Eiland binnen Utrecht. De maatschappelijke positie van Turken en Marokkanen in de Utrechtse wijk Kanaleneiland omstreeks 1980. (E.S.M. Thomeer)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Bijlagen

 

Bijlage I

Buurtcombinaties in de stad Utrecht[120]

 

 

Legenda:

00 Binnenstad

01 Overvecht

02 Amsterdamse Straatweg tot spoorlijn

03 Amsterdamse Straatweg spoorlijn/Marnixlaan

04 Nieuw-Zuilen

05 Vogelenbuurt, Tuinwijk, Wittevrouwen, Staatsliedenkwartier, Zeeheldenbuurt

06 Tuindorp, Tuindorp-oost

07 Oost

08 Sterrenbuurt, Gansstraat

09 Tolsteeg, Hoograven

10 Omgeving Academisch Ziekenhuis

11 Rivierenwijk, Croeselaan

12 Kanaleneiland

13 Kanaalstraat, Vleutenseweg en omgeving

14 Oog in Al, Den Hommel

 

 

Buurten in de wijk Kanaleneiland[121]

 

 

Legenda van buurtcombinatie 12 (Kanaleneiland):

74 Industriestrook Kanaleneiland
75 Kanaleneiland: Transwijk

76 Kanaleneiland: Van Vollenhovenlaan
77 Kanaleneiland:Columbuslaan

78 Kanaleneiland: Marshalllaan

79 Groenewoudsedijk

 

 

Bijlage II

 

Interview met de heer Bareld Aalders, woensdag 12 januari 2005

 

De heer Aalders is een weg- en waterbouwkundige en inwoner van de wijk vanaf het eerste moment. Hij heeft zitting in de wijkraad van Kanaleneiland.

 

Hoe bevalt het wonen in Kanaleneiland u?

Heel erg goed. De tegenstelling tussen Turken en Marokkanen speelt hier nog wel wat want de Turken en Marokkanen lusten elkaar in principe ook al niet. Ten tweede het opleidingsniveau van de Turken die is een belangrijk stuk hoger. De Turken hebben over het algemeen een betere opleiding of ze worden beter opgeleid als de Marokkanen. Dit zit in de levenswijze. De Marokkanen, de jongetjes, het zit hem vooral in de jongetjes die geven de problemen. De jongetjes worden een beetje als prinsjes behandeld. Die mogen alles en de meisjes mogen niks. Dit zie je ook prompt in de uitkomsten van de studies. De meiden die brengen het hartstikke goed terecht, die komen redelijk goed terecht. De jongens geven de problemen. De Turkse jongens is een ander verhaal. De meeste Turken komen voornamelijk uit het Europese gedeelte, maar ook wel uit het Aziatische gedeelte. Ze komen hier dus voor een betere opleiding, omdat ze hier betere kansen hebben. Daar maken ze domweg gebruik van.

 

Nu heeft u het dus over de derde generatie?

Ja, de derde en de tweede generatie.

 

Waarom kwam volgens u de eerste generatie?

Hier naast woont een Turk. Die is hier van het begin af geweest. Die is hier binnen gekomen als gastarbeider en heeft zich letterlijk kapot gewerkt. Hij loopt in de WAO. En terecht, denk ik. Als ik hem zie lopen dan kan hij niet veel meer. Maar zijn kinderen zijn met zijn vrouw voor de gezinshereniging gekomen. Hij heeft tien kinderen, die hebben allemaal een betere opleiding dan pa. Ze proberen het ook beter. Ze proberen zich op te werken en dat zie je bij de Marokkaanse jongens veel minder.

 

Waarom denkt u dat dit verschil er is? Moeten de Marokkaanse jongens minder hun best doen?

Ze moeten wel hun best doen. Er zijn er zeker wel die de kans grijpen. Maar er is een bepaalde groep die verwend wordt door de vooruitgang die anderen maken. Het zijn dus vrij jonge jongens. Er is hier dus wel drugshandel, clandestiene handel en dergelijke. En ja goed, daar wordt goed mee verdiend en die rijden dan in grote auto’s en dat willen ze ook. En pa en moe leggen ze geen strobreed in de weg. Ouders zeggen op het politiebureau: ‘Het is zo’n goede jongen’.

