooft eigenlijk in niets meer. 36

 

 

Niemand hier bij ons heeft zoozeer de kern der dingen aangeraakt. 35

5.11.1945

De schrijver, de schilder, de kineast, het zijn menschen die doorheen hun eigen oogen naar de wereld kijken. 44

[…] zei Elsschot mij dat ik een der personnages […] aan mijn politiek ideaal opgeofferd had. 43

Wat techniek aangaat, de werken van Zola […] zijn haast volmaakt van techniek. 43

Een werk dat het volk een stap verderbrengt […] zal, altijd, te verkiezen zijn boven de ijdele techniek… 43

Ook het [volk] heeft de plicht zich wat inspanning te getroosten. 44

 

9.11.1945

[…] zoo beziet een groote literatuur de dingen in haar werkelijke verhoudingen, in haar wereldverhoudingen. 51

 

 

 

Is het logisch dat wij, een boek besprekend dat hier ten onzent verschijnt, een anderen maatstaf nemen dan voor een boek dat in den vreemde verschijnt? 51

12.11.1945

Over alles wat de schrijver in Duitschland gehoord, gezien en ondervonden heeft, weet hij alleen maar onbelangrijkheden te vertellen. 55

 

[…] hij vult zijn bladzijden met “cliché’s” die hij in andere boeken opgeraapt heeft. 55

 

 

16.11.1945

 

Zonder enkele andere bedoeling dan de getrouwe weergave van het gebeurde… 63

[…] in klare eenvoudige woorden het relaas tracht weer te geven van zijn belevenissen. 63

 

 

19.11.1945

 

 

Er is een nieuwe, misschien Amerikaansche, vorm… 68

 

 

20.11.1945

 

Hij zal een nieuwe vorm scheppen als dit voor zijn nieuwe ideeën […] doelmatiger is. 69

 

 

 

23.11.1945

Zijn Germinal is het leven van de mijnwerkers, en alhoewel het nu ik-weet-niet-hoelang reeds geschreven is, zou het een boek van vandaag kunnen zijn. 78

 

 

 

 

26.11.1945

 

Walschap was indertijd een katholiek schrijver, maar omdat hij waarheden dierf zeggen [,] werd hij uit hun bibliotheken geweerd. 82

 

 

 

27.11.1945

Hij raakt meedoogenloos den kanker aan: de kleinheid en onbevoegdheid onzer officieelen… 83

 

In zijn knappe, en zeer vinnige, journalistenstijl… 83

 

Hij schrijft gemakkelijk […] zoodat men aarzelt zijn werk te gaan vergelijken aan [met] die andere, schitterende, oorlogs-reportages… 84

20.12.1945

 

 

Gij hebt, kameraad de schrijver, een boek gebaard, dat nogal langdradig is… 101

 

[…] daarbij weet gij niet dat hij Balzac, en terecht, een veel groter schrijver genoemd heeft. 101

31.12.1945

De literatuur […] is een produkt van haar tijd. 113

 

 

 

[…] terwijl zij op hààr beurt de samenleving beïnvloedt en tracht te veranderen. 113

 

5.01.1946

 

En verder stelt hij, Huysmans, veel te veel belang in het magische. 121

 

Nu bestaan er ook boeken. Ze zijn een licht, ze zijn een zon. Soms. 121

Spreek mij van de ellende, maar toon mij aan hoe de ellende kan verwijderd worden. 122

 

8.01.1946

Ik denk aan al die duistere bladzijden […]  het zijn de uitspattingen van een fin-de-s[iè]cle… 127

Ga naar de grootstad, de hospitalen […] en ge botst op Dostojewski. 127

[…] is hij naar mijn meening nog een beetje te veel den mystieker… 127

 

 

[…] men zal [Là-bas] lang vergeten zijn als Raskolnikof nog steeds HET boek zl [zal] genoemd worden… 127

10.01.1946

 

[…] Zetternam die in zijn tijd al een revolutionair […] was, en dus over sociale problemen heeft geschreven. 129

 

 

 

15.01.1946

 

 

 

[…] een boek, is dat niet een lampje van den geest? 135

 

19.01.1946

Het is nooit eens “echt” wat deze […] personages beleven. 139

Er is zelfs […] een ontbreken van menschenkennis. 142

De schrijver […] heeft zich niet te luisteren gelegd om aan zijn hart het hart van de wereld te voelen kloppen. 144

 

[…] de personages zijn niet uit zichzelf gegroeid, maar naar een ontworpen plan uitgewerkt. 140

[…] dat Vermeylen […] het faillissement heeft willen geven van een intellectueele bourgeoisie… 143

Dat er soms woorden meesterlijk geplaatst staan. 139

Voortdurend komen er herhalingen in voor… 140

[…] dat de schrijver op sommige bladzijden het boek niet boven het peil van een doodgewoon romannetje kan getild   krijgen. 141

 

[…] zeer nauw verwant aan het proza van Roelants. 142

22.01.1946

De literatuur van de jonge Amerikanen […] is een stukje van onze literatuur geworden, omdat wij dezelfde nooden en problemen en verlangens hebben. 145

 

 

[…] ons daarna, striemend, het leven toont… 145

 

24.01.1946

 

Moest hij een dichter zijn, een echte, hij zou voortdoen al stond de hele wereld op om hem te verslinden. 147

 

 

 

26.01.1946

[…] dat de ideeën onzer schrijvers weerklank vinden in het gemoed en den geest van de menschen overal elders. 151

Het is […] een valsche voorstelling. 153

Dit boek is dan, in wezen, een ontsnappen aan de werkelijkheid. 155

 

Onze schrijvers zijn […] “verliteratuurde” menschen. 152

Het behoort tot het goede recht van den schrijver im- of expressionistisch, neo-romantisch of surrealistisch te zijn. 154

 

 

[…] noem hen in één adem met Hemingway, Huxley, Faulkner, enz. en de opgeschroefdheid ervan zal u aanstonds tegen de borst stooten. 151

Zijn techniek is deze, door de jongere Amerikanen reeds toegepast… 153

En hier komt tot uiting dat Daisne’s wereld, evenals de wereld van Boon, Van Aken, Lampo, te klein is. 155

29.1.1946

 

 

[…] vloek en ween en klaag aan en heb geen schrik van een taalfout… 157

 

[…] en zullen wij gelukkig zijn om uw boek… 158

 

31.1.1946

 

 

 

En wat de literatoren daarna weten te zeggen of te zwijgen heeft niet zooveel belang. 159

 

2..2.1946

Abel is de zoon […] van een tweeduizend jaar kristene beschaving… 171

Er is veel levenskennis in dit boek… 172

Hij ziet het leven, hij ziet de ellende… 171

Zoodat Gholaerts, wat den vorm betreft, eigenlijk een tweedelig werk wordt. 170

Hij ziet plastich [plastisch], en hij vergeet dat het voor veel menschen moeilijk is om de idee te onderscheiden… 171

[…] er ontbreekt een logische lijn midden de verwarring… 172

 

 

Dat Boon den invloed van Walschap ondergaan heeft [,] is vanzelfsprekend niet te loochenen… 169

6.2.1946

[…] laat ons nooit vergeten dat wij met ons twee voeten op den grond staan… 174

Laat ons af en toe eens met ons zelf [onszelf] lachen, want anders worden wij onverdraaglijke despoten. 173

 

 

 

8.2.1946

 

[…] veel meer nog hou ik van […] die doodgewone mensen gelijk gij en ik [,] die almeteens behoefte voelen om naar de pen te grijpen… 175

Ik heb altijd van die boeken gehouden , [] waarin alles […] gezegd wordt met woorden die blinken lijk geslepen edelsteenen… 175

 

 

9.2.1946

Zal hij steeds blijven een omschreven levensverhaal […] of – wat grooter gezien – een weergeven van den bloei, groei en verval eener onderneming, fabriek, stad, samenleving? 177

Iets toch verwachten wij van den roman, vermoedend, wetend zelfs, dat hij aan een bepaald doel in onze maatschappij zal te beantwoorden hebben. 177

Nu is er ook nog iets meer, dat, buiten het plastische element, in onze literatuur ontbreekt: het filmisch zien. 180

 

 

11.2.1946

Het is de geschiedenis van een meisje dat in Parijs op een bank zit… 181

 

[…] de slingerende zinnen zonder punten of komma’s […] van wat hier in werkelijkheid zoo schoon voor mij ligt te stralen. 181

 

 

13.2.1946

En ze beschrijft het milieu met den eenen: Place du Combat. 183

 

[…] niemand die iets gaat vertellen dat hem regelrecht uit het hart komt [,] neemt geen nuttelooze woorden mee op sleeptouw. 183

 

 

22.2.1946

 

In een onverdraaglijke roman weet de onverdraaglijke schrijver ALLES […] laat eens iets aan het toeval over. 187

 

 

 

25.2.1946

 

 

Als gij reeds uw roman aan het schrijven zijt, herzie hem dan seffens en doe er alle nutteloze omschrijvingen uit weg. 193

 

 

27.2.1946

 

 

Het zijn de woorden die tellen, die hun gewicht in de schaal werpen, en niet de tierlantijntjes. 195

 

 

1.3.1946

 

[…] dat de doodgewoonste dingen in dit leven, de schoonste avonturen worden als ge ze opschrijft in een boekje. 198

 

 

 

2.3.1946

 

[…] die in Heineke Vos onze […] [gluiperigheid] aan de kaak stelde. 199

 

 

Waar dan de twee ouderen niet meer voor de laatste rangschikking in aanmerking kwamen, bleven slechts de jongeren over. 200

2.3.1946

 

Er is een liefde voor de gemeenschap […] een opstand tegen onrecht en verdrukking. 204

Herman Van Snick heeft […] den moed gehad de dingen te bezingen die ons aller hart en geest beroerd hebben. 203

Helaas, hij schreef verder zijn kostbaar gepolitoerde zinnen… 203

Het ‘aftelliedje voor Poolsche Bengels’ is in den eenvoud der woorden schrijnend van medevoelen. 204

 

Nu zal men misschien zeggen dat Van Snick een late, en ietwat bezonkener, volgeling is van Van Osta[ij]en. 205

9.3.1946

 

[…] men heeft ons op school bloemlezingen in handen gestopt […] Lampo moet deze opstellen, deze lessen vergeten. 214

[…] de taal iets te gekunsteld om waarachtig te kunnen zijn… 213

Hij blijft immer onbewogen […] het verhaal langs wel afgebakende […] wegen leiden. 213

Het doet pijnlijk aan voor iemand uit het volk, wij voelen ons bekeken als een merkwaardigheid uit het circus. 215

Af en toe ziet men wat Lampo worden kan als hij de lessen der Van-Nu-En- Straksers […] overboord zal gooien… 214

11.3.1946

 

 

Ziet ge hoeveel dingen ze allemaal zegt zonder er een enkel woord aan te verspillen? 217

 

 

23.3.1946

Een boek kan nooit een gaaf werk worden als het de meest waarachtige dingen van het leven negeert… 235

Er is bij onze schrijvers een gebrek aan belangstelling voor wat er rondom ons gebeurt. 235

Hij is niet noodzakelijk een foto- of registreertoestel. 235

[…] want een schrijver mag in het verzamelen van feiten en levenskennis haast geen erbarmen kennen… 236

 

 

 

6.4.1946

[…] men overal elders in de literatuur het dorp begint te ontdekken. 251

Hij heeft mededoogen, maar dat belet hem niet harde waarheden te zeggen. 254

Maar zonder de storende gewesttaal die veel bladzijden van Buysse minder genietbaar maken  [maakt]. 251

De eigenaardigheid bestaat hierin dat eenzelfde gebeurtenis twee  [,] drie keer verteld wordt, maar bekeken doorheen de oogen en gedachten van verschillende personnages. 253

Hij heeft in een taal die sprankelt van kersversche uitdrukkingen  […] ons het dokument der Duitsche bezetting  [Bezetting] gegeven. 254

 

Jean-Louis Bory ontdekt het Fransche dorp zooals bij ons Cyriel Buysse dat gedaan heeft… 251

Eenzelfde techniek heeft William Saroyan gebruikt in Sterren en Strepen… 253

8.4.1946

[…] de mensch, met verstand begaafd en de wetten doorgrondend, is over deze wetten nog geen meester. 255

 

[…] het boek Genesis – dat het eerste deel is en in symbolische woorden het ontstaan van de wereld en het leven weergeeft… 255

En af en toe zullen er woorden staan, duister en op het eerste zicht wat onbegrijpelijk… 255

 

 

10.4.1946

Het is eveneens een dichterlijke omschrijving van hetzelfde onderwerp. 257

 

 

 

En nog veel meer andere dingen die ge ontdekken kunt, niet met over deze bladzijden heen te vliegen… 257

En nadat ge het boek Genesis gelezen hebt […] kunt ge misschien Daàh, de eerste mensch, van d’Haraucourt, lezen… 257

11.4.1946

 

 

[…] welke bladzijden hij van een aangrijpende mooiheid wenscht te noemen… 262

 

Maar Van Aken is geestiger, en verstandiger, dan L.B. in den tijd. 262

12.4.1946

[…] zijn de bijkomstigheden onzuiver en onjuist… 269

Het is het werk van een baanbreker, van een revolutionnair… 269

 

Maar  wat het voornaamste is, gij hebt leeren zelf denken, zelf ontdekken en opbouwen. 270

Daarin zult ge het zelfde [hetzelfde] lezen van wat ge in de bijbel gelezen hebt… 269

20.4.1946

 

[…] dat ge vooral het toeval een groote rol moogt laten spelen in het boek dat ge aan het schrijven zijt. 277-278

 

 

 

25.4.1946

[…] al het ons opgesolferde goud bleek slechts wat valsche munt te zijn. 281

 

Er volgt een opgeblazen en haast niet te ontrafelen dialoog… 281

 

 

27.4.1946

 

O ik zou willen dat gij in uw boek niet alleen met het toeval rekening hield, maar tevens met alles wat op het eerste zicht ondoorgrondelijk schijnt. 283

 

 

 

3.5.1946

 

[…] een boekje met kranteknipsels… […] O, en dit alles met een beetje spirite [spirit] in een vorm geplakt! Ik begin er morgen ook aan. 287-288

 

 

 

7.5.1946

En de schrijver […] gebruikt  verdomd goed zijn oogen om ons de groeienden angst te beschrijven… 289-290

 

 

[…] ge leest met spanning, met afschuw, met verontwaardiging jegens die domme bijgeloovige maatschappij… 289

[…] lees dat boek uit de achttiende eeuw, en ge zult u gelukkig voelen omdat men ook dan nagels met koppen durfde te slaan. 290

 

9.5.1946

[…] dat Robinson Crusoe, evenals het Pestjaar, een sociale roman is. 291

Een eerlijke schrijver staat op en zegt de waarheid… 291

 

 

Zoo is het gegaan met Robinson Crusoe, met Gulliver’s reizen […] met de legende van Ulenspieghel en Lamme Goedzak… 291

11.5.1946

 

 

En wat een taal, wat een vorm, wat een inhoud! 298

Zij werden immers geschreven […] om  op de achterste pooten te gaan staan… 297

 

14.5.1946

Daarna hadden wij den inhoud. En daarom mocht niets dat menschelijk is, ons onbekend gebeleven zijn. 299

 

Eerst en vooral de taal. […] Dat was tààl, geen woord te veel of te weinig, maar nuchter en juist-gepast… 299

 

 

16.5.1946

Het kan veel meer worden als ge het u omringende leven onder de knie hebt. 301

[…] tast naar de diepte van het leven […] maar met het besef dat gij niet te kwetsen of te dooden hebt, maar wel integendeel te verzorgen en te genezen. 302

Het is maar een bitterklein […] iets, als gij alleen de techniek van de taal beheerscht. 301

 

 

16.5.1946

 

Nog immer heerscht de wet van het oerwoud. 305

Zie, daar staat Elsschot weer te lachen, maar achter zijn lach staan de oogen vol diepste medelijden… 305

[…] in dat gesmeedijzeren proza van Elsschot… 303

Uit den eenvoud van het verhaal, ontdaan van elke drukdoenerij… 304

En alleen deze Laarmans, dit eigen verhalende “ik”, wordt ontleed… 305

Het verhaal laat u te diep ontroerd achter… 304

Boven alle toeval[l]ige mode[s] groeit zijn werl uit tot het weinige dat in onze literatuur van blijvende waarde is… 306

23.5.1946

En zijn opmerkingen raken den kern der dingen aan. 315

Doel: de ervaring die de schrijver, diepaanvoelend, overdenkend, verworven heeft en noodzakelijk acht de hem omringenden mee te deelen. 313

[…] iemand die de waarheid liefheeft, en die stikken zou moest hij deze, zijne, waarheid niet kunnen uitschreeuwen. 316

Hemingway is een realist, [] die de dingen neemt voor wat ze zijn. 317

Middel: de toevallige en veranderlijke vorm. 313

Voor wien de klok luidt is een boek dat met een houthakkersbijl geschreven werd. 314

Hoe weinig geeft hij er om dat ergens de een of andere herhalig staat… 314

En het contra zal zijn, dat wij in Voor wien de klok luidt, de roman, te veel de vrucht der reportage zien. 316

 

En dan komt een boek van Hemingway al deze bezwaren, [] die ge jegens den roman begon te koesteren, wegvagen. 314

30.5.1946

 

 

Allereerst een taal die zuiver en eerlijk is… 323

Voortdurend, en noodeloos, verspringt het verhaal nu van dekor naar dekor. 325

Het laatste hoofdstuk mocht, geloof ik, weggevallen zijn. 326

 

Weinigen zijn er onder ons die zulke scherpe pen hanteeren… 324

6.6.1946

 

Laten wij eerbied hebben voor het leven, en het niet verminken of bekladden met valsche breedsprakerigheid… 332

[…] het zijn doodgewone berichten; of anekdoten… 332

 

 

 

13.6.1946

 

En vooral, het orgaan zijn dat een plaatsruimte schenkt aan de revolutionnaire kunst… 343

 

 

 

20.06.1946

Wij hebben het allen over de ontvoogding van den arbeider gehad [.] 355

Laat ons […] realistisch, nuchter, de dingen bekijken. 353

[…] waar hij van uit historisch-materialistisch standpunt de groote figuren […] ontleedt. 356

 

Een boek dat in zijn eigen taal geschreven werd, spreekt niet tot hem. 353

Tegenover de vlammende, de leven-ademende gedichten van zijn eigen groote dichters staat hij vreemd. 354

 

27.06.1946

Zoo schenkt hij nauwelijks aandacht aan het hem omringende leven. 366

Hij sloot de oogen voor een dubbele realiteit… 364

Die den strijd van het proletariaat als zijn strijd aanzag… 365

[…] zelf romantieker en sentimentalist zijnde… 365

Hij was een zedepreker in plaats van een zoeker naar de waarheid. 367

[…] schreef Conscience nog steeds zijn werken in de zeer poovere techniek… 364

Zijn taal is de taal der oude ridder-verhalen… 365

Zeker, hij leerde zijn volk lezen. Maar hij leerde het tevens braaf zijn. 364

Maar als hij iedere omslachtige zin […] uit zijn werk weerde, om de minsten onder de minsten te kunnen bereiken… 367

Het oogenblik dat Balzac stierf […] was Conscience 28 jaar, schrijvende zijn Leeuw van Vlaanderen… 364

[…] reeds boven hem uitstijgend, staat zijn tijd- en landgenoot Zetter[n]am… 365

De nuchtere rede […] die zijn groote tijdgenooten, Balzac [,]

Dostojewski e.a., bezitten, ontbreken hem geheel. 366

In een zelfde volkstaal hekelt de Reynaert de grooten en machtigen… 367

19.7.1946

 

Hij was een bijzonder fel criticus der moderne maatschappelijke toestanden… 387

 

 

Karl Kraus’ omvangrijk pamflet tegen de oorlog was het enige werk van literaire betekenis, dat tijdens de eerste wereldoorlog zoowel in Duitsland als in Oostenrijk werd geschreven. 388

25.7.1946

[…] te eenvoudig om gefantaseerd te zijn… 391

En wat hij beschreef was de harde droeve werkelijkheid… 392

Zijn werk was de voorbode van wat een eerlijke kunstenaar te geven heeft: een zich vokomen uitsprekend hart en geest en gemoed, als het moet tegen alle wetten en [de] maatschappelijke orde in. 392

[…] het gaat Zetternam nog niet in de eerste plaats tegen het systeem, maar meer tegen hen die het systeem vertegenwoordigen. 394

[…] zijn romantische bouw, zijn pathos […] en de houterige gesprekken… 393

Zeker, ook hij ontsnapt niet aan de algemeene manier van voorstelen, [] die zijn tijd eigen was. 394

 

[…] zijn boeken alléén […] hebben een uitgesprokene realistisch-sociale strekking. 392

Wij ontbreken een paar Zetternam’s […] om stoute mannentaal te mogen hooren… 393

 

5.12.1946

[…] langs Claude om, de geschiedenis van Boom en het er voetvattend socialisme… 406

Hij toont de mens zoals hij is… 407

[…] dat Van Aken een zwak heeft voor heroïsche figuren… 408

Het andere was een te lange inleiding… 405

[…] is deze hele geschiedenis van Steenklamp’s zoon overbodig in het verhaal… 406

[…] een knap staaltje van techniek-beheersing zijn de laatste bladzijden… 407

Maar het derde deel, dat de gezichtshoek van het meisje moest zijn en dit NIET is… 408

Van Aken toont ons aan dat wij verstard, onvolledig en halfslachtig geleefd hebben… 407

[…] na zijn Duivel vaart in ons te hebben vergeleken… 404

Hij kent de gang der Amerikaansche letteren en heeft zich dit ten nutte gemaakt… 404

[…] dat hij niet alleen een verteller is, zoals wij er in Vlaanderen genoeg gehad hebben, doch dat hij daarbij hersens heeft… 406

18.01.1947

Tevens is het […] feit dat onze literatuur, iedere dag wat meer, haar stof gaat ontlenen aan maatschappelijke verhoudingen… 412

De schrijver moet het recht veroveren zich in zijn werken volkomen te mogen uitspreken. 411

[…] zijn toevlucht nog steeds tot dergelijke maskerades nemend. 412

[…] dat het vermomde kunstwerk van vroeger, zonder deze vermomming, geen kunstwerk zou zijn geweest... 413

 

 

 

 

Bijlage 5: De bijdragen in Front geanalyseerd aan de hand van het model van Boonstra

 

Datum

Werkelijkheid (1)

Auteur (2)

Werk (3)

Lezer (4)

Andere werken (5)

25.8.1946

Hemingway had op zijn tocht doorheen Spanje slechts het door de republikeinen nog vastgehouden deel gezien… 7

Over het […] veroverde gebied zegt hij niets… 8

En tevens is iedere mens vrij van er een mening op na te houden, en voor die mening uit te komen. 8

Uit naam der vrijheid durven wij niet doen… 8

[…] dat men in het boek […] de vrucht der reportage ziet. 7

 

 

1.9.1946

 

Gewapend met die scherpe pen… 11

Zoals Schepens hierin eerlijk het koren van het kaf scheidt… 11

[…] is zijn geest helder […] zijn hart is daarom niet minder mild en vol begrip. 12

[…] een te zeldzame heldere studie is, zonder de dorre opsomming… 12

[…] zo warm en vlot is het geschreven. 12

 

 

18.9.1946

 

Het is een schoon ding als in Vlaanderen een schrijver zich begint te kwellen met sociale en economische problemen. 18

 

 

 

22.9.1946

De moeilijkheden waarmede onze [links-georiënteerde, rvdm]  pers […] te worstelen hadden, blijven onverminderd bestaan: Zondagspost verdween. 19

[…] de bladen en blaadjes integendeel krioelen, die de reactie dienen… 20

[…] velen onder onze schrijvers leden ontberingen, spaarden stuiver na stuiver om hunne gedachten in boeken en tijdschriften te kunnen verkondigen. 19

[…] dingen zijn waar een  waarachtig en anit-bloed-en-bodem kunstenaar maling aan heeft… 21

 

 

 

6.10.1946

Maar deze kleine stationnetjes, deze spoordijk, en vooral deze mensen: het is ons landschap, het zijn onze mensen. 25

 

Uit de eenvoud van beide verhalen, ontdaan van elke drukdoenerij… 23

Eenzelfde kille en duistere atmosfeer wordt in beide verhalen opgeroepen… 24

[…] de eigenschap om met een zeldzaam juist woord iets, en alleen dat iets, te tekenen. 25

 

In tegenstelling met Van Aken’s werk en schrijftechniek wordt alleen de Laarmans… 24

Van Aken is iets trager, iets zwaarder van aanhef. 25

Een waarachtig, zuiverder […] literatuur dan al wat tijdens de oorlog verscheen… 26

20.10.1946

Als ik […] tegen […] wens op te komen […] gebeurt dit vooral en bovenal tegen de machten die een zo noodlottige invloed op ons sociaal, economisch en cultureel leven konden uitoefenen… 27

Dat men van de mens een willoos werktuig gemaakt heeft… 28

Nu is het ee feit dat het nazisme van gisteren, [] en de zwartste reactie van vandaag, [] deze houding en deze kunst aanmoedigen. 29

