Oorlogsperikelen in Turnhout. Het verhaal van een Kempische stad tijdens de Tweede Wereldoorlog (Christophe Stessens)

 

home

lijst scripties

inhoud

vorige

volgende

 

 

Inleiding

 

Over de geschiedenis van België tijdens de recente Duitse bezetting is veel, doch lang niet alles geweten. Toch zijn de hoofdlijnen ervan in tal van studies en publicaties beschreven, geïnterpreteerd en verklaard geworden. Daarin ging het meestal om de rol van een kleine groep leidende figuren, de geschiedenis van een aantal instellingen en organisaties en het verloop van militaire operaties. Er werd nog maar weinig aandacht geschonken aan de regionale en plaatselijke gebeurtenissen die zich tijdens de jongste Duitse bezetting voordeden. Rudi Van Doorslaer pleitte daarom enkele jaren geleden voor een andere lokale geschiedschrijving over de Tweede Wereldoorlog. De militaire gebeurtenissen die sommige mensen hebben beleefd, werkten soms traumatiserend, maar zelden hebben ze invloed gehad op hun verdere leven. Met andere zaken is dat wel het geval geweest. Tijdens de oorlog werd, zowel op het platteland als in de stad, de burger onderworpen aan een hele reeks maatregelen, die het economisch en sociaal leven reorganiseerden. Denken we maar aan de ravitaillering en de invoering van een gereglementeerde economie. Die reorganisatie bracht op zijn minst onzekerheid in het dagelijkse bestaan en werd in het ergste geval als dramatisch ervaren[1]. Wij trachten met deze studie over Turnhout, in de jaren 1940 tot 1944, een steentje bij te dragen om deze leemte aan te vullen.

 

Met deze eindverhandeling willen we de veranderde leefwereld van de bevolking van Turnhout bestuderen. We willen nagaan in welke mate de Tweede Wereldoorlog het dagelijks leven van de inwoners van de stad heeft verstoord en of we de oorlog al dan niet als een breuk kunnen beschouwen. We willen het oorlogsverhaal vertellen van het Turnhoutse stadsbestuur en dat van Jan met de Pet. Het ligt zeker niet in onze bedoeling ons te beperken tot de spectaculaire gebeurtenissen of tot een kleine minderheid van de bevolking die collaboreerde met de bezetter, of tot een andere minderheid van de bevolking die zich verzette tegen de Duitsers en hun aanhang. Het overgrote deel van de bevolking had immers maar één doel voor ogen, te overleven. En dit is nu net de essentie van onze studie, namelijk onderzoeken op welke manier deze grote groep van mensen de Tweede Wereldoorlog beleefd heeft. We willen in dit onderzoek niet enkel oog hebben voor de opvallende veranderingen die zich voordeden, maar ook voor het alledaagse leven dat ondanks de bezetting verder ging. 

 

We kiezen bewust om de problematiek van de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in Turnhout ruimer te zien. We nemen de gemeenteraadsverkiezingen van 1938 en 1946 hierbij als uitgangspunt. Op deze manier zullen we een beeld krijgen van de politieke en sociaal-economische situatie vlak voor en na de oorlog. Het spreekt vanzelf dat we ons niet zullen vastpinnen op deze twee data. We zullen het hebben over de militaire gebeurtenissen. Hoe werden de Achttiendaagse Veldtocht van het Belgisch leger en de bombardementen tijdens de bezettingsjaren ervaren? We hebben oog voor de terreur van de V-wapens en de bevrijding, met daarbij aansluitend de volkswoede tegen de collaborateurs. Maar we zullen het ook hebben over de politieke situatie in die periode, en antwoorden op de vraag welke rol er weggelegd was voor de traditionele notabelen van de gemeente: de burgemeester, de schepenen, de pastoors, de notaris, de plaatselijke senator, de onderwijzers, … . Hoe reageerden zij tijdens de crisisperiode 1940-1945? Veel aandacht zal worden besteed aan economische en sociale problemen, aan cultuur en vrije tijd en aan het onderwijs. Het leven viel tijdens de bezetting immers niet stil, het werd wel ernstig verstoord. De Turnhoutenaren hadden te maken met een hele reeks maatregelen die hun leven totaal veranderden, zoals bijvoorbeeld het instellen van de avondklok, de verplichte verduistering, de opeisingen, de verplichte tewerkstelling in Duitsland vanaf 6 oktober 1942.

 

We zullen verder trachten de problemen van de gemeente in het ruimere kader van de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in de Kempen, in Vlaanderen, in België te plaatsen. De Gentse historicus, wijlen Jan Dhondt schreef in 1953: “Een dorp of stad is nooit een alleenstaand geheel. Van elk standpunt uit dat men bedenken kan, evolueert een dorp of stad mee met een gehele streek. Men kan bijvoorbeeld de geschiedenis ervan niet begrijpen als men niet weet welke culturele en politieke stromingen de gehele streek bezielen”[2]. De auteur had het hier in eerste instantie over het onderzoek van de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. Maar deze uitspraak lijkt ons ook toepasbaar op ons onderzoek.