 

Is er een groot verschil tussen Houssein in huis en Houssein op straat?

Ja, het is zo dus. Op dat idee ben ik ook wel gekomen. Over het algemeen in Afrikaanse gezinnen is moeders in huis baas. Pa moet moeders niet voor de voeten lopen. Als zij pa niet in huis wil hebben dan ligt ie eruit. Vandaar dat die theehuizen ook zo enorm dichtbevolkt zijn. Daardoor heeft ze dus voor de opvoeding van de kinderen vrij spel. De meisjes moeten altijd werken, en de jongens hoeven niets te doen. Dat zie je in een aantal gezinnen. Een aantal Marokkanen zien wel dat het misgaat, dat andere mensen dat niet accepteren en dan zie je dat pa meer te zeggen krijgt. Dat zorgt voor spanningen in het gezin, frustraties tussen ouders. Dat speelt in het geheel denk ik ook een belangrijke rol mee. De Marokkaanse ouders zeggen: ‘Als de kinderen op straat zijn, moet de gemeenschap maar voor ze zorgen. Punt. Wat ze uitvreten moet de gemeenschap maar corrigeren’.

 

Is dat niet ook een gebruik uit de eigen cultuur die is meegenomen? Letten de mannen, die toch voornamelijk buiten zijn, niet op de kinderen die buiten spelen?

In ben verschillende keren in Afrika geweest. In Afrika is het vaak, vrouwlief is de baas op eigen erf maar zij eist van die man dus dat hij zorgt voor een goede opvoeding van haar kinderen. Hij moet dus alles doen om de kinderen zo goed mogelijk op te voeden. Dat is hier in wezen dus verwaterd. Als ie nou maar geld in huis brengt is het goed. Je kan alles kopen.

 

Van dit geld kan dan de opleiding betaald worden

De mannen hebben er problemen mee dat de vrouwen het geld uitgeven. Binnen de gezinnen is er toch wel wat spanning. Heel veel vrouwen komen dus zo uit Afrika en die komen hier in een maatschappij die heel anders is dan dat zij gewend zijn.

 

En die man is hier langer..

Ja, die weten het allemaal maar zeggen: ‘daar moet jij maar voor zorgen’. Dat soort dingen. Je ziet ook vaak dat de vrouwen na een aantal jaren van die kerels afwillen. In Afrika kan dat; je schopt hem gewoon de deur uit! Als die kerel niets voor de kinderen doet komt hij er domweg gewoon niet meer in. Dan zorgt zij wel voor die kinderen en voor het hele huishouden.

 

Dit zijn dus de mannen uit de tweede generatie; die hier geboren zijn.

Ja, je ziet dat zij hier geboren zijn. Ze spreken ook goed Nederlands. Die willen zich dan ook anders gedragen, meer een Nederlander worden. Ik ben een Turk, of ik ben een Marokkaan maar ik woon in Nederland dus moet me aanpassen. Die proberen dan ook hun buurtgenoten of de mensen rondom hen eigenlijk een beetje mee te helpen om ze dus in het kader mee te trekken. Dat is hier in Kanaleneiland op het ogenblik, moet ik zeggen, heel erg aan de gang. We hebben hier dus twee dingen in Kanaleneiland. In de jaren tachtig is hier dus massaal in het kader van de gezinshereniging naartoe verhuisd. Ze moesten grotere woningen hebben. Een aantal mensen trokken hier weg, omdat ze een betere positie kregen. Ze kregen meer geld en konden dus beter gaan wonen. En toen kwamen deze gezinnen die dus een groot huis nodig hadden hier wonen. Want hier zijn vrij grote huizen. Die flats die zijn behoorlijk groot. En die zijn massaal op mekaar komen te zitten. Je heb hele trappenhuizen daar zit misschien ččn Hollander en de rest zijn allemaal Turken en Marokkanen.