[…] en voor hem betekende de natuur: de lucht, de aarde, de bomen, de beesten en de MENSEN. 28

Streuvels[’] ‘mensen’ zijn willoze werktuigen omdat Streuvels een willoos werktuig was. 29

Maar het onloochenbare feit blijft dat hij de ogen gesloten hield… 29

De oppositie van Walschap is een verkeerde oppositie. 30

Wat door [onder] vrijheid moet verstaan worden, is in de eerste plaats de vrijheid van de schrijver in zijn werken dat aan te vallen wat het geluk der mensen in de weg staat… 31

 

 

Dat hij geen invloed heeft ondergaan van Tolstoj… 27

27.10.1946

Wij hebben nog een en ander te leren van Van Gogh, die de dingen […] naar de natuur ‘schreef’… 36

Aanvangend met de niet te weerleggen stelling dat in […] alle literatuur de gedachte niet zo mooi ma[a]r zo juist mogelijk dient uitgesproken te worden… 33-34

Geen enkele komma, want de geoefende ogen van de schilder waren te vlug… 34

Hier geen goocheltoeren, maar een plastisch zuiver beeld… 34

Dat is perspektief-schrijven. 35

 

 

3.11.1946

Johan Van der Woude brengt ons zijn boek Arnhem [,] het relaas van ooggetuigen… 39

Hij zegt in zijn boek wat de stad voor haar bewoners betekende… 40

De studie van Johan Van der Woude, die in alle omstandigheden zichzelf blijft… 42

De stijl […] is de stijl van de zich beheersende Hollander, sober en fijnzinnig… 41

Het onderwerp […] vroeg een misschien andere taal, een meer levensechte, een diepbewogener. 41

 

Maar het heeft over het hoofd gezien hoe juist het kleine menselijke detail, dat bijvoorbeeld de Amerikaanse en de Russische oorlogsreportage kenmerkt… 42

8.12.1946

[…] weliswaar steeds van totaal andere zijde bekeken, maar toch alle hun bodem en voedsel vinden in diezelfde steenbakkerijen van Boom. 55

Hij toont de mens zoals hij is… 56

[…] dat Van Aken een zwak heeft voor heroïsche figuren… 57

 

Van Aken toont ons aan dat wij verstard, onvolledig en halfslachtig geleefd hebben… 56

Hij heeft zich de Amerikaanse letteren ten nutte gemaakt zonder er het eigen wezen bij te verliezen. 56

[…] dat hij niet alleen een VERTELLER is, zooals wij er in Vlaanderen genoeg hebben… 56

15.12.1946

 

Want al wat naar vondsten, technische knepen […] zweemt, is uit den boze voor hem. 61

[…] zijn boek wil geen “kunstwerk” zijn… 62

En beter is het dus de mensheid […] te redden in plaats van zich met ijdel spel in te laten. 63

[…] dit knap staaltje van woordspeling… 61

En van detail’s [details] gesproken, het boek van Grub wemelt er van, het is er een buitensporige opeenstalpeling van. 62

Hij is uitgebreid en uitgebreid, maar hij is dit om de kleine man het lezen […] te vergemakkelijken. 63

In het eerste deel van Lode Tendelle wordt er gepraat en gepraat [,] alleen met het doel de lezer het “denken” te vergemakkelijken. 65

 

29.12.1946

Een boek maakt het bilan op van zijn tijd… 67

[…] moet de kleine man uit deze erotische verhalen, die men de twijfelachtige naam van “mop” geeft, zijn eigen code en bijbel en catechismus samenstellen, van al wat men NIET aan noodzakelijke kennis meegegeven heeft. 69

Maar dat hij de realiteit geweld aandoet, om de realiteit weer te geven, dat kan ik hem  […] niet vergeven. 72

Het voornaamste werk is: het volk die eeuwenoude angst om [voor] eeuwenoude onzin uit het hoofd te praten. 70

[…] is zijn misplaatste en gemakzuchtige zin voor romantiek. 71

Wij hebben nog op vele plaatsen de realiteit te ontdekken. 71

 

Iemand […] die zoiets in een boek verwerkt met de brave gedachte iemand nuttig te zijn, schrijft tendenswerk… 69

Zie Charles de Coster’s Ulenspiegel, zie Swift’s Reizen van Gulliver… 69

Bij Sinclair en bij Grub staat de tendens in de beste kamer en moet de kunst de borden afwassen. 70

12.1.1947

En in de gesprekken die  deze Duitser voert, zien wij met ongewone scherpte Duitsland getekend worden. 80

 

Met een tot het uiterste gedreven soberheid – die haast té schraal, té naakt, beklemmend aandoet… 79

Het hele boek is symbolisch opgevat. 79

 

 

19.1.1947

[…] het is het bilan van de […] gemoedsgesteltenis hier in ons land. 83

Dit is een hard boek, een kaakslag aan de “gerechtigheid” in dit land… 86

[…] zoekt Van Hoogenbemt[…] uiting te geven aan dat wat hem aan [met] zijn medemensen verbindt. 83

[…] en dat in zeer zuiver proza de dromerige herinneringen van een jeugd gaf. 83

 

Geen “spielerij”, geen klucht, geen verhalen van de paster en de koster en de smid… 84

[…] deze bladzijden […] compenseren voor Vlaanderen een grote rest van onbenulligheidjes. 85

[…] dat […] Winst en Verlies een mijlpaal en een ommekeer is in onze Vlaamse literatuur. 86

23.3.1947

[…] dat zijn tot het uiterste doorgedreven realiteit, eigenlijk géén realiteit meer is… 99

Het is een niet te weerleggen feit dat hij […] een beeld schenkt van de mens in het oerwoud-der-grootstad… 99

Een zekere ontuchtige geest heerst onder veel individuën [individuen]. 101

Maar wel wil ik een debat aangaan voor of tégen a-sociale [asociale] werken. 95

Hij wil ook bij de lezer als [voor ] een denker doorgaan. 97

Maar er is erger, Miller is een a-sociaal [asociaal] wezen. 100

 

Het is geen “ik”-verhaal… 96

[…] het onsamenhangend verhaal… 98

Steeds maar vertellen en vertellen in die roes zonder einde, zonder begin, zonder draad of houvast. 98

Dat wij in onze boeken een schonere maatschappij hebben aan te tonen, als een voorbeeld voor iedere lezer. 101

In plaats van dan een boek te schrijven zoals Dostojewski [,] zoals Lawrence het zouden gedaan hebben… 96

Daardoor vervalt zijn werk in het tegenovergestelde uiterste van wat in alle andere romans verzwegen, of tot een minimum werd herleid. 98

22.6.1947

In Goya’s werk herinneren zij u nog voldoende aan het leven zelf  […] maar een woord kan een beeld oproepen dat u er u intgendeel verre van verwijdert. 119

Ik heb me altijd door Baudelaire aangetrokken […] gevoeld. Aangetrokken door dat geniale, dat totaal nieuwe wat hij de wereld te brengen had. 118

Het is een her-zingen; waarbij het oorspronkelijke dichtwerk niet verraden wordt, maar geholpen en aangevuld. 120

Is dat haast niet letter na letter, woord na woord vertaald? En toch is de zin er van een levend ding gebleven. 121

 

Haast van strofe tot strofe, en van penseelstreek tot penseelstreek, kan men het werk van deze beiden groten vergelijken. 118

[…] mag er boud beweerd worden dat Decorte zijn voorbeeld overtroffen heeft. 119

[…] de vertaling van Decorte, haast als een eigen gedicht dat wedijvert met het origineel. 121

6.7.1947

Harry Brown diende als gewoon soldaat in het Amerikaans leger, en wat hij dan vertelt is een geschiedenis zonder pretentie, over een kleine oorlogsgebeurtenis zoals er honderden zijn voorgevallen. 130

En dat, []  hij,  - want hij is niet alleen een knap reporter in de dop, doch ook een handig zakenman als het moet – wenst rekening te houden met hare majesteit “film”. 132

[…] in een aangrijpende eenvoud de dingen te tonen… 130

Maar  toch is een boek wat meer dan een knappe reportage. 133

Iemand die van een boek meer verlangt dan een knap verhaal alléén […] moet zich onvermijdelijk beginnen afvragen of er dan nooit eens een boek komt dat wat méér is. 131

[…] wat wij verlangen is eigenlijk “een klap in het gelaat”, iets dat ons wakker schrikt… 133

De zaak zal wel zo ineen zitten, dat iedere Amerikaan, die in deze oorlog wat beleefd heeft en zich daarbij in staat voelt er een boek over te schrijven, rondneust naar wat reeds verschenen is, en wat succes heeft gehad. 132

27.7.1947

 

En tevens vertelde hij dat hij geen fantasie had, en slechts beschreef wat hij werkelijk had bijgewoond. 149

Gij zijt allen mijn broers, dat is de overheersende idee bij Elsschot. 149

 

 

[…] Villa des Roses, een boek dat in de Vlaamse literatuur onopgemerkt bleef… omdat het alles overtrof wat tot dusver was verschenen. 145

2.11.1947

Onze tijd wil en bemint heroïsche biographieën. In het werkelijke leven echter… 164

Want Zweig weet het minst bekende detail… 167

[…] de feiten aansleurende literaire zwoeger… 163

Telkens opnieuw zien wij dat de wereldhistorische beslissingen… Dit wil ons Zweig aantonen… 164

 

 

 

Onder de auteurs, [] die het genre der geromantiseerde biografie beoefend hebben, heeft niemand het meesterschap van Stefan Zweig bereikt. 163

16.11.1947

 

Want het eens zijnde met Aragon, dat het realisme het voornaamste richtsnoer moet zijn waarlangs onze kunst evolueren zal, komt het er op aan zich een duidelijker beeld te vormen van wat met “realiteit” omschreven dient te worden. 173

De realiteit moet steeds opnieuw ontdekt, en aan onze geest opnieuw aangepast worden. 175

 

 

 

30.11.1947

Wat wij missen zijn kinderboeken, [] waarin de verhoudingen worden weergegeven van een “normaal” kinderleven. 181

Lisa Tetzner […] gaat van het standpunt uit dat er in onze wereld allerlei problemen zijn, [] waarvoor ook de kinderen eenmaal zullen komen te staan. 182

Een spannend en aangrijpend boek. 183

 

 

11.1.1948

[…] verdroomdheid waarachter de angst voor het leven schuilt. 199

[…] nergens zien wij in het boek iets van waarachtige grieven… 200

[…] een opzettelijk verwringen van ware toedrachten. 200

[…] geen enkel woord gehoord over honger en diefstal, omkoperij en schande… 201-202

Waar anderen zich in de eerste plaats om de vorm zullen bekreunen, schijnt mij de vorm een minder voorname plaats te bekleden… wat niet wil zeggen dat ik de vorm loochen, want een kunstwerk, [] dat in zijn begrensdheid volmaakt wil zijn, moet de driehoek van geest, gevoel en techniek omspannen. 196

Ik ben verheugd omdat onze jonge schrijvers zich niet meer tevreden stellen met een verhaaltje… 198

[…] is het integendeel de plicht van de schrijver om het hoe en het waarom te onderzoeken… 199

[…] iemand die geschiedenis in zijn verhaal omvat mag geen willekeurige verdraaiing der feiten ten beste geven, ten voordele van een politieke gedachte. 199

[…] de waarheid en niets dan de waarheid, zover het in mijn macht ligt die te achterhalen. 203

[…] opgeschroefde en zelfs holle woorden… 200

 

En de vorm van dit werk is dan wat men noemt “Walschapiaans”. 197

25.1.1948

[…] dat zijn werk niet meer een pogen tot ontsnappen aan de realiteit is… 213

En laat ons nu eens, met wat woord “oorlogswinst”, niet denken aan het smerigste dat er ooit onder de zon is te zien geweest… 213

De schrijver [is] […] een uitbeelder van de noden en tekortkomingen, zo [zowel de] geestelijke als materiële der massa. 213

[…] dat hij vooral zijn “artistieke weerzin” overwint en een ernstige studie maakt van het onderwerp dat hij behandelen wil. 216

[…] schept hij met brio de gestalten van Vlaamse werkman of Vlaamse boer… 215

Een uitzonderlijk mooi stuk proza… 218

 

 

[…] schijnt het een monument te zullen zijn […] zoals dat … door hun onmacht … door onze schrijvers nog niet kon worden behandeld. 215

1.2.1948

Want al schept de schrijver rondom zich een hele wereld van personnages, het eigen “ik” blijft steeds het voornaamste, waarrond zich de wereld beweegt… 220

[…] angst voor de werkelijkheid… zowel reële als magische werkelijkheid. 221

[…] hij was, in zijn vorig werk, de zeer eerlijke die alles op de weegschaal neerwierp. 220

Maar in het schrijversschap [schrijverschap] is geen compromis met zichzelf mogelijk, noch met de omgeving, noch met de gemeenschap. 222

[…] zeer boeiend geschreven… want de spanning mindert geen enkel ogenblik… 223

Een verhaal met drie toppen, drie dagen uit dit smartelijk verscheurd leven. 223-224

[…] wij de lezers […] verlangen alleen de zuivere brandstof. 220

 

1.2.1948

[…] maar vooral heb ik iets tegen deze realistische onjuistheden… want de kapitalist heeft het niet zo rustig, ook hij strijdt om het behoud van zijn bezit… 228

Zonder diepe aanvoeling, zonder éénheid tussen gemoed van de dichter en de zang die hij neerschrijft, wordt geen poëzie geboren. 228

Nu geloof ik dat het meer in de bedoeling van Buyens lag, aan te tonen dat een sociaal lied meer belang heeft dan elk hoogverheven rijm… 228

[…] laat het dan over werkelijk wraakroepende toestanden zijn […] en breng dat dan in een vorm die elke poëtische versbouw missen kan… 229

Maar de zangen van Buyens zijn inderdaad ook “poëtisch” onvolkomen. 227

 

 

Tientallen brave heren pastoors hebben in poëtisch onvolkomen zangen God geloofd… op hun manier stond dat eveneens in een teken van strijd… 228

8.2.1948

 

 

[…] dan merken we in de eerste plaats hoe de bouw schromelijk werd veronachtzaamd. 231

Wij onderscheiden er duidelijk drie verschillende werkwijzen, drie veschillende vormen van romanbouw… 231

Huxley tracht ons in deze eerste periode aan te tonen dat er iets in onze maatschappij verkeerd loopt…

Huxley is weer meesterlijk geweest om ons fouten aan te tonen… 235

 

29.2.1948

Dit is de korte inhoud van Van Aken’s laatste roman, waarin hij de verbittering van deze naoorlogse tijd tracht weer te geven. 238

[…] dat er bij zijn talent, bij zijn technische vaardigheid, een diepere studie van het te behandelen conflict ontbreekt. 242

Want een roman omvat iets méér dan grondige stielkennis, dan techniek alleen… 239

Alleen is dit technisch goede voorstellen op zichzelf niet voldoende om een roman over hedendaagse problemen op te bouwen. 239

Deze ene draad van het verhaal wordt afgebroken voor een andere… 237

Wij kunnen in Van Aken’s werk een weergaloze knapheid van voorstellen bewonderen. 238

De schrijver is ongewoon handig in het langs verschillende zijden bekijken van een gebeurtenis… 239

 

Leg het naast veel ander[e] dingen die ten onzent verschenen, dan is dit niet een boek naast een ander boek: het steekt er ver boven uit [bovenuit]… 241

21.3.1948

En deze nieuwe vorm van leven is het, die reeds in het bestaande kunstwerk kan uitgebeeld worden. 245

Hij voelt de gevaren aan die de massa bedreigen zullen, zoals hij bijvoorbeeld veel dieper dan anderen de ondergang aanvoelt van deze – inderdaad, kapitalistische – maatschappij. 244

 

 

 

8.8.1948

Vele zijner helden zijn spoken… 260

Trouwens, moest een lezer zo onfatsoenlijk worden even haar rok te lichten, dan zou hij geen knie, doch alleen maar lucht zien. 261

Doch nu ziet men dat er in het werk van Demedts zelf een grote troosteloosheid heerst, maar dat zijn katholicisme hem eveneens geen poort tot het geluk opent. 261

[…] hij heeft een boek geschreven om aan te tonen dat niets zin heeft… 262

Steeds herhaalt de schrijver… 259

En dan, almeteens zijn er de bladzijden der inspiratie, de toppen… 260

[…] dat is het juist wat wij van een schrijver verlangen: zeg ons iets, schop ons wakker... 261

 

5.9.1948

Ik verweet Buyens dat zijn sociale verzen iedere waarachtige grondslag misten […], geen contact hadden met de werkelijkheid. 264

[…] dat het inderdaad velen in ontzettende mate mangelde [mangelt] aan werkelijkheidszin. 266

[…] dat wij kunstenaars nodig hebben die hun verantwoordelijkheid weten op te nemen, en een taak vevullen die de maatschappij van hen eist. 263

[…] dat de werkelijke kunstenaar steeds met de realiteit begint… 264

De kunstenaar is de seismograaf die iedere menselijke en maatschappelijke trilling neerschrijft. 265

 

 

 

5.9.1948

 

[…] dat het “betogen” niet absoluut noodzakelijk was. De schrijver registreert DATGENE wat de kleinburger ervaart… 270

 

Hij toont aan dat onze schrijvers niet meer voor een groepje ingewijden “goud moeten smeden”, doch weerklank vinden in brede lagen als zij  het sociale element tot het hunne maken. 269

 

19.9.1948

Ik weet niet of het later zal blijken dat deze jeugd werkelijk zo is geweest, als deze schrijver het aantoont. 278

Doch het is een boek waarbij men moet waarschuwen voor de persoonlijke opvatting van de schrijver. 278

Door deze aaneenschakeling van onbelangrijkheden , van onbenulligheden, van leegheid en gemelijkheid… […] door deze opeenstapeling… 277

Het is een boek […] dat u plots de afgrond van het Nihil opent en uw rustig stromend bloed verkillen doet. 277

[…] dachten wij het te bespreken als een nihilistisch werk, min of meer aanleunend bij Sartre’s existentialisme. 275

26.9.1948

Zijn personage is hij niet bij machte weer te geven zoals het eigenlijk hoort… 280

En wat bijgeloof is weet ge ook, hij kletst het allemaal dooreen… 280

[…] ook de schrijver werkt onder het waakzaam oog van de pastoor. 279

[…] hij geeft ons liever extra’s die niets met zijn werk te maken hebben… 280

[…] als het past komt de schrijver te voorschijn en orakelt hij er maar op los… als hij er echter niets van snapt verbergt hij zich achter zijn held… 281

[…] in een in stukken gekapt proza, vol uitroepen van een schrijver-dorpsfilosoof… 280

 

 

3.10.1948

Berkhof heeft 800 bladzijden proza geschreven, en daarin geen enkel waar woord… 286

 

 

[…] en het enige wat deze mensen dus onder “literatuur” verstaan, is de hoger aangehaalde opsteltoon. 284

[…] het wordt een zeurig vertelsel… 284

Doch het is pas op bladzijde 194 dat het verhaal eigenlijk begint… 284

 

Want ge hebt het reeds zo dikwijls gelezen… neen, wacht, ge hebt het niet gelezen, ge hebt het gezien in de film. 285

[…] komt het, inderdaad, langverwachte einde van het boek. Einde van de U.F.A.-film. 286

3.10.1948

[…] de aandoenlijke beschrijving, te eenvoudig om gefantaseerd te zijn… 289

En wat hij beschreef was de harde droeve werkelijkheid, die hijzelf aan den lijve voelde. 290

 

Hij sloot de ogen voor een dubbele realiteit. 287

[…] hij kan slechts getuigenis geven van zijn braafheid en zijn onderdanigheid. 288

[…] wat een eerlijk kunstenaar te geven heeft: een zich volkomen uitsprekend hart en geest en gemoed… 290

De taal van Conscience is de taal der oude ridder-verhalen… 288

Zeker, hij leerde zijn volk lezen. Maar hij leerde het tevens braaf zijn. 287-288

[…] reeds boven hem uitstijgend, staat zijn tijdgenoot Zetternam… 288

Het nuchtere onderzoek, de rede  […] die zijn grote tijdgenoten bezaten – o.a. Dostojewski en Balzac… 288

Zijn boeken, in tegenstelling met [tot] de letterkundige producten… 290

10.10.1948

 

[…] de soms al te persoonlijke kijk van de samensteller – vooral een verlangen om een soort Nieuw christendom te verbinden met de socialistische gedachte… 295

 

 

 

17.10.1948

 

Laat ons minachten, [] wat wij tot nog toe hebben voortgebracht, en laat ons verbeten voortarbeiden… 302

 

 

 

24.10.1948

 

[…] de schrijver heeft ons dit leven aan de zelfkant willen aantonen om er zijn erbarmen te kunnen over uitspreken. 305

[…] een eerlijk mens die alleen de dingen tracht weer te geven die hijzelf heeft ervaren… 305

[…] en nu hij deze wetten der poëzie verbroken weet, buitelt en springt hij in zijn verhalen rond. 304

[…] waarom dan niet al die dingen weergeven alsof wij de film van haar leven zagen… als hij toch reeds had gezegd “dat de dingen voorbijschoven gelijk in een cinema”? 305

 

Van Leeuwen kent inderdaad deze dingen, zoals Baekelmans ze ons lang geleden heeft verteld… 303

Hier bereikt hij een hoogte die Baekelmans niet heeft gekend.