 

We hebben nooit de bedoeling of de pretentie gehad om een moreel oordeel te vellen over wie nu “goed” of “fout” zat tijdens de behandelde tijdspanne. Noch lag het in onze bedoeling om mensen te veroordelen of tot helden te maken. Toch verkozen we om de betrokkenen, wanneer mogelijk, bij naam te noemen. We hebben getracht de studie met de nodige objectiviteit en sereniteit te voltooien en we vertrouwen erop dat de lezer ze even sereen zal gebruiken.

 

Toen we aan onze eindverhandeling begonnen verwonderde het ons dat er tot dan toe betrekkelijk weinig was geschreven over de Tweede Wereldoorlog in Turnhout. Van de “hoofdstad” van de Kempen hadden we dit niet meteen verwacht, mede omdat omliggende gemeenten reeds jaren beschikken over hun eigen “oorlogsverhaal”. Van Raymond Peeters was er de uitgave Een oorlogsbilan: stadsgenoten die tengevolge van oorlogsomstandig-heden het leven verloren of vermist zijn, die dateert van 1949. Sam Van Clemen wijdde in een artikel, De militaire gebeurtenissen in Turnhout tijdens de Tweede Wereldoorlog, enkele pagina’s aan het militaire verloop van de oorlog en de betekenis daarvan voor de stad. Verder concentreerde hij zich op de werking van de PLB en op de bombardementen die de stad te leiden had. Er was het onuitgegeven dagboek van kanunnik J.Jansen dat nauwgezet de oorlogsgebeurtenissen in Turnhout verhaalde, maar vreemd genoeg verkregen we geen toestemming tot inzage. Jammer. Gelukkig konden we de reeks Wereldoorlog II te Turnhout, die verschenen was in het maandblad “De Muggenblusser”, wel inkijken. Hierin werden de oorlogsgebeurtenissen van de stad op een beknopte en chronologische wijze weergegeven. De reeks was voornamelijk op het dagboek van kanunnik J.Jansen gebaseerd. Spijtig genoeg eindigde het verslag reeds op 4 november 1943[3]. Met deze informatie als gids konden we het archiefwerk aanvatten.

Het Turnhoutse stadsarchief kreeg vanzelfsprekend de meeste aandacht. Het archief bevat dossiers met onder meer de correspondentie van het stadsbestuur, politieverslagen, instructies voor het stadspersoneel en begrotingen. Samen met de notulen van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen vormde het stadsarchief van Turnhout de meest voorname, en bijna uitsluitende, informatiebron. Ook in het archief van het KADOC te Leuven troffen we interessant materiaal aan, voornamelijk met betrekking tot het ACW-Turnhout en de gemeenteraadsverkiezingen van 1946. Van de Turnhoutse pers waren de weekbladen het Aankondigingsblad en de De Week het meest boeiend. Voor een vollediger overzicht van het bronnenmateriaal en de geraadpleegde werken verwijzen we naar de bibliografie.

 

Tot slot wensen we een aantal personen te danken voor het tot stand brengen van deze licentiaatsverhandeling. In de eerste plaats onze promotor Prof. Dr. Patrick Pasture, die onze eindverhandeling wetenschappelijk begeleidde en het speur- en schrijfwerk in goede banen leidde. Zijn interesse en aanmoedigingen waren een stimulans. Hartelijk dank ook aan Sam Van Clemen, die persoonlijk de zware taak op zich nam om de bestaande documenten met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog uit het Stadsarchief van Turnhout te inventariseren en ons hiervan een kopie bezorgde. Zonder zijn informatie was het zo goed als onmogelijk om van start te kunnen gaan met het onderzoek.

In de bezochte bibliotheken en archieven werden we telkens vriendelijk ontvangen en geholpen. We danken hiervoor het personeel van deze instellingen en in het bijzonder het personeel en collega-vorsers van het stadsarchief van Turnhout. Ook zijn we de bewaargever van de ACW-documenten Turnhout, Raymond Verrydt, dankbaar voor de toelating die hij ons gaf tot inzage van deze documenten. Verder danken wij al onze vrienden, de talrijke tipgevers, ouders, zussen Liesbeth en Kathleen en schoonbroers Bart en Luc. Vooral onze ouders en vriendin Kim willen wij van harte danken voor hun geduld en onmisbare morele en materiële steun, als we wéér eens bezig waren over die Tweede Wereldoorlog in Turnhout. Tot slot willen wij de familie De Raedemaeker danken voor de vele raadgevingen en voor de verwerking van de eindverhandeling tot “boek”.

 

home

lijst scripties

inhoud

vorige

volgende

 

 

 


[1] VAN DOORSLAER, R. “De Tweede Wereldoorlog”, 302-303.

[2] SEBERECHTS, F. “Rust en orde heerst in de gemeente Wommelgem”, 12.

[3] PEETERS, Een oorlogsbilan: stadsgenoten die tengevolge van oorlogsomstandigheden het leven verloren of vermist zijn; VAN CLEMEN: “De militaire gebeurtenissen in Turnhout tijdens de Tweede Wereldoorlog”; DE KOCK, “Wereldoorlog II te Turnhout”;  het dagboek van kanunnik J.Jansen bevindt zich in het Stadsarchief van Turnhout.