 

Maar je had toen wel de portiekenregeling?

Die portiekenregeling is ontstaan juist omdat er vreselijk veel werd geklaagd over de Marokkanen door de onderste bewoners. De mensen kregen de vuiligheid van boven, dat waren ze in Afrika gewend waar ze vlak wonen: zo je troep naar buiten duvelen dan was je het kwijt. Dat werd hier ook gedaan, ze hadden geen flauw idee; ze lieten zo de vuilniszakken naar beneden vallen.

 

Echt? Zo van het balkon?

Ja hoor, en slachtafval en dergelijke. Hier is voorgekomen dat ze de schapen, de douchecel gebruiken ze niet, in de douche hielden.

 

Wat een ellende!Werden die Nederlanders niet gillend gek?

Die werden gek. Doordat de gemeente er steeds meer in douwden en ze hun collega’s steeds meer weg zagen trekken. De Nederlanders werden allemaal benauwd en zijn massaal vertrokken.

Waarom kwamen de Turken en Marokkanen nu juist hier terecht?

Ze hadden de grote gezinnen. Dat waren gezinnen van tien, twaalf kinderen.

 

En Nederlanders hadden kleinere gezinnen?

Nederlanders hadden kleinere gezinnen en als ze dus dan aangaven dat ze weg wouden, dan begon er ččn en als er dan een beetje een slechte Turk of Marokkaan kwam wonen dan wouden ze wel weg. Het is gewoon een sneeuwbal die plaatsvindt. En dat is eigenlijk nog steeds.

 

Hoeveel Nederlanders wonen er nu nog?

Er woont hier nu voor 80% aan buitenlanders en enkele Nederlanders. In Noord zelfs 80 tot 85 % buitenlander. Hier in dit blokje wonen er nog redelijk wat Nederlanders. Heeft heel lang geduurd. Er komen nu wat ouderen te overlijden en dan komen er gewoon buitenlanders in. Hier zijn 18 huizen en er zijn drie huishoudens die er vanaf het begin in zitten. En daar ben ik er ččn van.

 

Dit waren de wat duurdere huizen?

Ja, koophuizen die voor een goed bedrag werden verkocht. Je had hier weinig last in principe, je hield met elkaar rekening gewoon en dat begint nu wat minder te worden. Ik zit dus tussen twee Turken in en toen we begonnen hebben we gezegd: ‘Kijk es. We hebben hier vaste regeltjes. We willen dus ’s avonds na tienen stilte als je aan het verbouwen bent. Dan moet het gewoon stil zijn. We weten allemaal wat klussen is, maar om tien uur doe je dat niet meer. Dan wil iedereen slapen want iedereen moet ’s morgens vroeg weer beginnen.’ Dat wordt dan opgenomen. Kijk, hier naast zaten ze met tien mensen en ik zat hier alleen. Met tien mensen heb je meer herrie dan alleen. Er zijn er hier bij die weg zijn gegaan omdat ze last van de buren hadden. Dat is gewoon omdat ze met veel mensen wonen.

 

Dat ligt er niet aan of ze Turk of Marokkaan zijn.

Nee, dat heeft gewoon te maken met het aantal. Niet met het soort mensen. D’r waren erbij die hielden graag van muziek. We waren gewend dat als je buiten zat dat je de radio zodanig zacht zet dat je het dus zelf wel kon verstaan maar de rest er geen last van had. Op een gegeven moment komt er hier een buitenlander die zijn radio keihard aanzet. Daar is dus vreselijk veel over gesproken. De Marokkaanse moeder trekt zich daar geen mieter van aan. Het is haar terrein.

 

Ik wil toch eigenlijk terug naar het begin van het leven in de wijk, alhoewel ik het heden ook erg interessant vind. Wie woonden er hier in de jaren zestig?

Hier woonden veel studenten. Eigenlijk afgestudeerden.