14.11.1948

Ik raadde hem tevens aan daarbij rond zich heen te kijken… 314

Het was een haast getrouw relaas van zijn wedervaren gedurende de eerste oorlogsdagen… 315

[…] een gezonde levensopvatting, een ruim sociaal voelen, een samenhorigheidsgevoel… 316

Ik geloof dat er, tot het schrijven van een boek, in de eerste plaats een drang en een noodzaak zal moeten zijn. 317

Er is geen eenheid. Er is geen organische groei. 317

 

[…] zoals trouwens in nog andere details de invloed van Zielens blijken mocht. 315

9.1.1949

Het is nooit eens echt… 329

[…] de personages zijn niet uit zichzelf gegroeid, maar naar een ontworpen plan uitgewerkt. 330

[…] dat de schrijver […] het faillissement heeft willen geven van een intellectuele bourgeoisie. 332

Voortdurend komen er herhalingen in voor… 330

[…] dat de schrijver het boek op sommige plaatsen niet kon getild krijgen boven het peil van een doodgewoon romannetje… 333-332

Er is ook geen eigen stijl zoals wij die kennen uit De Wandelende Jood… 332

 

[…] zijn beschouwingen over het gemoedsleven zijner helden, zijn zeer nauw verwant aan het proza van André Gide. 332

30.1.1949

Walschap’s laatste boek echter is een belediging, en een lastering, aan en van het Verzet. 335

 

 

 

Walschap is niet de eerste Vlaamse schrijver, [] die de Weerstand als thema neemt […] maar hij is de eerste die het in averechtse zin doet. 335

13.2.1949

 

Hij zag er de mens als een klein en nietig wezen [,] in de greep van hogere, en sadistische machten. 338

Hij spreekt er van “het gehuchte”, en “de eendere gang der dagen”, zoals in al zijn vroegere boeken. 339

[…] de enige verontschuldiging die men voor zulke werken kan aanvoeren, dat zij mooi werden geschreven, deze verontschuldiging mist zelfs hier alle reden van bestaan. 340

 

[…] dat Streuvels onze grootste beschrijver van het land was, en wij vergaten er zelfs Cyriel Buysse bij. 337

Wij meenden in dit werk eenzelfde idee te vinden als ook door Jacob Smits werd gedeeld… 338

Toch is het, m.i. méér dan heimatkunst, méér dan werk van b.v.b. Knut Hamsun of Giono. 339

27.2.1949

Zo vergat hij nooit de “hel” waarin de mijnwerkers leven, [] en waartussen hij was grootgebracht. 342

Lawrence wou opnieuw de betrekkingen met het aardse leven aanknopen en in ere herstellen. 341

Maar zijn werk is tevens een strenge aanklacht tegen de moderne beschaving… 345-346

 

 

Evenals het werk van James Joyce is het werk van Lawrence gewaagd en uitdagend… 341

6.3.1949

En herinner u hoe Mexico inderdaad plat werd gelopen en in de asse gelegd… 348

Greene heeft oog voor de andere zijde der medalie. 348

Greene, die zich als katholiek niet kan ontmaken van de voorstelling… 349

Toch is Greene geen katholiek zoals de katholieken dat zelf wel zouden willen. 350

 

 

 

13.3.1949

Kisch heeft de gave om onbevooroordeeld verwarrende details van onze verwarde wereld een betekenis te geven. 355

Maar bovenal is hij criticus van de sociale toestanden, strijder tegen ellende en domheid. 352

Hoe geestig en boeiend, en vooral hoe gevat, weet Kisch voor ons geschiedenis te schrijven… 352

 

 

20.3.1949

[…] en niets is er te bespeuren van wat in het werkelijke leven aangrijpt en ontroert… 361

 

Eigenlijk is het deze kleine Rebecca die het verhaal vertelt. 358

Maar de lezer […] zal het misschien af en toe wat te omslachtig vinden… 358

 

 

3.4.1949

Nu moet ik zeggen dat deze gedachte typisch is voor de moderne jeugd, en de dichter uitspreekt wat anderen voelen en denken. 367

De dichter zal dus bewogen zijn door al wat het hart en de geest, het bloed en de zenuwen der anderen in het algemeen heeft beroerd. 365

De dichter moet zich zoveel mogelijk verrijken met alles wat de wetenschap aanbiedt. 366

De God van deze dichter heeft de wereld gemaakt om zich te vermaken. 367

[…] de verzen van hem worden vrijer en groeien naar het proza toe. 364

[…] en dat hij, aan de andere kant, te veel aan het rijm heeft geofferd en dus niet vrij genoeg was. 364

[…] te lukrake en te willekeurige beelden en symbolen… 366

[…] zijn tekort ligt in het kiezen der beelden… 367

[…] zinledige woorden die rijm en rythme hadden te dragen. 369

 

De dichter grijpt in het wilde weg. Niet alleen Gezelle en Van Osta[ij]en, maar tevens Van de Woestijne en zelfs Wies Moens. 368

17.4.1949

 

Hij kan schrijnend zijn en bitter… 377

De poëzie van Van Snick is scherper geworden… 375

[…] komt zijn poëzie tot ons als een dagbladknipsel op maat en rijm gezet. 376

 

Hij kan naar het voorbeeld van Goya en Bosch de hel oproepen… 376

[…] we weten er de diepe ondertoon welke onze meeste dichters mimssen. 378

24.4.1949

 

 

[…] zijn taal die zwaar en kunstmatig werd gepend. 379

[…] de logge vorm en zegging, die steeds kunstmatig en gewild blijft… 380

 

En grauw wil niet zeggen dat het, zoals bij Ben Traven… […] Of ook wil het niet zeggen dat het, zoals bij Faulkner… 379

[…] en waarin zijn meester, Knut Hamsun, uitmuntte… 379

17.7.1949

 

 

Een poespas, een… jawel, tuchteloze constructie. 420

 

[…] er is een realisme dat vreemd aandoet midden de romantische bombast van Conscience, De Laet, Rens en Van Duyse. 420

3.6.1950

 

 

 

 

Een Noorse roman, maar gelukkig met een meer sociaal thema dan we het in Noorse romans gewend zijn. 440

12.8.1950

Geen levensbeschrijving maar een tijd[s]beeld. 441

 

 

 

 

23.12.1950

 

 

De stijl van Melville is rijk aan beelden… 446

 

 

 

 

Bijlage 6: De bijdragen in De vlaamse gids geanalyseerd aan de hand van het model van Boonstra

 

Datum

Werkelijkheid (1)

Auteur (2)

Werk (3)

Lezer (4)

Andere werken (5)

Januari 1948

enfin, de wereld + de rest + dat danseresje moet steeds opnieuw worden ontdekt… 4

ik kan […] de schitterendste gedachten krijgen, maar ik kan ze niet behoorlijk uitspreken of moet er eerst een beeld voor zoeken. 4

 

 

en dat ik werkend fouten maak, ik weet het: doch dat ook de anderen dat doen is mij geen troost… 4

ik ben geen willem die reinaert […] maakte […] ik ben geen françois villon… 5

Februari 1948

Oorlog, bommen […] het is allemaal aan hem voorbijgegaan. 8

[…] niet HET oorlogsboek, niet het boek van de bloedige strijd der  tegen elkaar aanbotsende ideologieën… waaronder de kleine man, gij en ik en de hele wereld, half en heel verhongerd raakten… 15

[…] ik lees een boek omdat ik benieuwd ben hoe anderen het hebben klaargespeeld… 7

[…] ik heb geredeneerd, gevoeld en gezeverd juist gelijk die kleine man het deed. 8

Wapengekletter, middeleeuwen, bombast: Vlaanderen. 9

[…] mij interesseert alleen het hoe en waarom der dingen. 9

[…] de grens van de Amerikaanse roman is in de breedte de film… 11

 

[…] allen spreken op diezelfde plechtstatige toon, met een welverzorgd rhythme… 10

[…] het is DE vorm die… vanzelfsprekend met DE inhoud er bij… HET oorlogsboek kon gegeven hebben. 11

[…] hij moet dus alle mogelijke filmische elementen bevatten… 12

Twee halve boeken dus, en niets om ze mee aaneen te lijmen tot een behoorlijk geheel. 14

Om een stemming […] te vertolken, nadert hij stilaan op zijn sokken… 14

Deze wandeling in de zon moet iedere Amerikaan wijsmaken […] dat niemand sterft, dat de oorlog tenslotte door de Amerikanen gewonnen wordt… 12

[…] het is een boek dat als waarschuwing tegen fascisme en oorlog geschreven werd… 14

[…] lees 10 Amerikaanse romans en tel eens op… 12

Het is de tot roman verwerkte reportage à la Harry Brown. 13

Plus daarbij zijn de figuren van Rex Warner figuren van Henry Moore… 14

Juni 1948

Trouwens moest iemand zo onfatsoenlijk worden even haar rok te lichten, dan zou hij geen knie, doch alleen lucht zien. 20

Alhoewel een schrijver de werkelijkheid vermengt met een dosis fantasie… 23

[…] dat er bij zijn talent […] een diep[e]re studie van het behandelde onderwerp ontbreekt. 26

[…] op de vlucht slaand voor harde en nuchtere feiten... 27

[…] de grepen uit het werkelijke leven. 29

[…] dat er in het werk van Demedts zelf een grote troosteloosheid  heerst, maar dat ook zijn katholicisme hem geen poort naar het gelijk opent. 21

Hij heeft een boek geschreven om aan te tonen dat niets zin heeft… 22

Alhoewel een schrijver zich in zijn boek volkomen moet uitspreken… 23

[…] want een roman is iets méér dan stielkennis… 23-24

Maar, in het schrijverschap is geen compromis mogelijk… 27

De fout van de schrijver is, dat hij gezegd heeft: zo en zo moet mijn held worden… 30

Steeds herhaalt hij ons dat die en die zo en zo is… 19

En dan, almeteens zijn er de bladzijden der inspiratie... 20

Ge kunt in Van Aken’s werk een weergaloze knapheid van voorstellen bewonderen. 23

Het was niet nodig nog vele andere bijkomstigheden te herhalen en te blijven herhalen… 25

Niet alleen zeer boeiend geschreven… maar ook zo ontroerend geschreven… 28-29

Een verhaal met drie toppen, drie dagen uit dit smartelijk verscheurd leven… 29

[…] als er iets gekleurd wordt is het steeds in zijn hevigste toon. 30

En dan, nadat het een boek over achterlijk Vlaanderen is geweest, wordt het almeteens een boek over Transvaal. 31

[…] dat is het juist wat ik van een schrijver verlang: zeg mij iets, schop mij wakker… 21

Dostojewski geeft […] totaal verschillende menstentypen naar ziel, geest en lichaam. De anderen geven dat niet. 17-18

Als de levenshouding van Demedts […] dan is de levenshouding van Piet Van Aken… 22

Maar… dan zaten we reeds in de gebieden die Dostojewski omvatte. 29

[…] dat zij, de heldin, de bloedende vinger van de held kust, à la Walschap… 31

September 1948

Ik wou alleen beweren, dat er dus geen “realisme”, geen “trap van Steen” was… 34

Zijn personage is hij niet bij machte weer te geven zoals het eigenlijk hoort… 35

800 bladzijden proza, en daarin geen enkel wààr woord… 41

[…] hij kent de maatschappelijke verhoudingen […] maar hij sluit de ogen en verkoopt grijnzend een grapje. 44

 

Ik verlang niet a priori dat in  elk boek fabrieken en hongerlijdenden voorkomen… 33

[…] ook de schrijver werkt onder het waakzaam oog van [de] pastoor. 34

[…] alhoewel het er dus niets mee te maken heeft, geeft hij nog een extra… 36

[…] als het past komt de schrijver te voorschjn en orakelt hij er maar op los… als hij er echter niets van snapt verbergt hij zich achter zijn held… 37

[…] de schrijver heeft ons dit leven van de zelfkant willen aantonen om er zijn erbarmen te kunnen over uitspreken. 46

[…] een eerlijk mens die slechts dingen weergeeft die hij zelf [hijzelf] heeft ervaren… 47

Het is een in stukken gekapt proza, vol uitroepen van een schrijver-dorspsfilosoof… 35

[…] zij kunnen een goed schoolopstel maken, doch geen goed proza schrijven. 39

[…] het wordt een vertelsel in een doogewone zeurtrant… 39

Doch het is pas op bladzijde 194 dat het verhaal eigenlijk begint… 39

[…] er zijn de lichte zomernachten en de vreemde namen der steden, die aan het proza die bekoring van het uitheemse geven… 42

[…] en nu hij deze wetten der poëzie verbroken weet, buitelt en springt hij in deze verhalen rond… […] Helaas, ook aan proza zijn wetten en regels verbonden. 45

Waarom […] deze dingen niet weergegeven of wij de film van haar leven zagen? 47

 

En ik herinner mij eenzelfde situatie in de Druiven der Gramschap… 37

[…] ge hebt het niet gelezen, ge hebt het gezien in de film… 40

[…] komt het, inderdaad, langverwachte einde. Einde van de U.F.A.-film. 41

Fritiof Nilsson […] geeft ons ditmaal geen trilogie te slikken, zoals al zijn broers… 41

[…] ver beneden de Leeuwentemmer… want het mist de gerefouleerde vertedering en de schrijnende humor van onze Elsschot… 42

[…] de schrijver kent inderdaad deze dingen zoals Baekelmans ze ons lang geleden heeft verteld… 45

November 1948

Hij leefde in een tijd dat de dingen waarschijnlijk nog niet zo ingewikkeld waren. 51

Hij geeft alleen de voornaamste types van bewuste dwazen… 51

[…] dat het alles om bekende namen gaat, om mensen en monsters waarover wij in de oorlogskranten hebben gelezen… 60

Hij weet dat de dingen die hij beschrijft, van alle tijden zijn geweest… 61

Dit boek […] wil bewijzen dat de dwaasheid van de mens […] het eeuwige tekort is waardoor het genie struikelt en valt. 51

En had nu Erasmus niet de bedoeling gehad zijn lof der zotheid te publiceren, dan zou hij openlijker, giftiger, dodender, zijn mening hebben neergeschreven. 52

Wreed, omdat het ons de mens der 20ste eeuw toont als barbaar, een zedeloze… 57

Erasmus […] hoopt de wereld […] te kunenn redden… 60

Zodat de idee […] zo kan worden samengevat: zich moraliserend terugtrekken, zich glimlachend onthouden. 63

Want dat zijn boeken die geschreven werden […] uit noodzaak er een te moeten schrijven. 64

Niets heeft zin, ook voor Tolstoï. 66

Hij bindt zich het masker der Zotheid voor het gelaat, en laat dat masker spreken… 53

Bij de vierde of vijfde herlezing is het vanzelfsprekend mogelijk, er in te gelukken deze volzin volkomen te snappen. 55

Want de techniek van de geschiedenis van San Michele verzinkt in het niet bij deze opmerkingsgave, bij deze manier van aangrijpend voorstellen. 59

Anna Karenina echter is het volmaakte boek, waaraan de schrijver heeft gewerkt en gewerkt… alleen als een vakman. 64

Want de kalmte van dit proza is het spiegelvlak der kalmte van de schrijver. 64

Terwijl in de hedendaagse roman deze touwtjes vermeden worden. 64-65

En Malaparte, de zakenman, geeft het publiek wat het verlangt. 57

En eigenlijk moest hij ons verwittigd hebben […] heb niet uzelf, doch de anderen lief, wees goed voor de anderen en ge zult gelukkig zijn. 67

 

Hij is er in gelukt […] de techniek van een der grootste succesboeken de geschiedenis van San Michele natuurgetrouw te copiëren. 56-57

Als men Sartre leest, of Malaparte, of Miller, dan ziet men dat deze schrijvers het vertikken om de dingen […] aaneen te binden met touwtjes. 65

Februari 1949

[…] de biecht, als het ware… van wat in ons arm en dom en achterlijk Vlaanderen omgaat. 74

Allen hebben zij iets van dat overdreven toneelmatige in hun gebaren. 75

Hij beseft zelf dat het alles in een verwrongen atmosfeer leeft… 75

[…] een ontstellend gebrek aan […] realiteitszin. 81

En ik noteer reeds in de rand “self-defence”. 72

Neen, zij voelen het wat vaag en van verre aan, dat hun levenshouding niet was zoals die eigenlijk hoorde te zijn… zij verontschuldigen zich alleen maar… 73

Ik gun de schrijver het goed recht om een verwrongen onwerkelijke wereld op te bouwen. 76

[…] het peilt naar schoonheid en wijsheid, het zint op de vragen omtrent leven en dood. 84

Het is een boek vol uitroeptekens. 74

Dit is geen roman, het is een toneelstuk… 75

Het is niet meer of niet minder dan zonneland-lectuur. 79

[…] ik las iemand die er in lukte om met een ragfijn woordenspel de schrijnende leegte der dingen te omhullen… 83

Er is een ordelijk opsommen van ieder bepaald onderwerp… 84

De geschiedenis van Suzanna werd te veel op zichzelf bezien, en op zichzelf verhaald… 85

Een foutieve roman, waarin de de onderscheidene elementen  te los van elkaar staan… 86

 

Een beetje Claes, een beetje Timmermans… maar vooral veel Walschap… 73

En ik denk aan de maskarades van Bosch… 76

En ge denkt steeds wanhopiger aan het zeer mooie boekje, dat Rilke voor Ellen Key schreef… 80

Juni 1949

We zien het leven zoals dat scharminkel, dat oud vat van levenswijsheid, het ons ontsluiert. 88

Gedaan is het almeteens met het her-ontdekken [herontdekken] van alle dagelijkse dingen… 89

[…] hij is geen scherp waarnemer, doch een plichtsgetrouwe beambte van de literatuur… hij is niet iemand die zich afvraagt of hij nu het essentiële heeft vastgelegd… 94-95

Stephenson dacht ons met getal en omstandigheden te moeten verklaren, hoe en waarom zijn held […] in Marokko verzeild raakte. 98

[…] iemand die “iemand” is in de ogen van de schrijver, en die afrekent met onze maatschappij welke een bedriegerij op grote schaal is. 99

Klein en bekrompen en burgerlijk valt Stephenson de bekrompen burgerlijkheid van Holland aan… 99

Alles wat zij aanraakt begint in haar handen opnieuw te blinken en te glanzen. 88

Dat is niet meer een aaneenschakeling van woorden tot literair mooie zinnen: het is gesmeed ijzer… 88

[…] dit werk heeft iets kunstmatigs… 90

[…] het is in het begin een reisverhaal dat eigenlijk geen reisverhaal kàn genoemd worden, dat een opsommen is… 94

Jo Boer liet haar heldin niet voort aan het woord, en verplaatste daardoor de camera uit haar ongewone gezichtshoek in een alledaagse. 97

Nu zitten we met een boek dat in bladzijden en bladzijden opeenstapelt… 98

Saai en door en droog somt Stephenson op… 99

 

Teveel van wat u in de erfgenaam meesleepte, wordt in melancholie der verzonken jaren literatuur… 90

[…] literatuur waar Heyermans [Heijermans] zich diep voor schamen zou… beschrijving waar Rembrandt en Breughel het hoofd zouden om schudden. 100

Maart 1950

[…] hij geeft de wereld weer zoals hij die, vaag en vlekkerig, ziet. 106

Hij kent zijn sociale geschiedenis gelijk niet één. 113

[…] die ongewone kennis van zaken […] die Sinclair over de auto-industrie kon verzamelen. 114

Er zijn, ook in de literatuur, mannen die zich specialiseren. Net zoals de mannen der wetenschap zich specialiseren, een heel klein deeltje nemen, en dat deeltje onder de loupe houden. 103

[…] omdat ik van mening ben, dat er in de wereld eigenlijk niets onfatsoenlijks is. 104

Er is daar een beperking, [] die slechts op zoek is naar de wetten van het noodlot… 105

[…] ik blijf als de grootste roman het werk aanzien, dat zoveel mogelijk omvat. Ik verafschuw specialisatie… 105

Haar verlangen bestaat er niet in stroomopwaarts te varen, dingen aan te bieden waar geen kopers voor  te vinden zijn… 109-110

Het is een boek met een strekking. Het biedt niet aan, het staat integendeel ten dienste… 115

En het zijn allen types, [] die vlijmscherp getekend staan. 109

Bij Agatha Christie is het alleen een spannend verhaal geworden. 109

Hij weet de dingen een tikje humor toe te voegen. 111

Het is meesterlijk in elkaar gestoken. 114

Het is koopwaar. […] En, als nu ook de koper tevreden blijkt te zijn, dan is alles afgelopen. 107

Maar, wij weten het… het publiek verlangt geen ziel en leven, het verlangt bloemetjes. 110

Het zou met recht en rede de nobelprijs [Nobelprijs] der Courths-Mahlers mogen wegkapen. 111

Genre De witte, genre Bombi Bitt en ik. 112

September 1950

Er zijn in dat boek […] de talloze dingen die veertig jaar geleden […] kenschetsend bleken te zijn, en die de jonge Vermeylen dan ook noteerde. 124

Nog langen wij ons mutske af voor zulke kleppers, die in hun tijd het naturalisme verkondigden… 117

Om de een of andere reden lieten zij allen de oproerige trom in de hoek staan… 118

[…] hoe het enige sociaal voelende element van die tijd – Gustaaf Vermeersch – in een duister occultisme begon af te dalen, en op het zijspoor van het activisme geraakte… 118

Een meubel kan, en moet, buiten zijn speciale rol waartoe het bestemd is, ook nog een andere functie vervullen: het moet door een meesterlijke stielman zijn gemaakt, het moet fraai voor het oog zijn… 122

[…] dat een boek een prijsgeven is van de meest intieme gedachten… 127

De kunst is, voor Vermeylen, een doel om iets te bereiken. Als we daarentegen Johan Doxa van Teirlinck bezien, dan is de kunst daar om zichzelf, dan is de kunst haar eigen doel. 128

[…] dat oppervlakkige dorpsgebabbel van een Uleken. 118

Bladzijden en bladzijden van dit boek zijn tè dor, tè saai, tè verwrongen, gekunsteld en vervelend… 124

En tevens wemelt het zo van gemeenplaatsen… 125

Neen, het grootste deel van dat boek is niet gevoeld. En daarom staat het vol uitroepingstekens… 125

Er heeft in onze literatuur niemand zulke overdadig schone bladzijden geschreven als hij. Maar meestal rijgen zich deze ontroerend schone bladzijden tot een hopeloos zwak, en uiteenvallend boek. 129

Meneer Serjanszoon is een aaneenrijging van wonderbare verhalen… Het is geen machtige bouw… 130

Teirlinck zelf echter wou nadien, nadat het verhaal een einde had genomen, ook nog het einde van dat leven vertellen. 132

Zonder dat geforceerde laatste hoofdstuk is het zo rijk, zo vol, zo schoon… 133

Er is […] nadat ge een boek hebt gelezen, de vraag wat die meneer u heeft willen mededelen. 122

En ook bij Streuvels […] ondanks de invloed der Russen, de invloed van Tolstoï en Gorki… 118

Vele bladzijden van dit boek zijn te vergelijken met bladzijden van Roelants. 127

Mei 1951

 

En met de pijnlijkste zorg […] werd in het klad doorstreept wat in het boek aan de beurt was gekomen… 139

[…] omdat hij de eerste is die de dingen neemt voor wat ze zijn. 142

[…] dat de kunstenaar, in plaats van zomaar juist alles “te moeten”, veel meer “doet wat hij kan”. 144

En al is de hovenier met de beste bedoelingen bezield, als hij [de bloem, rvdm] de vorm doet aannemen welke door hem gegeerd wordt, toch verminkt hij daardoor altijd wat van haar wilde schoonheid. 145

[…] zij zijn inderdaad te burgerlijk geweest; zij hebben deze tuin te veel aangezien als een parkje voor wandelaars… 145

Minne is een wilde bloem en groeit gelijk hij kan… 146

Doch ook is er, vooral en bovenal, een eeuwig blijvende twijfel in hem. 148

Het is een ietwat tè fraai uitweiden, en tè punctueel van naaldje tot draadje te boek stellen. 138

Hij is te traag, te zorgvuldig, te nauwkeurig, te juist. 139

Ietwat te omschrijvend is dit verhaal.  Ietwat, zoals men dat noemt, te cerebraal. 140

Zij hebben iets weg van een laatste slotaccoord […] dat haast heilig tracht aan  te doen. 143

[…] dat alle zinnen van zijn verhalend proza […] zo hortend […] zich ontwikkelen. 149

[…] zien wij op amper zes bladzijden bijna twintig elkaar opvolgende personages, en lopen wij tussen immer wisselende decors. 151

Het is geen proza, het is pinnekensdraad. 151

 

Cyriel Buysse heeft het ons immers zo dikwijls en zo schoon verteld. 140

[…] ook Stijn Streuvels heeft het er over gehad… […] En ook Walschap heeft er een en ander over geschreven… 141

Zij herinneren mij te veel aan alle andere oom-pastoors, [] die reeds door  tal van Vlaamse auteurs in eenzelfde commentaar ten tonele zijn gevoerd. 143

Zoals Burssens met zijn Fabula Rasa boven Ruimte is uitgegroeid, is ook Minne boven het Fonteintje uitgegroeid. 146

Evenwel zou ik kunnen zeggen dat deze zes bladzijden Polderland de honderdvijftig bladzijden Blaren waard zijn. 152

Oktober 1951

 

[…] dat wij in Vlaanderen voornamelijk een literatuur hebben van schoolmeesters, welke vlijtig hun verzen en boekjes schrijven, om […] bij het [M]inisterie van Onderwijs indruk te maken. 155

[…] doch tussen de romanschrijver Louis-Paul Boon […] en tussen schaduwbeeld Boontje […] tussen beiden is een licht verschil waar te nemen. 160-161

[…] aan de eigen naïeve ziel en het eigen besmodderd geweten  toetst hij de ziel en het geweten van dat hem vreemde wezen, dat zich “mens” noemt. 161

 

 

[…] Boon is nu eenmaal Boon, en heeft niets met Saroyan te maken. 160

“Boontje schrijft steeds over Boontje”… wat dan? Miller schrijft steeds over Miller… 161

November 1951

[…] laat het mij voor een ogenblik eens anders bekijken en hem […] als het beeld beschouwen van de kleine man… 164

Beiden zijn zij, Isengrimus en Reinaert, zeer schone en diepmenselijke figuren: uitersten die elkaar moeten aanvullen. 164

[…] hij achtte een rhythmische, nog wel een berijmde vertaling noodzakelijk… 166

Hij verwart “kunstenaar” met “kunstenmaker”… 168

En nog aangrijpender zou het kunnen worden met aan dit Reinaert-epos de bittere en wrede tragedie der Isengrimus-figuur toe te voegen… 164

Het zijn alle korte verhalen, die tot een min of meer samenhangend geheel werden geschikt… 164

[…] dat het, in een vertaling van Nivardus’ Isengrimus, niet zozeer op het rijm aankomt. 168

Trouwens, het vers kan er bepaald niet door. 169

Prof. Dr. van Mierlo, S.J. eindigt zijn boek met de kostbare zinsnede: “Ten slotte wijs ik er met nadruk op, dat deze vertaling streng voorbehouden lectuur is”. 169

[…] almeteens, wordt het vers onderbroken, laat de gemaskerde het eigen gelaat zien, en zegt hij terzijde: “Hier volgen enige verzen waarvoor wij de hedendaagse lezer willen verschonen”. 170

De Roman de Renart is zo weergaloos handig […] de Vlaamse Rei­-naert daarentegen is meer striemend, is zelfs scherper en wreder. 163

Zó Perrot en Willem, en zó nu ook Nivardus. 165

Het is jammer dat van Mierlo net dezelfde fout begaat van alle vertalende geleerden. 167

Slaan wij nu echter de werken van àndere Isengrimus-kenners er op na…

Maart 1952

Het raakt problemen aan, [] die hier bij ons werkelijk eens dienden onder ogen gebracht… ook, al was het alleen  maar om al die andere auteurs eens eindelijk te doen inzien dàt er werkelijk problemen zijn in dit land. 174

Gebeurt het werkelijk dat men het bestaan van God, ja dan neen, wil toetsen aan een moord? 182

En op sommige plaatsen krijgt het daardoor wel iets weg van een puzzle-roman, waar [puzzleroman waarin] niet getracht wordt de werkelijkheid te beschrijven… 184

[…] het is een Vlaams dichter, hij heeft het vooral over de natuur. […] Een anecdote… Het is veel meer de essentie ener ganse literatuur… 173

Men durfde eigenlijk niet over de mens schrijven. 173-174

Maar mij interesseert […] hoe ver het met de onbevangenheid staat, [] waarmede zij elk menselijk probleem durft behandelen. 174

