Leopold Slosse, en de grote rijkdom aan biografische gegevens in zijn nalatenschap. (Ann Augustyn)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

INLEIDING

 

Reeds in 1942 schreef de Kortrijkse stadsarchivaris & -bibliothecaris Jan Soete : “Het is een plicht voor West-Vlaanderen, zelfs voor heel Vlaanderen, de wetenschappelijke verdiensten van dien zoo bescheiden als bedrijvigen en ijverigen Pastoor te erkennen.” [1]

Maar ondanks deze ingesteldheid van de toenmalige stadsbibliothecaris zien we dat het Slosse­fonds binnen de Kortrijkse stadsbibliotheek soms een beetje stiefmoederlijk werd behandeld. Vooral tegenover het zeer rijke Goethals-Vercruyssefonds raakte het Slossefonds ietwat op de achtergrond verdrongen. Misschien valt dit te verklaren door het feit dat wat Slosse ons heeft nagelaten niet onmiddellijk de cultuur met grote C of de geschiedschrijving met grote G verrijkt.

Maar de laatste decennia - mogelijk dankzij de groeiende belangstelling voor de geschiedenis van de kleine man - werd de collectie van Leopold Slosse in een nieuw daglicht geplaatst. Tevens had de toename aan vrije tijd tot gevolg dat een steeds groter aantal mensen zich in de heemkunde en/of genealogie ging verdiepen. Meer en meer werd de verzameling geraadpleegd en deed de nood aan een grondige inventarisatie en studie zich voelen.

Reeds vroeger werd een aanvang genomen met de inventarisatie van het Slossefonds, maar door personeelsgebrek werd er pas in 1991 resultaat geboekt door de publicatie van een eerste catalogus -met bijbehorende klapper- over de collecties Rond Kortrijk en West-Vlaanderen. Daaruit bleek het grote belang van het betreffende fonds voor de heemkundige. Een nog grotere verzamelreeks bleef evenwel op ontsluiting wachten.

Met de inventarisatie van de reeksen Biographies Flandre Occidentale en Biographies diverses werd in 1992 een aanvang genomen. Als enige personeelslid verbonden aan de ‘bewaarbibliotheek’ lag het haast voor de hand dat dit werk voor mij voorbestemd was. Onmiddellijk werd de grote rijkdom van deze reeksen duidelijk. Graag had ik dit biografisch materiaal wat dieper geanalyseerd. Het onderwerp voor mijn licentiaatsverhandeling lag dan ook voor de hand.

 

De centrale vraag bij het onderzoek was : wat heeft Slosse over wie bewaard? Met andere woorden, een analyse van de biografische gegevens in het fonds Slosse in de Kortrijkse Stede­lijke Openbare Bibliotheek. Het onderwerp was noch een biografie over de figuur van Leopold Slosse, noch een geschiedenis van het fonds Slosse. In twee inleidende delen worden deze zaken wel bondig omschreven, maar enkel en alleen om een kader te schetsen voor de eigen­lijke studie. Het ware zeker interessant het leven van Leopold Slosse wat verder uit te diepen, hopelijk gebeurt dat ooit in de toekomst. Ook de ontstaansgeschiedenis en het verder verloop van Slosses verzameling zou een prachtig studieobject vormen.

De doorlichting van het biografisch materiaal gebeurt in deel III. Achtereenvolgens bekijken we de collectie bidprentjes, rouw- en trouwbrieven (hoofdstuk I), de verzamelbundels Biographies Flandre Occidentale (hoofdstuk II), de verzamelbundels Biographies Diverses (hoofdstuk III) om te eindigen met de rest van het fonds Slosse, nl. de reeksen Rond Kortrijk en West-Vlaanderen, de stambomen en genealogische notities en Slosses verzameling boeken en handschriften.

 

De keuze van mijn onderwerp, ingegeven door interesse voor het materiaal dat ik dagelijks onder handen heb, heeft me echter zuur opgebroken. Ik had immers bij het aanvatten ervan nooit gedacht dat het aantal biografische beschrijvingen uit de twee biografische reeksen samen, het totaal van 22.000 zou overschrijden. En het was nu eenmaal een noodzaak om deze inventarisatie rond te hebben, vooraleer we de gegevens konden analyseren. Ik wens dan ook Dhr. Paul Vancolen, stadsbibliothecaris van de Stedelijke Openbare Bibliotheek Kortrijk te danken omdat hij mij steeds de kans gaf om aan deze catalogus verder te werken. Ook zijn steun en raadgevingen waren welkom. Verder moet ik ook iedereen danken die me gegevens bezorgde over de Slossefondsen bewaard buiten de Stedelijke Openbare Bibliotheek van Kortrijk, nl. : Jean-Marie Lermyte, Raoul Boncquet, Georges Houwen, Mark Derez en Chris Coppens. In de bibliotheek kon ik rekenen op collegiale steun en belangstelling. Thuis was er mijn echtgenoot die mij opving. Allen dank ik van harte. Tot slot mag ik mijn promotor, professor Ludo Simons niet vergeten. Hij spoorde mij aan om te volharden en toonde steeds een levendige interesse voor mijn werk.

 

 

Kortrijk, 26 november 1995

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[1] J. SOETE, Het wetenschappelijk werk en de verzameling van pastoor Slosse, Kortrijk : Jos. Vermaut, 1942, p. 93.