 

Een yuppenwijk om het zo maar even te zeggen?

Nou, een yuppenwijk was het nou ook weer niet helemaal. Maar heel veel mensen konden niets vinden. Je moest minimaal twee kinderen hebben wilde je een huis krijgen. Er was woningnood. Dit huis, dat ik zelf gebouwd heb, was door de gemeente gevorderd om er een gezin in te zetten. Ik had geen gezin maar heb het wel weten te regelen. Toendertijd werkte ik nog voor de gemeente begrijp je. Je moest een bepaalde leeftijd hebben en een bepaald aantal kinderen dan kon je voor huisvesting in aanmerking komen. Er was gewoon niets.

 

Dan hebben we het over de jaren..

Zestig. In de jaren zestig was de woningnood hier in Utrecht zo hoog, 90% van de woningen werd ook via de huisvesting toegewezen. Je had een hele grote waslijst aan mensen die om huisvesting vroegen, en dan moest je aan een paar eisen voldoen om er in te komen. Ook een bepaald inkomen was een eis. Ze moesten dit hebben, dat hebben. Je moest ook een bepaald jaren ingeschreven staan. Studenten stonden al acht, negen jaar ingeschreven. Die woonden eerst met ččn, twee kindjes bij moeder in. Dat gebeurde gewoon.

 

Wat gebeurde er dan precies dat de wijk zo van samenstelling veranderde?

Afdelingshoofden, professoren enzo, die konden wat beters krijgen buiten de stad. Ze gingen van een huur- naar een koophuis en toen heeft huisvesting het overgenomen. Het waren grote huizen en de inwoners werden aangewezen. Als je een aantal kinderen had, dan kreeg je zo’n huis. In de jaren zestig en zeventig kwamen de Turken en Marokkanen, in de jaren tachtig hun vrouwen en kinderen. Die zaten eerst ook in een kamer met z’n tienen. Dan waren er klachten en dan dacht de gemeente: ‘we douwen er wat anderen bij, dan zijn we die klachten kwijt. Die mensen gaan toch wel weg. Op die manier werd er dus gewoon geredeneerd.’

 

Hoe bedoelt u?

Dan had je een gezin, uit de klei getrokken in Marokko, uit het Rifgebergte en dergelijke. Die kwam drie-hoog te zitten. Die man die voelde zich daar gevangen en dat gezin ook. Ze mieterden het slachtafval zo naar beneden. Het huis is schoon, bij die lui kan..

 

je echt van de vloer eten..

Er ligt geen dingetje niet goed. Dat er hier van alles op tafel ligt dat gebeurt bij hun gewoon niet. Daar hoeden ze gewoon voor. De kinderen mogen dan ook niet binnen spelen. Rotzooi kan gewoon niet. In het huis moet het schoon zijn.

 

Denkt u dat ze bewust te werk gingen? Zo van: ‘We maken de Nederlanders het leven zuur?’

Nee, dat deden ze omdat ze het zo van huis uit gewend waren.

 

Waarom klopten de Nederlanders dan niet gewoon aan als ze last hadden?

Dat deden ze ook wel, maar ja dat hielp niet genoeg. Het taalprobleem; ze verstonden mekaar gewoon niet. En dat is nog steeds het probleem hier. Mijn buurvrouw dus, als ik heel langzaam praat dan verstaat ze me terwijl ze hier al jaren woont. Ik versta haar vaak ook niet want ze heeft een te kleine woordenschat. Een aantal woorden kent ze gewoon niet. En dan krijg je mis..

 

miscommunicatie

Ja, miscoördinatie.

 

Haar man was dus gastarbeider

Ja, zij is uit Turkije gekomen. Zij is dus ook wat ouder. Ze zijn in de zestig. Want de kinderen zijn zo’n beetje allemaal de deur uit. Op twee na geloof ik die nog geen huis hebben. De een is getrouwd. Ze wonen dus nu met twee gezinnen in huis. Dat doen hun ook makkelijk, want vader en moeder moeten wel door een van de kinderen verzorgd worden als ze ouder worden. Dat is ook weer een traditie die wij vroeger ook hadden. Zij hebben nog steeds een zorgplicht. De familieband is heel sterk. Voor een huwelijk komen ze overal vandaan: uit België en Duitsland ook.