Er is in Walravens […] nog steeds een, hoe is het mogelijk, bepaalde romantische aanleg. 182

Steeds meer kom ik tot de vaststelling, dat er eigenlijk […] twee romans in verwerkt liggen. 177-178

[…] blijkt Walravens in het boek, hier en daar[,] zowat overal, zijn onderwerp vooruit te zijn. 179

Soms laat deze professor Kempadel zich woorden ontvallen die niet door hem kónden gezegd [zijn], maar eigenlijk aan de zich reeds veel verder bevindende Walravens toehoren. 181

 

[…] alleen omdat men er vrijmoediger over de mens sprak, was men ons in het buitenland vóór. 174

Met het boek van Walravens doet bij ons een literatuur haar intrede, [] die van overwegend intellectualistische inhoud is. 183

Net zoals er bij Streuvels een teveel is aan wind en wolken, zouden er bij Walravens teveel beschrijvingen der geestelijke landschappen kunnen komen. 183

Augustus 1952

Bontridder […] slaagt er toch eveneens in door zijn botsingen een sur-realiteit te scheppen, […] die aangrijpender, adembenemender, en “werkelijker” dan de realiteit zelf is. 190

Ik vraag zeer weinig van een gedicht, alleen maar dat het wat “modern” is. 188

Vanzelfsprekend zijn er eeuwige elementen…  […] Ze zijn eeuwig, maar dekken steeds een wisselende inhoud… 188

Ik verwerp geen vers, speciaal omdat het oude beelden bevat. 189

Bontridder echter is de literatuur enkele sprongen voor en achterhaalt in zijn woord […] iets van wat de meer moderne mens reeds aanvoelt. 189

Laat de dichter in beelden uitspreken wat straks de wijsgeer in killer woorden zal hoeven te doen. 191

En ik bedoel niet dat de vorm er zo extravagant mogelijk moet uitzien. 188

Beide beelden botsen in hun wederzijdse onmogelijkheid tegen elkaar aan… 190

En in deze “Gedetineerden” dan, een gedicht van een tiental bladzijden, zitten de beelden nog menigvuldiger opgepropt. 191

Uit de diepten eerst schreeuwen zijn brokstukken van beelden, zijn vreemde woorden in onlogisch verband. 192

Maar… betasten, meten […] het zijn de werkwoorden welke voortdurend, steeds meer en meer, komen opduiken. 194

Het is alleen jammer dat de overhaaste val der laatste verzen dit ongewone weer breken moet. 195

De botsing, de schok der woorden of der beelden, brengt dit schijnbaar onbekende sentiment aan het licht, zoals de boor de petroleum aan het licht brengt. Niet de boor maakt de petroleum, zij brengt haar slechts aan de oppervlakte. 190

Hoe onwaarschijnlijk ook […] moet dit neergeschreven woord toch èrgens […] een echo wekken. 193

 

Maar toch  […] kan “Hoog water”, naar mijn mening, gerust naast het beste worden geplaatst, dat wij aan dichtkunst bezitten. 195

September 1953

Als men De Avonden leest dan weet men zich, pijnlijk, onmeedogend, met de radeloosheid en het cynisme der hedendaagse jeugd geconfronteerd. 202

[…] ik geloof dat hij zich aan zijn schrijftafel gaat zetten, alsof dat eigenlijk een roulette-tafel [roulettetafel] is, - waar hij trouwens heel hoge inzetten durft wagen! 198

Ik vrees dat Claus op de duur die vreemde bokkesprongen […] als het essentiële van zijn arbeid zou aanzien… 198

[…] ik bedoel alleen dat zijn inhoud niet modern genoeg was om deze nieuwe vorm te wettigen. 201

[…] dat de auteur achteraf, bewust, deze gang van zaken verstoord heeft, - enkele vroegere delen tussen de andere inschuivend. 204

Zelfs als romanschrijver eist de dichter in hem een grote plaats op. 206

Er is in deze auteur een dwingende behoefte om ongewoon te zijn, om zich steeds “anders” voor te doen dan de anderen. 207

Ik vrees soms, Claus ergens te zien eindigen bij […] een nogal knappe, maar vooral in het oog springende “manier van het te doen”… 197

Deze truk bestaat er namelijk in, de personages zelf aan het woord te laten komen, de een na de ander een hoofdstuk te laten vertellen… 169

Mon somt alle helden op, […] die in het drama een rol gaan spelen… en hij somt ze bovendien in de goede volgorde op… 200

En zie, alsof het nog niet ingewikkeld genoeg was, is er ook nog een verspringen in  de tijd gekomen. 201

Moeizaam, aarzelend […] moet Walravens zijn bladzijden schrijven. 202

[…] dat er wel een zeker rythme in deze afwisselende hoofdstukken zit… 203

Op twee verschillende manieren, nu eens zo en dan weer anders, bouwt hij zijn boek op. 205

De Metsiers was eenvoudiger, natuurlijker. De Hondsdagen is ingewikkelder en verdorvener. En ik bedoel hiermee louter en alleen de techniek. 211

Hij wil ons bewijzen dat hij altijd nog mèèr kan… 209

Hemingway heeft het reeds lang geleden gedaan. Faulkner deed het eveneens voortreffelijk… 199

[…] ontdoe deze Metsiers van de elkaar afwisselende dialogen, dan hebt ge een inhoud die Buysse ons eigenlijk al geschonken heeft… 200

Als men Roerloos aan zee vergelijkt met de Hondsdagen… 202

Of beter nog had ik het talent van Claus vergeleken met dat van die andere jonge schrijver, Simon van het Reve… 202

December 1953

Zelfs als hij werkelijk bestaande mensen ten voeten uit beschrijft, moet hij ergens falen… […]

Nooit kan de mens zijn medemens volledig betrappen… 214

Het punt waaraan de perspectief van dèze tijd en dèze gemeenschap zal gemeten worden. 223

Hier en daar reeds komt men tot de vreemde ontdekking, dat de roman, zoals men die gewoon is te lezen, niet alleen een vergissing, en een leugen,, maar bovendien ook een jammerlijke mislukking moet worden genoemd. 213

Hij doet niet meer alsof, hij tracht niet door allerlei psychologische en andere trukjes, toch het aanschijn te geven… 214

En voor hem die blijft, wiens meest tedere vezels vastzitten in zijn samenleving, blijft slechts de taak elke bedrieglijke sluier weg te scheuren… 214

Elke romanschrijver moet, in eenzame maar helderziende ogenblikken, zichzelf als een bedrieger hebben ontmaskerd. 216

Voorlopig […] begaat Van Hoogenbemt de vergissing, al wat hij als mens en als kunstenaar heeft gedacht […] door hem gefingeerde personages in de schoenen te schuiven. 216

Hij beschouwt het als een taak, en niet als een literair spelletje. 217

[…] al deze personages, [] welke wij in onze romans uit onze duim zuigen, zijn slechts vogelschrikken… 218

[…] een boek waarin wordt aangetoond hoe het individu door de samenleving in een onhoudbare en leugenachtige posite wordt gedrongen. 221

Nog steeds rest in hem een vage, en misschien wat weemoedige herinnering, aan het experiment Walden. 222

Al wat laf en schijnheilig is […] gaat hij te lijf –  en  tevens weet hij dat het geen zin heeft dit alles te lijf te gaan… 224

Maar Van Hoogenbeemt heef[t] maling aan meesterwerken… 225

[…] zijn heldin speelt haar gewone rol van romanpersonage – maar de schrijver zelf onthult hoe dit personage in zijn geest ontstond, en verband houdt met zijn leven… 219

Ree bestaat slechts, omdat aan haar leven het leven van Andreas kan afgewogen worden… 220

Vandaar het aarzelen, een afbreken, een weer aan elkander knopen van touwtjes. 221

En dat betekent een hoop herhalingen… 221

Nu ligt alles teveel door elkaar gehaspeld als een kluwen. 224

Alleen aan de vorm van het boek ligt het ook, dat vele bladzijden slechts accidentele gebeurtenissen bevatten. 225

 

 

En ook hiertoe is de weg reeds aangeduid: Miller, Genet… 215

Ook hij, zogoed als al onze andere romanschrijvers, vervaardigt lede[n]poppen... 216

Miller heeft deze misleidende en hinderende maskers weggeworpen, en zijn personage “Miller” genoemd – het personage van Kafka heet K… 217

Er is geen andere mogelijkheid om tot het wezen van Vertrouwen in Ree te komen, dan langs de Kapellekensbaan van L.P. Boon. 219

Vertrouwen in Ree ademt de atmosfeer waarin Van Eeden, Howard Fast, en alle anderen die Walden in het bloed hebben gedragen, ietwat romantisch experimenteerden. 223

Februari 1954

Van Aken heeft in zijn boek een beeld geschetst van het Vlaanderen dat worstelt om wat vrijheid, om wat geluk, om wat sociale welstand. 230

En D’Haese, van zijn kant, heeft dit haast niet uit te spreken begeren van tijdens de oorlog willen verwoorden… 230

Ik heb reeds dikwijls genoeg gezegd, hoezeer ik Van Aken bewonder om zijn kennis van het ambacht, om zijn radde pen – en ik heb er dan telkens met een stille wrevel aan toegevoegd, hoe ik wat meer diepte in hem zou willen zien. 228

Ik zou ze elkeen aanbevelen, omdat zij gezonde, zinnelijke en heidense boeken zijn. 228

Het is net of zij zich op een zekere afstand willen houden, en zich niet door hun verhaal wensen te laten meeslepen. 231

[…] in elk geval bezitten zij een gemeenschappelijke manier om mensen ten tonele te voeren, te laten praten… 229

Maar aan de andere kant spijt het mij toch, dat zij in hun stijl en techniek niet méér “Vlaams” zijn gebleven. 229

Maar ook deze herhalingen behoren tot hun techniek. 232

Zo vinden wij deze Maria, van Van Aken, haast voortdurend in de schaduw… 236

Het betekent dat hun werk […] de ganse bouw van hunne boeken naar eenzelfde structuur verwijst. 237

En deze techniek, hoe kunstig ook, wordt dan seffens al  tè kunstmatig. 238

Men weet dat het er vooral op aankomt de toehoorder mee te slepen… 231

Hij overvleugelt Van Aken… 228

[…] dat zij allebei iets “Amerikaans” in hun manier van schrijven hebben. 229

En ik bedoel, Vlaams zoals Brueghel dat was […] zoals Willem of De Coster of Verhaeren. 229

[…] doch herlees even “De Eendenjacht” van Claus, doorblader Het Begeren… 233

[…] èn in het Begeren van Van Aken, èn in de Heilige Gramschap van D’Haese, èn overigens in alle boeken van Steinbeck, Hemingway en de rest. 235

Bij Van Aken is het allerlaatste woord: Zekerheid. Bij D’Haese is het allerlaatste woord: Niets. Dàt is het verschil. 239

 

 

 

Bijlage 7: De bijdragen in Vooruit geanalyseerd aan de hand van het model van Boonstra

 

Datum

Werkelijkheid (1)

Auteur (2)

Werk (3)

Lezer (4)

Andere werken (5)

13.01.1949

 

[…] Van den Vos Reinaerde lezend ben ik tot de conclusie gekomen dat ik niets met Reinaert te maken heb, maar veel meer met Isengrimus… 5

Ik vond dat het einde op niets trok, en dat er veel te veel dingen in stonden die een Elsschot zich niet meer permitteren mag… 4

 

Ik schreef en dichtte […] ook zo een beetje… 3

25.05.1951

Diep uit de middeleeuwen komt de Reinaert tot ons […] nog immer even actueel. 7

Reinaert, beeld van de kleine man die verstandig genoeg wordt… 7

Want hij is waarlijk, en veel mèèr, het beeld van het […] immer opnieuw gefopte volk. 9

 

Zo werd hij om beurt bedrogen door dat drievoudig verbond, de Staat, de Gemeenschap en het Kruis. 8

Het merendeel van het volk moest liever in dèze figuur haar spiegelbeeld, haar “ulen spieghel” hebben gezien. 9

[…] en daarna zijn zangers en dichters gekomen […] die deze verhalen aan elkaar hebben gerijgd. 7

En allen verhalen zij ons van de sluwe vos, en de bedrogen wolf. 7

De figuur die in de loop der eeuwen, [] een glimlach heeft gebracht rond de lippen van de gehoonden en geschopten. 9

Men zegt van Don Quichotte dat hij de ridder is der triestige figuur, doch Isengrinus is de figuur der ten top gevoerde trakgiek. 10

[…] zowel in de Isengrinus van Nivardus als in Willem’s van den Vos Reinaerde… 10

Neen, ik weet in onze literatuur geen enkele figuur, [] die zo wrang, zo pijnlijk… 11

6.07.1951

 

Er is in de Amerikaanse roman iets dat aanlokt, en tevens afstoot. 25

Een  tweede eigenaardigheid van de Amerikaanse roman is, dat zij de roman van de samenleving wil zijn. 26

Het is inderdaad waarheid, dat Faulkner vooral de nadruk legt op de enkeling… 27

Faulkner is wreed, Faulkner is onmenselijk. En dat komt omdat hij de mens te lief heeft. 27

Wie schrijft onder de drang van het schrijven moét het zo doen… het schrijven is dan een worsteling met gedachten die gelijk een vlucht wilde duiven om u heen cirkelen… 28

Het zijn vooral die gesprekken – die u in het begin zo geboeid hebben [-] welke u weldra in de keel blijven steken gelijk koude pap. 25

En ik neem dat boek in handen, en sta verbluft. […] reeds gewoon bij zijn zinsbouw, bij het plaatsen van zijn komma’s en punten. 28

[…] een zin van zeven bladzijden lang, waarbij tien keer vervolgens de gedachte maar de aanloop was voor iets belangrijkers… 28

 

Hoe nieuw zij zich ook bij een eerste kennismaking mochten voordoen, al dadelijk valt u tussen al deze schrijvers een vervlakkende gelijkenis op. 25

En inderdaad, ik weet het, als ge daarnaast de Noorse roman plaatst… 26

Gij hebt invloed van Faulkner, zei men. 26

Het is alleen maar jammer voor James Joyce, waarvan men zegt dat Faulkner er de heilzame invloed van heeft ondergaan… 27

En waar Faulkner zich gegeven heeft gelijk hij was […] hebt gij het éne compromis na het andere gesloten… 29

13.07.1951

Zijn verhalen […] zijn er eigenlijk van wie aan dit alledaagse bestaan ontsnappen wil, onmogelijkheden zoekt te beleven… 32

Hoe grotesk wij ook de dingen voorstellen […] het menselijk element kunnen wij in ons niet loochenen… 32

Het is […] het naïeve en kinderlijk stoeien met een blokkendoos.

Belcampo vermaakt zich met deze blokkendoos… 34

De taal ervan is deze van wie de druk der vaderen heeft afgeschud. 32

[…] die telkens en telkens opnieuw verrassende beeldspraak van Belcampo… 33

[…] de ontstellende manier waarop Belcampo dit weet te suggereren. 34

[…] toch slaagt Belcampo er niet in daarvan een aangrijpend geheel te maken… 35

[…] dat zijn werk, zijn spel, iets van werkelijke betekenis is  voor ons. 34

Het is een vergissing, [] toe te geven aan het publiek… 34

Wat ge in het vervolg over de Nederlandse literatuur ook hebt uit te kramen, als ge er Belcampo niet hebt bijgesleurd, zal uw betoog zonder waarde zijn. 32

20.07.1951

 

Teleurstelling, omdat er tenslotte zo weinig terechtkomt, van al wat een mens zich van het leven voorstelde. Dat is de voornaamste inhoud van Nescio’s werk. 38

“De schrijver bij wie nooit iets gebeurt” noemde ik hem. 38

Het is niet het gebeuren, het is de atmosfeer die u vasthoudt. 38

 

Ontneem deze bladzijden aan de Noord-Nederlandse […] literatuur, en wat blijft er [,] buiten Multatuli, van over? 37

3.08.1951

Wat doen wij met iemand die […] niets van literatuur afweet, maar heel veel van het leven… 44

Neen, het zijn boeken waarin een onthutsend relaas, een biecht, een stroom van overdadig leven en dierlijke instincten te vinden zijn. 44

[…] wat hij schrijft […] kan hij allemaal niet zelf hebben beleefd. 45

 

We kunnen hem op onze gevestigde maat en vorm en orde wijzen. 44

[…] wat doen wij met iemand […] die onze moraal met de voeten treedt, onze wetten aan zijn pederastenhielen lapt, en […] in de eenzaamheid der cel, het in zijn dwaze bol krijgt boeken te beginnen schrijven? 44

Wat hij buiten de cel was, dat is hij ook in de cel gebleven. 47

Hoe een roman gemeenlijk is moet ik u niet zeggen… een afgesloten, afgerond geheel. 43

Zo zijn de boeken van Miller een stroom, een wild bruisend water dat niet ingedijkt kan worden. 45

Maar een behoorlijke intrigue, een fatsoenlijk verhaal… […] Neen, dat is bij hen voorbij. 45

Het is een chaos. Het is geen geordend en geregeld, en naar onze smaak en goesting geplooid boek. 45

En dan, een taal die ge nog nergens hebt gehoord, zo vreemd, zo schitterend, zo nieuw!

 

En als wij de boeken van Miller een wild en onbevaarbaar water noemen, wat moeten wij dan zeggen van Jean Genet’s werken? 45

Kafka, de Lautreamont [Lautréamont], die en die en nog iemand anders… 46

10.08.1951

Wat die wereld zèlf betreft, die is niet zomaar, in een handomdraai, te ontraadselen of te doorgronden. 54

En ook is het eveneens goed mogelijk dat Kafka […] ons welbewust tè dicht bij de realiteit brengt, wetend dat hij haar daardoor een andere en grotesker vorm doet aannemen. 51

Hoe heeft hij de onwerkelijkheid van dit huis, met zulke haast naturalistische beschrijvingen, kunnen uitbeelden? 50

[…] een zeer nauwkeurige, ik zou haast zeggen een pijnlijk nauwkeurige, [] beschrijving… 50

[…] deze haast naturalistische, haast fotographische beelden… 51

Alleen een komma, en daarna het woordje “maar”, scheidt de beide totaal verschillende werelden. 52

Vóór de komma is alles nog normaal, maar nà de komma… 52

 

 

17.08.1951

[…] weet dat wij allen heel veel van het ten tonele gevoerde personage in ons hebben. 56

 

[…] doch ook de roman zèlf: een dubbele roman, waarvan de beide versies naast elkaar voortschrijden… 56

Het meer gewone verhaal […] en het dubbele, meer inwendige verhaal, dat wij als het ware tussen de regels door moeten lezen. 58

 

 

24.08.1951

 

Vooral de literatuur die durft lachen, de literatuur die de Hoge Hoed met sneeuwballen durft bekogelen. 65

[…] iemand die ons durft beschrijven, des avonds, als we onze decoraties hebben afgelegd… 65

 

 

Prevert [Prévert] heeft, zes jaar na dit Fabula Rasa, haast eenzelfde boek uitgegeven… 65

7.09.1951

De Duitser heeft het over sociale toestanden in West-Duitsland. 69

Boeken over sociaal onrecht, boeken met een opstandige geest, boeken die de trom doen roffelen. 67

Deze voorspits van enkele jaren geleden was sociaal-voelen [sociaalvoelend], progressistisch… 69

En, naar de inhoud, zijn dat boeken naar mijn gading. 70

Dat zij […] de verwording van deze samenleving als een feit aanvaarden. 71

[…] het zijn… burgerelijke boekjes naar geest en vorm. 68

Maar zij doen dat in een zo brave en burgerlijke vorm… 70

 

 

14.09.1951

 

De conventionele roman kan niet langer meer vertolken wat wij weten. 76

In het patroon van deze nieuwe soort roman zal alles slechts opgebouwd worden, zoals het door gevoelens […] en herinneringen wordt blootgelegd. 76

En Anaïs Nin – en ik geloof haar te mogen steunen hierin – dat, als wij eenmaal de neurose aanvaarden als een deel van onze menselijke natuur, zij […] een van de rijkste bronnen voor het schrijven van verhalen [zal zijn, rvdm]. 77

 

 

Het is inderdaad, [] de manier waarop James Joyce schrijft, Henry Miller, soms ook eens William Faulkner. En Anaiïs Nin vindt ook nog een ander voorbeeld in D.H. Lawrence. 76

21.09.1951

 

Ben Cami, de dichter, bezint zich. En misschien een ietjse tè veel. 81

Vragen, steeds dringender, steeds kwellender… het is een levensbehoefte geworden bij deze dichter. 81

Maar ik deed het juist om aan te tonen dat niet het beeld, niet de vorm, niet het schrijven van een gedicht voor Cami het bijzonderste is. Doch wel de inhoud: de vraag. 82

De dichter zelf aanziet dit ontbreken van poëtische beelden niet zozeer als een tekort. 83

Pas heeft hij in ietwat bijbelse taal gemeend zin en betekenis te zullen achterhalen… 82

 

Iets aan deze verzen was ongewoon, was niet te vergelijken met de bekende dichter Zus of Zo. 80

Alhoewel hij, net als Jeremias, het over de ondergang van dit, ons, Jeruzalem en Ninive heeft… 82

28.09.1951

Het zijn meestal kleine, haast anecdotische gevalletjes[,] welke men met een kodak op straat zou kunnen genomen hebben. 86

Het is dan ook niet te verwonderen dat Wauters […] zich vooral aangetrokken voelt tot ook meer plastische onderwerpen. 88

Zo zei ik, [] in het werk van Ben Cami niet altijd het juiste poëtische beeld te vinden… 85

[…] wat deze dingetjes tot poëzie verhief, eigenlijk een tekening is, een lijn die door het ganse gedichtje heenloopt [heen  loopt]. 87

Telkens […] zult ge in zijn verzen een straat vinden […], een bewegend voorwerp, dat een lange lijn trekt doorheen het ganse gedicht. 87

 

In deze verzen van Wauters schuilt iets dat zelfs Van Osta[ij]en, deze experimentele dichter, nooit heeft beproefd. 86

En het deed me dadelijk aan de moderne schilderkunst denken… 87

Maar zeker opmerkenswaardig, omdat hier in Vlaanderen iets gebeurt, dat men zelfs niet eens in het buitenland heeft zien doen. 89

5.10.1951

Dat is de gave van Bontridder: het te voorschijn halen van wat in ons allen is, maar waarvan wij ons nog niet bewust waren. 94

Ik sprak over Cami. Hij is de dichter die zich bezint, die de waarheid herzien wil. 92

Ik vraag me niet af of dit nu existentialistisch[e] dan wel surrealistische poëzie is. 92

Maar de dichter Cami ontbreekt […] nog de zuivere taal der beelden… 92

Zijn woord is eerder schraal, eerder doodgewoon. 93

 

Ik geloof dat hij een der toppen worden kan, [] die hier en daar in de vlakte onzer poëzie uitsteken. 92

Bontridder doet dat. Weliswaar op een andere wijze dan Gezelle of Van Osta[ij]en het deden. 94

12.10.1951

 

Vanzelfsprekend zijn er eeuwige waarden, blijvende elementen, waarover men het in alle tijden hebben kan. […] Ze zijn eeuwig, maar worden door elke tijd, door elke generatie anders ervaard [ervaren]. 98

En als ik nu zeggen zou, “dit is modern”, dan zou ik niet […] bedoelen; [,] maar veel meer of ik in de gebruikte symbolen iets zie uitgedrukt dat van deze tijd is. 98

[…] wil ik toch niet beweren dat moderne poëzie uit zichzelf “expressionistisch” moét zijn. 99

Zij wil nog niet inzien dat ware kunst […] er in bestaat zich zo eenvoudig en zo schoon mogelijk uit te spreken. 100

Maar de moderne poëzie vraagt iets meer dan een krinkelende winkelende rijmpjesding. 101

Neen, zij wil het in rijmende en meestal onverstaanbare versregels doen. 99

Ik zou verwijzen naar de woorden die er teveel, en de woorden die er integendeel te weinig zijn, naar gelang zij er uit haar versregels moest wegsnijden of bijflappen. 100

Neen, zij sleurt er maar vergelijkingen […] bij, en besteedt er haar grootste aandacht aan of die ene vergelijking op de andere rijmen zal. 100

Heeft zij op poëtische wijze mij een of ander te zeggen, [] dat mij eigenlijk moést gezegd worden? 100

 

19.101951

 

Hij zit aan zijn schrijftafel alsof dat meer een roulette-tafel [roulettetafel] is. En hij durft heel hoge inzetten wagen. 104

Maar iets dat zuivere techniek is[,] zegt mij niet zoveel. 105

Wat Claus er vergat in te steken, en wat hij misschien nog niet vermocht, dat is: er inhoud aan te schenken. 105

Het is meestal een vuurwerk van woorden. 105

 

Hemingway bijvoorbeeld zou het niet eens kunnen. 105

En toen Cyriel Buysse die dingen zegde, was het nodig dat ze werden gezegd. Het is niet nodig dat Hugo Claus die nog eens herhaalt… 105

26.10.1951

 

