Van Bulcks volkenkunde. Koloniale antropologie in België, een gevalstudie van pater Van Bulck s.j. (1903 – 1966). (Raf Van Hoof)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Bijlagen

 

1. Literatuurlijst Van Bulck s.j.

 

 

2. Kaartenmateriaal in het archieffonds Van Bulck

 

Op de volgende bladzijden kunnen enkele kaarten worden teruggevonden, die door Van Bulck zijn opgesteld.  Achtereenvolgens betreft het hier kaarten uit volgende archiefbescheiden:

pp. 323 – 325.   AVJH.  Fonds Van Bulck XXIII: Bayaka – clans / dorpen. 2.  6.  Kaarten.       

pp. 326.            AVJH.  Fonds Van Bulck XLII: Volkenkunde 2. 1.  J. Mertens s.j.: Ba Diki Diki en hunnen Noorderburen in de missie van Mpese.  79 blz. getypt + 11 blz. varia. 

pp. 327.            AVJH.  Fonds Van Bulck XXIII: Bayaka – clans / dorpen. 2.  2.  Van Bulck: farde losse papieren met geschreven historische overzichten over de Bayaka van 1890 tot 1940. 

 

Deze kaarten heb ik louter illustratief opgenomen.  Ze vormen echter een goed beeld van Van Bulcks cartografisch materiaal.  De eerste kaart is een voorbeeld van een topografische kaart waarvan ik sprak in een eerder hoofdstuk.  Het betreft hier een stuk van wat eens een enorm grote kaart moet geweest zijn, maar die later is verknipt in een dik pak A4’tjes.  Het was onbegonnen werk, onder meer door gebrekkige kennis van de streek, de oorspronkelijke kaart te reconstrueren.  Wel was het echter duidelijk dat het om een soort stafkaart ging, die Van Bulck waarschijnlijk moest helpen wanneer hij door zijn missiegebied trok.  De kaart besloeg dan ook enkel dit terrein.  In het midden zien we bijvoorbeeld de loop van een rivier, rechtsonder geeft Van Bulck enkele boompjes weer.  Misschien was dit karakteristiek voor die plaats?  Van Bulck geeft ook duidelijk de namen weer van de zijrivieren en dorpen.  Door middel van stippellijnen duidt hij de gemakkelijkste weg aan om deze dorpen te bereiken.  De tweede kaart is gelijkaardig, maar waarschijnlijk afkomstig van een andere ‘moederkaart’.  Hierop geeft Van Bulck allerhande belangrijke posten (dorpen?) aan, alsook de wegen om tot de belangrijkste dorpen te komen.  Op andere stukken van deze kaart duidt Van Bulck overigens de belangrijkste dorpen op een karakteristieke wijze aan.  Midden op het blad, een viertal centimeter ten oosten van de Kwangorivier, plaatste Van Bulck Dinga, zijn missiepost.  De derde is een van de uitzonderingen waarop Van Bulck met behulp van kleuren en pijlen, verschillende migraties weergeeft.  Let wel: het gaat hier om migraties, maar waarvan (cultuurelementen, personen, talen, …), daarover laat Van Bulck ons in het ongewisse.  Daarenboven wil ik duidelijk stellen dat het hierbij duidelijk niet gaat om een kaart waarop Van Bulck cultuurcomplexen weergaf.  Ten vierde geef ik een detail weer van een kaart waarop Van Bulck een indeling geeft van verschillende stammen voor een bepaald gebied.  De laatste kaart geeft een weergave van de situering die Van Bulck gaf aan verschillende stammen in zijn vicariaat.

 

 

 

 

 

 

 

3. Een overzicht van de stamgebieden

 

Hieronder vindt u twee kaarten die een overzicht bieden van de volkeren die in zuidwest – Kongo leven.

  1. L’ouest de l’Afrique Centrale vers 1850.  In: NDAYWEL È NZIEM Isidore.  Histoire générale du Congo.  De l’héritage ancien à la République Démocratique.  Paris, Brussel; De Boeck & Larcier; 1998; pp. 96 bis.

2.      Kaart van Belgisch – Kongo.  In: PETRIDIS Constantijn (red.).  Frans Olbrechts.  1899 – 1958.  Op zoek naar kunst in Afrika.  Antwerpen; Etnografisch Museum Antwerpen; 2001; pp. 187 bis.

 

Kaart 1

 

Kaart 2

 

 

4. De talenkaarten van Belgisch – Kongo

 

Achtereenvolgens kan een fragment worden teruggevonden van de twee taalkaarten van Belgisch – Kongo die in het negende hoofdstuk worden besproken.  Het betreft hierbij respectievelijk:

1. VAN BULCK (V.).  Les recherches linguistiques au Congo belge.  Résultats acquis; nouvelles enquêtes à entreprendre.  Mémoires de l’Institut royal colonial belge.  Tome XVI.  Bruxelles; IRCB; 1948; 767 p. + carte

2. HULSTAERT Gustaaf.  Carte linguistique du Congo belge.  Mémoires de l’Institut royal colonial belge.  Tome XIX.  Bruxelles; IRCB; 1950; 66 p. + carte

 

Kort wil ik enkele algemene toelichtingen geven en daarbij enkele verschilpunten aanstippen.[731]  Beide kaarten onderscheiden de bantoe-  van de niet – bantoe talen door middel van een dikke zwarte lijn. Daarbij valt al een eerste verschil op: de twee auteurs situeren andere grenzen (zo geeft Hulstaert enkele enclaves van niet – bantoe talen aan).  Meer algemeen is het trouwens zo dat beide auteurs vaak een totaal andere indeling geven.  Dit valt onder meer op voor de inkleuring van het noordoosten.  De cirkeltjes op Van Bulcks kaart met getallen in, geven aan dat het gaat om taalenclaves waar zogenaamde substraattalen worden gesproken.  Het gaat dan om dialecten of taalvarianten die Van Bulck ter volledigheid toevoegde.  Hoewel hij zich ervan bewust is dat de cirkels te grof zijn om de situatie volledig correct weer te geven, wil Van Bulck zo zelfs elke lichte afwijking aangeven. 

De onderlijnde getallen op beide kaarten hebben betrekking op enclaves van niet – bantoetalen.  Voorts valt ook op dat Hulstaert centraal op zijn kaart een grote vlek situeert van het Mongo, onderverdeeld in verschillende varianten.  Deze grote ruimte is afwezig bij Van Bulck (die de verschillende varianten naast de kaart weergeeft en ze enkel met kleuren en arcering aangeeft wat op de kopie niet al te duidelijk is).  Het is een directe weerspiegeling van Hulstaerts streven tot unificatie van het Lomongo. 

De verschillen tussen de twee kaarten zouden vooral te maken hebben met de verschillende opvattingen over etnieën en talen van de twee auteurs alsook hun verschillende bronnen.

 

 

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[731] Dit doe ik op basis van Van de Veldes werk: VAN DE VELDE Mark. Op. cit., passim.