 

Nog even over uw Turkse buurman. Die heeft zich dus rot gewerkt in de jaren na aankomst. Die gastarbeiders..

Werkten zo’n zestien uur per dag. Ze werkten in de ene fabriek en dan werden ze in de andere fabriek gevraagd om te werken. Ze hadden altijd werk en gingen niet meer terug. Hier werd wel het geld verdiend. Ondanks het lage loon dat ze hadden, ze zaten altijd in de lage loon-klasse was het voor hun dus een ‘hemel op aarde’. Want ze hadden dus nooit zoveel geld in de vingers gehad.

 

Waar werkten de mensen die hier woonden?

Ze werkten bijvoorbeeld bij de Demka, Werkspoor. Bij de grote fabrieken die hier waren. Grote bedrijven, dus die bouwbedrijven wilden hun ook wel graag hebben. Ze konden geen metselaars vinden. Dan werkten ze ’s avonds tot tien, twaalf uur. Bij de zinkerij in Maarssen werkten ze ook, dat werk wilden de Hollanders niet meer doen. Al die vervelende rotzooi, daar kon je dood aan gaan. Die lui werden daar heen gestuurd. Dat soort vies werk moesten ze doen. Arbeidersbescherming was er gewoon niet.

 

Die mannen sliepen acht uur?

Heel veel van die mannen woonden in de buurt van Lombok, de Kanaalstraat. Daar had je van die huisjesmelkers die hadden drie Marokkanen in ččn bed liggen.

 

In ploegen slapen?

Ja, in ploegendiensten slapen?

 

In de pensions dus?

In de pensions. Hier had je geen pensions. Hoofdzakelijk in de binnenstad en rond de Kanaalstraat. In een kamertje als deze sliepen ze met zestien man.

 

In stapelbedden?

Stapelbedden, twee, drie hoog en dan hadden ze ruimte van een metertje ertussen. Onder het bed konden ze dan hun spullen opbergen. Mensonterende toestanden zijn het geweest. Niet te begrijpen.

 

En dan kwam je terug van de fysiek zware arbeid..

Dan hadden ze lang gewerkt en ze waren fysiek zwaar. Dan konden ze zich snel uitkleden en dan was het bed nog warm van de vorige. Dan moest ‘ie een half uur eerder opstaan anders kon ‘ie niet op tijd op zijn werk zijn. Dus ze sliepen zes, zeven uur.

 

En gewoon geld verdienen en naar huis sturen

Die lui betaalden niet zo’n klein beetje. D’r werden gewoon, toendertijd al, huren gevraagd van nou.. Ze verdienden denk ik zo’n f 150 en ze vroegen zo’n f 60 voor een bed in de week. Er was dan wat eten bij en dat moesten ze zelf dan klaarmaken in die kleine rotruimte. Het eten dat ze kregen was dan ook allemaal niet zo denderend. Ten eerste was het er niet wat zij wouden eten. Moest allemaal ingevoerd worden. Als ze dat kregen dan nam een vent die dan op vakantie was geweest alles mee voor de hele meute. Dan hadden ze weer een maand of wat te eten. Zo werd het gedaan vaak.

 

De eerste tijd was dus behoorlijk zwaar, zonder vrouw en kinderen?

De vrouw en kinderen kregen de rest van het salaris. Die moesten daar ook leven. Er werd dus heel veel geld overgemaakt. En dat gebeurt nog steeds. Het begint hier wel iets minder te worden met de derde generatie. Maar ze onderhouden nog steeds familie in Afrika. Ze kopen gronden in Afrika, om daar dus eventueel terug te gaan. Maar er gaat geen enkele want ze hebben hier een veel beter bestaan. Ze kunnen ook niet meer terug.

 

Vroeger dachten ze echt terug te gaan

Ja, en de gemeenschap ook. In 1967 zat ik in de oudercommissie van de school en toen werd er domweg gezegd: ‘Voor de buitenlanders hoef je niets te doen want na een paar jaar gaan ze terug. Ze werken hier vijf jaar en dan gaan ze allemaal terug.’ Dat is heel leuk gezegd maar die lui konden niet meer terug, ze waren een heleboel hier gewend wat ze thuis niet hebben.

 

De sociale voorzieningen..

De sociale contacten zijn ze kwijt want ze hebben vijf jaar die mensen niet gezien. Ten tweede vindt daar ook een ontwikkeling plaats. Als ze teruggaan denken ze dat het precies zo is als toen ze weggingen. Dat is niet zo.

 

Ze hielden toch wel contact met het thuisfront? In de zomervakantie?

Ze hadden dan zes weken vakantie. Ze maakten vreselijk veel uren en spaarden hun vakantiedagen op. Na ruim anderhalf jaar werken hadden ze twee maanden vakantie. Dan gingen ze twee maanden weg.

 

Maar dan konden ze toch weer op ččn niveau komen met de thuisblijvers?

Nee, dat lukte niet. Als je anderhalf jaar weg geweest bent.. In zo’n gemeenschap is er dan zoveel gebeurd. Daar staan ze gewoon buiten. En dan je via brief en dergelijke .. Ze zijn vaak niet geletterd. Er zijn een hele hoop analfabeten. Ze hebben hier wat leren schrijven. Best leuk, ze hebben hier leren schrijven. Ze moesten wel, want ze moesten hier de formulieren invullen. Je moet je dus voorstellen wat die lui allemaal meegemaakt hebben. Ongelooflijk. De firma Achterberg was de eerste die Marokkaanse tuinmannen aannam. Die nam Marokkanen aan om de gemeentetuinen te onderhouden. Een heel koppel Marokkanen. Met handen en voeten werd duidelijk gemaakt wat ze moesten doen. En op die manier konden ze dan ook nog op een gebrekkige manier Nederlands leren. Daar deed ie dan wat aan. Hij was een van de weinigen. Maar de rest profiteerden daar dan van, maar deden er niks aan. Ze lieten ze barsten. Kijk, als jij een grote fabriek hebt die moet draaien dan moet je arbeiders hebben. Waar ze vandaan komen interesseert je geen barst. Als ze het werk maar doen. Heel veel oudere Marokkanen die ik spreek, zeggen dat ze nooit de gelegenheid hebben gehad om Nederlands te leren. Het werk was belangrijk, het Nederlands niet. Als je je handen maar kon gebruiken, dan hoefde je niet te praten. Punt.

 

Hard werken dus en niet zeuren..

De buitenlanders werkten veel harder als de Nederlanders. De Nederlanders hadden het wel bekeken, die gingen in de WC een sigaretje roken. De buitenlanders werkten door. De baas zijn opdracht doen, dat waren ze gewend.

 

En ze waren goedkoper dan een machine?

Ze kregen hetzelfde loon, premieloon. Vast loon en daar konden ze premies op verdienen als ze hard werkten. De premies werden elke keer afgevlakt omdat ze anders teveel gingen verdienen. De buitenlanders klaagden niet, anders werden ze het land uitgeschopt. Ze werkten gewoon. Ik wil alleen maar zeggen; het is geen dommigheid van die lui. Ze zijn niet dom, ze zijn net zo intelligent als de Nederlanders. Het enigste is, de manier waarop hun cultuur werkt is anders.

 

Als we dat in het achterhoofd houden wordt het een stuk makkelijker om samen te leven.

Precies.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[120] Vreemdelingen in Utrecht, 1 april 1973. Bureau voor statistiek (Utrecht), 23.

[121] Vreemdelingen in Utrecht, 1 april 1973. Bureau voor statistiek (Utrecht), 39.