Van de Kerckhove echter kan niet zo straffeloos roekeloos zijn, want hij bezit niet diezelfde ontzagwekkende rijkdom. 110

Voor [V]an de Kerckhove echter heeft het resultaat niet het minste belang, maar wel integendeel het feit, dàt hij de sprong heeft uitgevoerd. 110

Hij is niet de moderne dichter, die experimenteert omdat het experiment hem lief is. 111

En wendt hij zich integendeel tot het meer vrije vers – waarin hij niet verplicht is wat bij te lijmen, opdat het zou kunnen rijmen – dan moffelt hij er algelijk toch diezelfde nonsens aan toe. 112

 

[…] de roekeloosheid van Claus kan mij dienen om de totaal andere soort roekeloosheid van Remy van de Kerckhove beter te omschrijven. 110

Zelfs in deze verzen, [] welke naar de vorm het meest gewaagd lijken, staren u van achter hoek en kant al de oudere dichters aan… 111

2.11.1951

Het “ellendige, droevige en pestilente” gelaat van Vlaanderen, dat in onze literatuur, gelijk zij waaide en draaide, niet weerpsiegeld is. 118

Zie naar Charles de Coster. In zijn boek herkenen we ons land en ons volk gelijk het was en is. 119

Vandengheyn heeft wat te zeggen, maar was jammer genoeg geen schrijver. En naast hem leefden […] allen mensen die wat aan literatuur deden maar weinig of niemendal hadden te zeggen. 116

En het is jammer dat Sleecks of Conscien[c]e aan de Cholera Morbus zijn voorbijgegaan, dat het wrede aanschijn van Vlaanderen hen onbewogen heeft gelaten. 119

 

 

Zoals er in Engeland een Daniel Defoe leefde […] leefde bij ons die zekere Vandengheyn… 116

Vandengheyn was, jammer genoeg, geen Daniel Defoe. 117

9.11.1951

 

Kies u geen onderwerp uit, flik daar niet de ene bladzijde naast de andere over aan mekaar, al afkijkend van wat ook uw buurman schrijft. 123

Er zijn, ook in u […] drijfkrachten welke ge maar in gang hebt te zetten. 123

Zijn werk is hem ingegeven door het verstand… 124

En ge kunt schrijven met het hart. 124

[…] Zetternam heeft tien, twintig boeken geschreven, in zijn verontwaardiging om het onrecht dat onze fabrieksarbeiders werd aangedaan. 124

Put uit uw onderbewuste. 124

Alleen hebben zij, nadien[,] met de geest hun werk gecontroleerd, met hun hart hun bladzijden herschreven. 125

Eerst de geest, de hersenen, dan het hart, dan het onderbewuste. En ten slotte dat laatste, waaruit een beetje de boeken van Miller voortkomen… 125

 

 

 

16.11.1951

 

En nu, als al deze […][lang verdrongen]  gedachten […] zo graag naar de oppervlakte komen […] waarom dan, vraag ik, zou men hen niet eens de vrije teugel laten… 129- 130

En snoei er dan die eerste sukkelachtige bladzijden van [uit] weg. 130

 

 

 

30.11.1951

[…] en vooral met nadruk op de kanker en de verwording die deze maatschappij – of liever, deze wereld – aanvreet… 142

Het is alles realiteit. Een onmogelijke en huiveringwekkende realiteit. 142

Maar immer en altijd: een beeld van deze vreemde twintigste eeuw. 143

 

Telkens […] is het zo een schijnbaar onbelangrijk detail, dat de atmosfeer zijner boeken tot een onwerkelijke, een surrealistische wereld doet behoren. 141

Een woordkeuze, een beslistheid van uitdrukking… 143

 

Het is misschien vreemd, maar ik kan hem niet lezen zonder aan onze Belgische schilder Delvaux te denken. 143

14.12.1951

 

[…] om de ware geschiedenis van […] Vlaanderen te schrijven. […] In oude archieven zou men moeten zoeken, met het geduld van een monnik. 151

En uit deze snippers, verloren tussen een massa van paperassen, zoudt ge uw nare, droefgeestige, pestilente verhalen kunnen samenstellen. 152

 

 

 

21.12.1951

En het is vanzelfsprekend onmogelijk dat hij dat alles zelf heeft beleefd, gehoord, gezien en ondervonden. 158

Zo denkt de vrouw werkelijk. 160

Het is afgelopen met dat drieledig verhaaltje… 157

[…] en uit de wirwar van deze woorden […] ontstaat iets groots: iets dat men de essentie van dit leven zou kunnen noemen. 160

[…] deze wirwar, deze doolhof van gedachten en handelingen en precies door elkaar geschopte bladzijden… 159

[…] in die zestig bladzijden geen enkele komma, geen enkel punt. 159

De schrijver heeft zijn stof niet geschikt, niet chronologische weergegeven. 160

 

En ondertussen zijn zij gekomen, [] die zijn voetsporen hebben gevolgd. […] De werken die zij schreven […] zijn helemaal van hen. Maar Joyce is er op de een of andere manier een beetje de voedstervader van. 159

28.12.1951

 

Deze tijd, waarin God gestorven is, heeft voor Miller, Genet, Sartre, Beckett, een nieuwe genesis nodig. Zij gooien de schijnwaarden weg […] en trachten alles opnieuw te beginnen. 167

Er is in Molloy bijvoorbeeld iets, [] dat men min of meer als een verhaal zou kunnen aanzien. Of laat me liever zeggen, een draad. 164

Het boek is immers een dubbel verhaal, en de beide stukken draad werden eigenlijk verkeerd afgerold. 165

Wij hebben met literatuur niets te maken, omdat zij met ons niets te maken heeft. 163

Miller, Genet, en nu ook Beckett… […] Schoonheid doet mij steeds pijnlijk eigen gemis aanvoelen. 164

Iets dat inderdaad bij Miller en Genet aasnluit, maar dat toch weer iets heel eigens bezit… 164

4.01.1952

 

Obsceniteit vormt een blijvend element van de literatuur, omdat het aan een behoefte van de menselijke geest voldoet. 171

Welke woordkeus men ook aanwendt, men mag er zeker van zijn dat geen andere mogelijk was geweest. 171

[…] dat deze tijd een overgangsperiode is, waarin oorlogen de gehele aarde blijven teisteren. […] De dosis obsceniteit, [] waaraan de volwassene behoefte lijkt te hebben […] zal niet langer meer langs verboden boeken de mensen bereiken… maar zal eveneens tot uiting komen in de oorlog zelf. 172

 

Het is een boek dat vooral jonge mensen aantrekt, en voor zover bekend is heeft het […] hun moraal verhoogd. 170

 

29.02.1952

 

Hij was de eerste realist, de eerste naturalist. De schrijver die er in slaagde zijn tijd weer te geven zoals die werkelijk was… 181

En ik geef u de raad […] de ganse inleiding van dat boek te lezen. Het is grappig, het is kostelijk. Neen, het is… cynisch! 182

 

 

7.03.1952

 

De schrijver die de realistische roman aan het puritanisme ontwrongen heeft. 185

Alhoewel hij voortdurend er op bedacht is zich zo godvruchtig mogelijk voor te doen, klopt zijn hart slechts voor allen die, zoals hij, sluw en doortrapt weten te zijn. 185

De macht van het geld, het verlangen om rijk te worden [,] zijn, [] immer en altijd de voornaamste drijfveren van Defoe’s helden. 186

Het is de moraal van de dief, die steeds een reden weet aan te halen om zijn diefstal te verrechtvaardigen. 187

 

Daniel Defoe heeft over ploerten en schurken geschreven, niet om het kwade als een afschrikwekkend voorbeeld te stellen… 189

 

29.3.1952

 

 

 

 

Zoveel zaaks was het anders eigenlijk niet. Ik meen zelfs dat sommigen onder ons al erger hebben gezegd. 192

1.05.1952

 

[…] brieven, dagboeken… het is dat zeer waardevol feitenmateriaal, waarin de scheppende kunstenaar met ware hartstocht zoeken moet. 197

Juist deze “onbegrijpelijke stijlvorm”, deze “wonderlijkheden, voortkomend uit haast, of vermoeidheid”, zijn voor ons, die in dergelijke documenten willen delven, eigenlijk het voornaamst. 200

Hij mengt satire met humor, ironie met zwaarmoedige ernst, schimpscheuten in dialect met plechtige bezweringen. 199

 

Hij doet denken aan Mephistopheles 199

16.5.1952

 

In u moet het onwankelbare geloof aanwezig zijn, de eeuwig brandende vlam, [] welke u doet voorstchrijven[,] zelfs als iedereen het slecht vindt. 204

Of waarin integendeel een gedachte, door een tekort aan woorden, niet tot bloei kwam. 202

 

 

18.7.1952

Het heeft een innerlijke spanning, die ook in de natuur om ons heen aanwezig is. 228

Een nieuwe vorm, uit noodzaak. 226

Doch ook Defoe […] wist slechts een “verhaal” te schrijven: een enkele lijn, die men van bladzijde naar bladzijde volgen kan, een vertelling die op een bepaald punt begint en op een ander punt eindigt. 227

Een personage treedt op de voorgrond, niet alleen omdat dit nodig is voor het verhaal, maar ook omdat het nodig is voor de structuur van het werk. 228

 

En het spijt me dat ik geen voorbeelden van bij ons kan aanhalen. Ook met de jonge experimentele roman zijn we jaren ten achter… 225

Emile Zola is bij Defoe in de leer gegaan, om er zijn naturalistisch genre uit te diepen. 227

Wij vergeten dat de grootmeesters van de moderne romankunst allen bij Zola in de leer zijn gegaan. 227

1.08.1952

 

Meer dan honderd jaar geleden leefde er in Vlaanderen een schrijver, [] die vrijzinnige ideeën had […] die er zijn tijdegenoten van langs gaf omdat hun werk een sieraad bleef en niets essentieels bezat. 235-236

Hendrik Conscience schreef zijn Wonderja[e]r, een boek over de strijd der Geuzen tegen de clericale inquisitie. Maar hij krabbelde terug… 236

Hij kent immers de vreemde literatuur en beseft meer dan genoeg de zelfoverschatting van al wat hier leeft en schrijft. 236

Zijn eis is: de waarheid boven alles. 237

Het is niet immoreel. Het is alleen een boek met sociale hervormingsideeën. 237

 

 

Het is een boek, [] dat een voorbode is van Zetternam. 237

En vergelijk dat nu eens met die wondere mooie maagden van Conscience en konsoorten! 239

29.08.1952

Zij brengen onze kinderen een vals beeld over deze wereld. 245

Verhalen die zich afspelen midden het werkelijke leven, die sociale problemen aanraken… 246

En elk verhaal gaat over iets dat werkelijk is gebeurd… 248

 

 

Zij smoren elke kiem van opstandigheid, van strijdvaardigheid en van menselijke fierheid. 245

Ze bereidt hen voor op het harde gevecht om wat menselijkheid midden de modder van deze wereld. 247

In de handel verschijnen iedere week tientallen verhalen die onze jeugd vergiftigen. 247

Ik ben blij dat, eindelijk, de humbug eens concurrentie wordt aangedaan, door iets dat de moeite waard is. 248

12.9.1952

De problemen van dit boek zijn problemen die zich voor iedere mens stellen, onverschillig of hij nù leeft, dan wel of hij leefde in de tijd der Babyloniërs. 252

Een  menselijk getuigenis van idealisme, en ook van een gelouterd pessimisme, twintig eeuwen vóór Christus. 252

 

 

Toen ik voor het eerst over dit epos hoorde, dacht ik dat het interessant moest zijn, [] na te gaan waarin dit Babylonische verhaal van het Joodse [joodse] bijbelverhaal verschilde. 250

26.9.1952

 

Ook ik heb mij daar tegen verzet. Ook ik sta een socialisme voor, dat de waarde van het individu blijft erkennen. 256

Ook Het Begeren is een verhalende roman. 255

Hoe hij, in zijn gewone ietwat zenuwachtige stijl, met zijn hortende herhalingen, met zijn ietwat overdadige krachtpatserijen, zijn verhaal tot een aannemelijk en allesbelovend slot herleidt. 256

Koestler, Sartre, Miller, Malaparte, […] komen aankloppen met hun dringende boodschappen. 253

Wij hebben geen dringende boodschap mede te delen. Wij komen wat vertellen. 254

 

3.10.1952

 

Ook André Gide schijnt dus te hebben geweten, dat zoveel hooggeroemde waarden waardeloos bleken te zijn… 260

[…] vertwijfelen mogen we niet, in geen geval… 260

Zeg wat gij te zeggen hebt, op eender welke wijze, maar laat het iets zijn dat ge eerlijk hebt gedacht of gevoeld. 261

Want het aan ons beloofde land bestaat niet, er is slechts een met korsten modder bedekte poel… 262-263

Het is om zo te zeggen een gedicht, zo sprankelend en zo fijn, een gedicht dat haast bij vergissing een proza-vorm [prozavorm] heeft gekregen. 261

Ik wil een klein boekje roemen […] dat mij in moeilijke dagen een troost en een sterkte is geweest. 259

Het is een boek voor u, omdat gij cynisch zijt geworden… 260

En zelfs wanneer de reis nergens heenvoert[,] was zij het reizen waard. Want zij bracht ons – zo leert Gide – tot de kennis van onszelf. 263

En inderdaad, het is als het ware de ouverture tot het werk van Camus en Sartre. 262

10.10.1952

 

Want zelfs als alles tevergeefs zou zijn, dan hebben wij toch deze vreemde reis gedaan, dan hebben wij ons zelf  [onszelf] ontdekt, deze mens, deze wereld. 269

 

Doch, tenslotte betekent een schrijver alleen datgene wat gij er zelf in gevonden hebt. 265

En dat juist is het geheim van Kafka, zoals het ook te vinden is in El Hadj van André Gide… 268

En het is dus, zoals ook Max Brod opmerkt, nogmaals een verre echo van wat ook Goethe heeft gezegd… 269

14.11.1952

743 bladzijden waarin alle klassestanden [klassen en standen] van de maatschappij ten tonele worden gevoerd, van straathoer tot keizer. 282-283

[…] Karl Kraus […] die evenals gij, naar mij toeschijnt, een kunstenaar was die geloofde in de historische ontwikkeling… 281

Zeker, ook hij was een bijzonder fel criticus der moderne maatschappij… 282

Kraus is in de negatie blijven steken… 282

 

 

 

27.12.1952

 

Oudere generaties hebben teveel met woorden gegoocheld, [] die niets met het leven-zelf [leven zèlf] te maken hadden… 291

Het is eigenaardig, dat deze dichter zoveel veracht van wat hij in werkelijkheid niet missen kan. 291

En het is niet zozeer dat spelen met woorden, dat het gedicht van Burssens zo modern, zo verfrissend in onze literatuur doet zijn. 291

 

Naast Claus staat hij, naast Bontridder, naast Lucebert en konsoorten. 290

10.01.1953

 

Het blijkt er uit, dat zoveel van die heilige Gramschap die ons bezeten heeft, wel ietwat nutteloos is geweest. 294

Vooral tegenover de literatuur staat D’Haese heerlijk onverschillig. 295

Zo moet men een boek kunnen schrijven. Het met passie uitschrijven, en er daarna onverschillig tegenover staan. 295

 

 

D’Haese heeft Steinbeck en Sartre en Miller ondergaan. Hij heeft er veel over geredetwist, veel ervan verworpen, en zich toch niet volkomen van hen kunnen ontmaken. 294

17.01.1953

 

Het moet zelfs een beetje ànders zijn, dan wat er vroeger gemaakt is geweest. 300

Een vorm ontstaat uit zichzelf, uit noodzaak, als gevolg van een nieuwe inhoud. 301

Ik verlang inhoud, en geen beschrijvingen. 302

Die Hondsdagen bijvoorbeeld. In het ene hoofdstuk wordt er over een zekere Philip geschreven, en in het andere hoofdstuk is die Philip zelf aan het woord. 300

Duizend beelden roept hij op, honderd mensen laat hij voorbijstappen… 302

Ik kan het hier niet weergeven, maar het werd er mij duidelijk door, hoe dikwijls de verwarring slechts diende om een zekere schraalheid, een zekere armoede te verbergen. 302

 

Faulkner heeft zo dwingend, zo meeslepend, verschillende romans naast elkaar verwerkt […] net zoals Claus het nu doet. 300

14.02.1953

[…] Van Gogh, die de dingen naar de natuur schilderde, maar ze ook naar de natuur “schreef”. 313

[…] maar om de literatuur geef ik eigenlijk geen snars. Geef mij liever documenten. 311

Aanvangend met de niet te weerleggen stelling, [] dat in alle wetenschap en alle literatuur de gedachte niet zo mooi, maar liever zo juist mogelijk dient uitgesproken te worden… 311

Geen enkele komma, want de geoefende ogen van de schilder waren te vlug… 312

Hier geen goocheltoeren, maar een plastisch zuiver beeld… 312

 

 

7.03.1953

 

 

 

[…] misschien wil men in Holland zulke schrijvers juist niet, en verlangt men er naar vertellers zoals er enkele jaren geleden hier bij ons te vinden waren. 325

De roman van Hermans […] heeft een, sinds Multatuli haast niet meer gekende, beroering teweeg gebracht [teweeggebracht]. 324

Van het Reve heeft met zijn roman iets helemaal nieuw, iets helemaal anders in de Hollandse literatuur gebracht. 325

14.03.1953

En ook hier heeft de oorlog er onrechtstreeks wat mee te maken. 329

[…]  zij hebben een neiging om zich wat zwaarwichtiger voor te doen dan ze soms zijn… 327

Gij moet die moderne taal ondergaan, koud, en een ietsje cynisch… 329

Ook deze Eerdmans schrijft het moderne, vinnige […] proza. 329

 

Men zegt dat Harry Mulisch 19 jaar was toen hij dit verhaal schreef, en ik denk aan Hugo Claus… 328

Bij lezing denkt men een beetje aan Koestler’s [“]Duister bij Middag[”], en aan Sartre’s [“]Bevlekte handen[”]. 328-329

28.03.1953

De wereld van Bordewijk is de alledaagse wereld, maar met achter elke hoek het blijvende geheim... 338

Bordewijk heeft de reputatie vreemd te zijn. Dubois heeft die precies willen wegpraten… 336

[…] dat hij al dit gewone tot zo “een vreemdheid kan omtoveren”, en ons aantoont hoe weinig wij deze schijnbaar-vertrouwde [schijnbaar vertrouwde] wereld wel kennen. 337

 

 

Ik geloof niet, dat wij aarzelen moeten om Bordewijk aan de grote Kafka te toetsen. 337

18.04.1953

 

Alles wat hij had geleerd, gedacht, gevoeld en ondervonden had, wou hij in een enkel boek uitzeggen. 348

Behalve verhalende en beschrijvende gedeelten bestond het fameuze boek ook uit notities… 349

 

Schrijven wij Wolfe op ons lijstje van auteurs, [] die naast een Joyce, naast een Miller, de roman nieuwe wegen hebben opgestuurd… 350

30.05.1953

 

Bij Candide blijft de bedoeling, en alleen deze bedoeling, er vingerdik opliggen [op liggen]. 363

Voltaire blijft in de eerste plaats iemand die een of ander eens hartsgrondig hekelen wil… 364

Hij weet dat deze wereld helemaal geen “beste der werelden” is… 365

[…] is ook bij Voltaire literatuur niets anders dan het middel waardoor hij een totaal ander doel tracht te bereiken. 366

Maar zijn verplaatsing van decor of atmosfeer gebeurt zo logisch, zo natuurlijk en harmonisch… 364

Men ondergaat de schoonheid van dat boek, en men bedenkt pas achteraf dat het ook als een schotschrift was bedoeld. 363

Candide, om zelfs meer te zeggen, betekent ook voor onze tijd nog heel wat. 364

En ik denk aan het onlangs verschenen boek van die Roemeen… […] Had Voltaire nog geleefd, hij zou zelf dat boek hebben geschreven… 365

29.08.1953

 

Boerenromans, bah! hebben we gezegd. […] Net zoals wij zelf waren, waren ook deze romans. Arm maar proper – braaf, maar wat achterlijk en dom. 397

[…] dat de inhoud altijd het voornaamste blijft. 399

Hun taal is opener, vrijer en gezonder. 398

 

Bij D’Haese een pad, bij Van Aken kraaien. 399

Tussen bijvoorbeeld Van Aken en D’Haese – en tussen bijvoorbeeld Hubert Lampo, Marnix Gijsen en Raymond Brulez [-] is er een al te opvallende gelijkenis… 400

19.09.1953

[…] allerlei levensgeschiedenissen die een scrhil licht werpen op hun tijd, hun omgeving, hun medemensen, en hierdoor op deze ganse maatschappij. 406

Mij interesseert vooral die tijd, die mensen, die toestanden. 407

 

 

 

10.10.1953

 

Ik was nog jong, en pessimist zoals al de jongeren van mijn generatie. 420

Uw woord is ondertussen nog puntiger geworden… 419

 

Er is een gedicht van Paul, [] dat “Melopee” heet… […] Maar, mag ik daarnaast dat bijna nog schonere gedicht zetten… […] Het heet “Alledaagse Spleen”… 418

[…] naast Bontridder, Claus en al de andere dichters der laatste generatie, staat Burssens als de allerjongste. 421

24.10.1953

 

[…] als ge zoudt voortdoen […] moet gij op uw beurt met een “en verder” eindigen. 429

En als hij aan het einde van deze “man met de zwijnekop” het woordje “enzovoort” schreef, dan bedoelde hij dit als point[e], als een in vitriool gedoopt slot. 429

 

 

Heeft Van Osta[ij]en daar te Berlijn de invloed ondergaan van wat George Grosz ongeveer dezelfde tijd getekend heeft? 428

21.11.1953

Men kan in zijn wereld niet bepalen hoe laat het is, bij middel van onze uurwerken. 441

Ik heb Kafka steeds gezien als een soort voorloper van de magisch-realisten, en meer nog, als een voorloper van de surrealisten. 440

 

Wij, trouwe lezers van Kafka […] hebben dit door elkaar gooien der seizoenen aanvaard. Wij hebben ons daarbij neergelegd, en Kafka “gezien”, Kafka “ondergaan”. 441

 

28.11.1953

 

[…] toen ik jong was en onstuimig, en nog peinsde dat ik de wereld herschrijven kon. 444

[…] want tenslotte verlang ik toch een wereld waarin elkeen zijn goesting doet… 455

[…] ik heb daar altijd een zwak voor gehad: brieven, dagboeken, procesverbalen, getuigenissen, om het even wat… maar waarin op onverwachte wijze een beetje levensmysterie wordt onthuld. 445

 

Of het gebeurt dat ik mij afvraag: heb ik het nu de barbaren duidelijk genoeg gemaakt, of integendeel àl te duidelijk? 445

 

1.01.1954

 

In de moderne roman streven wij ernaar, zo weinig mogelijk de dingen met touwtjes aan elkaar te knopen… 463

Wij streven ernaar om in de moderne roman zo eerlijk mogelijk te zijn. 465

Nu laat hij deze praten, en dan weer een andere, en nooit is er eens dàt wat eigenlijk tussen de woorden ligt. 464

 

 

16.01.1954

 

 

[…] maar op de zeven en zeventigste [zevenenzeventigste] bladzijde is hij nog steeds bezig met zijn eerste gedachte te ontwikkelen. 467

Op tien bladzijden keert hij twintig keer de wereld binnenste buiten [binnenstebuiten]… 468

[…] Kaput[t], van Malaparte – dat eenzelfde vuurwerk van gesprekken is, van beelden, van toestanden. 468

 

 

23.01.1954

 

[…] ik zal dat land van Nod, ten oosten van Eden, als óns land, ónze wereld, ónze maatschappij beschrijven… waar diezelfde God van Adam eveneens geen betekenis meer heeft. 471-472

[…] de kruiwagen is een machine die de mens geholpen heeft om boven op de berg te geraken – de denkmachines, de robotten zullen hem van die berg weer afdrummen. 473

 

 

 

30.01.1954

Welnu, er is een zeer duidelijk onderscheid tussen het document aan de ene zijde (de blote getuigenis die een schril beeld der werkelijkheid weergeeft) en het literaire werk aan de andere zijde, [] dat zich van het document heeft bediend. 475-476

Zo had Emile Zola jaren lang [jarenlang] dagbladknispel[s] bewaard, waaruit hij steeds putten ging om er zijn meesterlijke romans mee op te bouwen. 476

Er ontbreekt ons totaal een basis van werkelijkheid – van de echte, de onvervalste, de onvermoede. 477

 

 

 

27.02.1954

Want steeds blijft Zola […] met beide voeten op de grond. 493

 

Zijn boeken zijn steeds een brok leven – het puilt er uit van volk dat wordt geboren en sterft… 491

Want het was immers de bedoeling van Zola deze aanvang zo donker en inktzwart (of kolenzwart) mogelijk te maken. 492

[…] volksmenen willen vetrouwd raken met een boek, ze willen er deel van uitmaken […] als er teveel volk rondzwermt dat ze bij naam en stuk niet weten te onthouden, dan stappen ze liever af. 491

 

27.03.1954

Maar ik protesteer als dergelijke propaganda mij onder de neus wordt geduwd als “realistische literatuur”. 504

Het gaat voornamelijk over het realisme, en dat is iets wat mij steeds nauw aan het hart heeft gelegen. 503

 

 

 

 

10.04.1954

Maar méér dan een illusie zal het uit de aard der zaak nooit kunnen worden. Steeds zal het iets doods, iets nagemaakt moeten blijven. 508

 

De toneelschrijver is in zekere zin of een dichter of een romanschrijver die een ietwat afwijkende vorm heeft gekozen: een dialoogvorm. 507

 

 

17.04.1954

 

[…] en mijn plan bestond er in honderden Vlamingen aan het woord te laten komen, elkaar te laten onderbreken of aan te vullen, en met al deze getuigenissen, verhalen, herinneringen, een chaos van een boek samen te stellen - [,] een plas, een zee, een springvloed van een boek. 513

 

 

 

1.05.1954

 

Ja, het is alsof de mens nog immer een primitief dier is […] doch dat zich op onbegrijpelijke wijze van een zekere techniek, een zekere mechanisatie heeft meester gemaakt. 521

Maar voor de rest is het weer “ik, ik, ik…”. [] En wie is deze “ik” eigenlijk? 520

Als wij heb boek lezen [,] hebben we het gevoel tot dan toe blind te zijn geweest. 521

Samen met Miller, met Becket[t], met Genet is hij bezig de roman nieuw bloed in te pompen… 520

8.05.1954

 

 

 

[…] zijn boeken zijn zodanig aan de smaak van het grote publiek aangepast, dat er werkelijk van “iets groots” in dat werk geen sprake meer kan zijn. 524

[…] ook Miller heeft het voortdurend over zichzelf, ook Malaparte… 524

15.05.1954

 

[…] welke vorm ook, hoe vreemd en hoe eigen en hoe losbandig die ook is, eenmaal wordt die toch aanvaard. 529

 

 

[…] hij schrijft met een pen die wijlen meneer De Balzac zélf hem zou benijd hebben… 529

29.05.1954

En inderdaad, “moeten” is het voornaamste woord van alle aanplakbrieven in alle oorlogen. 537

[…] ik vraag mij af waarom woorden en gedachten steeds moeten gerangschikt worden, zodanig dat zij tot een of ander geijkt genre gaan behoren. 536

Laat het [g]een poëzie of ook geen proza zijn, maar iets dat aan stukken werd gehakt, dat door een vleesmolen is gegaan… 535-536

Deze Bezette Stad […] is een picturaal schrift. Het is tekenen met woorden, het is eigenlijk een film met woorden. 537

[…] zij werken op ons gemoed, op ons verstand [,] en zij weerspiegelen ons de zinloosheid van de oorlog… 537

[…] zou ik Bezette Stad willen inruilen voor een groot aantal “meesterwerken” die men hier bij ons aan de lopende band schijnt te schrijven. 536

Het is iets dat wij nog niet hadden gezien, en dat sindsdien niet meer werd herhaald. 538

5.06.1954

Zelfs al had hij dààr zijn boek beëindigd, het zou niet geschaad hebben, en nooit zou in simpeler woorden de tragiek van deze tijd uitgebeeld zijn geweest. 541

 

 

[…] maar voor wie in Tarabas, al lezend, een perspectief heeft willen zien in een algemeen gangbare moraliteit, wordt het wel een teleurstelling. 541

Job is mooier dan Tarabas – maar Tarabas is betekenisvoller dan Job. 541

12.06.1954

 

Hetzelfde is gebeurd met de schrijver C[é]line, met de schrijver Hamsun. Zij zagen in onze samenleving de fouten en vergissingen… 544

[…] dat de specialisatie het mogelijk heeft gemaakt elk ding dieper en grondiger te onderzoeken, maar dat daardoor tevens een algemeen verband, een algemeen overzicht verloren is gegaan. 544

 

Geef Carrel niet altijd en honderd ten honderd gelijk, maar leer er uit dat veel van onze samenleving op verkeerde grondvesten is gebouwd. 546

 

10.07.1954

 

[…] ik stel toch vast dat bijvoorbeeld de schilderkunst in haar ontwikkeling reeds een hele stap op de letterkunde vooruit is. 555

[…] het gaat nu alleen om het feit, dat schilders de werkelijkheid mogen verwringen, veranderen en herscheppen… en schrijvers vooralsnog niet. 555

Toch heeft, [] volgens mij ook de schrijver het recht de perspectief over het hoofd te zien, de psychologie te veranderen en te vervormen. 557

[…] dan mogen wij toch niet verlangen dat die werkelijkheid in een schilderij, een gedicht, een verhaal, slaafs zou nagebootst worden… 557

 

 

 

7.08.1954

 

Het schijnt mij totaal verkeerd een zekere norm te willen vastleggen […] waaraan elke roman moet voldoen. […] Een roman, een gedicht, ontstaan volgens mij steeds uit een innerlijke drang, een innerlijke noodzaak. 572

[…] het werd een meesterwerk, omdat Sinclair het in woede, in verbolgenheid, heeft neergepend. 572

De rest zijn meestal (slechte) gedichten waarin hij er God met de haren bijsleept, of overdreven “dichterlijk”hinke-pinke-pereleert. 573

 

De Wildernis werd door Upton Sinclair geschreven om de wereld aan te tonen, welk onmenselijk leven men in de vleesfabrieken van Chicago leidde… 572

 

14.08.1954

Schrijf mij de hedendaagse roman der kolen- of uraniummijnen, der radium- of viscosefabrieken. 577

Ik vind Gezelle op zijn best, als hij niet wil bewijzen dat hij familie van God is, pastoor, flamingant, en zelfs “dichter”… 575

Zuiver moet de dichter iets hebben aangevoeld, en even zuiver moet hij dat weergegeven hebben. 575

[…] ik was van oordeel dat het volk zelf het ware woord bezit, en men daaruit maar te putten heeft. 576

 

In de eerste plaats vraag ik van een schrijver, van een dichter, dat hij mij iets mededeelt wat ook ik heb ervaren maar nog niet onder woorden wist te brengen… 575

 

21.08.1954

Ondertussen kan men vanzelfsprekend verder boeken schrijven over het nobele karakter van de mens […] maar geef dan toe, dat op dergelijke wijze de literatuur niet het minste verband meer heeft met het werkelijke leven. 581

Want zelfs Kafka, in zijn schijnbare vlucht uit de wereld, geeft pijnlijk deze wereld weer. 582

Ik zei ook, dat volgens mij een boek in de eerste plaats naar hart en geest moet grijpen, liever dan een technisch volmaakt meubel van een boek te zijn. 579

En werkelijk, zij zijn gelijk verfijnde instrumenten, gelijk wezens die als het ware voelhorentjes op de kop dragen… 580

 

 

 

11.09.1954

 

Niet een kunst van rederijkers moeten wij hebben, die weten hoe het in elkaar moet getimmerd worden, maar van mensen die ons wat te zeggen hebben. 592

 

 

 

18.09.1954

Een werkelijk goed gedicht kan de zinloosheid en de chaos beeldend weergeven – en daardoor zinloos “schijnen”. 597

Niet de manier waarop het woord gebruikt werd, maar het woord zelf zou bij mij belang hebben. 595

Ik moet mij echter met Vinkenoog accoord verklaren omtrent het feit dat oude godsdiensten hebben afgedaan en dat de nieuwe wetenschap op haar beurt een godsdienst wordt die slechts aan enkele ingewijden wordt toevertrouwd. 597

Want zelfs als men overtuigd is van het zinloze in deze tijd, dan is het toch nog niet voldoende zinloosheden neer te schrijven… 597

 

 

 

25.09.1954

Uw held zegt mij hoe egoïstisch, egocentrisch en zelfs cynisch de jeugd geworden is… 599

Ik heb niets tegen slingerende, mismaakte, misvormde volzinnen […], als zij in hun misvorming een aparte schoonheid zouden bezitten. 601

 

 

Ook Caryl Chessman schreeuwt mij, van uit Amerika, net hetzelfde toe… 600

2.10.1954

Het heeft nu alleen waarde, omdat het een getuigenis is. 605

Ik heb in alle boeken en papieren steeds meer het document gezocht, dan het kunstwerk. 604

 

Tevergeefs zoek ik in het proza van Chessman het woord dat mij treft… 604

[…] jammer, dat hij zijn biecht, zijn galgenboek, teveel als een cop[ie] van de Amerikaanse roman heeft geschreven… 605

9.10.1954

Hij zegt Rome, omdat hij niet goed New-York [New York] kan zeggen. 608

Maar in Amerika is iedereen communist, […] die het over Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap heeft. En dààr heeft Fast het over… 607

Niemand gelooft het, dat slechts aan die ene zijde corrupte, bedorvene en monsterachtige wezens staan – zij staan aan beide zijden. 608

 

 

Er zit in die man een Jean-Paul Sartre of een William Faulkner verborgen, maar meteen ook een Upton Sinclair of een Ilja Ehrenburg. 680

De wonde waarop hij de vinger legt, is net dezelfde wonde waarop ook Sartre de vinger legt. 609

23.10.1954

Een eeuw geleden reeds geschreven, in 1859, beschrijft het de ziekte van onze tijd… 613

 

 

 

 

30.10.1954

 

[…] zien wij in Defoe de man die de eerste stoot heeft gegeven voor de hedendaagse realistische roman. 615

Moll Flanders, Kolonel Jack en Roxana – de eerste realistisch romans… 615

 

 

 

6.11.1954

Boeken waarin de strijd der Vlaamse gemeenten wordt verwrongen en verdraaid… 619

 

 

Boeken die door een zeker soort mensen werden vervaardigd […], speciaal om hen te misleiden. 619

 

13.11.1954

 

Het experiment, het betrachten om de dingen uit te beelden in nieuwe vormen […], dat is reeds achter de rug. 624

Hij versmaadt de volkstaal niet, noch haar uitdrukkingen… 625

 

[…] e[e]n woordenschat zo rijk en gevarie[e]rd, dat men in Vlaanderen er niet de evenknie van vindt. 625

20.11.1954

Net zoals de wetenschap en de godsdienst falen […], kan ook de philosophie niet volkomen het geheim vatten, [] dat de mens is. 628

En het land Nod… is onze eigene beschaving, dat is onze ganse wereld, onze ganse moderne samenleving. 629

Ik weet dat Cami zelf helemaal geen poëzie schrijven zou, moest hij in philosophische werken zich kunnen bezinnen… 628

De dichter (en dat is werkelijk de opzet van Cami) heeft iets in zich van de wijsgeer, de denker, de pri[e]ster, de profeet. 629

[…] tenslotte zijn wijzelf [wij zelf] God, en hebben wij dus zelf deze verdoeming over ons uitgesproken… 629

Zij wil iets meer zijn, een idee, een boodschap. 629

Neen, klaar en duidelijk, en bijna al te schraal van woord en beeld, “schrijft” deze dichter zijn verzen. 628

 

 

27.11.1954

 

 

Het bestaat voor het merendeel uit […] beschouwingen, redevoeringen en dialogen. 632

Wat in het begin alleen pamflet was (en dan nog een slecht pamflet), wordt eindelijk drama. 632

 

In deze […] Grotesken en ander proza, [] steekt meer dan in…

De ondergang van Stronk wordt zo meeslepend komi-tragisch, dat deze alleen met de Isengrimus van Nivardus kan vergeleken worden. 632

Nergens hebt ge hier bij ons zulk pinnekensdraad van proza gelezen, tenware misschien bij Richard Minne. 632

4.12.1954

 

En inderdaad, het kon niemand anders dan Van Eeden zijn… deze vriend der ongerepte natuur… 636

En de knaap, die eens zeventien jaar was, en die dagen eveneens met Wistik leefde, maar al teveel een Pluizer werd… 636

 

 

 

18.12.1954

Ik heb beseft, dat zij allen inderdaad zo zijn, en niet anders. 645

 

 

[…] het toont ons hoe een brave en welwillende en oppassende domkop steeds het slachtoffer is… 644-645

Het boek herinnert wel een beetje aan De brave soldaat Schwejk… 644

1.01.1955

 

 

 

 

[…] dat de jongere Hollanders beter schrijven dan wij, maar dat zij zich in verzen laten kloppen door de Vlamingen. 652

15.01.1955

 

[…] de nutteloze scheldpartijen uit Podium zijn geen scheldpartijen, en bovendien ook niet nutteloos. 660

 

 

 

22.01.1955

 

Mijn belangstelling gaat uit naar Miller, die een soort romans schrijft welke er geen meer zijn. De fijnproever zoekt het in de dagboeken van Léautaud en consorten. 663

En daar ik de echte, de levende mens wil ontmoeten, zoek ik achter de levensloze [levenloze] poppen uit het verhaal… 664

En laat alleen hen nog iets schrijven, [] die iets te zeggen hebben – en dat zij het dan zeggen, zomaar, zonder het in die doodkist van de romanvorm te gieten. 666

 

 

 

29.01.1955

 

 

[…] hun taal en hun woordkeuze, hun optreden, hun ontboezemingen en hun belevenissen rieken naar de studenten, gelijk een keuken op Vrijdag naar vis. 668

 

Zij hebben wat weg van de jonge Hollanders, die eveneens droog maar raaks iets kunnen neerpennen. 669

5.02.1955

 

Op dit ogenblik wil de kunstenaar, zowel in Engeland als in Frankrijk, in Rusland of Amerika, zo zuiver en zo realistisch mogelijk, deze tijd en de mens van deze tijd weergeven. 671

 

 

 

12.02.1955

 

Als de kunst ingeschakeld wordt[,] verliest zij het grootste deel van haar betekenis. Het is een fatale vergissing, de kunstenaar te willen zien als de “dienaar” ener idee. 676

De kunstenaar heeft een dubbele taak. In de eerste plaats is hij een brenger van schoonheid. […] Maar het is niet alleen zijn taak nieuwe schoonheidsvormen te zoeken – het is ook zijn taak de samenleving te zien, te wikken, te beoordelen, en desnoods te veroordelen. 676

 

 

 

19.02.1955

Hij gaf daarin […] een beeld van de Duitse kazernegeest… 679

De titel is tekenend voor de beide boeken […] en voor de Duitse mentaliteit in het algemeen… 679

Kaputt is tot de essentie der dingen doorgedrongen: de onttakeling van deze tijd… 680

Kirst heeft niets gezien van deze werkelijke oorlog… 680

Hij hekelt, maar onbewust geeft hij als zijn mening te kennen… 680

Deze oorlog is de ondergang van vele waarden geweest. 680

 

Kirst van zijn kant wil ons alleen maar wat amuseren. 681

En ik denk aan het boek van Malaparte, Kaputt. 680

Vergeleken met Kaputt is het een boek dat ons niets te zeggen heeft… 681

19.03.1955

 

Want dat is het wat wij in de literatuur moeten zoeken: ons te verrijken aan gedachten, aan schoonheid of aan inzicht. 692

 

 

 

26.03.1955

 

Gij zult ondervinden dat een gewoon fait-divers [fait divers] meer tot u gaat spreken, dan het mooiste verhaal… 696

Ik […] wou slechts het nuchtere feit, om er mijn eigen woord over neer te pennen. Het reeds neergepende verhaal, hoe mooi ook, laat mij onbevredigd achter. 697

 

 

 

2.04.1955

 

Prosper De Smet, binnen zijn maat en rijm [,] spreekt van de gewone alledaagse dingen des levens. 700

Niet dat zij elk een andere vorm hebben, interesseert mij. Doch dat zij meteen ook een ander aanvoelen van het leven zelf hebben. 700

Prosper De Smet voelt het houvastloze van deze tijd aan… 701

 

Beiden zijn zij mij, omdat zij mij iets gezegd hebben, omdat zij mij ontroerd hebben, lief geworden. 701

 

9.04.1955

 

Goed, Walschap maakt schoonschip [schoon schip] met de sexuele beknotting, met God en de kerk, met het onderwijs en de schoolmeesters… 704

Het heeft mij getroffen dat Walschap zo kategoriek kan zijn, dat hij zo overtuigd kan zeggen: zo en zo is het! En dat hij even kategoriek ook het tegenovergestelde zou kunnen zeggen. 704

 

[…] omdat Walschap er een werkelijk juiste toon in aanslaat, [] waarmee men tot katholieken en Vlamingen spreken moet. 703

 

16.04.1955

Het is, zoals altijd, het fantastische en toch op werkelijkheid berustende verhaal zijner jeugd… 708

 

Een andere Kafka komt uit deze brief te voorschijn, ene die meer nuchter en prozaïsch bij de feiten blijft… 708

 

 

30.04.1955

 

Voor Sartre is de enige hel: dit leven dat wij doormaken… 716

Hij zegt het iets te hard, hij is één van deze dichters waarbij men bedeesd vragen gaat: wilt ge het wat stiller doen… ik ben niet doof! 716

[…] in deze bezielde uitspatting zal ik dan maar zeggen, gaat de zin en de betekenis verloren. 717

[…] is Van de Kerckhove niet de voortzetting van Van Osta[ij]en’s werk, doch veel meer van dat wat Verschaeve heeft geproduceerd, of liever, van wat Wies Moens en Achilles Mussche hebben gedicht. 715

Ook Sartre heeft iets ongeveer in deze aard gedaan. 716

21.05.1955

 

 

Ik ontdek dat de Vlamingen nog steeds vertellers zijn [,] dat ze wijdlopig zijn en allerlei bijzonderheden ten beste moeten geven… 729

 

 

16.07.1955

 

 

 

 

Maar een feit blijft dat de humor van Kirst […] een beetje is zoals de humor uit de Amerikaanse oorlogsromans. 749

23.07.1955

 

Zij hebben het over schoonheid – maar ik sta vreemd tegenover datgene wat zij nu eens wél en dan weer niet mooi noemen. Ik sta ook vreemd tegenover wat zij edel, dapper, zedelijk of moreel hoogstaand noemen… 752

 

Ik heb tevergeefs in dat boek naar iets gezocht, [] dat de mensen om mij heen “zedelijk of moreel hoogstaand” zouden kunnen noemen. 753

 

20.08.1955

 

In elk geval, hij gewaagde ervan dat hij een leerling van René de Clerc[q] was geweest [,] die hem vooral de zin voor rhythme en orgelpunt had ingeprent. 760

Burssens[’] ironie  die van regel naar regel, en soms bijna van woord naar woord sprngt… 761

 

 

3.09.1955

Maar met dat dagboek gaan ze pas voorgoed de lafaard en de schijnheiligaard ontdekken, [] die ge steeds zijt geweest, maar zorgvuldig gecamoufleerd hebt. 768

[…] een dagboek is nu eenmaal een uitlaatklep, waarin ge alles gaat neerschrijven wat ge tijdens de dag hebt moeten verzwijgen… 768

Zult ge later nog lust hebben al die onbelangrijkheden te herlezen? Ge zult ongevoelig geworden zijn gelijk een oude boomstronk, en u alleen nog interesseren aan uw zetel bij de kachel, en uw bezeverde pijp. 769

 

 

 

10.09.1955

 

Honderd beklagenswaardige nabootsers van het allerlaatste poëziesnufje zijn nog steeds niet de ene dichter waard, [] die zich niet bekreunde om welke vorm ook, maar uit zichzelf echte poëzie te voorschijn toverde. 772

Van het ogenblik dat men hier bij ons de pen ter hand neemt, is men ook bereid als onbegrepen-genie [onbegrepen genie] te creperen. 773

 

 

 

22.10.1955

 

 

Toch had ik er enkele bezwaren tegen. Bijvoorbeeld dat het begin, de kinderjaren van André Terval, er een te grote plaats innamen. 796

 

 

5.11.1955

 

En de booschap van Alfred Kossmann […] betreft de ontsporing van de mens. 804

Ons intellect wordt een al te hinderlijke bagage. 804

 

Het is echter spijtig, ik herhaal het, dat de lezer bijna nooit een tot hem gerichte boodschap aanvaardt. […] De door de schrijver opgeroepen wereld, [] herleidt hij tot een “wereld van de schrijver”. 805

 

19.11.1955

 

[…] dat een schrijver het recht moet hebben zelf uit te maken over wie of wat hij schrijven gaat… 808

Het heeft mj altijd teleurgesteld als ik ergens las, dat een goed gedicht iets moet zijn gelijk een stoel waarop men kan gaan zitten. 808

 

 

 

26.11.1955

Ik durf niet zeggen, dat zulke mensen niet bestaan. 812

Maar ik mag niet zeggen:… en gelijk ik zijn de meeste mensen. Neen, het is best mogelijk dat er ook nog een ander soort mensen bestaan, hoger, edeler en verhevener dan ik. 813

[…] dat kunst toch nog iets anders is dan een trouw in de lijn blijven der partij. 811

Het doet mij echter zo benauwend aan, deze mensen te zien eten, praten, slapen en vrijen, met steeds maar het welzijn van de Staat voor ogen. 812

Ik ben niet a priori tegen een moraliserend verhaal. 813

 

Want bij het lezen ervan voel ik mij weer [het] kind worden, [] dat zich door de pastoor een heiligengeschiedenis in de hand zag gestopt. 813

 

3.12.1955

 

[…] dat men mij niet zou mogen onthoofden omdat ik een meer heidense, een meer zinnelijke maar gezonder literatuur voorsta. 817

Na tien minuten steekt deze antimoraliserende preek u al even erg tegen, als om het even welke andere preek. 817

 

 

 

10.12.1955

 

Steeds heeft de dichter Van Osta[ij]en het beproefd, in zijn gedichten een bepaald gevoel weer te geven “zonder dat gevoel uit te spreken”. 820

Men weet ook dat Minne het reeds zijn leven lang over de bondigheid heeft: als het met tien lijnen kan, moeten het er geen twintig worden. 822

 

 

 

24.12.1955

 

Wat bereikt werd [,] legt bij hem niet het minste gewicht in de schaal. Hij verlangt slechts leven en beweging. 828

[…] hoe het noodzaak was en hoe zij slechts door maat en rijm weg te gooien, en door het woord schril, naakt en nieuw te voorschijn te halen, deze “eerste morgen” weer opnieuw konden doen beginnen. 829

 

Walravens […] wil de anderen, de onwetenden […], mededelen “wat een experimenteel gedicht is”. 830

Rodenko heeft een overzicht willen geven, Walravens integendeel een getuigenis. 828

31.12.1955

En op deze wijze is het een soort pleidooi geworden, ten gunste van de priester[-] arbeiders. Een pleidooi ten gunste van een hernieuwde kerk, die naar het woord van Christus niet meer “van deze wereld zou zijn”. 833

 

 

En het is misschien gek, maar dergelijke boeken verzoenen mij altijd wat, met hetgeen ze aanvallen. 834

Net zoals de Ise[n]grimus de middeleeuwse geestelijkheid altijd in haar hemd heeft gezet, komen deze Sleutels van Sinte Pieter [Sint-Pieter] de hedendaagse hogere geestelijkheid in hetzelfde weinig eerbiedwaardig gewaad zetten. 831

14.01.1956

 

Blijft het niet om het even in welke vorm ge uw gedachten giet? Kunt ge uw roman niet evengoed in de vorm van een toneelstuk, een radiohoorspel of een fimscenario schrijven? 840

 

 

 

11.2.1956

De dingen die Fast in zijn boeken beschreef, heeft hij zelf aan den lijve ondervonden. 856

Howard Fast is in de eerste plaats een man, [] die bezield is door de drang naar vrijheid, gelijkheid en broederschap… 855

En zijn boek over Spartacus valt dan ook in twee helften [uiteen]: het gedeelte over de opstandige slaven, en het gedeelte over de Romeinse patriciërs. 856

 

De Spartacus van Fast is heroïscher, maar romantischer. De Spartacus van Koestler is realistischer, maar twijfelzieker. 857

18.02.1956

 

 

Nog steeds is zijn woord giftig, en gedrenkt in rozenwater en vitriool. 861

 

[…] omdat gij in onze literatuur iets hebt gebracht dat er vóór  u niet was, en nà u niet meer komen zal… 861

25.02.1956

 

De poëzie is overal, bij de ongeletterden, de wilden en de kinderen. En helaas verwart men haar met de “Dichtkunst”… 865

 

 

 

3.03.1956

 

Het kan de aanvang zijn voor een roman van zeshonderd bladzijden, of voor een kort verhaal, of alleen een paar woorden in uw dagboek. Zoiets groeit gelijk de appel aan de boom. 867

Henry Miller is een mens die niet aarden kan in onze voor hem hypocriete samenleving… 869

 

Met schrijvers echter weet men vooral[s]nog geen raad. Zij maken steeds iets anders dan wat algemeen verwacht werd… 868

 

31.03.1956

 

[…] de schoonste literatuur is daar, [] waar ze niet is. 879

[…] mijn voorkeur gaat uit naar werken die nooit in een literatuurgeschiedenis zullen vermeld worden. 880

 

 

 

21.04.1956

 

 

Ik […] vind het jammer, dat de gedichten die uit French Cancan werden overgenomen, niet in de [het] oorspronkelijke barokke lettertype werden gelaten. 893

 

[…] [French en andere Cancan] , dit laatste voor mij nog steeds het beste, [] dat in ons hele poëzie-arsenaal te vinden is. 893

28.04.1956

Kafka, Miller, Sartre, Faulkner. Stop die samen in een zak, schudt goed, en ge hebt het schoonste beeld van onze tijd… 896

En wat verder duiken Zola, Buysse en nog een paar anderen op, dezen die u leren schrijven hebben. 896

 

 

 

12.05.1956

 

 

Zij doen allen hun best om de enkele nieuwgevonden [nieuw gevonden] woordcombinaties te verslijten. 900

[…] omdat zijn verzen te losbandig een spelen met woorden zijn, en er tussen de regels door al te Franse lichtzinnigheden verscholen zitten. 901

 

 

26.05.1956

Spoedig gaat blijken dat het niet zomaar een toevallige voorstelling is van een vreemde wereld doch veel meer een symbolische voorstelling van onze eigene wereld. 908

 

In een verbijsterende mengeling van humor […], met een sarcasme dat brandt gelijk vitriool… 908

 

Het doet denken aan de grotesken van Van Osta[ij]en, aan de fanstastische verhalen van Bordewijk, aan de beklemmende dromen van Kafka. 909

2.06.1956

 

Het is, op de weg van “het op zoek gaan naar de eigen persoonlijkheid”, een uitspuwen van onverteerde boontjes. 912

Allemaal echt gebeurd is in theorie een roman, maar in werkelijkheid een poespas van een dagboek. 911

 

[…] men denkt onmiddellijk aan De Valsmunters [De Valse Munters] van André Gide, en De Kapellekensbaan van L.P.B. 911

Lodewijk Erwt heeft het bijvoorbeeld voor een groot deel bij C[é]line gehaald. C[é]line bij Joyce, en Joyce bij… 912

9.06.1956

De oude meneer Greshoff bedoelde eigenlijk, dat hij niets wil te maken hebben met oorden, [] die in toeristische brochures worden aanbevolen. 915-916

Greshoff sputtert er tegen “de natuur” [,] waarvan hij niets moet hebben. 915

En nu hij dat alles meent achter de rug te hebben, is hij Hollander en protestant in zijn afschuw voor Holland en het protestantisme. 916

 

 

 

23.6.1956

Eduard Anseele begint zijn boek met de grote hongersnood, met de opstand en de plundering der broodwinkels. 924

 

[…] door de ballast van hun woorden het boek verhinderen zijn vlucht te nemen… 923

Zo breekt zichtbaar zijn boek in stukken […]: stukken van de schrijver Anseele, de redenaar Anseele, en de politieke leider Anseele. 924

 

 

7.07.1956

Want zo is het werkelijk: zelfs de dingen die gebeurd zijn, gebeurden nooit zoals wij het zagen, laat staan zoals wij het achteraf beschreven hebben. 933

Het zegt dieper en overtuigender nog dan De Avonden dat deze jeugd aan haar lot werd overgelaten… 933

 

Het is een vreemd boek, een zeer persoonlijk verhaal, een dagboek en een autobiografie… 932

Het is, in al zijn troosteloosheid, een troostend boek… 933

[…] kan ik werkelijk niet zeggen wat van hem, of integendeel van Andreus of Lucebert was. 931

14.07.1956

Men legt het terzijde, bedenkend hou gauw alles toch verouderd is, en hoe iedere tijd zijn eigen en totaal andere problemen en moeilijkheden heeft. 937

 

 

 

Wat zou hij wel opkijken, moest hij even een oogslag kunnen werpen op wat Miller of Genet hebben ontbloot.  937

28.07.1956

 

Het is niet waar, dat elke generatie een eigen gouden sleuteltje zou bezitten, waarmee zij de deur harer poëzie naar believen kan openen of afsluiten. 944

Zij wegen alle waarden af, naar het voordeel dat die kunnen brengen. Zij zijn cynisch… 945

 

 

 

18.08.1956

 

Ik vond zijn werk gekunsteld, en hij het mijne te wild. 948

Talloze keren hebben wij naar hem moeten opkijken, om zijn schone gelijkmoedigheid, om de manier waarop hij de literatuur boven de politiek, de godsdienst en de sekten wist te houden. 949

 

 

 

1.09-1956

 

Ik wil alleen maar zeggen, hoe gemakkelijk het is woorden achter elkaar te plaatsen die niets met elkaar gemeen hebben. 957

Hij heeft zeer goede vondsten, laat de woorden op onverwachte wijze tegen elkaar aanbotsen… 956

 

 

16.09.1956

 

Nogmaals beleefde ik er plezier aan, om M.W. de dichters van klassieke verzen een veeg uit de pan te zien geven… 964

Jaren geleden dachten wij, dat na deze Grashalmen niets meer moest gezegd worden. 965

Maar temidden [te midden] deze grashalmen groeit heel wat onkruid. 965

 

 

29.09.1956

 

Het zou onze saaie letteren heel wat opfrissen, moest van deze ironie wat meer gebruik worden gemaakt. 973

 

 

 

20.10.1956

 

En zie, alhoewel het scheepje zijn route had gevonden, wou het weer het roer wenden en gelijk een amfibiewagen over het land gaan… 983

De onstandvastige, speelzieke en koerswijzigende Jan Schepens… 984

En om de waarheid te zeggen, Walravens en ik hebben het steeds meer met de mens gehad, [] die literatuur bedreef, dan met de literatuur zelf. 984

Het is grappig, soms bijtend, soms giftig, soms olijk, zonder meer. 985

 

 

27.10.1956

 

Bij Snoek is geen gemeenschap met de anderen te vinden. 987

De dichter bewandelt zijn planeet, zoekt er de oorsprong van, en tracht het doel ervan te achterhalen. 988

Deze poëzie is helder als glas, maar zij is ook zo broos – en zo snijdend – als glas. 989

 

Snoek is niet zo beeldrijk en zo verscheiden als Claus […] en hij is ook niet zo diep aan het tasten naar alle verborgen roerselen, zoals Bontridder. 987

10.11.1956

 

Voor deze jonge man is de wereld in een bijna eeuwige mist of eeuwige nacht gedompeld. 992

Poëzie blijft in de eerste plaats “woordkunst”, en niet ritme… 992

 

 

 

5.01-1957

 

Een gedicht bestaat voor hem niet in het beeld, [] dat de woorden oproepen, maar in de spanning die deze woorden teweeg brengen [teweegbrengen]. 1025

Wij waren te wild, te kleurrijk en te beeldend voor hen, en deze beelden spraken niet tot hen. En wij vonden hun gedichten te schraal en te rationeel... 1024

 

Alle Vlamingen toverden in hun verzen de wonderste nieuwe beelden te voorschijn. De Hollanders integendeel zijn steeds strakker, soberder en rationeler geweest. 1024

12.01.1957

Het is echt – omdat heel deze omgeving van cafédiensters, matrones en levensdronken meisjes met begrip, met liefde, soms met mededogen is geschetst. 1029

 

Inderdaad geschetst… Want hierin ligt de kracht en meteen ook de zwakheid van deze vrouwen. 1029

 

 

26.01.1957

 

[…] dat wij, [] die verboden boeken lezen, niet slechter zijn dan anderen die alleen hun gebedenboek ter hand nemen. 1035

Men zou het nog als een bitter smakend grapje kunnen opvatten… […] Maar projecteer dit op een groter vlak, dan zouden ook de negers in Amerika zich ongelukkig voelen omdat de slavernij was afgeschaft. 1036

 

 

 

2.02.1957

 

 

 

Helaas, wat heeft de lezer er aan, dat Timmermans buiten zijn litteraire voorstellingen ook nog “eigenlijke opvattingen” bezat, als die in zijn werk niet tot uiting kwamen? 1041

Wortel, van Timmermans, kwam te laat: Soo de Kommer [,] van Walschap, had hem definitief de pas afgesneden. 1040

9.02.1957

 

Hij beklaagt er zich in de eerste plaats over, dat niemand nog boeken leest… […] En àls er nog iets gelezen wordt [,] moet het een “chromo” zijn. De chromo beheerst de wereld, het prentje dat aan de lopende band werd vervaardigd… 1044

Want Céline wàs inderdaad emotioneel, vooral in zijn Voyage au bout de la nuit. […] Nog was er die emotionele stijl, nog was er dat “bang” en “boem” en “zut”… 1043

Maar het is niet omdat hij ons kwetsen wil, dat wij zijn lektuur zullen terzijde schuiven. 1044

Er ontbreekt dat alles-overweldigende [alles overweldigende], dat we bijvoorbeeld bij Henry Miller vinden… 1045

12.02.1957

 

Slechts een ding heeft hem bekommerd: zijn tijdgenoten op flessen te trekken, en daar een fortuin aan te verdienen. 1049

 

Hij gaf hen net datgene, [] wat ze verlangden. 1047

Herlees Robinson nog eens en vraag u af wat u het meest bekoort: dat het u doet dromen, of dat het u meteen doet grijnslachen… 1049

 

2.03.1957

 

[…] Roelants is niet dom. Alleen, hij heeft geen begrip van wat literatuur voor iets is. 1056

Samen met Maurice Roelants spijt het ook mij, dat wij in een dergelijke wereld leven. 1057

Maar in de veronderstelling dat Roelants […] de overtuiging is toegedaan dat de opvoedkunde van de schoolmeester boven de visie van de romanschrijver moet gesteld… 1057

 

 

 

30.03.1957

 

Dood Hout is ontstaan, ten dele om de Amerikaanse kleurling Willie Mac Gee van de electrische stoel te redden. 1072

Hij bouwt eigenlijk zijn vers, hij schept ruimten… 1072

Hoe prachtig de eerste versie ervan ook was (zij verscheen in Tijd en Mens nog in andere bouwvorm, met afwisselende zangen tussen de vrouw, de neger en de blanke) werd deze nieuw uitgave weer helemaal herwerkt… 1073

 

 

13.04.1957

 

 

In dit “vers en wedervers” lag deze aan handen en voeten gebonden, aan wat de andere in alle vrijheid had mogen bedenken. 1080

 

De Vlamingen zijn stouter en beeldrijker, de Hollanders zijn scherper en dringen dieper door. Wij zijn schilders, zij zijn etsers. 1080

20.04.1957

 

Verschillende drijfveren kunnen schrijvers ertoe aanzetten zich aan een kinderverhaal te wagen. 1083

Een heel ander geval is dat van Frans Buyens. Deze jongeman is in de eerste plaats een idealist en een wereldhervormer… 1084

[…] een al te haastige en onoplettende taal… 1085

 

 

27.04.1957

 

Njet kiest geen kleur, zeggen de medewerkers. Maar ons lijkt het iets te zijn, [] dat we revolutionair-katholiek zouden noemen. 1087

Geliefde schietschijven zijn zij, [] die bij voorkeur in meer vrijzinnige kranten schrijven… 1088

 

 

“De Proppenschieter” is steeds raak geweest, steeds doeltreffend. In Njet klinkt het getuut wat teveel in het ijle. 1089

11.05.1957

 

Wat Walravens hier bundelt [,] is, op de genoemde uitzonderingen na, alles behalve [allesbehalve] modern proza. 1096

 

 

 

18.05.1957

Naast de machtige abt riep hij ook de lijfeigenen te voorschijn, die in bittere amroede leefden… 1100

Het zou de verbolgen lieden blijken, dat hij minder naar de voorbije glans der abdij heeft gekeken, […],  maar dat integendeel het huidige verval hem gefascineerd heeft… 1100

 

 

Om het even welke knoeier, hij ging alleen de lichtzijde durven bezingen… Claus echter […] stelde naast het licht ook de schaduw van dat licht. 1100

25.05.1957

 

[…] om Paul de Vree aan te tonen dat de repressie, zelfs zoals hij die zich voorstelt, te verrechtvaardigen zou zijn. 1104

[…] ook dan reeds stelden zij zich voor – doordat de S.S.-troepen de wapens moesten neerleggen – als de enige en grote slachtoffers van de oorlog. 1105

[…] dat de poëzie van dezen die nu aan De Tafelronde meewerken, enkel en alleen apartheidsliteratuur is geworden door deze immer-durende-en-nooit-ophoudende repressie. 1105

 

 

 

8.06.1957

 

Ik wou De Vree alleen maar zeggen, dat deze bloeddronken linksen, waartoe ook ik behoorde, in elk geval nog heel wat menselijker zijn geweest dan de tegenstrevers tijdens de bezetting. 1107

De concentratiekampen passen niet in het kraam van De Linie, en dus is het onbetamelijk de stank ervan onder haar neus te brengen. 1108

 

 

 

3.08.1957

 

 

Hij heeft soms komische binnenrijmen… 1115

Wat de verzen betreft, zij willen een beetje teveel op het gevoel van de lezer spelen… 1115

 

28.09.1957

 

Ik vind trouwens, dat een schrijver alleen maar het schrijven tot taak heeft… 1119

Men kan over het schrijversschap [schrijverschap], of liever “de rol van de schrijver”, verschillende opinies hebben. 1120

Hij vergat, dat alleen romantiekers, sommige idealisten […] zich in de illusie wentelen “alles over de mens te weten”… 1121

Ik verzorg geen gevallen van bandeloosheid, ik ben niet van de politie, en ik ben geen rechter. 1121

 

Het was vanzelfsprekend: slechte voorbeelden moesten zelfs fysische afkeer wekken. 1120

 

21.12.1957

 

 

De dichter (?) gebruikt het jargon der experimentelen, maar op een nogal gekke wijze. 1128

 

Hij mag met het werk van de groten […] vergeleken worden. 1127

11.12.1958

De meeste Boze Jonge Mannen hebben de laatste wereldbrand zien uitbreken… 1130

En dat Land Nod, het is ónze wereld, ónze beschaving. 1131

Men voelt het meteen, Cami’s sympathie gaat naar de Boze Jonge Mannen toe… 1129

Zij die later kwamen, een Paul Snoek, een Claude Corban […] mogen reeds tot de Beat Generation gerekend worden. 1130

In Het Land Nod ziet hij ons, mensen van deze tijd, als zonen van Ca[ï]n. 1130

Zijn taal is helder, scherp, schraal soms. 1131

En de diepere zin ervan beroert ons, streelt of kwetst ons, ergens in het verborgene van ons wezen. 1131

 

18.12.1958

In om zo te zeggen elk verhaal krijgen wij een kijk op een stuk van de wereld… 1135

Want Claus is in de eerste plaats een dichter, ook als hij meent proza te moeten schrijven. 1134

Ook de romans van Claus zijn geen romans, het is alles poëzie… 1134

In deze Zwarte Keizer staat [,] geloof ik, geen enkel verhaal, [] dat, volgens de geijkte opvattingen, een behoorlijke vorm of verantwoorde struktuur bezit. 1134

 

 

14.05.1959

 

Niet meer zo argeloos zingt Snoek zijn vreugden, zijn verbazing, zijn teleurstelling uit. Hij bezint zich, hij denkt na. 1138

Maar meestal vergeet hij dit, om alleen nog met woorden te gaan spelen. 1139

 

 

Het plaatst deze jonge dichter meteen naast een Albert Bontridder, naast een Hugo Claus. 1137

21.05.1959

 

Wie de beide werkjes doorbladert [,] krijgt de indruk of [dat] Jan Schepens erg bang is, op een of andere wijze in de vergeethoek te geraken… 1141

[…] in de verzen (een gedicht is soms een biecht) vindt men de weerklank van deze angst. 1141

 

 

 

11.06.1959

 

Gij schrijft fel, hard en hevig. Ik heb de indruk dat gij langs haar om iets meent te moeten mededelen. 1143

Uw Meisje in de kelder was een soort aanklacht… 1144

[…] waarom neemt gij dan juist de (mijns inziens) reeds verouderde romanvorm… 1146

Fenomenaal is alleen het feit, dat bij ons iemand is beginnen schrijven zonder aan literatuur te denken… 1146

 

 

Ook in De Mijn van Emile Zola komt de anarchist tot ongeveer hetzelfde besluit… 1144

15.10.1959

 

Het gaat bij hem in hoofdzaak om het woord… 1156

Het is geen toeval, doch een bewust stelling nemen, een alles opnieuw beginnen om het zuivere harde woord te vinden… 1156

Ook Jan van der Hoeven […] is in hoofdzaak bekommerd om het woord. 1157

In het gedicht “Meer dan nocturne” bezingt hij duidelijk het wintersterven […], en slaan zijn woorden, speels, allerlei verrassende beelden. 1157

 

[…] minder kil, minder snijdend dan bij Pernath… 1157

45.11.1959

 

 

Letterlijk en figuurlijk werd Het Slot nooit bereikt. Noch het Slot in het boek, noch het slot ààn het boek. 1161

En wij, met onze klok in de hand, zeggen: ik begrijp die man niet, over wat heeft hij het? 1160

 

3.12.1959

 

 

Haar verhaal is oprecht als de jeugd, soms onfatsoenlijk als de jeugd, hardvochtig als de jeugd, geestig en speels als de jeugd. 1165

 

[…] haar naam steeds zal vernoemen naast die van Hugo Claus of Simon Vinkenoog. 1163

Sagan! dacht ik meteen… 1164

Wat waarde betreft, zou ik het haast gaan vergelijken en afwegen aan dat meesterwerk van het moderne Nederlandse proza [,] de Avonden… 1164

10.12.1959

 

 

Deze poëzie wekt eerder een povere en kunstmatige indruk. 1168

Willems gaf in 1955 reeds een bundel uit, Boekje van weer en wind, waarin hij de stijl gebruikte die door Paul Rodenko ironisch de “spaghetti-stijl” werd genoemd. 1169

 

Er hapert wat, dat hem belet deze gave en zuivere poëzie te schrijven die we bij Claus hebben, en ook bij Paul Snoek of Hugues Pernath… 1169

31.12.1959

Al deze werken behoren tot de periode waarin de mens […] in het middelpunt der belangstelling kwam. 1176

Het was eigenlijk Buysse die daar alle aandacht aan schenken ging, nadat hij het naturalisme de rug had toegekeerd. 1176

 

 

Hoe dichter bij onze tijd, hoe hoger men hem zelfs zou aanslaan, terwijl men Streuvels […] integendeel zou gaan verwijten dat hij de mens in zijn natuurbeschrijvingen vergat.  1177

Toch is hij [Baekelmans, rvdm] in een paar werken grootser, wranger en ironisch-weemoediger dan zijn Gentse meester. 1177

Het werk van Claus, van Raes, van Yperman, verschilt in niets meer van dat wat de Hollanders […] ons ter lezing aanbieden. 1177

7.01.1960

 

Het lijkt er wel wat op, of hij juist door deze schrijvers en dichters wordt aangetrokken, [] die velen “raadselachtig, vreemd, ongewoon” lijken… 1179

De verwantschap die hij tussen beiden ziet, tracht hij dan vooreerst in hun persoonlijkheid aan te tonen.

Dat professor Uyttersprot ook niet van humor gespeend is, of […] tot een satirische kijk op de dingen gaat n[ei]gen, blijkt wel uit de allerlaatste alinea van zijn studie… 1181

 

 

31.03.1960

 

Wij zijn ondertussen getuige geweest van deze innerlijke behoefte naar Andries’ zelfontdekking… 1185

Zoals met veele moderne romans gebeurt, spelen zich de hoofdstukken afwisselend af, nu over knaap Vikke op de boerderij, en dan over de volwassen Vikke in de stad. 1183

Zij zijn persoonlijkheden, zij zeggen ons iets, of zij laten ons –gewoon genieten… 1185

Er is een dergelijk verhaal (van Hemingway, als ik me niet vergis) waarin nu eens een soldaat… 1183

Hij is niet, zoals Claus op die ouderdom “rot van talent” […] maar hij kan toch heel wat. 1184

Hugo Claus heeft het daarover, en Simon Vinkenoog, en Chris Yperman. 1184

21.04.1960

 

[…] dat hij nog steeds vecht en leeft voor wat in dit boek te vinden is. 1188

Deze Eerste Morgen is inderdaad een spiegel… 1189

 

 

 

12.05.1960

Misschien werden ook nog geen romans geschreven over onze koningen, azalea-kwekers [azaleakwekers], fietsenmakers of garagisten. 1191

Ik herinner mij veel, [] dat door Roelants, Hardy, Lampo, […] als meesterwerken werd geprezen en dat voor mij toch weinig zaaks is gebleken. 1192

Het is wel min of meer geschreven in wat een Nederlander onlangs nog de [“]spaghetti-stijl[“] noemde… 1192

Deze gebrokken zinnetjes, zich immer herhalend… 1193

[…] hij schrijft verdomd knap. 1193

 

 

2.06.1960

Hij beschreef de mens, de gewone, de geniepige, de listige, de sluwe. 1195

 

En hij beschreef hem in de koele gladde stijl, [] die men pas jaren later zou gaan gebruiken… 1195

 

Wat hij schreef [,] was te groot voor onze literatuur. Wij beschreven toen nog wind en wolken… 1195

9.06.1960

 

 

Lijmen is inderdaad een hypermodern werk, in een strak zakelijk proza geschreven… en dat in 1923. 1199

 

Was het te verwonderen dat dit werk in die dagen onopgemerkt bleef? Literatuur was toen nog beschrijving met ronkende volzinnen… 1199

28.07.1960

In zijn roman heeft hij het over de arme [j]ood Jacques Weininger, die aan een afschuwelijke dood in de concentratiekampen ontkomen is. 1201

De verschrikkingen die hij heeft doorgemaakt [,] hebben hem ànders gevormd. 1202

 

Hij weet soms met een enkel beeld ons iets duidelijk te maken, zo scherp en glanzend als een glasscherf. 1203

 

In zekere zin doet dit boek wel aan Kafka denken. 1201

En ook de manier waarop hij het doet is anders. Kafka schept een vreemde en beklemmende atmosfeer… 1202

Hij is ook overdadiger dan Kafka. 1202

Want wat hij doet en de manier waarop hij het doet [,] is, naar mijn weten, enig in onze literatuur. 1203

3.11.1960

 

[…] dat het werk van Wauters nooit in de eerste plaats als “spel” is bedoeld geweest. 1209

Zijn belangstelling is niet alleen gegaan naar wat ons totaal nieuwe dingen, als bijvoorbeeld de Jazz, aan poëtische verklanking brengen. Zij is ook gegaan naar het oer-volkse [oervolkse], het kinderrijm, het aftelliedje, ja, naar spreuken en gezegden. 1210

Het volkse, [] dat nu eenmaal aan wijsheid en aan poëzie aan zijn werk vastzit, ligt er in besloten. 1210

En het zijn bovendien aforismen, zeer korte verhalen, sprookjes en bedenkingen. 1211

[…] doch bovendien de kunst verstaat het publiek over zijn angst heen te voeren en het een lach – soms maar een glimlach, misschien wel eens een grijnslach  –  te ontlokken. 1209

 

24.11.1960

 

 

Ook van dit werk mogen we zeggen, dat het haast nooit een geëffend, rechtlijnig pad volgt, doch integendeel evolueert in vreemde spiraallijnen. En dit niet alleen waar het zijn soms slingerende volzinnen betreft… 1214

Zo stroomt dit proza onstuitbaar voort, met telkens een twee- tot drietal aan elkaar geregen volzinnen. 1215

 

 

1.12.1960

Net zoals in zijn bundel Wachten op het groene licht heeft Vandeloo het in Het gevaar over de machteloosheid van de mens als mens, de eenzaamheid van het individu in onze samenleving… 1218

En hoezeer weet Vandeloo nadruk te leggen op dit “wachten”, dat blijkbaar een der voornaamste bezigheden van de mens is! 1219

Heel wat schoonheid, heel wat treffende beelden en tal van de fijnzinnigste opmerkingen, die er op alle bladzijden als gezaaid liggen… 1219

 

Laat me allereerst zeggen, dat dit een der allereerste Nederlandse literaire werken is, [] die ik echt in ademloze spanning heb doorgelezen. 1219

8.12.1960

 

Gysen bepaalt zich vooral tot deze hedendaagse jeugd, die hij koel en haast onverschillig observeert, om hun woorden en daden te registreren. 1223

 

 

Gysen bestrijkt niet zo uitgebreide terreinen als Gust Gils… 1223

In elk geval, Gysen is Vaandrager waard. 1224

15.12.1960

Wij hebben nu een atoomcentrale, en het is goed dat Jos Vandeloo zijn boek Het Gevaar heeft geschreven. Wij hebben nu de rekening ontvangen van ons kolonisatie-werk [kolonisatiewerk], en het is goed dat Piet van Aken De Nikkers heeft geschreven. 1227

Hebbelinck moet iets kwijt. Hij schrijft om schoon schip te maken met zichzelf… 1225

Het is best dat er steeds nieuwere nieuwlichters komen, en [die] al die schrijvers van volmaakte opstellen beschamen en in verwarring brengen. 1227

Net als de vorige [werken] is dit boek in een felle [,] vinnige stijl geschreven. 1227

Het zichzelf vertellen… en het meteen óns vertellen, die misschien net als hij een en ander hebben meegemaakt… 1225

 

22.12.1960

Het is geen fantasietje van Remco Campert, het is een zo afschuwelijke waarheid dat zij ons braken doet. 1231

 

Campert schrijft een poëzie die wij “verhalend” mogen noemen. 1229

De moderne gedichten zijn veelal “werkstukken”. 1229

Ja, om het effect nog groter te maken [,] wordt de stem van de speaker steeds afgewisseld met deze van een even lieftallige speakerin… 131

Wie hem leest [,] begrijpt hem, hij verhaalt wat. 1230

Van hem verscheen indertijd de bundel kinderverhalen: Lodewijk Sebastiaan. Welnu, het zal overdreven lijken, als ik zeg dat ik nooit of nergens mooiere kinderverhalen las… 1230

12.01.1961

 

Of, als wij hun werk aan de plastische kunsten toetsen, dat zij [de] noodzaak voelen soms “figuratief” te zijn. 1234

Van zijn voirge bundels zegden we, dat het bij hem een bewust opnieuw beginnen was, om het zuivere [,] harde woord te vinden. 1235

Schraler is het woord waarmee hij de dingen als een rekensom behandelt… 1235

De er in voortkomende [voorkomende] gedichtenreeks “Maine [Main] de Gloire” is in wezen nog slechts geraamte-constructie. 1236

Zelfs als we aanvaarden, dat een bepaalde poëzie ook voor bepaalde vertrouwden wordt geschreven, dan wacht ons toch als uiteindelijk resultaat een poëzie die alleen nog voor de dichter zelf te ontraadselen valt.

Wordt het niet stilaan tijd, dat we eens een andere weg gaan? 1236

Het doet pijnlijk aan, [V]an Osta[ij]en zélf opnieuw aan het dichten te zien gaan – en dan nog slecht – langs de mond van Paul De Vree. 1233

Spreekt Roggeman van [“]splinters[”], Schouwenaars heeft het over… 1234

16.03.1961

Ik wil alleen nog een hele page uit dit boek overschrijven, [] die weer niets met Griekenland te maken heeft, doch met u, met mij, met ons allen… 1239

 

Hij schrijft zoals hij leeft, overdadig, liefhebbend, hatend, aanbiddend en vervloekend. 1237

Hij is een Amerikaan, maar niets dat hij meer verafschuwt dan Amerika. Het is te zeggen, het Amerika van de dollars… 1238

Het komt er allemaal holderdebolder uit, het is [een] gedachtenspuwende krater. 1238

Ge zijt verwittigd, als ge Miller leest dan wordt u een smerig stuk werkelijkheid voor ogen gebracht en uw vredige avond kan volkomen verknoeid raken. Maar leest ge een boek om in slaap te worden gesust? 1240

 

23.03.1961

En verder schrijft hij over de atoombom, over Hitler, over Laurel en Hardy, over God, over Kierkegaard en over John Dillinger. 1243

 

Bovendien staat dit machtige boek vol aforismen. 1243

 

Henry Miller’s voornaamste held is Henry Miller. En Harry Mulisch’ voornaamste held is Harry Mulisch. 1242

20.04.1961

 

De ene, Anne Dellart, wil me overtuigen dat de persoonlijke waarheid ergens moet samenvallen met de Grote waarheid… De andere, Jozef Versou, wil me bewijzen dat de mens niet voor zichzelf leeft… 1246

Jozef Versou, de communistische schrijver, is een veel ergere puritein… 1247

Ik vond het zo jammer, dat Anne Dellart dit mooie proza al te vlug overboord gooide, om in hare verdere bladzijden naar gemakkelijke clichés te grijpen… 1246

Wat Jozef Versou betreft, […] hij schrijft niet alleen slordig, maar hij schrijft ook kleurloos. 1246

 

[…] wat hij presteert [,] is een herhaling van wat de eerste socialistische schrijvers, uit [de] vorige eeuw, hebben bewerkstelligd. 1246-1247

20.04.1961

Hij dicht over de velden en de akkers, een boer die op zijn land verdwaalt… 1250

 

Het waren, in de 17 Hutten, vooral de zeer mooie poëtische beelden die het uitgeven van deze bundel verrechtvaardigden. 1250

 

Wie deze poëzie leest [,] zou denken dat Verstraeten nooit wat gehoord heeft van al wat de avantgardisten, de experimentelen, de 55’ers heeft bekommerd en beroerd. 1250

Soms denkt men even aan Richard Minne. 1251

8.06.1961

 

 

Ontroerende humor, en smartelijke ironie… 1254

 

Nooit werd iets mooier in onze hele Noord- en Zuidnederlandse literatuur geschreven… 1253

22.06.1961

Het sprak de eenzaamheid, de vertwijfeling, het cynisme en de losbandigheid der moderne jeugd uit, en het was zo eerlijk en overtuigend waar… 1257

 

Zij gaf het gemeengoed geworden materiaal der experimentele poëzie een eigen vorm. 1257

Een heel klein scheepje, dat geen roman en ook geen poëtisch proza was, maar daar ergens tussenin lag. 1257

Nog steeds schittert de poëzie door dit werk heen, al is het in mindere mate, en werd zij verdrongen door een ruimer gebruik maken van “vlinderachtige dialogen”… 1258

 

Ik durf haast geen vergelijking maken met de anderen, in onze hele Vlaamse literatuur, want ik zou geen evenknie durven aanduiden. Tenware misschien, [] Hugo Claus. 1258

[…] woorden, beelden, volzinnen, [] die als het ware zo uit een der films van de “nouvelle vague” komen. 1258

En dit besef stuwt haar naar hoogten, [] die ver boven het niveau van Françoise Sagan liggen. 1259

13.07.1961

 

Hij was een bom. Hij schopte alle regels van het mooischrijven door elkaar en misbruikte de spelling naar eigen zin en willekeur. 1262

En een zijner laatste bedenkingen was: het heeft geen zin dat ik schrijf, want wat men verlangt [,] is geen boek van mij… 1262

 

 

 

10.08.1961

 

Welnu, hier is een boek vol scenario’s en romangegevens, rechtstreeks op de werkelijkheid betrokken… 1264

 

 

 

31.08.1961

 

Hij wilde veel meer de spanning weergeven, [] waarin de mensen in de oorlog leefden. 1267

Opzet van de auteur was in dit boek vooral, aan te tonen hoe weinig “zin en betekenis” er in het leven der mensen is, en hoe zij aan toevalligheden onderworpen zijn. 1268

Het is de taal en de vormgeving zoals we die kennen uit De Heilige Gramschap, en die wel wat aan de Amerikaan Steinbeck herinnert. 1268

 

De Heilige Gramschap was een der belangrijkste revelaties onder de jongeren… 1267

Om het met een vergelijking te zeggen, zou men deze weg [“]van Steinbeck naar Camus[”] kunnen noemen. En toch niet helemaal, want weer een ander element, iets dat reeds vaag naar Kafka zweemt, doet reeds zijn intrede… 1269

12.10.1961

 

Hij is soms te onschuldig. 1272

[…] we willen af en toe ook eens lekker zondigen. En dat wil Daisne niet, hij verlangt een engel te zijn… 1272

 

 

 

19.10.1961

[…] en hij kon naar hartelust uit deze archieven der familie putten om zijn boekje samen te stellen. 1275

Luc Delaforterie had, vooral, ook moeten denken aan die massa Daensisten zélf… 1276

 

 

 

 

21.12.1961

[…] heeft hij het over Wijk Veertien, de wijk van Brooklyn waar hij geboren werd. 1280

De rest van de Verenigde Staten bestaat voor mij niet, zegt hij. 1280

 

[…] al wat hij heeft beleefd en ondervonden, gehaat en bemind, bewonderd en verguisd, dat hebt ook u gedaan [)]. 1280-1281

U moogt alle boeken hebben gelezen die de laatste jaren zijn verschenen, maar als u Miller niet hebt gelezen, dat kent u de nieuwe, de moderne, wereldliteratuur niet. 1281

1.02.1962

 

Samen met James Joyce […] gaf Jean Genet de doodsklop aan de oude, traditionele, gevestigde roman. 1287

En brak Jean Genet de banden van wat een fatsoenlijke roman hoorde te zijn, hij brak ook de banden van onze moraal. 1288

Zijn moralisme is het systematische en woedende verzet tegen onze wetten en maatschappelijke waarden. 1288

Hierin zei hij, misschien nooit meer wat anders te zullen schrijven, tenzij hem iets zou overkomen van zó ernstige betekenis, dat hij een nieuwe kunst en taal zou nodig hebben om een nieuwe ellende meester te worden. 1289

Het is een chaos. Het is geen geordend en geregeld, en naar onze smaak en goesting geplooid boek. 1288

Hij schreef een taal die ge nog nergens hebt gehoord, zo vreemd, zo schitterend, zo nieuw. 1288

 

 

8.02.1962

 

 

Wel heeft Bern afstand gedaan van het al te gemakkelijk en door de allerjongsten ook al teveel misbruikt woordbeeld. 1293

Nu kon het ook wel wat anders dan “een heel kleine roman” zijn geweest [,] b.v. een gedicht in ritmisch proza… 1293

 

 

12.04.1962

[…] in het leven van deze Messiah spelen ook sociaal onrecht, concentratiekampen en de dreiging van het atoomgevaar een belangrijke rol. 1304-1305

Het is gewoon datgene wat een mens van nù denkt… 1305

[…] dat hij het als zijn taak beschouwt voor een nieuwe idee ook een nieuwe vorm te zoeken. 1305

[…] omdat deze 85 bladzijden tellende Messiah uit slechts een enkele volzin bestaat. 1303

Bij Krijgelmans komt nergens dat rust-punt [rustpunt], omdat er ook nergens een oponthoud voorkomt in het denken… 1304

Makkelijk leesbaar is dit alles vanzelfsprekend niet. 1304

En bovendien vinden we het terug bij James Joyce, bij William Faulkner en anderen. 1303

27.09.1962

Want zo is het werkelijk: zelfs de dingen die gebeurd zijn, gebeuren nooit zoals wij het zagen, laat staan zoals wij het achteraf beschreven hebben. 1308

Hij wil alleen maar “zijn”, gewoon zijn  en gewóón zijn. 1307

Inderdaad, Vinkenoog wil in zijn werk geen vragen oproepen. 1308

[…] hij is en blijft ook voortdurend in zijn proza, een groot dichter… 1309

 

Onder de jongeren is hij juist deze die het meest met onze wereld van nu te doen heeft… 1307

Het zegt dieper en overtuigender nog dan De Avonden… 1308

4.10.1962

 

De meesten die tot deze groep behoorden [,] waren van oordeel dat literatuur niet zóveel belang heeft, maar dat het belangrijkste deze tijd, deze mens is. 1313

 

 

[…] ik kan geen werk bij ons noemen dat op zo sobere, maar zo aangrijpende wijze de [W]eerstand […] heeft beschreven. 1312

8.11.1962

Nu zijn deze vreemdelingen, levend in een wereld waarvan wij niets begrijpen, gewezen [o]ostfrontstrijders, Vlaamse S.S.’ers… 1317

 

Claus immers beschrijft de dingen […] verward, aarzelend, wijkend, zich verliezend soms op zij- en dwaalwegen. 1316

Toch is dit relaas aangrijpend, toch voelt men er de diepere tragiek van aan… 1317

De gruwelijke lach van Jeroen Bosch en James Ensor… maar vooral gruwelijk wordend, omdat wij met de anderen lachend, in deze anderen ook onszelf herkennen. 1317

 

21.03.1963

 

 

Hij reeg gewone woorden aan elkaar, en meestal tekende hij hiermee een kruis, een zwaard, een balans. 1319

In Apoteek daarna [,] ontwikkelde Wauters deze heel eigen poëzie tot meer een soort poëtisch proza… 1319

Zijn beeldspraak was steeds tot het minimum herleid. 1320

Dit is echter meer een innerlijk verhaal, een innerlijke monoloog. 1321

 

Alle experimentelen gebruikten nieuwe beelden, Wauters niet. 1319

[…] spelen met de woorden. Iets wat Wauters heel even met Burssens gemeen heeft. 1320

Met dergelijk soort proza staat Marcel Wauters heel alleen in onze literatuur. 1321

25.04.1963

Dit is modern proza, en niet alleen omdat het over mensen en problemen van deze tijd gaat. 1324

 

Ook dit verhaal, dit beschrijven van een jeugd, “ademt” jazz. En ik bedoel dat het proza jong is, modern is, en werd opgebouwd naar nieuwe opvattingen. 1324

 

Binnen afzienbare tijd zal “Nuages” een klank hebben als “Melopee” van Van Osta[ij]en. 1323.

Roggemans Een goudvisje mag naast de Zwarte Keizer-verhalen van Hugo Claus staan… 1325

16.05.1963

 

Een poëzie die blij durft te zijn, die het over de gewone dingen van elke dag durft te hebben… 1328

Ook hij weet dat poëzie geen fictie maar een realiteit is. 1329

 

Dit is zuivere poëzie, dit is poëzie van onze tijd, die door jonge mensen kan beluisterd worden als jazzplaatjes. 1330

Zonder het misschien zelf uitdrukkelijk te willen [,] bedrijft Pauwels het soort poëzie dat Gaston Burssens heeft geprogrammeerd. 1328

26.09.1963

 

Door een bepaalde verfijning ertoe gedreven een welluidend […] proza schrijvend [te schrijven], meende hij daar blijkbaar te moeten aan ontkomen en lapte hij hij er dan een ietwat lollige […] opmerking bij. 1332

Het modernste proza van [zijn] tijd misschien schrijvend, met gebruik [te] maken van alles wat de moderne kunst op dat ogenblik had te leveren… 1333

Beschaafd, verfijnd, gestyleerd, en desondanks toch het gevoel voor “maat” verliezend. 1333

 

Vergelijken wij het echter met de verhalen van Minne […], dan valt een en ander in het nadeel van Vriamont uit. 1332

19.12.1963

Alhoewel we Luc Delaforterie erg dankbaar zijn deze beide werken, […], te hebben geschreven, hadden we het toch […] graag eens zien bekeken worden v[an] de kant van het volk zelf. 1337

Zo objektief mogelijk, met zelfs bijna pijnlijke nauwkeurigheid, tekent hij het leven van de gebroeders Daens. 1336

 

 

 

18.07.1968

 

Het is zoals u weet, een pleidooi voor de totale vrijheid, en een veroordeling van elke wet die deze vrijheid beperken zou. 1356

Het hele boek bestaat uit voornamelijk dialogen… 1356

 

 

25.07.1968

Het libretto is ge[ï]nspireerd op de oorlog in Vietnam… 1357

De auteur wil niets of niemand aanklagen, bezweren, verwittigen. Hij kan dat ook niet, hij kan alleen maar zien en vaststellen, getuigenis geven… 1358

In keiharde bewoordingen zet Claus deze wereld voor ons neer… 1358

Hard, wrang en bitter is dit boek.  En niet zonder ironie laat Claus ook nog aan het eind een aantekening volgen, waarin hij zegt “weer een en ander te hebben overgenomen uit min of meer  klassieke geschriften”… 1358

Het is vooral deze geest van “kollage”, [] die het werk van Hugo Claus een frisheid bezorg[t]… 1358

 

 

29.08.1968

 

In het nu verschenen boek De Maagdenhorde […] wil Andries wel speciaal wat mededelen… 1361

Ook de zeggingskracht van Marc Andries is toegenomen. 1362

 

[…] een jonge auteur die samen met een Hugo Claus en een Hugo Raes tot onze beste hedendaagse prozaschrijvers mag gerekend. 1362

11.07.1974

[…] het is een spiegelbeed van onze samenleving zélf… 1374

[…] zelf heb ik […] vooral in bewondering gestaan voor de eerlijkheid en de moed waarmee de schrijver dit pijnlijke onderwerp aanpakt. 1373

Maar iemand moet het toch maar eens zeggen, kiekeboe spelen heeft geen zin meer, en wordt bovendien hét grote gevaar van onze samenleving. 1374

 

Het is zeker een boek dat deining zal verwekken, waarin velen zichzelf zullen herkennen, en zich op hun beurt gekwetst voelen. 1374

 

 

 

Bijlage 8: De bijdragen in het nieuw vlaams tijdschrift en tijd en mens geanalyseerd aan de hand van het model van Boonstra

 

Datum

Werkelijkheid (1)

Auteur (2)

Werk (3)

Lezer (4)

Andere werken (5)

NVT mei 1951

Er zijn, in deze bundel, verzen waar de dichter over zichzelf spreekt. […] Ofwel waar hij spreekt over goedheid, goedhartigheid, liefde, overgave, geven aan de mensen die het niet aanvaarden… 195

De poëzie is immers klank, rythme, zang, muziek. Sinds het geval Wauters is zij dat geweest. 188

Het bestaande is voor hem een plat vlak. 189

We zullen zien hoe deze dichter steeds eenzijdig zal staan… 190

Wij allen zijn voor de dicher geen persoonlijkheden, niets is aan of omtrent ons, dat ons van de anderen onderscheiden kan. 196

En zo heeft ook Wauters in de beginne, enkele schuchtere pogingen gewaagd om als een kind met klankballen te gaan spelen. 188

Het gedicht zal niet langer meer een zang zijn, maar een planimetrisch figuur. 189

Het eerste wat wij in deze verzen opmerken is een beweging van het beeld. 189

Het vers wordt steeds meer en duidelijker, tekening. 191

Zonderling genoeg, er zijn geen kleuren. 191

 

Het is waar dat […] zijn manier, aan deze van Van Ostaijen gelijkt… 188

En net zoals Braque, Matisse, Picasso, wil hij de waargenomen dingen in effen vlakken weergeven. 189

Als artist […] staat Wauters boven elke vergelijking. 194

Tijd en Mens 

december 1952

 

Ach, er zijn vele wijzen om een goed gedicht te maken, gelijk er vele wijzen zijn om een goed schilderijtje te maken. […] Zo en zo moet het! zegt de heer Van de Voorde, die zijn verzen in kleine vierkanten verdeelt, en daarna volgiet met woorden. 253

Maar moet de dichter niet een beetje de pionnier, de goudzoeker van het woord zijn? 253

De heer Van de Voorde en vele zijner confraters echter, troosten zich ermee, dat het voldoende is een stramien vol woorden te gieten… 254

En ook wil ik even zeggen: ondertussen hebben enkele jongeren reeds begrepen dat een gedicht tóch nog iets anders is. 258

Nu eens gaat het deinend en wiegend […], maar op andere plaatsen wordt het gehakt… 256

Doch is het u niet opgevallen, hoe dikwijls hij ‘thans’ en ‘god’ gebruikt?

 

 

Tijd en Mens

decembr 1953

 

Doch voor de schrijver had niet het verhaal zoveel belang, doch meer het spel rond het verhaal. 291

[…] maar als schrijver dient het thema hem slechts om eens zijn gal uit te spuwen… 291

Ook in zijn haat weet hij geen maat te houden. 292

Bewust heeft hij elke gewone vorm de nek omgewrongen. Doch ook de clown die na de voorstelling van de acrobaat een parodie hiervan komt geven, moet bewijzen een en ander van acrobatie af te weten. 292

Het heeft meer weg van een vaudeville, dan van een verhaal. 291

Doch elke ‘handeling’ is hem een ware marteling. Met al  te korte zinnetjes soms wordt deze doorgevoerd… 293

 

Zij zijn zo vreemde vogels in de diergaarde onzer literatuur… 290

Toch is de schrijver Van Ostaijen niet steeds even schitterend de dichter Van Ostaijen op de voet gevolgd. 290

Toch breekt ook de schrijver volkomen met alles, wat in zijn omgeving verschijnt. 290

De ondergang van de Stronk wordt zo meeslepend komi-tragisch voorgesteld, dat zij alleen met de Isengrimus van Nivardus kan vergeleken worden. 293

 

 

 

Bijlage 9: Overzicht van kritische bijdragen met substantiële overeenkomsten en/of identieke tekstgedeelten

 

De roode Vaan

Front

De Vlaamse gids

Vooruit

‘Bij de verjaring van Vermeylen’s dood Beschouwingen over De twee vrienden van Aug. Vermeylen’

19/20 januari 1946: 139-144. =>

De twee vrienden van August Vermeylen’

9 januari 1949: 329-333. =>

‘Twee vrienden’ september 1950: 117-133, aldaar 117-127.

 

‘Willem Elsschot Het Dwaallicht

16 mei 1946: 301-306. =>

‘Over Het dwaallicht van Elsschot en “Zondaars en sterren” van Piet van Aken’ 

6 oktober 1946: 23-26. =>

 

 

 

 

=>

‘Willem Elsschot bekroond Op bezoek bij de schrijver van Het Dwaallicht’

13 januari 1949: 3-6. ¯

 

 

 

‘Bij de dood van Willem Elsschot’

2 juni 1960: 1195-1197.

‘Hendrik Conscience en De Leeuw van Vlaanderen

27 juni 1946: 363-368. =>

‘Wij zullen Conscience herdenken Doch wanneer Zetternam?’

3 oktober 1948: 287-291.

 

 

‘Zetternam’

25 juli 1946: 391-394. =>

‘Wij zullen Conscience herdenken Doch wanneer Zetternam?’

3 oktober 1948: 287-291.

 

 

 

‘De brieven van Van Gogh’

27 oktober 1946: 33-37. =>

 

 

 

=>

‘De literatuur, en… de brieven van Van Gogh’

14 februari 1943: 311-314.

‘De duivel vaart in ons’

5 december 1946: 403-409. =>

‘Rond Van Aken’s De duivel vaart in ons Groei en zorgen onzer literatuur’

8 december 1946: 55-59.

 

 

 

‘Jan Schepens schrijft over Achilles Musssche’

1 september 1946: 11-14. ¯

 

 

 

‘Achilles Mussche en zijn fresco Aan de voet van het Belfort

25 januari 1948: 213-218.

 

 

 

‘Een hernieuwde Johan Daisne De man die zijn haar kort liet knippen

1 februari 1948: 219-225. =>

‘En toch winst?’ juni 1948: 17-32, aldaar 26-29.

 

 

Alleen de doden ontkomen Een nieuwe roman van Piet van Aken’

29 februari 1948: 237-242. =>

‘En toch winst?’ juni 1948: 17-32, aldaar 22-26.

 

 

‘De katholiek roman Voor de avond valt

8 augustus 1948: 259-262. =>

‘En toch winst?’ juni 1948: 17-32, aldaar 18-22.

 

 

‘De achternahinkenden’

26 september 1948: 279-282. =>

‘Het literaire bijsmaakje’ september 1948: 33-47, aldaar 34-38.

 

 

‘Zij die achterna-hinken’

3 oktober 1948: 283-286. =>

‘Het literaire bijsmaakje’ september 1948: 33-47, aldaar 38-41.

 

 

‘Proza van Frank van Leeuwen’

24 oktober 1948: 303-306. =>

‘Het literaire bijsmaakje’ september 1948: 33-47, aldaar 44-47

 

 

‘Daniel Defoe De baanbreker der moderne romankunst’ 3 juli 1949: 405-412 en 10 juli 1949: 413-417. =>

 

 

 

 

=>

‘Eén van de allergrootsten Daniël [Daniel] Defoe’ 22 februari 1952:173-177, 29 februari 1952: 179-183 en 7 maart 1952: 185-189. ¯

 

 

 

Robinson’ 16 februari 1957: 1047-1049.

 

 

 

‘Nescio de schrijver bij wiet nooit iets “gebeurt”’

20 juli 1951: 37-41. ¯

 

 

 

‘Eindelijk weer Nescio!’

8 juni 1961: 1253-1256.

 

 

 

‘Jean Genet Een “bloem van het kwade”’

3 augustus 1951: 43-48. ¯

 

 

 

‘Jean Genet De negers’

1 februari 1962: 1287-1289.

 

 

‘In welke straat breekt men het brood der poëzie?’ (1) augustus  1952: 187-196.

 

‘De dichter Albert Bontridder’ 5 oktober 1951: 91-95.

<=  ¯

 

 

 

‘Ook Christine D’Haen [D’haen]?’ 12 oktober 1951: 97-102.

 

 

‘Van de “Eendenjacht” naar de “Jacht op Bea” september 1953: 197-211.

‘Over Hugo Claus’ 19 oktober 1951: 103-107.

<=

 

 

‘Van de “Eendenjacht” naar de “Jacht op Bea” september 1953: 197-211

‘Bij het verschijnen van De hondsdagen Inderdaad een “geval”[-]Hugo Claus?’ 17 januari 1953: 299-303.

<=

 

 

‘De Amerikaanse roman overtroefd’ februari 1954: 227-239.

‘Over Het Begeren van Piet van Aken De god der steenbakkers waakt’ 26 september 1952: 235-257.

<=

 

 

‘De Amerikaanse roman overtroefd’ februari 1954: 227-239.

‘Opgepast voor seriewerk’ 29 augustus 1953: 397-400.

<=

 

 

 

‘Marcel Wauters Hipoteek’

21 maart 1963: 1319-1321. ¯

 

 

 

‘Verzen van Werner Pauwels’

16 mei 1963: 1327-1330.

 

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende