Van slavenliederen tot hedendaagse dancehall: invloed van politiek, cultuur, religie en taal op reggaemuziek. (Muriel Grégoire)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Inleiding en probleemstelling

 

De doelstelling van dit eindwerk is om een informatief en geanalyseerd overzicht te bieden van de geschiedenis van de reggaemuziek en enkele factoren die er invloed op hebben gehad.

 

Over de geschiedenis en die factoren zijn al heel wat naslagwerken en documentaires verschenen, maar er is gebrek aan een Nederlandstalige samenhangende beschrijving en analyse.

 

Ik heb onderzocht hoe de factoren politiek, cultuur, religie en taal concreet een invloed hebben gehad op de muziek en welke impact ze hebben gehad in de verdere evolutie van de muziek.

 

In het eerste hoofdstuk wil ik een algemeen beeld scheppen van Jamaica en uit welke muzikale genres de reggaemuziek is ontstaan. Ook wil ik meteen met de deur in huis vallen en verklaren hoe de muziek is geëvolueerd naar een vandaag immens populair muzikaal genre, namelijk ‘dancehall’.

 

Het tweede hoofdstuk geeft een overzicht van de politieke situatie en verklaart hoe het komt dat Bob Marley als protestzanger Jamaica, dat nog steeds als belangrijkste exportproduct reggae heeft, op de wereldkaart zette.

 

In hoofdstuk drie wordt een cultureel profiel geschetst van de doorsnee Jamaicaan, gebaseerd op sociale factoren zoals opvoeding en onderwijs. Daarnaast worden de verschillende culturele expressievormen toegelicht en wordt er duiding gegeven over de invloed van de internationalisering van de muziekwereld op reggae.

 

Hoofdstuk vier gaat dieper in op de spirituele belevingen van de Jamaicaanse bevolking en hoe dit zich manifesteert in de muziek. In het vijfde hoofdstuk kunt u ten slotte lezen over hoe de taal met de geschiedenis is meegeëvolueerd en wat de muzikale gevolgen hiervan zijn.

 

 

I Jamaica, paradijselijk reggae-eiland

 

1.1. Jamaica, ‘Out of many one people’

 

Never had I seen a land so beautiful.

Now I know where the writers of the Bible

had got their description of Paradise.

They had come here to Jamaica.

 

– Errol Flynn in My Wicked, Wicked Ways, 1959

 

[A1]

 

Slechts enkele eilanden of landen met dezelfde grootte als Jamaica bezitten een zodanige diversiteit van huidskleuren en gelaatstrekken, landschappen en planten- en dierenrijk. Met een oppervlakte van ongeveer 11 000 vierkante kilometer, is Jamaica slechts iets kleiner dan de Amerikaanse staat Connecticut en net iets groter dan Libanon. Het eiland strekt zich uit van oost naar west van Morant Point naar Negril. Er leven ongeveer 2,5 miljoen mensen, vermengingen van Afrikaanse, Europese, Arabische, Chinese en Oost-Indische volkeren die samenleven onder het nationale motto “Out of Many, One people”.

 

Jamaica drijft in de Caraïbische Zee op de achttiende noordergraad van de evenaar. Zijn reputatie is gegroeid rond zijn prachtige stranden en de meeste hotels en vakantieoorden concentreren zich langs de noordkust. Het hoogste punt, de top van de blue Mountain, doorprikt de wolken op een hoogte van 2 256 meter en net 16 kilometer van de oostelijke kust- en hoofdstad Kingston vandaan. In het midden van het eiland bevindt zich Mandeville op het plateaugebergte Figuero Mountains, zeshonderd meter uitstekend over de landbouwhellingen van het platteland.

Het noordwesten van Jamaica is gekenmerkt door het ‘Cockpit’ platteland, een “Me No Send, You No Come” gebied van het vrijgevochten spirituele Maroonvolk.

 

Ongeveer 120 rivieren en waterlopen stromen vanuit bergravijnen en snijden de landelijke vlaktes in. Geologen geloven dat Jamaica en zijn Caraïbische buureilanden ontstaan zijn uit vulkanen die van onder de zee zijn opgeborreld biljoenen jaren geleden. De lager gelegen vlakten die de toppen omringen vloeiden uit de zee 30 miljoen jaar geleden, de erfenis van nietige geraamtes van zeeschepsels en –organismen die zich opgestapeld hebben op de zeebedding. Een kaap van wit leemgesteente, het overblijfsel van de organismen, bedekken ongeveer twee derden van het eiland. Dit landopbouwende proces bereikte zijn climax ongeveer 20 miljoen jaar geleden toen het eiland ontstond uit de Caraïben. Het Cockpit platteland en ontelbare grotten verraden de oceanische herkomst van de landoppervlakte.

 

Het voorhistorische Jamaica was een ruw, rotsachtig land. Uiteindelijk ontstonden onder invloed van klimaat en bodem schitterende wouden die elke are bedekten tegen de vijftiende eeuw. De enige inheemse vruchten die aanwezig waren toen Columbus aankwam waren guava, ananas, appel, sweetsop en waarschijnlijk de stervrucht. Alles dat vandaag groeit werd ofwel geïmporteerd door de mens of door de uitwerpselen van vogels. Europeanen introduceerden suikerriet, bananen en citrusvruchten. Spaanse handelaars brachten kokosnoten uit Malaya in de zeventiende eeuw. De ‘ackee’, die de basis vormt van het traditionele Jamaicaanse ontbijt kwam uit slavenschepen uit West-Afrika in 1778. Ongeveer drieduizend variëteiten plantensoorten zijn geïdentificeerd op het eiland, inclusief 800 soorten die nergens anders in de wereld gevonden zijn.

 

Jamaica’s fauna verbleekt in vergelijking met het visuele floraparadijs. Er zijn natuurlijke ratten en ‘mongooses’, geïntroduceerd door de 19de eeuwse plantage-eigenaars om de ratten te bestrijden. De inheemse Jamaicaanse ‘coney’ lijkt op een groot ‘guinea’-varken, maar is een aanverwant van de rat. Het leeft in een hol onder de grond maar is zeldzaam geworden. Vleermuizen zijn Jamaica’s meest talrijke dieren. Ongeveer 25 verschillende variëteiten fladderen over het eiland. Het enorm vriendelijke ‘manatee’, die verhalen over zeemeerminnen inspireerde is een ander zoogdier dat de afgezonderde wateren van de Zuidkust bewoont. Walvissen kunnen soms ook gespot worden langs de kusten. Jamaica’s snel stijgend aantal krokodillen worden alligators genoemd. Kikkers worden padden genoemd en motten vleermuizen. Ook de gekko, een redelijk grote hagedis komt veel voor. Jamaica heeft slechts een paar slangen, allen ongevaarlijk.

 

Jamaica’s vogelpopulatie maakt het zowel in kleur als in variëteit goed wat de dierenpopulatie mist. De nationale zangvogel, de ‘Doctor Bird’, met zijn gestroomlijnde staart en werd enkel in Jamaica gevonden. Felgele, oranje en groene parkieten, papegaaien en vinken zingen in de wouden. ‘John Crow’, een kalkoenachtige buizerd, doorzoekt vuilnis en leeft van overblijfselen van dode dieren. Meer dan 200 soorten vogels zijn geobserveerd op het eiland, inclusief 25 inheemse soorten.

 

Maar Jamaica’s grootste attractie is altijd het klimaat geweest. De warmte trekt elk jaar duizenden zonaanbiddende toeristen aan. Seizoenen zijn zo goed als onbestaand. Regens, gemiddeld 17 centimeter per jaar, vallen hoofdzakelijk in mei en oktober, hoewel de hoeveelheid regen in de bergen gemiddeld oploopt tot 500 centimeter per jaar in de parochies van Portland en St. Thomas. Zonneschijn komt veel meer voor. De gemiddelde temperatuur bedraagt 26°C aan de kust. [1]

 

 

1.2. Van slavenliederen tot hedendaagse dancehall

 

Er bestaan veel theorieën en naslagwerken over hoe en wanneer reggae nu eigenlijk ontstaan is. Sommige bronnen rekenen de ska – die ontstond rond de periode van de Jamaicaanse onafhankelijkheid in 1962 – tot de eerste vorm van reggae. Anderen gaan veel verder terug in de tijd en aanzien de slavenliederen als beginpunt van dit genre wereldmuziek.

 

Tijdens de kolonisatie al bleken de slaven hun rituelen en ceremonies – vaak meegebracht uit hun Afrikaans vaderland – te uiten door liederen en dans. Muziek maakte ook deel uit van het alledaagse leven op de plantages onder de vorm van werk- en klaagliederen. De Afrikaanse muziekstijlen cumina en de pocomania hebben een grote ritmische invloed gehad, die tot op vandaag terug te vinden is in verschillende raggabaslijnen. Vooral de ‘heartbeat drum’ was en is nog steeds een vitaal onderdeel in de muziek, aangezien hij even belangrijk wordt beschouwd als een hart voor een mensenleven. De Afrikaanse percussie, gebaseerd op improvisatie op een traditionele melodie, heeft eveneens een grote invloed gehad op de muziek van het Rastafarianisme. [2]

 

Het Rastafarianisme is absoluut een niet te verwaarlozen aspect in Jamaica, met als pionier Marcus Garvey, die opriep tot de terugkeer naar Afrika en

‘Emperor Selassie I’ als de enige geestelijke leider aanzag die kon leiden tot bevrijding.

 

Toen de skamuziek de wereld veroverde met zijn snel en uitgelaten ritme, kreeg ook andere muziek uit het Westen langzaam aan invloed op de muziek.

Niet alleen de inlandse bevolking interesseerde zich in de ‘roots’ en ‘culture’ van het reggae-eiland. Ook Europese platenlabels begonnen te investeren in de reggae en dit fenomeen kwam nog meer in de lift te zitten met de groeiende populariteit van ‘the King of Reggae’, Bob Marley. Vanaf toen stond Jamaica meer dan ooit overal ter wereld bekend als het reggae-eiland.

 

Economische recessie en politieke problemen bracht een vertraging in het ritme van de baslijn met zich mee en mondde uit in de ‘rocksteady’. Vooral de revolutionaire teksten waren in die tijd kenmerkend voor het genre. Het was ook tijdens die periode dat politieke partijen propaganda maakten met behulp van reggaenummers. In 1979 slaagde Bob Marley er zelfs in Michael Manley (PNP – socialistische partij) en Edward Seaga (JLP: Jamaican Labor Party – liberale partij) elkaar de hand te doen reiken op het “One Love”-concert.

 

Eind jaren ’80, begin jaren ’90 stak ‘ragga’, afkorting van ‘raggamuffin’ de kop op. Vanaf toen draaide alles rond entertainment, zonder de revolutionaire ondertoon te verliezen. Ragga was een instrument om de zorgen van het volk te doen vergeten. De bas werd versneld en verzwaard en zangers gingen – onder invloed van de Amerikaanse rap – toasten op de baslijn. Ook de verschillende dansbewegingen die gepaard gingen met verscheidene ‘riddims’ en nummers kenden hun ontstaan.

Artiesten begonnen zich te associëren met hun dansbewegingen die zij uitvonden en lieten zich dikwijls in hun levensstijl inspireren door de hiphop. Het is dan ook tijdens die periode dat de ‘dancehall’ zijn ontstaan kent. ‘Dancehall’ verwijst naar de ontmoetingsplaats waar artiesten, dansers, soundsystems en het publiek samenkomen om zich te vermaken.

 

Een soundsystem is een formatie van één of meerdere diskjockeys die populariteit verwerven door een goede platenselectie en het spelen van dubplates.

Dat zijn speciale versies van nummers ingezongen door een populaire artiest voor de soundsystem. De pionier van de soundsystems is Coxxson Dodd, die al in de jaren vijftig ska en reggae producete, en verleidde niet alleen Jamaicanen om hun eigen sound te beginnen.

Vandaag zijn er overal ter wereld soundsystems die bekendheid verworven hebben met hun manier van entertainment.

In Jamaica zijn de bekendsten bijvoorbeeld Tony Matterhorn, Stonelove, Killamanjaro, Blackcat… David Rodigan is één van de bekendste reggae- en dancehalldiskjockeys uit Groot-Brittannië.

Duitsland herbergt verschillende grote sounds zoals ‘Pow pow movement’ en ‘Sentinel’ en in Frankrijk won onlangs ‘Arawak Sound’ de nationale soundclash.

Ook in België groeit het aantal soundsystems elk jaar aan. Enkele namen zijn bijvoorbeeld Red Alert Sound en Uruhu (West-Vlaanderen), Bong Productions en Far West (Antwerpen), Bass Culture (Brussel) en NSG (Gent).

Tijdens een soundclash dagen soundsystems elkaar uit om het meeste respons te krijgen van het publiek. Alles hangt af van hun vaardigheden om zo goed mogelijk te mixen en hun platen en dubplates in een zodanig goede volgorde af te laten spelen om hun tegenstander te overtroeven.

 

Dancehall is momenteel razend populair en helemaal ín bij de jeugd.

Vaak wordt die muziek gedraaid in nachtclubs naast andere genres zoals hiphop en r&b. Die drie genres ondergaan een wederzijdse beïnvloeding en er ontstaan ook verschillende coproducties tussen de Jamaicaanse dj’s (een dj is in Jamaica een zanger, niet te verwarren met wat wij hier kennen als diskjockey) en de Amerikaanse rappers. Een voorbeeld hiervan is het nummer ‘Babyboy’ van Sean Paul en Beyoncé. Talloze muziekzenders, zowel nationaal als internationaal, beginnen steeds meer Jamaicaanse artiesten los te laten op het Europese publiek.

Niet alleen de muziek maar ook de verschillende danspasjes die erop uitgevoerd worden, genieten steeds meer bekendheid in de Westerse clubs.

In België alleen al kan je in verschillende steden Jamaicaanse dans volgen en vindt er jaarlijks een nationale ‘Dancehall Queen Contest’ plaats.

 

Het hedendaagse dancehall-landschap heeft zijn voor- en tegenstanders. De laatste jaren kwam de scene in opspraak door de homohaat die vaak terug te vinden is in de teksten van de Jamaicaanse dj’s. Ook de ‘slackness’ (vuile praat) die vele artiesten vaak in de mond nemen, wordt door de aanhangers van de ‘roots reggae’ niet altijd in dank afgenomen.

 

Hoe dan ook: door de jaren heen heeft reggae in al zijn vormen de hele wereld veroverd en talloze invloeden hebben ingespeeld op de beleving van de muziek.

 

 

II Politiek en economische invloed

 

 

“A good part of the attraction of reggae music to its metropolitan audience is the anger and protest of the lyrics. We obviously face a contradiction between the message of urban poverty and protest which reggae conveys and that of pleasure and relaxation inherent in our holiday product. In short, when we promote reggae music we are promoting an aspect of Jamaican culture which is bound to draw attention to some of the harsher circumstances of our lives.”

 

- Jamaica Tourist board memorandum, 10 oktober 1975.

 

 

2.1. De eerste volkeren en de Europese bezetting

 

Toen Christopher Columbus Jamaica ontdekte op 5 mei 1494 tijdens zijn tweede reis naar de ‘Nieuwe Wereld’, vond hij een welvarende kolonie van Arawak-indianen zoals hij ontmoet had in de buureilanden Cuba en Haïti. Vanuit een voorvaderlijke thuis in de Orinoco-regio van Guyana en Venezuela, hadden de Arawaks lang daarvoor noordelijk gevaren in hun uitgeholde kano’s, zich settelend op de verschillende eilanden van de Antillen van Trinidad tot Cuba. Waarschijnlijk kwamen zij in Jamaica aan in twee golven – de eerste (de zogenaamde ‘Redware People’) rond het jaar 650, de tweede tussen 850 en 900. Het was ook het Arawakvolk dat het eiland een naam achterliet, “Xaymaca”, land van het gezegende goud.

Enkele eeuwen later werd het kalme en vredevolle bestaan van de Arawaks grof verstoord door de aankomst van een andere indianenstam, de temperamentvolle mensetende Caribs (van wie de naam kannibaal is afgeleid). Waarschijnlijk was dit oorlogszuchtige volk ook afkomstig uit de Guyana-regio van Zuid-Amerika en verspreidde zich over de verschillende eilanden met hun oorlogskano’s.

Ze lieten dood en vernieling achter in hun dodenwake, slachtten de mannen af en ontvoerden hun vrouwen. Ze zwermden verder noordwaarts en hadden de volledige Lesser Antillen veroverd en vielen het oosten van Puerto Rico binnen tot Columbus de West Indies ontdekte in 1492. Ze waren gekend en gevreesd in Haïti en af en toe deden ze moordzuchtige aanvallen, zelfs op Jamaica. Voor de aankomst van de Spanjaarden hadden de Caribs waarschijnlijk al de eerste Jamaicanen uitgeroeid, maar de Europese nieuwkomers zouden die destructie voortzetten.[3]

 

Hoe briljant Columbus als ontdekkingsreiziger en navigator ook was, toch beschikte hij niet over de ervaring en capaciteiten om een succesvol koloniale administrator te zijn. Na zijn mislukking met de kolonie in Hispaniola verloren de Spaanse monarchen vertrouwen in hem. Hoewel zij hem met respect behandelden, werd hem nooit meer toegestaan om nog te interveniëren in de regering van zijn eiland Hispaniola. Hij stierf als een droevig, eenzaam man, tot het bittere eind proberend zijn verloren privileges te herwinnen. Diego, zijn zoon, slaagde erin zich te laten aanduiden als ‘Governor of the Indies’ in 1508. Toen hij in Jamaica aankwam ontdekte hij dat het eiland al onder het leidersschap stond van Diego de Nicuesa en Alonso de Ojeda. Om zijn rechten op Jamaica veilig te stellen duidde Columbus Juan de Esquivel als gouverneur aan. Hij was de eerste van meer dan twintig Spaanse gouverneurs die gedurende bijna anderhalve eeuw de zaken in Jamaica mocht beheren.

 

Over het algemeen was Jamaica als een Spaanse kolonie vanaf het begin een mislukking. Het kende geen bloei, was steeds arm en meer een last dan een voordeel voor Spanje. De interesse in het eiland vervaagde snel toen het duidelijk was dat er geen goud kon worden gevonden, maar niet voordat een groot aantal indianen zich dood gewerkt hadden in de zoektocht naar het waardevolle metaal.

De inheemse Arawak-indianen werden ook vaak, bij wijze van sport, afgeslacht. De uitroeiing van de Arawaks is dan ook een zwarte bladzijde in Jamaica’s geschiedenis.

 

De Spanjaarden gebruikten Jamaica hoofdzakelijk als afleveringsbasis. In het begin van de kolonisatie werden mannen, paarden, wapens en voedsel geëxporteerd om de verovering van Cuba en het Amerikaanse vasteland te vergemakkelijken. Daarna werd Jamaica van steeds minder groot belang. Er werd haast niets gedaan om de natuurlijke rijkdommen van het land te ontwikkelen. Toch werd de Spaanse bezetting bedreigd en er waren vele kapers op de kust.

 

Gedurende honderd jaar deden de Fransen, Nederlanders, Italianen, Portugezen en Engelsen om beurten verschillende pogingen om het eiland te veroveren.

Het was pas op 10 mei 1655 dat een Engelse vloot, onder leiding van Admiral Sir William Penn (vader van de stichter van Pennsylvania) en General Robert Venables, aanmeerde aan Kingston Harbour (zoals het nu nog steeds heet) en de Spaanse bezetting beëindigde. [4]

 

In 1657 nodigde de gouverneur ‘buccaneers’, piraten die hun carrière startten als ‘cow-killers’, uit om zich te vestigen in Port Royal om Spaanse agressie af te schrikken. In 1657 en 1658 verloren de Spanjaarden de slag van Ocho Rios en Rio Nuevo.

De Britten begonnen hun volledige kolonisatie in 1661 en verkregen formeel bezittingsrecht door het Verdrag van Madrid in 1670. Hoewel het grootste stuk van de Spaanse hoofdstad Villa de la Vega verbrand werd gedurende de verovering, hernoemden de Engelsen het ‘Spanish town’ en behielden ze het als de hoofdstad van het eiland. Toch functioneerde Port Royal als hoofdstad gedurende de heropbouw van Spanish Town.

Het eiland was een belangrijke basis voor piraten, vooral Port Royal, voordat het verwoest werd door een aardbeving in 1692. Na de ramp werd Kingston opgericht, één van de grootste natuurlijke havens ter wereld, en dat werd al snel het belangrijkste commerciële centrum van het eiland.

Het verbouwen van suikerriet en koffie door Afrikaanse slavenarbeid maakte Jamaica één van de meest begeerde en waardevolle bezittingen in de wereld voor meer dan 150 jaar. Ontsnapte slaven, gekend als ‘Maroons’, bouwden onafhankelijke gemeenschappen op in het bergachtige binnenland dat de Britten ondanks pogingen in 1730 en 1790 niet konden veroveren. Eén Maroon-gemeenschap werd verbannen van het eiland na de tweede Maroon-oorlog in 1790 en deze bevolking sloten zich uiteindelijk aan bij Sierra Leone, het knooppunt van de Creoolse gemeenschap.

De koloniale regering stelde een lijst op met gevangen Maroons die de plantages hadden geprobeerd te ontvluchten. In 1800 bestond de Jamaicaanse bevolking voor 88% uit Afrikaanse slaven. De slaven van de kolonie overtroefden hun blanke meesters in aantal, 300 000 tegenover 30 000. Tijdens de kerstvakantie van 1831 brak er een grote slavenrevolutie uit, gekend als de ‘Baptist War’. Hierbij waren 60 000 van de 300 000 slaven betrokken en het was een vredevolle staking onder leiding van Samuel Sharp. De rebellie werd tien dagen later onderdrukt door de militanten van de Jamaicaanse ‘plantocratie’ en Britse garnizoen.

Door het grote verlies van bezit en levens in de opstand van 1831 hield het Britse parlement twee politieke navragen. De resultaten van die navragen droegen voor een groot stuk bij tot de opheffing van de slavernij door het Britse imperium op 1 augustus 1834. Jamaicaanse slaven bleven echter tot 1938 gebonden aan hun vorige eigenaars, al hadden ze een garantie van rechten, het ‘Apprenticeship System’. De ‘bevrijde’ bevolking moest ontbering blijven trotseren en in 1865 brak de ‘Morant Bay’-opstand uit, onder leiding van George William Gordon en Paul Bogle. Die opstand werd brutaal onderdrukt, maar het eiland verloochende zijn autoriteit en Jamaica werd een kroonkolonie. Het belang van de opbrengsten van de suikerplantages daalde in de 19e eeuw en de kolonie diversifieerde in bananen.

In 1872 verhuisde men de hoofdstad naar Kingston, aangezien de havenstad ruim het inlands gelegen Spanish Town had overvleugeld in grootte en economische kennis.

Het heersende gezag over de kroonkolonie resulteerde in de volgende decennia in een opmars van een middenklasse van ambtenaren en politieagenten. De sociale en politieke vooruitstrevendheid van de massa werd echter tegengehouden door het koloniale gezag. [5]

 

 

2.2. Sociaal commentaar onder invloed van slavernij

 

Ongetwijfeld zijn de wortels van de reggaemuziek terug te vinden in slavernij. Slavenorkesten werden gevormd door meerdere rijkere plantagewerkers en entertainden op verlofdagen zoals op ‘End of Crop Time’, ‘Piccaninny Chrismas’, ‘Recreation Time’, en de ‘Grandee Balls’. Ritmes, liederen en dans, die puur Afrikaans waren, overleefden in landelijk Jamaica tot in de twintigste eeuw. Een studie uit 1924 over mogelijke overlevende Afrikaanse liederen in Jamaica identificeert Afrikaansafgeleide werk- en uitvaartgezangen in het Westen voor een groot deel met het zingen, roep- en responsgezang en het herhalen van enkele korte muzikale zinnen, allen karakteristiek voor reggae.

 

[A2]

 

Onderzoekers uit de studie van 1924 verzamelden gezangen van de Maroonstammen, ‘Coromantee’ liederen genoemd, die over befaamde Afrikaanse verhaallegenden spreken zoals ‘Anansi’ de spin en ‘Jesta’ de fopster.

Kerstmis wordt in Jamaica tot op de dag van vandaag nog steeds gevierd door gezelschappen van ‘John Canoe’ (of Junkanoo) dansers, gekleed in kleurige lappen stof, hoofddeksels met veren en huiveringwekkende zwarte maskers met witomlijnde gelaatstrekken. De dansers paraderen door de plattelandsdorpen, al roepend en springend op Afrikaanse poliritmes en panfluitmuziek. Niemand is zeker waar de ‘John Canoe’-dans om draait, maar hij heeft te maken met magie en geestelijke krachten. De naam is afkomstig van ‘dzong kunu’, wat ‘verschrikkelijke tovenaar’ betekent in de West-Afrikaanse taal van de ‘Ewe’.

 

In 2005 kende de ‘dancehall riddim’ ‘Junkanoo’ nog een enorm succes.

[A3]

De ‘cumina’-dans wordt nog altijd uitgevoerd in Jamaica voor zijn geneeskrachtige werking. Zwarte en witte magie wordt toegepast door ‘obeah’-mannen en ‘science ladies’. Die vorm van magie wordt vaak aangewend om duidelijkheid te krijgen over een mogelijke vloek die al dan niet op de gewassen zou rusten of om slechte geesten, ‘duppy’s’ genoemd, te ontmaskeren.

De verschillende Afro-Caraïbische cultussen die in Jamaica zijn ontstaan zijn ook Afrikaans in herkomst, vooral de ‘Pocomania’ (‘little madness’) kerken die overleven in Kingston en Montego Bay met hun sterk polytheïstisch karakter. De ‘Pocomaniacs’ schuifelen in trance rond op de gesyncopeerde drummuziek: “wuh-huh, wuh-huh, wuh-huh…”

De slavernij werd opgeheven in 1838, maar de kolioniale institutie liet een stempel achter op de Jamaicaanse afstammelingen van Afrikaanse slaven die ervoor zorgde dat de reggae een ideologische baslijn kreeg. Eén van Jamaica’s meest populaire reggaegroepen, Burning Spear, heeft een snijdende, hypnotiserende zanglijn die zowel een retorische vraag als een vermaning impliceert: “Do you remember the days of slavery?” En in ‘Slave Driver’, één van de Wailers’ eerste nummers, riep Bob Marley opnieuw het angstaanjagende beeld van de slavernij op:

 

“When I remember the crack of the whip

My blood runs cold

I remember on the slave ship

When they brutalized my very soul “

– Bob Marley (Slave Driver)[6]

 

[A4]

 

Verschillende muziekvormen hebben het Jamaicaanse volk geholpen om zich te verzetten tegen de obstakels die het heeft moeten doorstaan. Het was een manier om hun gevoelens en dromen te uiten en om zich te beklagen over hun pijnlijk leven. In een zeker opzicht is het Jamaicaanse volk geboren in een wereld van lijden ten gevolge van de slavernij. De vitaliteit van de muziek werd dan ook aangewend als een helende en geestverheffende levenswijze. De emotionele effecten die slavernij gehad heeft op de Jamaicanen konden gehoord worden in de muziek in die tijd en elementen ervan kunnen nog steeds teruggevonden worden in de hedendaagse muziek.

 

Muziek heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in de levens van het Jamaicaanse volk, die hun wortels hebben in de Afrikaanse cultuur. Richard Jobson, een Engelse kapitein, reisde in 1620 en 1621 door Afrika. Tijdens zijn reis observeerde Jobson het belang van muziek voor het Afrikaanse volk: “Er bestaat ongetwijfeld geen volk op aarde, dat op natuurlijke wijze meer beïnvloed wordt dan de Afrikanen”.

De Afrikaanse slaaf Equiano sprak zijn volk toe met de volgende woorden: “Wij zijn een natie van dansers, muzikanten en poëten. Voortaan wordt elke belangrijke gebeurtenis gevierd met openbare dansavonden die gepaard gaan met bijpassende liederen en muziek.” Oogsten, jachten, gevechten, religieuze ceremonies, geboorterituelen, huwelijken, genezing en dood waren voorbeelden van die gelegenheden waar muziek en dans werden opgevoerd. Muziek maakte ook een belangrijk deel uit van het dagelijkse leven in de vorm van werkliederen en sociaal commentaar. Het werd vaak gebruikt als een manier van communiceren en uiten van emoties.

Regelmatig kon men slaven liederen over hun leed horen zingen van op de slavenboten. Ze zongen liederen over de horror rondom hen en over hoezeer ze verlangden naar de terugkeer huiswaarts. Naarmate slavengemeenschappen aangroeiden op de plantages en de slavencultuur begon de muziek een steeds een groter deel uit te maken in het slavenleven. Eén van de eerste vormen van muzikale expressie waren de werkliederen of “digging songs”. Plantagearbeiders verzonnen ze en zongen ze terwijl ze zwoegden in de brandende zon. Ze waren bedoeld om te vermaken, maar vooral om tijd sneller te laten voorbijgaan en de pijn ten gevolge van het zware werk te verzachten. Eén van die liederen beschrijft de wens naar huis te gaan: “If we want to go in Ebo/Me can’t go there!/Since dem tief me from a Guinea/Me cant’ go there!” Analoog met het voorgaande beschrijft het volgende lied het verzoek aan een superieur, Mr. Linky “to knock off work for the day”: “Tell Mister Linky me wan go, hm!”

Slaven begonnen instrumenten te maken om een hechtere gemeenschap te vormen en een nieuwe dimensie te geven aan hun muziekgebeuren. De eigenaars van de slaven begonnen te vermoeden dat het drummen en zingen gebruikt werd om opstandige ideeën te communiceren, dus poogden ze die activiteiten te reguleren. Meestal faalden ze. In de vroege dagen van de slavernij waren begrafenissen de enkele gelegenheden op welke slaven volledig alleen gelaten werden. Die gelegenheden werden dan ook niet alleen aangewend om de doden te herdenken maar ook een kans om volledig uit de bol te gaan op muziek.

 

Of het nu mento, ska, rocksteady, reggae of ragga betreft, de ideeën en emoties afgeleid uit het tijdperk van de slavernij worden nog steeds vermengd in de Jamaicaanse muziek. Van de eerste ‘digging songs’ van slaven zingend over pijn en plezier in het leven tot de dancehall riddims van vandaag: vele songteksten worden toegewijd aan sociaal commentaar.[7]

 

In het volgende hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de invloeden van de Afrikaanse cultuur op de Jamaicaanse muziek.

 

 

2.3. Van ska naar rocksteady: impact van politiek-economisch klimaat

 

Tot aan het begin van de jaren ’50 bestond Jamaicaanse muziek enkel uit ‘mento’, een gedepolitiseerde aanhanger van de ophitsende calypso uit Trinidad.

Mento is een Jamaicaanse aanpassing van oude Britse volks- en zeeliederen. Terwijl calypso een verfijnde drager is van sociaal commentaar, was mento vaak platvloers en grof. Zo ontuchtig zelfs dat de kerk in Jamaica sommige van de beste mentoplaten achterhield om de verkoop tegen te houden. [A5]

 

Het volk was tevreden met mento tot op het moment dat de industrialisatie op gang kwam en de samenleving veranderde van een landbouwgerichte cultuur naar een uitgebreide verstedelijking. Kingston en de andere grote steden vulden zich op en de bauxietarbeider en de fabriekskracht lieten de landelijke parochies achter zich omwille van de mogelijkheden van de stad.

 

Toen Jamaica in 1962 zijn onafhankelijkheid bereikte bleef een erfenis over van een gedeprimeerde koloniale mentaliteit en een gigantisch nationaal minderwaardigheidscomplex onder invloed van 250 jaar slavernij. Voor welopgeleide Jamaicanen was alles wat Brits, Amerikaans of Canadees was zeker superieur aan alles inlands. [8]

 

Tijdens de jaren ‘50 en ‘60 werd de Jamaicaanse muziekscène gedomineerd door de Amerikaanse rhythm & blues (R&B). Door de nabijheid van Jamaica met de Zuidoostkust van de Verenigde Staten konden de Jamaicanen naar de Amerikaanse radiostations luisteren, waar regelmatig R&B geprogrammeerd werd. Jamaicaanse muzikanten hebben dat R&B-geluid op hun eigen distinctieve manier geherinterpreteerd. Dat nieuwe R&B geïnspireerde geluid werd bekend als ska. Populaire ska artiesten in de vroege jaren ‘60 waren onder andere Byron Lee, Owen Gray, Laurel Aitkin en Prince Buster. [A6]

Met de komst van de R&B in Jamaica kwamen ook de legendarische ‘sound systems’ op gang. Jamaicaanse radio werd gecontroleerd door de overheid en was toen te conservatief voor het stevige dieet van zwarte blues die de gewone Jamaicaan wilde horen. Goede R&B-platen waren moeilijk te vinden en waren, als ze al beschikbaar waren, te duur voor de meeste Jamaicanen. Een nieuwe ondernemer verscheen op het toneel: de ‘sound system man’. Ze waren vaak het verlengde van platenwinkels, wiens eigenaar een bestelwagen leende en de grootste luidsprekers die hij maar kon vinden inlaadde. Hij zette zijn set op in iemands tuin of op een landelijk marktplein. Er heerste ook een zekere concurrentie onder de ‘sound system men’. Pioniers zoals Duke Reid, Sir Coxone Dod en Prince Buster gingen zelfs zover dat ze het etiket op de plaat onleesbaar maakten zodat het moeilijker werd om hetzelfde nummer te traceren.

 

Midden jaren ‘50 werd in Amerika rock ‘n’ roll steeds populairder, hierdoor kwam de toestroom van Amerikaanse R&B naar Jamaica steeds meer in het gedrang. Dit deed Jamaicaanse muzikanten beslissen om zelf hun favoriete muziek op te nemen. Een aantal jaren volgde deze muziek het Amerikaanse patroon, maar met verloop van tijd begon ze steeds Jamaicaanser te klinken: de ritmegitaar die de ‘offbeat’ (het accent tussen de tellen van een maat) aansloeg, kwam meer op de voorgrond, zodat je het type ritme hoorde dat ook in mento te vinden was. Ook de drums veranderden, de basdrum ging de nadruk leggen op de derde beat.

 

Van daar verschoof de nadruk naar de ‘afterbeat’ (de tweede en vierde tel in een vierkwartsmaat), het typerende kenmerk van de latere Jamaicaanse muziek. Volgens zanger Derrick Morgan was Prince Buster de eerste die in zijn platen duidelijk de nadruk legde op de afterbeat, in tegenstelling tot de offbeat van de Jamaicaanse boogie’s. Buster legde in zijn producties het karakteristieke ritme van de klassieke ska. Ook veteraan Alton Ellis haalt de afterbeat aan als het essentiële Jamaicaanse ingrediënt.[9]

 

“Ska was vrolijk. Het gaf de stemming van de mensen weer. In de volkswijken van Jamaica veranderde iets. De mensen begonnen te zeggen: Onafhankelijk? Dat ben ik niet. Misdaad komt voort uit armoede. Als je niet weet hoe je aan eten moet komen spookt er vanalles door je hoofd. De muziek werd dus trager.” – Jimmy Cliff [10]

 

De rocksteady was een gepaste benaming van deze nieuwe muziekvorm, het was ‘steadier’, standvastiger en betrouwbaarder dan de vaagheid van ska. Het geluid was meer omvattend en bracht meer interne betekenis mee dan de luchtigheid van de ska. Tekstinhoud legde voor het eerst de bewustheid van de artiest bloot. Liedjes gingen niet langer enkel over liefde maar over politie, hongerige kinderen en de economische wantoestanden.[11] [A7]

 

Muzikaal werd hij gedragen door een meer dynamische baslijn en de teksten richtten zich specifiek naar het doelpubliek, de getto-jeugd. Die tragere muziek vond veel bijval bij de straatbendes van West Kingston, die ‘rude boys’ werden genoemd, vandaar ook het label ‘rude boy music’.[12] [A8]

 

Het was rond 1968 dat rocksteady werd vervangen door de muzikale term ‘reggae’. Het is niet zeker waar het woord exact vandaan komt. Sommigen verwijzen naar het Jamaicaanse dialectisch woord ‘raggedness’. Het woord verscheen eerst in het nummer “Do the Reggay” van de Maytals. [A9]

Toots Hibbert, leadzanger van de Maytals, definieerde reggae als volgt: “Reggae means comin’ from di people y’know? Like a everyday thing. Like from the ghetto. From majority. Everyday thing that people use like food, we just put music to it and make a dance out of it. Reggae mean regular people who are suffering, and don’t have what they want.” Sociale, politieke en spirituele concepten kenmerkten steeds meer de teksten, zelfs in die mate dat reggaemuzikanten beschouwd werden als Jamaica’s profeten, sociale commentatoren en sjamanen. [13]

 

Rond 1969 werd een ander subgenre van reggae geboren, dub. Dub hielp artiesten om zichzelf te lanceren in de ‘dancehalls’, de ontmoetingsplaats voor reggaeliefhebbers. Het was een methode waarbij producers de teksten uit een nummer knipten en daarbij enkel de bas en de drum overlieten, zodat de zangers over het nummer konden zingen. [A10]

 

Oorspronkelijk werd het ‘version’ genoemd, verwijzend naar de instrumentale versie van een nummer. Dat bleek economisch zeer interessant voor de producers omdat ze zo verschillende artiesten nummers konden laten opnemen op dezelfde ‘riddim’. Dat gebruik is nog steeds aanwezig in dancehallmuziek. Het was ook interessant omdat producers zo konden zien welke songs een hit konden opleveren voordat ze uiteindelijk werden uitgebracht. Dubmuziek bleek al vlug een kans te geven aan de minderbedeelde en genegeerde Jamaicanen om hun gevoelens over de harde realiteit op te nemen over een dubplaat. De uitvinder van deze techniek was ‘King Tubby’, snel gevolgd door Lee ‘Scratch’ Perry. Opnieuw was het sociaal commentaargehalte zeer hoog. De eerste artiest die de kunst van de dubvoice-over populariseerde was U Roy, met als bekendste album ‘Dread Babylon’.[14] [A11]

 

“Wake the Town and Tell the People kwam wel op de radio, maar ik had er geen hoge verwachtingen van. Ik dacht dat het een tijdje zou gedraaid worden en dan weer zou verdijnen, maar toen werd het een hit. Ik was echt stomverbaasd.” – U Roy

 

Bob Marley was al vanaf 1964 actief bezig met muziek en haalde al eerder met de band ‘The Wailers’ nummer 1-hits. Maar zijn echte doorbraak in het buitenland, en vooral in Engeland, kwam pas later.

De aanzet tot de grote carrièresprong van Bob Marley kwam van Lee Perry, een oude vriend die beroemd was geworden door dub en nu wat voor hem kon doen.

Perry had Brits succes gehad met de ‘Upsetters’ en ging in 1969 met Marley samenwerken.

De anderhalf jaar bij Perry veranderden de Wailers en de Jamaicaanse muziek. Marley ontsteeg de Amerikaanse R&B-invloeden en werd een Jamaicaanse protestzanger. [A12]

 

“Eerst waren zijn teksten wel politiek, maar puur op Jamaica gericht. In 1969 zag je het fenomeen van de ‘Black Power Movement’ en daar schreef hij dus over. Hij kon elke dag wel ’n revolutionair nummer opnemen.” – Danny Simms, manager The Wailers 1967-’72 [15]

 

 

2.4. Reggae en politiek vanaf 1970

 

Jamaica’s moderne geschiedenis wordt nog steeds gekenmerkt door een politiek getouwtrek tussen de JLP en de PNP. Het leiderschap en de daarmee samenhangende principes en politieke problemen zijn door de jaren heen veranderd.

Door zijn slechte gezondheid moest Bustamante, de leider van de JLP die Jamaica door de beginjaren van onafhankelijkheid loodste, op vervroegd pensioen gaan in 1965. Hugo Shearer leidde de JLP naar een verkiezingsoverwinning in 1967 en bleef eerste minister van Jamaica tot 1972. Door de aanhoudende controle, werkloosheid en stijgende inflatie verliet hij het leiderschap met een reputatie als een herrieschopper binnenin de partij, corrupt en zwakke leider.

De PNP had Norman Manley als leider gedurende de jaren ’60, maar zijn dood in 1969 zorgde ervoor dat zijn zoon Michael Manley de leidende hand overnam. Michael was een charismatische leider en wilde zijn partij opnieuw leiden naar zijn socialistische wortels die zijn vader wegens politieke redenen had achtergelaten.

Tijdens de jaren ’70 en ’80 werd Jamaica geplaagd door politiek geweld op een nog nooit eerder geziene schaal. De politieke partijen waren Michael Manley’s socialistische “People Nationalist Party” (PNP) en Edward Seaga’s rechtse “Jamaica Labor Party” (JLP). Seaga, gesteund door de CIA, bewapende zijn kiezers met geweren om diegenen die het socialisme steunden af te schieten in een poging om verkozen eerste minister Manley ten val te brengen. De verkiezingen in 1972 waren de eerste in welke de twee opponerende politieke partijen met compleet verschillend politiek gedachtegoed tegenover elkaar stonden in de politieke arena. Het land bevond zich op de rand van een burgeroorlog en Manley bewapende op zijn beurt zijn achterban.[16]

 

Die politieke sfeer werd niet vastgelegd in de eerste reggaeliedjes uit de jaren ’70, maar op het einde van het decennium zorgde een toenemend aantal rastamuzikanten ervoor dat de wereld wist wat plaatsvond. Met de ‘Rasta message’ van ‘black people return to your roots’, zou reggaemuziek zich profileren op een meer spirituele en filosofische manier “in addition to its role as social or political commentary. Een boodschap die een ongelofelijke impact zou hebben, met artiesten zoals Bunny Wailer, Peter Tosh en Bob Marley. Die artiesten benadrukten de onrechtvaardigheid, veroorzaakt door koloniale machten en ‘puppet leaders’, die niet alleen Jamaicanen maar ook Afrikanen over de hele wereld ondergingen. De wortels van de reggaeboodschap waren afkomstig van de pijnvolle omstandigheden op de plantages met fysieke pijn, afwijzing, rebellie en onrechtvaardigheid ten opzichte van een onderdrukkend systeem. Velen zien reggae slechts als Rastafarianistische muziek, maar dat is niet het geval. Het werd beoefend en beleefd door Jamaicanen met verschillende achtergronden, maar Rasta’s waren hoofdzakelijk de meest populairste reggaezangers die de strijd van hun medeburgers omzetten in muziek.[17]

 

Rastamuzikanten zoals Bob Marley zagen de komst van Manley ook als een goede zaak. Er kwam een man die zei: we gaan ons eigen voedsel verbouwen. Dat zeiden de rasta’s al lang.”

- Mutabaruka

 

“De Jamaicaanse muziek die hoogtij viert met de reggae is een niet te onderschatten politieke kracht omdat die om veranderingen vraagt. De reggae spreekt echt de taal van het volk. De mensen zingen in reggae over hun ellende, hun wanhoop en vragen daar begrip voor.” – Michael Manley, 1971.

 

“Michael Manley bevrijdde de rasta’s. Als rasta kon je nu overal werken. Voor die tijd moesten rasta’s zich verstoppen. Daarom heb ook ik me bij hem aangesloten. Zijn boodschap sprak me aan: geef de armen een kans.” – Max Romeo [18]

 

In hoofdstuk V wordt er dieper ingegaan op het Rastafarianisme.

Muzikanten trokken naar Manley. Bob en Rita Marley, Dennis Brown en Alton Ellis steunden zijn campagne in ’71. Toen Michael Manley de verkiezingen van 1972 won, zorgde hij voor veranderingen in Jamaica. De PNP was aan de macht gekomen door een socialistisch platform en had beloofd de leef- en werkomstandigheden in Jamaica te verbeteren.De PNP-slogan was ten slotte “Better Must Come”, geïnspireerd door een nummer van Delroy Wilson. [A13]

Hij liet de welvaart toenemen, maar bouwde ook vriendschappen op met socialisten zoals Cuba’s Fidel Castro.

In 1974 kondigde de regering haar bekering naar het socialisme aan, tot grote verrassing van het Jamaicaanse volk. Het democratisch-socialisme was geboren.

 

Manley begon Jamaica’s grootste bedrijven over te nemen en te nationaliseren, zoals bauxietmijnen. De overlevende privé-bedrijven die zich niet lieten overnemen door de overheid moesten extra veel belastingen betalen. In 1975 zocht Manley Castro op in Cuba.

De economie onderging een extreme dip onder Manley’s regering. De rivaliteit tussen Manley en Seaga bleef het politieke landschap domineren en er heerste een gespannen sfeer. [19]

In 1976 werd Bob Marley door het culturele departement van de Jamaicaanse regering uitgenodigd om voor het hele land op te treden op het concert ‘Smile Jamaica’. Marley bevond zich in een moeilijke situatie. Hij wilde zijn schuld ten opzichte van Tony Spaulding, de PNP-minister van Huisvesting die Bob’s familie aan een nieuw huis had geholpen aflossen. Hij ging akkoord om op te treden als er geen politieke overheersing zou zijn. Maar een week nadat de persberichten over het concert waren uitgekomen, riep minister Manley verkiezingen uit.

Marley’s gevoel was dubbelzinnig want aanhangers van de JLP zouden dit concert nu zeker aanzien als een zaak waarin Bob voor Manley zou optreden. Kort daarop begon Marley doodsbedreigingen te krijgen. Op 3 december 1967 vielen gewapende mannen het repetitielokaal van Marley en zijn band binnen en er werd verschillende keren gevuurd. Er vielen miraculeus genoeg geen doden tijdens de nachtelijke overval, wel waren Don Taylor, Bobs manager en Lewis Griffith, Bobs vriend, zwaar gewond. Ook Rita Marley, zijn vrouw moest een operatie ondergaan om een kogel uit haar schedel te laten verwijderen. Bobs wonde werd behandeld en hij werd uit het ziekenhuis ontslagen. Hij trok zich terug op een afgezonderde schuilplaats hoog in de blue Mountains boven Kingston. Door de grote overredingskracht van Marley’s omgeving besloot Bob uiteindelijk toch op te treden op het ‘Smile Jamaica’-concert. [20]

In 1976 waren er dus opnieuw verkiezingen. De aanhangers van de PNP waren de onbekwame arbeiders en werklozen, terwijl de hoogopgeleide en ‘white-collar’ambtenaren de JLP steunden.

De Jamaicaans oppositie beschuldigde de PNP-regering ervan een bende communisten te zijn en de aanhangers van Manley waren ervan overtuigd dat er complotten waren vanuit de oppositie en het buitenland om het land te destabiliseren. [21]

Toch kende de PNP een sterke overwinning. De volgende jaren dreef de economische crisis de regering ertoe om internationale hulp in te roepen en de partij begon de terugkeer naar haar gematigde houding.

 

In 1978 zorgde Bob Marley voor een gedenkwaardig moment in de Jamaicaanse geschiedenis. Op zijn ‘One Love’-concert liet hij PNP-leider Michael Manley en JLP-kopstuk Edward Seaga elkaar de hand reiken. Het initiatief om op te roepen tot het einde van de politieke rivaliteit was een idee van de jongeren op de straat in Kingston.

 

Toch bleken de verkiezingen van 1980 één van de bloedigste in de Jamaicaanse geschiedenis. Er waren speculaties dat als Michael Manley herverkozen zou worden, dat hij de marihuanahandel zou legaliseren om zijn socialistische innovaties te realiseren en om de schulden aan het buitenland te financieren. Maar Edward Seaga won de verkiezing en kon een aanvullend bedrag van 698 miljoen dollar lenen van het Internationaal Monetair Fonds. Daarbovenop leende Seaga nog een bedrag van 100 miljoen dollar van de Verenigde Staten, die als voorwaarde stelde dat Jamaica militaire bijstand aanvaardde om de marihuanaplantages te vernietigen. [22]

 

Hoewel er verbeteringen waren in de vroege jaren ’80 stemden de Jamaicanen in 1989 toch opnieuw voor Manley. Manley, die zijn campagne onderbouwde met de verklaring geleerd te hebben uit zijn fouten, nam een derde ambtstermijn als eerste minister.

 

Tijdens de jaren ’80 werd Jamaica een belangrijk knooppunt voor drugshandel tussen Zuid-Amerika en de Verenigde Staten. Vreemde valuta vloeiden het eiland binnen als gevolg van die handel en de overheid was ofwel onwillig of machteloos ten opzichte van die ‘industrie’.

In 1992 moest Manley, om gezondheidsredenen, op pensioen en P.J. Patterson treedde in zijn voetsporen. Patterson riep op tot een vervroege verkiezing in 1993 om een economische heropleving ten gelde te maken en werd Jamaica’s eerste zwarte eerste minister.

Jamaica worstelde met toenemend geweld tijdens de jaren ’90 en de politie bood nauwelijks hulp. Haar brutaliteit was welbekend en zij waren verantwoordelijk voor meer dan een derde van de moorden op het eiland. [A14]

Toch bleven de Jamaicanen hun Patterson en de nieuwe PNP steunen. Patterson werd opnieuw verkozen in 2002. Op 31 maart 2006 beëindigde hij zijn 48 jaar durende politieke carrière en gaf de fakkel door aan de eerste vrouwelijke eerste minister van Jamaica, Portia Simpson Miller. De volgende verkiezingen zijn voorzien in 2007.[23]

 

 

2.5. Nieuwe reggae en dancehall gaan in tegen neokolonialisme en politiek-economisch wanbeleid

 

Ondanks Manley’s oprechte toewijding aan zijn land begon de bevolking zich vragen te stellen over zijn activiteiten en rol in Jamaica. De oorzaak van deze ontgoocheling heeft te maken met de onderhandelingen die de minister deed met het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Het IMF heeft een grote politieke rol gespeeld in Jamaica door problemen op de lange baan te schuiven en ze tegelijkertijd nog erger te maken.

 

De economische ‘crash’ gedurende de jaren ’70 heeft alle sectoren van het economische systeem in Jamaica beschadigd. In 1977 beantwoordde Michael Manley aan een verscheidenheid van pijnpunten, waaronder het IMF, en stelde het ‘People’s Plan’ voor in het parlement. Dat initiatief omvatte ook verschillende elementen van democratisch socialisme daar het vroeg om zich te onttrekken aan internationaal kapitalistisch engagement en pleitte voor socialisatie van productiemiddelen om Jamaica’s zelfredzaamheid te bewerkstelligen. De conservatieven in de PNP steunde dat plan echter niet. De combinatie van blijvende economische problemen, sterke bemiddeling van conservatieven in het PNP-leiderschap en de verkiezing van Jimmy Carter als president van de VS, leidde ertoe dat de PNP zich richtte naar het IMF. In juni 1977 schreef het Internationaal Monetair Fonds een lening van 75 miljoen dollar uit aan Jamaica.

 

De voorwaarden van het IMF-akkoord omvatte pensioen- en loonscontrole, stopzetting van prijscontrole en een besparing van 40 procent op de levensstandaard. In 1978 namen de besparingen en de ellende toe en Manley zei dat “negotiations are harrowing and ghastly”.

Er doken graffiti’s op waarin stond: “IMF stands for ‘Is Manley Fault’”.

Hij gaf toe dat zijn overeenkomst met het IMF verkeerd was, maar daarvoor was het al te laat.[24]

 

De documentaire “Life and Debt” van Stephanie Black, een gerenomeerd filmmaakster, onthult veel over de huidige situatie van Jamaica en het langetermijneffect van de IMF-lening. Armoede en misdaad zijn onacceptabel hoog en landbouwers zijn niet in staat om te concurreren met de internationale markt. Geïmporteerd voedsel en goederen zijn goedkoper dan lokaal geproduceerde goederen. Zelfs voor diegenen die werk hebben is het leven vaak keihard. Als resultaat van het optrekken van een vrijhandelszone worden vrouwen uitgebuit en onderworpen aan mensonwaardige omstandigheden. De “Free Zone” bevindt zich in Jamaica maar is in handen van multinationals zoals Hanes en andere Amerikaanse kledingsbedrijven die wereldwijd opereren. De lonen zijn laag en bieden geen garantie. Als de productie te duur wordt en ergens anders goedkoper kan, pakken de bedrijven in en vertrekken ze, zelfs zonder de Jamaicaanse arbeiders te betalen.

Deze documentaire werd ook gesteund door verschillende reggaeartiesten zoals o.a. Buju Banton, Anthony B, Morgan Heritage, Sizzla, Yami Bolo…Zij zongen de soundtrack van de film in en hielpen bij de wereldwijde promotie via concerten.[25] [A15]

 

“Ik schrijf teksten volgens de omstandigheden en wat er rondom mij gebeurt. Als iemand je bedriegt, weet je dat er een verdict moet vallen. Mijn nummer op het album van Saël is speciaal opgedragen aan de jongeren van mijn wijk ‘la ZAC Massive’. In plaats vaan een cultureel centrum heeft de lokale autoriteit daar een kapel gebouwd en de jongeren in de steek gelaten. On n’a pas besoin de ça.” – Pleen Pyroman

 

“In mijn teksten heb ik het over alle onderwerpen die me nauw aan het hart liggen. Ik klaag het slecht functioneren van de politiek aan en het overdreven optreden van de politie. Zelfs als het harde tijden zijn moeten de mensen toleranter zijn ten opzichte van de jongeren.” - Valley [26]

 

 

2.6. Misdaad en protest

 

In Jamaica ontstond eind 2005 nog opschudding toen één van de meest bekende dansers Gerald Levy, beter bekend als ‘Bogle’ werd neergeschoten na een dansavond in Kingston. Kort daarop staken een groep mannen het huis van zijn vermeende dansrivaal ‘John Hype’ Prendegast in brand. Dancehallster Beenie Man maakte diezelfde dag nog bekend dat hij 1 miljoen Jamaicaanse dollar uitloofde voor diegene die Bogle’s moordenaars kan vangen. Het is niet de eerste keer dat conflicten uit de entertainmentwereld ontaarden in moordpraktijken. De overheid en politiek lijken maar geen controle te krijgen op de hoge misdaadcijfers die het eiland teisteren.

 

Officieel werd geen gehoor gegeven aan Beenie Man’s miljoenenbeloning. De politie lijkt zich afzijdig te houden van de context waarin de moord kaderde. De getuigenissen werden opgetekend en de moord geklasseerd als ‘reported, not cleared up’ (gerapporteerd maar niet opgelost).[27]

 

De ‘Jamaica Constabulary Force’, de politiedienst, kampt met een hevig tekort aan moderne technologie en de helft van alle moorden blijven onopgelost. Zaken van politiekmisbruik blijven onvervolgd. Het is pas sinds vorig jaar dat de politiecommissie tijdens een persconferentie zei ‘werk te zullen maken van een nieuw programma voor getuigenbescherming’.

Niet alleen de politie heeft het moeilijk om de misdaad adequaat te bestrijden. Ook politici maken deel uit van het probleem. Regelmatig associëren zij zich met criminele elementen, terwijl ze tegelijkertijd beweren ze te willen bestrijden. Zo werd in het verleden meerdere malen aangetoond dat politici er nauwe banden op na hielden met drugs- en wapenhandelaars. Vorig jaar werd de Minister van Veiligheid, Peter Philips gesignaleerd op de begrafenis van een ‘gang leader’.[28]

 

“Een van de hoofdoorzaken van het geweld in Jamaica ligt bij de politiek. Politici houden de veiligheidsdiensten enerzijds en notoire bandieten anderzijds, een hand boven het hoofd. Als deze laatsten een misdaad begaan doet de politiek er alles aan om hen te beschermen want ze maken tegelijkertijd deel uit van hun partij. In ieder geval kunnen ze niet vermijden dat ‘ganja’ het eiland verlaat, noch dat ‘coke’ erin komt. Men moet ermee leren leven, tegelijkertijd proberend op het juiste pad te blijven. Men kan hopen op een betere wereld de dag dat wapens zullen verdwijnen, we moeten dus een stap terug zetten en de wereld heropbouwen.” – Yellowman[29]

 

Een ander probleem is dat Jamaica bekend staat als een broeihaard van verschillende ‘streetgangs’. Deze straatbendes hebben een zeer complexe rivaliserende verhouding ten opzichte van elkaar en de kopstukken zijn vaak moeilijk op te sporen.

De overheid geeft de schuld aan de dancehall entertainment, omdat die naar eigen zeggen zou oproepen tot geweld. De artiesten uit de ‘dancehall scene’ beschuldigen echter de overheid en politie van corruptie, wanbeleid en machtsmisbruik.[30] [A16]

 

Jaarlijks vinden in Jamaica 1500 schietpartijen plaats en 1400 moorden, en dat op een eiland van slechts 11 000 km² (een derde van België). Dat zijn 100 moorden verspreid over 14 ‘parishes’ (parochies).[31]

 

“De politici zijn degenen die met de vinger gewezen moeten worden, want zij zorgen ervoor dat de wapens op elke hoek van de straat beschikbaar zijn voor de jongeren. Je kunt geen wapen in de hand van een dommerik steken. Politici en de politie moorden niet voor geld, maar voor macht. Maar ook drugs hebben er veel mee te maken, vooral cocaïne en crack. Wij planten geen cocaïne in Jamaica, maar er wordt er wel veel verhandeld. Want met marihuana kan je gewoon niet zoveel geld verdienen. Ik ben tegen ‘coke and crack’ omdat het niet goed is voor de mensheid. Maar ik ben vóór degenen die ganja verkopen en roken. Big up!” – Jigsy King [32]

 

Zowel het cultiveren, exporteren- of importeren, verhandelen, bezitten als het gebruiken van ‘ganja’, zoals marihuana in Jamaica genoemd wordt, is strafbaar. Het wordt in al die gevallen bestraft met een geldboete en/of een gevangenisstraf tot vijf jaar.[33]

 

Toch is Jamaica een land dat al vele generaties lang een traditioneel cannabisgebruik kent. Dat traditionele gebruik kreeg in de loop van de jaren zeventig mythische proporties, niet in de laatste plaats door Bob Marley. Behalve ‘peace & love’ in hun reggae songs te prediken, riepen veel Jamaicaanse artiesten in hun reggaenummers op tot de legalisering van cannabis. Natuurlijk zongen zij er niet alleen over, veel van die artiesten waren ook ganja-rokers. Reggae-artiesten (maar ook weer niet allemaal) willen tussen de sessies in de studio door nogal eens een ‘spliff’ opsteken.

 

Nadat Bob Marley aan kanker was gestorven op 11 mei 1981, legde zijn vrouw Rita bij zijn begrafenis symbolisch een stengel ‘sensemilla’ in de kist. Rita Marley ging zelfs verder en nam het nummer ‘One Draw’ op. [A17]

Cannabis bleef de reggaeteksten in de jaren ’80 overheersen. De nadruk lag minder op de genezende eigenschappen van het kruid, maar op de mogelijke winst die gemaakt kon worden met de ‘ganja business’.

De ‘Sleng Teng’-riddim inspireerde verschillende versies, waaronder die van Barrington Levy ‘Under Me Sensi’. De tekst handelde opnieuw over de hypocrisie van de houding ten opzichte van de cannabishandel. [A18]

Hetzelfde team nam ook het nummer ‘Ream Thing op, waarin Barrington Levy smeekt: “Gimme the grass, won’t you gimme the gras”, verklaren dat cocaïne zijn hersenen zou vernietigen.[34]

 

Reggaemuziek, de boodschap van de teksten die vaak niet los was te zien van het rastageloof, en daarbij het gebruik van cannabis. Jamaica, reggae, rasta en ganja, het geheel sprak en spreekt nog steeds tot de verbeelding en bepaalt in zekere mate ook de beeldvorming over Jamaica.[35]

 

 

Maar reggaeartiesten zijn het niet over alle wetten in Jamaica oneens. De wet tegen de homoseksualiteit wordt door de overgrote meerderheid van het Jamaicaanse volk ondersteund en verdedigd door verschillende reggaeartiesten.

In Jamaica staat homoseksualiteit nog altijd vermeld in het strafwetboek onder het artikel uit 1864 ‘ Offences Against the Person’ (‘misdrijven tegen de persoon’), dat afgeleid is van het Engelse artikel uit 1861. Het betreft ‘offences of buggery and gross indecency’:

 

“Whoever shall be convicted of the abominable crime of buggery, committed either with mankind or with any animal, shall be liable to be imprisoned and kept to hard labour for a term not exceeding ten years.” – uittreksel uit het Jamaicaanse strafwetboek [36]

 

Populaire artiesten zoals Sizzla, Buju Banton en Capleton roepen op om de ‘batty boys’, verbastering van het woord ‘bottom’ of kont, te verbranden (zie 4.3.2.).

 

 

III Cultuur

 

“The Jamaica consciousness is just burning out of sight. Its history is African. Its culture is European. Its politics are Third World. We’re producing a totally new breed of human being.” – Perry Henzell, regisseur van ‘The Harder They Come’ [37]

 

 

3.1. Karakteristieken van het Jamaicaanse volk onder invloed van sociale factoren

 

3.1.1. Inleiding

 

Over het algemeen zijn Jamaicanen erg trotse mensen en daardoor ook uiterst bekommerd om persoonlijke hygiëne en kleding. De slaapkamer en badkamer zijn de belangrijkste vertrekken van het huis waar het meeste geld aan wordt uitgegeven. Jamaicanen kunnen erg rechtuit zijn en, eenmaal ze zich ergens op hun gemak voelen, zeer luidruchtig. Jamaicanen zijn dol op eten en plezier maken. Elke dag wordt beleefd alsof het de laatste kan zijn. Van de mannen wordt gezegd dat ze 24 uur per dag aan seks denken, terwijl de vrouwen eerder kieskeurig zijn over hun seksuele partners en op zoek zijn naar vooruitgang. Een goede man moet ambitieus zijn en over vaardigheden beschikken. Zijn toekomst moet er –ook vaak financieel – rooskleurig uitzien.

Di sociale houdingen manifesteren zich dan ook in de muziek. In raggateksten vind je vaak extreem seksueel getinte teksten terug, ook wel ‘slackness’ genoemd. Vrouwelijke artiesten zingen vaak over wat ze van hun man verlangen. [38] [A19] [A20]

 

3.1.2. Opvoeding en onderwijs

 

Het was pas in het begin van de jaren ’70 dat een goed uitgebouwd educatief systeem Jamaica bereikte. Zelfs na de opheffing van de slavernij was het onderwijs schaars en beginnende inspanningen werden hoofdzakelijk uitgevoerd door de christelijke kerken. Het dubbel-educatiesysteem dat na de dekolonisatie ingevoerd werd, werd gekenmerkt door overheidsgestuurde lagere scholen en privé secundaire scholen, zorgde ervoor dat een groot gedeelte van de bevolking analfabeet bleef. Bovendien was de inhoud van het formele onderwijs in Jamaica irrelevant voor studenten die hun studies niet konden voortzetten in Groot-Brittanië. In 1943 liep minder dan 1 procent van de zwarte populatie en slechts 9 procent van de gemengde rassen school in het secundair onderwijs. Het systeem speelde te weinig in op de Jamaicaanse realiteit en er waren te weinig vormende opportuniteiten.

De PNP-regering die verkozen werd in 1972 nam het initiatief om belangrijke veranderingen door te voeren in het educatief systeem. Kwalitatieve en kwantitatieve verbeteringen werden als sleutelelementen van het nieuwe regeringsprogramma beschouwd (1972-76). De twee belangrijkste aspecten van het programma waren gratis secundair onderwijs en een campagne om het analfabetisme te bestrijden. Educatieve hervormingen waren bedoeld om de sociale ongelijkheden recht te trekken en een groter jobbereik in de overheid- en privé-sector te creëren.

De hervormingen zorgden voor een positief maar beperkt effect. Door de jaren heen boekte het ministerie van Onderwijs stap voor stap vooruitgang. Analfabetisme werd, vooral bij de jongeren, in hoge mate teruggedreven.[39]

In 1980 was nog ruim 17 procent van de volwassenen (+15-jarigen) ongeletterd, terwijl dit in 2003 werd teruggedrongen tot 12 procent. Bij de jongeren tussen 15 en 24 jaar stellen we vast dat in1990 nog 8 procent analfabeet was tegenover 5 procent in 2003. [40]

Als je het onderwijs in Jamaica bekijkt, is de opleiding veel algemener en minder uitgediept dan in België. Het probleem van de openbare scholen is dat er meestal les gegeven wordt aan grote groepen met minder pedagogische middelen, waardoor de kwaliteit van het onderwijs stukken lager is dan in de privé-scholen. Slechts 20% van de jongeren studeert voort en verkiest daarbij het buitenland.

 

Het knelpunt van het Jamaicaans onderwijssysteem is dat het grootste gedeelte van de bevolking het geld niet heeft om zijn kinderen een voortgezette opleiding te financieren. Dat is het gevolg van de instabiele economische situatie sinds lange tijd. Er is niet echt een middenklasse in Jamaica, je hebt er vooral arm en rijk. Als ouders hun kinderen wel financieel kunnen ondersteunen voor hun studies, worden die er vaak ertoe aangezet om in het buitenland te studeren.

 

Over het algemeen zorgt dat er wel voor dat onderwijs toch beschouwd wordt als iets essentieel. De sociale omgeving moedigt studeren aan en als de kans zich voordoet is de motivatie des te hoger. Jammergenoeg zijn de mogelijkheden voor jongeren in de meeste van de gevallen beperkt.[41]

 

Toch heeft men door de jaren heen verschillende initiatieven ontwikkeld voor kansarme jongeren, zoals de ‘Alpha Boys school’. Daar konden en kunnen nog steeds jongeren die leven in moeilijke sociaal-economische omstandigheden een muzikale opleiding volgen om toch onafhankelijk te worden. Verscheidene muzikanten die hun opleiding genoten aan de ‘Alpha Boys school’ konden terecht bij Studio One, het label van Coxsone Dodd. Hij apprecieerde vooral de discipline en muzikale kwaliteiten van deze studenten. Eén van de bekendste formatie die het op deze manier ver schopte, was ongetwijfeld de band ‘The Skatalites’.[42]

 

In de reggaemuziek wordt het belang van onderwijs vaak benadrukt, de jongeren aansporend om hun capaciteiten uit te bouwen. [A21]

Soms worden zelfs van kinderrijmpjes nieuwe liedjes gemaakt. [A22]

 

Ook de normen en waarden waarmee Jamaicanen in hun opvoeding worden grootgebracht manifesteren zich sterk in de muziek. De meerderheid van de bevolking is christelijk opgevoed, ten gevolge van de Europese bezetting. Het geloof werd aangewend om de bevolking angst in te boezemen. [43]

 

“Ik ging naar de ‘Mount Alvernia High School’ in Montego Bay, een zeer katholieke school en de directrice heette ‘Sister Joan Clair’. Elke vrijdagochtend moesten we naar de mis en ik herinner me dat ik zo bang was in de kerk omdat het er zo donker was. Het orgel was één van de meest angstaanjagende dingen omdat het me deed denken aan de horrorfilms die we toen bekeken en ik was bang dat er een geest zou opduiken vanachter die dikke gordijnen. Maar één van de gezegden die toen gehanteerd werd was: als je een goede zaak wil opbouwen moet je naar de katholieke kerk gaan.” – Raphaelita Irving[44]

 

3.1.3. Muzikale expressie: van Afrikaanse ‘griot-traditie’ naar ‘dancehall dj’s

 

Eén van de Jamaicaanse tradities die zijn wortels heeft in de Afrikaanse orale traditie en is blijven bestaan in de hedendaagse muziek is de ‘griot’-traditie. Deze expressievorm was zeer belangrijk in de West-Afrikaanse maatschappij waar de griots gerespecteerde figuren waren.

Griots maakten het volk bewust van wat rondom hen gebeurde in de sociale en politieke omgeving. Ze waren culturele sleutelfiguren en gaven oude folkherinneringen door.

 

Dancehallartiesten doen in een zekere zin hetzelfde, ze praten over het gettoleven en wat er in het land en de wereld gebeurt. Afrikaanse tradities kunnen ook teruggevonden worden in de dansbewegingen die de met de muziek gepaard gaan. Ook de intonatie van het ‘patois’-dialect vertoont gelijkenissen met die van de ‘griots’. De dancehallmuziek helpt de Jamacaanse culturele geschiedenis in leven te houden door een orale expressie van de geschiedenis.

 

“Dé cultuuruiting van Jamaicanen is zingen. In het getto kom je meer zangers tegen dan elders omdat je met zingen de verveling verdrijft. Zingen is goed voor je ziel.” – Leroy Sibbles

 

Dancehall maakt ook gebruik van technologische innovatie door het maken van muziek op de computer. De methode was goedkoop en bij het maken van nummers had men niet langer muzikanten en arrangeurs nodig. Het geluid werd geproduceerd met elektronische keyboards en deze gedigitaliseerde ‘riddims’ domineren nu het Jamaicaanse muziekmilieu. Sommigen vinden dit een negatieve evolutie omdat de culturele teksten vervangen werden door teksten met een seksuele en gewelddadige inhoud.

De eerste ‘dancehallgeneratie’ van de jaren ’80 omvat artiesten zoals Charlie Chaplin, Yellowman, Eek-a-mouse en John Wayne en producers zoals Henry ‘Junjo’ Lawes en King Jammy. [A23]

 

In de jaren ’90 kunnen we een terugkeer naar de culturele basis van de reggae waarnemen met de opmars van de aanhangers van de ‘Bobo Ashanti’ rasta-artiesten zoals Buju Banton, Garnet Silk, Luciano, Anthony B, Sizzla Kalonji en Capleton. Deze nieuwe roots-dj’s en zangers brachten opnieuw spiritualiteit en bewustzijn in de muziek die ontbrak. [45]

 

In het volgende hoofdstuk leest u meer over deze soorten van bewustzijn.

 

3.1.4. Andere culturele expressievormen

 

Een niet te verwaarloosbaar aspect van de Jamaicaanse culturele expressie is dans. De bewegingen die uitgevoerd werden op de muziek zijn door de jaren heen mee geëvolueerd met de muziek.

 

De danspassen gebruikt op skamuziek waren snel en uitgelaten in vergelijking met de bewegingen die op rocksteady werden toegepast.

Tegenwoordig worden aan een ongelofelijk hoog tempo nieuwe danspassen ontwikkeld. Elke pas krijgt een benaming en wordt vaak gelinkt aan een bepaalde riddim of een welbepaald nummer. Vaak weerspiegelen de bewegingen een dagelijkse handeling of gebeurtenis.

Er heerst in de muzikale dancehallscene dus een heuse danscultuur. Er zijn vaste plaatsen en avonden waar dansers elkaar ontmoeten. Zo zijn de ‘Hot Mondays’-avonden, georganiseerd door ‘Firelinks’ enorm populair en op woensdagavond treffen de dansers elkaar op de ‘Passa Passa’-avonden. Elke donderdagavond trekken de beste dansers naar de ‘Asylum Club’. Daar trekken de dansers vooral de aandacht met hun spectaculaire choreografieën. Een icoon voor het dansmilieu was Bogle, die eind 2005 werd neergeschoten (zie 3.6.). Hij was gedurende lange tijd dé trendsetter van danspasjes en kledingsstijl. Hij kende zijn eerste grote doorbraak in de dancehallwereld toen hij de ‘bogle’-dans lanceerde op het gelijknamige nummer van Beenieman. [A24] Ook de nog steeds zeer populaire beweging ‘Willie Bounce’ werd uitgevonden door ‘Bogle’, die ook wel ‘Mr. Wacky genoemd werd. Hij was ook degene die als danser het initiatief nam om zelf het uitroepen van de pasjes op begon te nemen en zo zelf nummers begonnen te maken. Maar ook andere dansers zoals John Hype en Ding dong zetten de danstraditie voort. [A25]

 

Een ander modern en extreem populair fenomeen is de vrouwelijke danswedstrijd ‘Dancehall Queen’. De gelijknamige film uit 2000 vertelt het verhaal van een arme straatverkoopster die zich anoniem inschrijft voor de danswedstrijd en door te winnen er in slaagt haar familie te verlossen uit de financiële problemen. [A26]

 

Jaarlijks wordt er in Montego Bay een ‘Dancehall Queen Competition’ georganiseerd. Het is het hoogtepunt van alle vrouwelijke danseressen die zich aan de hand van hun danskwaliteiten kunnen meten aan hun concurrentes. De winnares krijgt gedurende een jaar de kans om op belangrijke dancehallevenementen haar kunsten te demonstreren. ‘Dancehall Queens’ zoals Stacey, ‘Mad’ Michelle en Japanse ‘Junko’ kunnen nog steeds rekenen op een grote populariteit.

 

“Ik kan verschillende dansen uitvoeren, maar de beweging waarbij ik met de benen in de lucht op mijn hoofd ga staan heeft altijd het meeste indruk gemaakt. Ik kan het veel langer volhouden dan de meeste Jamaicaanse vrouwen omdat ik kleiner en slanker ben. Elke keer begint het publiek te roepen ‘Wouah, wouah, Japanese gal! You a go break ya neck!” –

Junko, winnares ‘Dancehall Queen’ 2002

 

Op regelmatige basis komen er zowel in Jamaica als in Amerika verschillende dvd’s uit waarop de nieuwste danspassen worden gedemonstreerd door verschillende dansgroepen. ‘How fi dance reggae’ en ‘It’s all about dancing’ zijn voorbeelden van films waarop je stap voor stap dansinstructies krijgt. [46]

 

Naast de culturele dansexpressie staat Jamaica ook bekend om zijn verscheidenheid aan musicals en poëzie. Traditionele liederen en ceremonies worden opgenomen in het repertoire van het ‘National Dance Theatre Company’ en de Jamaicaanse folkzangers. Het is het krachtige werk van visuele en literaire kunst, zelf aangeleerd of geschoold door het ‘Cultural Training Centre’ van de overheid.[47]

 

 

3.2. Invloed van de internationalisering van de muziekwereld

 

Reggaemuziek is altijd al beïnvloed geweest door andere genres uit de hele wereld. Het is niet gemakkelijk om al deze invloeden te achterhalen, maar er zijn wel duidelijk enkele zichtbare trends, zoals die van de R&B in de jaren ’50 en ’60.

 

“ We luisterden naar Dionne Warwick en probeerden net zo te zingen als zij. Als groep bestuurde je de Supremes of Martha Reeves en the Vandellas. Als er een buitenlandse groep kwam optreden wilden wij erheen omdat we van ze konden leren.” – Judy Mowatt[48]

 

Tegenwoordig is vooral de invloed van de Amerikaanse hiphopindustrie sterk aanwezig. Reggae- en dancehallartiesten nemen vaak nummers op met hiphopartiesten of maken ‘remixes’ (nieuwe versies) op een bestaande hiphopbeat. [A27]

 

 

Er wordt ook regelmatig samengewerkt met artiesten uit een gelijksoortig genre zoals ‘soca’ (snelle ritmische muziek uit Trinidad en Tobago), ‘gwada-ragga’ (raggamuziek uit Guadeloupe [A28] ) of ‘zouk’ (Franse Antillen, DOM-TOM). Vaak gaat het ook om tweerichtingsverkeer; ook de artiesten uit andere muzikale genres gebruiken reggae-invloeden en nemen nummers op met reggaeartiesten. [A29]

 

Het technologische tijdperk drukt ook zijn stempel op de hedendaagse dancehall. Een voorbeeld hiervan is de uitlangs uitgebrachte ‘MSN-riddim’, een beat ontwikkeld op basis van de geluiden van het chatprogramma MSN. [A30]

 

Ook het Europese reggaemilieu is sinds enkele jaren bezig aan een opmars. Vooral Duitsland en Frankrijk zijn koplopers wat betreft reggae. Vele van deze artiesten zijn zelfs zeer populair in Jamaica, zoals de Duitse zanger ‘Gentleman’. [A31]

 

In Japan is de reggaescene ook enorm populair en uitgebreid. Japan herbergt ook één van de grotere internationale sound systems, namelijk Mighty Crown. Ook Japanse artiesten en dansers vullen op hun manier het reggaerepertoire in.[49] [A32]

 

 

IV Religie

 

4.1. Inleiding

 

 

It is Sunday in Jamaica. The opaque sunlight of morning falls upon little girls in bright dresses and white hats as they skip down the mountain roads and village streets of the island. Some hold the hands of their brothers, who look cranky and uncomfortable in tiny suits and ties. Old men in dark double-breasted suits with baggy pants clutch their Bibles. Big coal-skinned women dressed in white and purple stumble through stony lanes and fields in their best shoes. Throughout the country, stone churches begin to fill with these people, their fingers tapping out staccato rhythms on tambourines and their voices echoing across the hills.

The vibrant spiritual spectrum, Insight Guide Jamaica

 

Zoals op de meeste Caraïbische eilanden overheerst ook in Jamaica de Christelijke leer. Meer dan 80 procent van de bevolking zegt tot het christendom of tot een andere christelijke tak te behoren, de erfenis van eeuwen van Europese bezetting en invloed. Maar ook het aantal gelovigen dat terugvalt op hun spirituele thuis Afrika is de laatste decennia sterk toegenomen.[50]

 

 

4.2. Verschillende bewustzijnsstromingen

 

Jamaica is over het algemeen een christelijk land en er zijn veel christelijke kerken. Zoveel zelfs dat Jamaica het Guinness Book of Records haalt met de meeste kerken per mijl.

Je vindt er ‘Church of God’, ‘Seventh Day Adventist’, ‘Pentecostals’ en ‘Baptist’. De migratie vanuit Oost-Indië en Midden-Oosten bracht ook het hindoeïsme en de islam met zich mee in Jamaica.

De laatste jaren werden gekenmerkt door de opkomst van het fundamentalisme, in de handen klappende gospelsekten, geleid door agressieve prekers. Deze conservatieve sekten worden vaak vanuit Amerika ondersteund.

Er zijn ook leden van de ‘Revival Zion’-sekte. Ze vertonen een affiniteit met de oeroude traditionele Pocomania (zie 3.2.), maar houden zich toch vast aan christelijke dogma’s. Ze geloven in Jezus, het doopsel en God. Ze geloven echter ook in vele Afrikaanse religieuze tradities. Ze zijn er van overtuigd dat je kunt bezeten worden door geesten van overledenen. Die geesten kunnen je ziek maken, je beschermen of leiden tot je dood. Mannelijke leiders worden ‘Shepherds’ (herders) genoemd en de vrouwelijke leiders ‘Mothers’. Tamboerijn, dansen en handgeklap zijn overheersend tijdens deze opwindende Afrikaanse trance-diensten. Er bestaan verschillende soorten van ‘revivalists’ maar de meest voorkomende is die van de zionisten.[51]

“Ik ben nog naar ‘revivalist’- en ‘pocomania’-diensten geweest. Mijn tante, die mij altijd christelijk had opgevoed, was hierover niet erg tevreden maar liet me toch gaan. Vaak worden er tijdens die diensten ook dierlijke offers gebracht en deze spirituele belevingen vertonen gelijkenissen met de ‘voodoo’-praktijken die in Haïti worden uitgevoerd. Dat mysterieuze effect zorgde er juist voor dat ik me ertoe aangetrokken voelde. Ik vond dat er binnenin de christelijke kringen heel wat hypocrisie heerste en was daarom erg nieuwsgierig om de verschillen met die andere kerken te beleven. Het was mijn nicht die mij meenam naar een ‘revivalist’-kerk. Het is een fantastische spirituele ervaring met veel muziek en dans. De kerk is gemaakt uit hout en is volledig versierd met bloemen. Er worden veel muziekinstrumenten bespeeld en er wordt gecommuniceerd via zang en handgeklap. Men leest voor uit de Bijbel en speciale ervaringen worden onderling uitgewisseld. Ikzelf ging niet op wekelijkse basis, maar mensen die dat wel deden geraakten door de spirituele ‘vibes’ soms in een ‘spiritual high’, een diepe mentale toestand. Mijn nicht is op een gegeven moment eens in een dergelijke toestand beland. Het was alsof ze flauwviel, maar ze ging door met zingen en zag er erg gelukkig uit. Sommige van de oudere gelovigen slagen er ook in om dingen over jezelf te vertellen die ze onmogelijk kunnen weten. Het blijft iets mysterieus.” – Raphaelita Irving

 

 

4.3. Rastafarianisme, een vorm van ‘bewustzijn’

 

4.3.1. Ontstaan vanuit Ethiopianisme, Pan-Afrikanisme en Garveyisme

 

 

De reden waarom het ‘rastafarianisme’ niet aan bod kwam in het voorgaande onderdeel is omdat het niet als een godsdienst mag beschouwd worden. Volgelingen van de rastafari-beweging hebben een manier van leven gemeen, zweren alle negatieve krachten af en leven verbonden met de natuur.[52]

 

De rastafari-beweging in Jamaica is een gevolg van de vernederingen die de Jamaicanen ten gevolge van de slavernij hebben moeten verduren, het is een religie die voortspruit uit het verzet tegen de bestaande samenleving.[53] [A33]

 

Het bestaan van een repressieve cultuur die de economische exploitatie van de zwarten rijmde met de idee van blanke meerderwaardigheid voorkwam het ontstaan van een Jamaicaans nationaal bewustzijn. Het bewustzijn van de zwarte als Afrikaan vormde de kern van zijn identiteit. In Jamaica werden de slaven door de blanke onderdrukkers als minderwaardig beschouwd, als beesten. Hierdoor gingen de zwarten geen Jamaicaans bewustzijn ontwikkelen, maar grepen ze terug naar de Afrikaanse cultuur. Het is deze identificatie met Afrika die de funderingen legde voor de rastafari-doctrine, een ideologie die het verzet tegen onderdrukking combineerde met een onderliggende liefde voor de vrijheid en emancipatie van Afrika en de Afrikanen.

De ontwikkeling van de Revivaltraditie en de groeiende connecties tussen zwarte kerken in de Caraïben, Amerika en Afrika legden de fundamenten voor een zwart nationalisme bij de Jamaicanen aan het einde van de 19e eeuw. Binnen deze zwarte kerken lag de oorsprong van een pan-Afrikaans raciaal bewustzijn, dat de voedingsbodem was voor het Garveyisme, het Ethiopianisme en uiteindelijk het rastafarianisme.[54]

 

Dit bewustzijn stak de kop op toen Marcus Garvey, een Jamaicaan die de ‘Back to Africa Movement’ leidde in het begin van de jaren ’20, voorspelde dat een zwarte koning zou opstaan en de terugkeer van de zwarte bevolking naar Afrika zou verwezenlijken. In de teksten van de reggaemuziek blijft de terugkeer naar Afrika een veel bezongen thema. [A34]

 

In 1930 werd in Ethiopië een prins tot keizer gekroond, Ras Tafari. De afstammelingen van de Afrikaanse slaven in Jamaica zagen dit als de dag van de bevrijding. Ze noemden zichzelf ‘Rastafarians’ en aanbeden de keizer, die de naam Haile Selassie I gegeven was, als hun god.

 

De rastafari’s beschouwden Ethiopië als hun voorvaderlijke thuis en noemden zichzelf Ethiopians. Ze verwierpen Jamaica en het Westen als Babylon. Een belangrijke reden waarom Ethiopië hun ‘Zion’ vertegenwoordigde was omdat het één van de weinige landen was die praktisch niet geraakt was door kolonialisme.

 

Emperor Selassie was, zoals de meeste Ethiopiërs, lid van de orthodoxe christelijke kerk en beschouwde zichzelf niet als goddelijk. Hij zei in verlegenheid gebracht te worden door de aanbidding. Maar in de jaren ’50, om de zwarte bevolking buiten Ethiopië te bedanken voor de steun in de strijd tegen het fascistische Italië, schonk de keizer 200 hectare land aan de zwarten die in het Westen leefden.[55]

De man die het rastafarianisme effectief leven inblies, was echter Leonard Howell. De Franse journaliste Hélène Lee gaat in haar boek “The First Rasta” op zoek naar het moment wanneer de hele beweging ontstond in 1933. Hoewel Howell geboren en opgevoed was in Jamaica, woonde hij enige tijd in Harlem (VS) en bouwde daar een persoonlijke vriendschap op met Marcus Garvey. Howell begon foto’s van Selassie te verspreiden en zijn goddelijke leer te verkondigen. Vanaf dat moment werd het Ethiopianisme, zwarte trots en pan-Afrikanisme geïntegreerd in een religieus systeem. Kort nadat hij zijn eerste volgelingen begon te krijgen, werd Howell gearresteerd op basis van het verkondigen van een ‘revolutionaire doctrine’. Dit maakte de rastafari-beweging nog groter en sterker. Nadat Howell vrijgelaten werd, had hij tegen 1940 net buiten Kingston een landelijke gemeenschap uitgebouwd, ‘Pinnacle’ genoemd. ‘Pinnacle’ was gebaseerd op de ‘Maroon-gemeenschappen’ (zie 2.1) tijdens de slavernij. Ze cultiveerden marihuana op grote schaal en leefden van de opbrengsten. Zo ontstond ook het cannabisgebruik in rituele context.

De commune werd opgedoekt en Howell opnieuw gearresteerd, maar ‘Pinnacle’ werd later heropgebouwd. In het begin van de jaren ’50 werd een soort reformatie doorgevoerd, die leidde tot een aantal tradities die nog steeds geassocieerd worden met rastafarianisme, zoals het dragen van het haar in ‘dreadlocks’ en I-tal, het strikte dieet van rasta’s.

Het waren tradities om zo eenvoudig en natuurlijk mogelijk te leven in verbondenheid met de aarde en de blanke ‘vervuilende’ culturele invloeden uit te sluiten. Het idee van ‘Babylon’, de krachtige structuur die Afrikanen tot slaven had gemaakt, stond centraal in de rastafarianistische leer. [A35]

Vanaf het begin waren de invloeden van de joodse beeldspraak aanwezig. Men gebruikte het woord ‘Zion’ om het beloofde land aan te duiden en spraken over de ‘Twelve Tribes of Israel’.

De politie viel de leefgemeenschap ‘Pinnacle’ opnieuw binnen en de ‘dreads’ die nog vrij waren verspreidden hun leer in Kingston, vooral in de ‘Back-o-Wall’-buurt. Dit is de reden waarom er veel rasta- en reggaeartiesten uit die buurt afkomstig zijn. Howell stierf waarschijnlijk in een gesticht voor mentaal-gestoorden. De Jamaicaanse regering voerde namelijk in de jaren ’60, net zoals de Sovjets, een beleid waarbij dissidenten werden ‘geplaatst’

Lee legt ook de nadruk op de Zuid-Aziatische invloeden op het rastafarianisme, ongetwijfeld ook omdat er een groot aantal immigranten uit die regio in Jamaica woont. Er zijn ook hindoeïstische elementen terug te vinden in de rasta-ceremonieën.[56]

 

4.3.2. Rasta-symboliek in reggae

 

De vlag met de rastakleuren is het meest gekende symbool van het zwart nationalisme en is dezelfde als die van de vlag van de U.N.I.A. (The Universal Negro Improvement Association and African Communities League). De vlag werd aangenomen tijdens het Pan-Afrikaans congres van 1920 als de officiële kleuren van de zwarte:

 

“Red for the colour of the blood which must be shed for their redemption and liberty; black for the colour of the noble and distinguished race to which we belong; and Green for the luxuriant vegetation of the Motherland.”

 

Een aanhanger van de rastafari-beweging kan ook vaak herkend worden door zijn ‘dreadlocks’. Toen de strijd van het Land and Freedom Army (Mau Mau genoemd) losbarstte in Kenia en de rasta’s foto’s zagen van deze vrijheidsstrijders, met hun natuurlijke lange, ongekamde haren, hebben ze zich hiermee geïdentificeerd en gingen ze hun haren in ‘dreadlocks’ dragen. Het symbool van de dreadlocks bleef een bestaand teken van zwarte trots in Jamaica. Een symbool dat internationale betekenis kreeg nadat de reggae-artiesten deze look wereldwijd gingen verspreiden.

 

In 1958 organiseerde Prince Emanuel, een van de rastaleiders in Kingston, een groundation, het evenement lokte duizenden rasta’s, over de intense burro-drums werd er gezongen:

 

“By the rivers of Babylon, there we sat down

and there we wept, when we remember Zion.

For the wicked carried us away in captivity

Required from us a song

But how can we sing King Alpha’s song in a strange land.”

 

Dit was in de periode van de massale emigratie naar Groot-Brittanië. Rasta’s hadden de woorden van de psalm gebruikt om hun situatie te schetsen, en voor de armen werd de naam Babylon een symbool van onderdrukking. Babylon werd gekoppeld aan alle onderdrukkende krachten, of het nu de imperialistische staten waren, de lokale zwarte onderdrukkers, of de politie die de wensen van de staat uitvoerde. [57]

 

Een vaak terugkerend symbool in de teksten van reggae- en/of rasta-artiesten is dat van het vuur. Artiesten zoals Capleton, een aanhanger van de Bobo Ashanti, zingt in verschillende nummers over ‘Fire’.

 

Bobo Ashanti is een tak van het rastafari geloof dat geïnspireerd is op de opvattingen van Prince Emmanuel Edwards, de stichter van een van de eerste rasta communes in Kingston. Één van de visuele beelden die de Bobo’s kenmerken is dat van de bezem. Bobo’s dragen vaak een bezem bij zich om hun spirituele reinheid te benadrukken. Hun dreadlocks zitten verborgen onder een hoge tulband en ze dragen wijde gewaden, opdat ze er uit zouden zien als de bijbelse profeten met wie ze zich identificeren.

Een belangrijk element van de Bobo Ashanti ideologie is vuur. Dit element komt regelmatig naar voor in de teksten van muzikanten uit het Bobo-kamp: “Fire is for the purification”, vuur dient tot zuivering.

 

De “fire bun”- retoriek wordt in allerlei contexten gebruikt, maar nog het meest in verband met homo’s, zoals in het nummer “Bun Out a Chi chi” (chi chi is dialect voor termiet) van Capleton. [A36]
Het Bobo Ashanti gedachtegoed is een héél stuk militanter en fundamentalistischer dan de rastafari gedachten die we in het westen leerden kennen via Bob Marley. Het geloofssysteem van de Bobo-dreads omvat onder andere de totale veroordeling van homoseksuele en lesbische handelingen, vandaar ook de oproep in heel wat platen: ‘Fire pon the Battyman and the lesbian”. [58]

 

Rastafari’s vinden homoseksuele daden abnormaal omdat de voortplantingsorganen niet gebruikt woorden waarvoor god ze heeft gemaakt. Ze geloven dat sodomie verkeerd is en dat orale seks onrein is.

 

“Alles in het leven is een evenwicht. Mond op mond, borst tegen borst en penis in vagina. Orale seks is verkeerd, want je kunt geen vrouw bevruchten met je mond.” – Turbulence[59]

 

[A37]

Rastafari’s lezen de ‘King James Version’ en interpreteren alles wat daarin staat zeer letterlijk. Ook de conservatieve christenen lezen deze versie en wanneer zij passages lezen waarin homoseksualiteit duidelijk wordt veroordeeld, vertrouwen ze de vertalers en concluderen dat God homoseksualiteit haat.

 

Er zijn Hebreeuwse woorden welke vaak geassocieerd worden met homoseksualiteit en verkeerd zijn vertaald in vele Engelse versies.

‘Qadesh’ betekent mannelijke prostitué die deelneemt aan rituele seks in een Heidense tempel. Dit was een beroep in het oude Israël en in de omliggende landen. Het werd vaak verkeerd vertaald als “sodomist” of “homoseksueel” (bijvoorbeeld in de King James-versie, Deuteronomium 23:17).

 

Koningen van overwonnen stammen werden soms anaal verkracht door het invallende leger als het ultieme symbool voor nederlaag en vernedering. Homoseksuele verkrachting was ook een manier om bezoekers en vreemden te vernederen. Het waren daden van macht en dominantie en het had niets gemeen met seksuele betrekkingen met onderlinge toestemming bij homo’s en lesbiennes.

Maar de belangrijkste passage die uit de Bijbel wordt aangehaald is ongetwijfeld de volgende:

 

“If a man also lie with mankind, as he lieth with a woman, both of them have committed an abomination: they shall surely be put to death. Their blood shall be upon them.”

Leviticus 20:13 (strafwetten) [60]

 

Naast deze donkere schaduw die over het Rastafari-bewustzijn hangt, prediken rasta’s over het algemeen echter bovenal een revolutionaire en positieve boodschap. Net zoals reggae-icoon Bob Marley hebben ook andere rasta-artiesten het over ‘Love and Unity’. [A38]

 

In het volgende hoofdstuk wordt het taalgebruik van de rastaman onder de loep genomen.

 

 

V Taal

 

5.1. “Pardon my patois!”

 

Engelstalige bezoekers van Jamaica vragen zich vaak af welke taal er wordt gesproken op het eiland, vooral na de eerste ontmoeting met een rastaman die zijn ‘glories of Jah’ uitdrukt of als een ‘beach boy’ hen verwelkomt met de woorden “Everyt’ing kool, mon? Every’ting irie?”. De nieuwkomers denken al snel dat hun gids gelogen had toen hij zei dat iedereen hier Engels spreekt. Jamaicanen spreken wel degelijk Engels, maar sommige woorden of uitdrukkingen zijn zo oubollig dat zelfs de Britten ze niet meer gebruiken. De Jamaicaanse bevolking drukt zich uit in het ‘patois’, een gebroken Engels.

Ze gebruiken bijvoorbeeld het woord ‘up’ als een superlatief. Een auto die ‘(s)mash up’ is, bevindt zich dus in een verschrikkelijke staat.

 

De Afrikaanse slaven die eeuwen geleden naar Jamaica werden gebracht, namen de spreektaal van hun Britse meesters over. In hun nieuwe Caraïbische thuis krioelde het in hun dialect van bijbelse parafraseringen en klinkerwissels.

Jamaicanen spreken vooral de letter ‘a’ helemaal anders uit en plaatsen er meestal een ‘y’ voor. ‘Garden’ wordt dan bijvoorbeeld ‘gyarden’.

 

De Afrikaanse invloed kan teruggevonden worden in de manier hoe Jamaicanen de nadruk leggen op sommige lettergrepen, zoals bijvoorbeeld in het woord ‘vegetáble’. Woorden met Afrikaanse wortels die in het Jamaicaanse patois zijn geslopen, zoals bijvoorbeeld ‘putta-putta’ (modder) en ‘nyam’ (eten), geven het dialect extra kleur. [61]

 

Ook de taal van de rastafari’s komt hier en daar tevoorschijn in het dagelijks gebruikte patois.

Enorm belangrijk is het zelfwaardegevoel van de zwarte. De rasta is trots op zijn ego, en dit is ook merkbaar in de taal die hij gebruikt. Een rasta spreekt steeds in de eerste persoon. ‘We’ is ‘I and I’ geworden. ‘I’ benadrukt individualiteit, onafhankelijkheid en oorspronkelijkheid, in tegenstelling tot het in Jamaica ingeburgerde ‘me’ in de eerste persoon enkelvoud. Vandaar dat I is terug te vinden in een heleboel woorden die in de rasta taal zijn verbogen: ‘I-rie’ is ‘good’ of ‘positive’, ‘I-tal’ staat voor ‘natural’ of ‘vital’, ‘divine’ wordt ‘I-vine’, ‘brother’ wordt ‘I-bro’.[62]

 

 

5.2. Van standaardtaal naar ‘slang’ en terug

 

 

Tijdens de periode van slavernij werd het als prestigieus beschouwd om als zwart geboren Jamaicaan Engels te spreken. Men keek neer op juist aangekomen Afrikaanse slaven die hun inheemse taal spraken. Tot op vandaag heerst er een sterk bewustzijn, zelfs in de lagere sociale klasse, over het verschil tussen het taalgebruik van in de stad en op het platteland. Bij mento en het ontstaan van de ska kunnen we dan ook vaststellen dat de meeste teksten in het Engels werden gezongen, mede door de invloed van de Amerikaanse soul en R&B.

 

Er werd pas echt vaak volledig overgeschakeld op het Jamaicaanse patois bij de doorbraak van de reggae eind jaren ’60. Dit had vooral te maken met het feit dat men vanaf dat moment meer waardering begon te krijgen voor de eigen cultuur en taal. Je hoefde als Jamaicaan niet meer zo nodig je best te doen om de standaardtaal te spreken.[63]

 

Het ontstaan van ragga ging gepaard met de ontwikkeling van een soort ‘slang’, vaak een combinatie van Amerikaanse woordenschat en inheemse patois. Er wordt vaak visueel beschrijvende taal gebruikt en courante uitdrukkingen uit de Jamaicaanse getto’s domineren de teksten. Ook het gebruik van ‘cuss words’ (gevloek) en ‘slackness’ is een trend die zich nog steeds verderzet in de hedendaagse dancehallmuziek.

 

De trendsetter van deze rauwe lyrische expressie was ongetwijfeld Winston Foster, een albino-wees die zich als artiest ‘Yellowman’ liet noemen. Door zijn fysieke verschijning werd hij gestigmatiseerd door de maatschappij, maar hij maakte hiervan – paradoxaal genoeg – zijn keurmerk en introduceerde de nieuwe generatie van de ‘Reggae Lovers’. Zijn teksten waren echter verre van romantisch, want hij zong meestal aan de hand van de meest expliciete en rauwe uitdrukkingen die je je maar kon inbeelden. Zijn populariteit steeg terwijl de media zijn muziek brandmerkte als ongehoord brutaal en seksistisch. Toch bereikte hij hiermee een cultstatus en hij was merkwaardig genoeg vooral populair bij vrouwen. [64] [A39]

 

Al is het flamboyante taalgebruik eigen aan het genre, toch heerst er onder een nieuwe generatie dancehallartiesten een trend om zich opnieuw uit te drukken in de standaardtaal en zo een internationale doorbraak te vergemakkelijken.

 

Vaak worden de teksten niet volledig omgezet naar het Engels, zodat het exotische Jamaicaanse tintje toch blijft. Sean Paul maakte van zijn nummer ‘We’ll be burning’ zelfs twee versies, één voor op de Amerikaanse hitlijsten [A40] en een andere voor de reggaescene [A41]. De groep T.O.K. maakte voor het internationale publiek ook een andere clip van het nummer “Footprints”.

 

Een artiest zoals Sean Paul en de ‘boys band’ T.O.K. bewijzen dat, naast muzikaal en commercieel talent, ook taal een zeer belangrijke rol kan spelen in de ontwikkeling van hun carrière. Toch houden zij er naast hun ‘mainstream-repertoire’ meestal nog 100 procent Jamaicaanse nummers op na.

 

 

Besluit

 

De periode van slavernij heeft wellicht de belangrijkste stempel gedrukt op de reggaemuziek. Eeuwenlange onderdrukking heeft geresulteerd in de blijvende revolutionaire ondertoon in de Jamaicaanse muziek.

Ook de politiek-economische gebeurtenissen en beslissingen, en in het bijzonder de overeenkomst die de Jamaicaanse regering sloot met het IMF, resulteren in de muziek in de vorm van kritiek op de politieke situatie. Er wordt fel van leer getrokken tegen het gehekelde beleid op het gebied van drugs en criminaliteit.

 

Ondanks de problemen van de arme eilandbewoners, heeft de muziek door de jaren heen steeds hun pijn kunnen verzachten. Jamaicanen zijn levensgenieters en dat weerspiegelt zich zowel in muziek als dans. De muziek vertelt over wat er leeft onder de Jamaicaanse bevolking. Er wordt muziek gemaakt over het dagelijkse leven. Zowel reggae- als dancehallartiesten uiten hun kritiek op de nationale en internationale politiek, maar zingen tegelijkertijd ook over hun zorgen en spirituele overtuigingen.

 

Reggae – in welk vorm dan ook – is en blijft een kind van zijn tijd. Tegelijkertijd is het ook een tijdloze muziekstijl aangezien we kunnen vaststellen dat verschillende thema’s uit de geschiedenis blijven terugkomen in de verschillende zijtakken van de muziek.

 

 

BIJLAGEN

 

Teksten audio-bijlage

 

CD 1

 

[A1] Jamaica – Jah Cure (Sunshine riddim)

 

Mmmmmmmmmm

oyyyyyyyyyy

Lookin for a place to have a perfect vacation
or even a honeymoon
I know the place to make the perfect Reservation
Come let me take ya dere soon
yeah


Chorus
To a place called Jamaica
where the highland is in the sun
place called Jamaica
If ya really wanna have some fun
place called Jamaica
the highland is in the sun
place called Jamaica
if ya really wanna have some fun

Goodest rate
people is great
wonderful place
climate is great
down here in Jamaica
if you wanna get away just for a day
tell dem try Jamaica
Jamaica sunshine
Jamaica sunshine
Jamaica sunshine
oooooohhh yeaaaah

(no chorus)

Chillin out in the west and a grill
I have my perfect spot to chill
watchin the sun go away
o what a perfect day
oaaaaaaaaa.
no place like Jamaica to me
matter where i go around the world
Jamaica my number one girl
Jamaica
Jamaica
Jamaica land
Jamaica land we love
Jamaica sunshine
nice everytime
nice everytime
ooohhh
after evening sunset and the warm summer breeze
rushing in yeah
relax at your best
set your mind at ease
if we then yeah

Jamaica sunshine
Jamaica sunshine
Jamaica sunshine

Lookin’ for a place to have a perfect vacation
or even a honeymoon
let me take you there soon yeaaah

Love Jah
 

 

[A2] Banana Boat Song – Harry Belafonte

 

Day-o, day-ay-ay-o
Daylight come and me wan' go home
Day-o, day-ay-ay-o
Daylight come and me wan' go home

Work all night on a drink of rum
Daylight come and me wan' go home
Stack banana till de morning come
Daylight come and me wan' go home
Day-o, day-ay-ay-o
Daylight come and me wan' go home
Day-o, day-ay-ay-o
Daylight come and me wan' go home

Come, Mister tally man, tally me banana
Daylight come and me wan' go home
Come, Mister tally man, tally me banana
Daylight come and me wan' go home
Day-o, day-ay-ay-o
Daylight come and me wan' go home
Day-o, day-ay-ay-o
Daylight come and me wan' go home

Lift six foot, seven foot, eight foot bunch
Daylight come and me wan' go home
Lift six foot, seven foot, eight foot bunch
Daylight come and me wan' go home

Beautiful bunch of ripe banana
Daylight come and me wan' go home

Hide the deadly black tarantula
Daylight come and me wan' go home
Lift six foot, seven foot, eight foot bunch
Daylight come and me wan' go home
Six foot, seven foot, eight foot bunch
Daylight come and me wan' go home
Day, me say day-ay-ay-o
Daylight come and me wan' go home
Day, me say day, me say day, me say day

 

 

[A3] Junkanoo riddim – mix door dj Capfiyah

[A4] Slave driver – Bob Marley

Ooh-ooh-oo-ooh. Oo-oo-ooh! Oo-oo-ooh.
Slave driver, the table is turn; (catch a fire)
Catch a fire, so you can get burn, now. (catch a fire)
Slave driver, the table is turn; (catch a fire)
Catch a fire: gonna get burn. (catch a fire) Wo, now!

Ev'rytime I hear the crack of a whip,
My blood runs cold.
I remember on the slave ship,
How they brutalize the very souls.
Today they say that we are free,
Only to be chained in poverty.
Good God, I think it's illiteracy;
It's only a machine that makes money.
Slave driver, the table is turn, y'all. Ooh-ooh-oo-ooh.

Slave driver, uh! The table is turn, baby, now; (catch a fire)
Catch a fire, so you can get burn, baby, now. (catch a fire)
Slave driver, the table is turn, y'all; (catch a fire)
Catch a fire: so you can get burn, now. (catch a fire)

Ev'rytime I hear the crack of a whip,
My blood runs cold.
I remember on the slave ship,
How they brutalize the very soul.

O God, have mercy on our souls!
Oh, slave driver, the table is turn, y'all; (catch a fire)
Catch a fire, so you can get burn. (catch a fire)
Slave driver, the table is turn, y'all; (catch a fire)
Catch a fire

 

 

[A5] Glamour Gal – Harold Richardson

 

 

[A6] Ska ska ska – Prince Buster & The Skatalites

 

 

[A7] Rocksteady – Alton Ellis

 

 

[A8] A Message to you rudy – The Specials

 

Stop your messin' around
Better think of your future
Time you straightened right out
Creatin' problems in town

Rudy, a message to you
Rudy, a message to you

 

 

[A9] Do the Reggay – The Maytals

 

 

[A10] Special dub – Lee ‘Scratch’ Perry

 

 

[A11] Wake the town and tell the people – U Roy

 

 

[A12] Soul Rebel – Bob Marley & Peter Tosh

 

[A13] Better must come – Delroy Wilson

 

I've been trying a long, long time

Still I can't make it

Everything I try to do seems to go wrong

It seems I have done something wrong

But they're trying to keep me down

 

Who God bless, no one curse,

thank God I'm past the worst

 

Better must come one day

Better must come, they can't conquer me

Better must come

 

I've been trying a long, long time

But I can't make it

Noone to give me a helping hand

The only sign keeps me down

Who God...

 

Oh my people get a seed

They're trying to take advantage of me

Better must come, better must come

Better must come one day

Better must come

 

 

[A14] Ganja Farm – Beenie Man

 

Intro:
Bowy mi nuh know what a gwan
Tru me is a legal voter inna di country
Mi can talk
Mr. Prime Minister, what is happening in the country is not right
People a suffer, man a dead fi hungry
Yuh wan go a Westmorland

Chorus:
People a suffer 'cause nuttin' naw gwan
Down inna Jamaica nuff pickney a bawn
Tell di government dem fi cool an keep calm
Unnuh louw di ganja farm, unnuh louw fi ganja farm
Shotta deh a street a run di place warm
Don't want di youth dem fi bus nuh more corn
But how we a surive inna di drought an storm
Unnuh louw di ganja farm, unnuh louw di ganja farm

Verse 1:
Come mek wi share up all a di land dem down a country
Mek wi tell all di youth dem fi go farm it
Come mek wi work it to the best of wi ability
Because mi tired an mi fed up wid poverty
So mi begging de police an di authority
Try nuh badda stop wi 'cause wi livity
Louw wi mek wi work an help wi self
And build up wi country 'cause devastation
And di riot naw go help wi

Verse 2:
Ganja fi, ganja fi, ganja fi bun
And money fi, money fi, money fi run
And poverty, poverty haffi dun
Tell di soldier man dem, do nuh cut it down
'Cause 10,000 pound every load a Kingston
And mi ship it, mi ship it to Belgium
Weh money, wey money, weh money come
So mi know di shotta ago put down dem gun.

Verse 3:
If wi nuh try wi ago die unda di system
Only di poora class a people a victim
That's why wi mek up all wi mind fi gwan go try a ting
'Cause wi nuh like what a gwan an what is happening
So when mi farm up all mi garden and mi hustling
Yuh no bada try fi stop a youth, nuh try pressure him
Louw him mek him guan go nyam a food inna di juggling
 

 

[A15] Mr. Heartless – Anthony B

 

Yu worthless
Pass mi sword and mi cutlass
You think is a laughing matter this

You a try everything you have you trap set up
And you plan is for one brother to hate the other brother
And slay him so Babylon can crush him cup
It's a pity many of the youths don't realize
That you stray them with your dollars
Give them your killing orders
And turn around and sell dem out just like french fries
But here is what you do, you use the youths like dem a tool
For doing a bag a evilous things
But woe be on to you for turning people pickney fool
You shatter their hopes and dreams
You can't deny don't even try
You are the reason why decomposed bodies are often found
But will not be for long can't escape with all your wrong
Countless murders committed in towns

Chorus:
Fi di bag a people you mek a suffer
Fi di blood money that mek you richer
Oh oh oh Mr. Heartless you end it a go bitter
Shall be bitter, shall be bitter
Fi di youths you pay fi do the murder
Al a di body whey dem dump in a gutter
Oh oh oh
Member you a go pay fa

Rastafari teach you
You no waan learn
Well nuff a dem skin get burn
Jah

Check it out many times the innocent get slay
And you same one name the killer
To the crime stop media
Collect reward while sufferer grieve in pain
Mama face the hardest time to give youths education
And end up loosing many ways for her is only wasted days
No chance of getting back a fraction
So youths you need to stand up strong
Don't take no boosting from no one
Take this advise I give
Don't get red eye because a money just work and earn it honestly
Don't say that I'm talkative
A lot of youth like you dem use and heard it often in the news
Most wanted for killing a few
No follow them and loose your soul
Just keep you cool nuh loose control
Like others they will shake you up too
 

Chorus


Remember
Until the colour of a man skin is of no more significance
Than the color of his eyes,
Then shall always war
Please know what life is for
Jah, Rastafari

 

 

[A16] Tell me howcome – Morgan Heritage (Season riddim)

 

I if it wasn't for Rastafari
I an I wouldn't a nuh strength to survive
aaah let us take a look around
see whats going down
oooooh yo


Tell me how come
here in jamaica so many people still loved by Rasta

Tell me how come
down a east west dem never chant beenie man but dem still a chant sizzla
Tell me how come
people a suffa outta street nuff nuff people love di prime minister
Tell me how come
those in power don't seem to care

 

Chorus:

It's cause life is so unfair
in this sweet paradise
this is what we swear
out of many one people
can you see a scene that anywhere
everyone treated equal
and this is why so many die
leavin' so many to cry

Tell me how come
there’s so much guns in the street
and none a dem gun deh never mek yah
tell me how come
aids is spreadin' wide
takin' over dis sweet paradise of jamaica
tell me how come
the Caribbean is goin' down
and everything is goin' up around town
tell me how come
Bogle had to get gun down

Chorus

 

Tell me how come
di youths dem downtown can't receive di education like di yutes dem uptown
tell me how come
Jah cure deh a jail and da prosecutor knows he’s innocent and shouldn't be there
tell me how come
so much hungry belly outta street and babylon a gwan like seh dem nuh see it
Tell me how come
people a see it and nah speak

Chorus x 2
 

 

[A17] Welcome to Jamrock – Damian Marley

 

Out in the streets, they call it murder

Welcome to jamrock
Camp where di thugs dem camp at
Two pounds a weed inna van back
It inna yuh handbag
Yuh knapsack it inna yuh backpack
The smell a give yuh girlfriend contact
Some boy nuh notice
Dem only come around like tourist
On the beach wit’ a few club sodas
Bedtime stories
And pose like they name Chuck Norris
And don’t know da real hardcore cuz sandals a now back too
Di thugs dem weh do what they got do
And won’t think twice to shot you
Don’t make dem spot you
Unless you carry guns a lot too
A pure tuff tings come at you
When Trenchtown man stop laugh and block off traffic
Den dem reel and pop off and dem start clap it
When di pin file dung and it a beat drop it
Police come inna jeep and dem can’t stop it
Some seh dem a play boy or Playboy rabbit
Funnyman a get drop like a bad habit
Some nah bodda pose off if yuh don’t have it
Rastafari stands alone

Welcome to jamrock
Welcome to jamrock
Out in the street, they call it murder

Welcome to jamdown
Poor people a dead at random
Political violence can done
Bare ghost and phantom
Di youth dem get blind by stardom
Now di King of Kings a call
Ol’ man to pickney
So wave unnu hand if you with me
To see the sufferation sick me
Dem suit no fit me
To win election dem trick we
Den dem don’t do nutting at all
Come on let’s face it
A ghetto education’s basic
And most of di youth dem waste it
And when dem waste it
Dat’s when dem take the guns replace it
And dem don’t stand a chance at all
And dat’s why enough likkle youth have up some fat ‘matic
With di extra magazine inna dem back pocket
And a flee to nighttime inna some black jacket
All who nah lock glocks seh dem a lock rocket
Den will fill you up with current like a short circuit
Dem a run a court block which part the cops block it
And from noon ‘til a mornin’ no stop clock it
If dem run outta rounds a brought back ratchet

Welcome to jamrock (Southside Northside)
Welcome to jamrock (Eastcoast Westcoast)
Welcome to jamrock (Conwell, Middlesex, hey)
Welcome to jamrock
Out in the streets they call it murder

Jamaica Jamaica
Jamaica Jamaica, now
Jamaica Jamaica, yo
Jamaica Jamaica

Welcome to jamrock

 

 

[A18] One Draw – Rita Marley

 

I wanna get high, so high
I wanna get high, so high
One draw, one draw
One draw, one draw

Hey rastaman, hey what you say
Give mi some of yu sense
Hey iyah man, hey whatta say
Give mi some of yu sense

So long I have been
Searching for a taste
Looking all over the place
Not a thing could I find
To satisfy my mind
So I came to search for the I
To see what the I could do
And just like I said
You send it straight to my head

I'm feeling high, so high
Yes I'm high, so high
One draw, one draw
One draw, one draw
Hey rastaman, hey what you say
Give yu sister some sense

Give mi some riddim mek mi dance
A long long time mi no feel so nice
Now I'm really feeling good
And I am in a dancing mood
Won't you come and rock with me
A feeling so irie
And just like you said
it's gone straight to my head

And now I'm high
Yes I'm high, high, high, so high
One draw, one draw
One draw, one draw

 

 

[A18] Under me Sleng Teng – Wayne Smith
 

Way in my brain, is way in my brain
Is way in my brain, well, now

Under me sleng teng, me under me sleng teng
Under me sleng teng, me under me hey hey
Under me sleng teng, me under me sleng teng
Under me sleng teng, me under me hey hey

Way in my brain, no cocaine
I don't wanna, I don't wanna go insane
Way in my brain, no cocaine
I don't wanna, I don't wanna go insane

Because-a inna me eyes there is red like

 

 

blood
and I been moving around like a human flood
Smoke out of me mouth and outa me nose
I blow it in the air 'a mek de smoke expose

In Westmoreland a where the sense a-come from
put it in a crocus bag pon the mini van
tek de seed an me mek de 'ash oil
an me put in de barrel 'ca me know it no spoil

I said me smoke it and me pass it thru de windah
an me give it to my nex door neighba
Me said me smoke it and me pass it thru de windah
an me give it to my nex door neighba
 

 

[A19] When we’re seen – Cecile (Military riddim)

 

 

[A20] Dude – Beenie Man & Ms. Thing

 

[Intro: Beenie Man]

You want a proper fix, call me,
you want to get your kicks, call me
You want your G's fixed, call me,
mi have the remix, call me
From di odda day
It's like a play some bwoy a play
Mi hear di girls callin mi
hear di girls bawlin mi hear di girls cryin out
She seh Beenie.........

[Chorus: Ms. Thing]
I want a dude with the wickedest slam,
I need a one, two, three hour man
I want a dude who will tie me to the fan,
a thug that can handle his biz like a man
I want a dude with the wickedest slam,
I need a one, two, three hour man
I want a dude who will do me in his van,
a thug that can handle his biz like a man

[Verse 1: Beenie Man (Ms. Thing)]
Gal, if yuh love holla at mi one time (Hey!)
Holla at mi if yuh waan di wickedest wine
I know It's been awhile but baby neva mind
Cause tonight tonight mi a gi yuh di whole nine (Hey!)
Yo! satisfaction a every girl dream
Mi love fi put it on when dem wiggle and scream (Hey!)
Well, mi get a call from sexy Maxine
She left a message pon mi answering machine she seh Beenie....

[Chorus: Ms. Thing]

[Verse 2: Beenie Man]
She waan a man fi put har inna trance
A man who know fi tun har round and mek she belly dance
Rudebwoy lovin wid a little romance
She waan to get wild but she neva had a chance
When, she seh she neva had it so deep
So right now I'm di man she definetly wanna keep
Har ex bwoyfriend use to come and drop asleep
Dat's why when mi pager start beep she seh Beenie......

[Chorus: Ms. Thing]

[Verse 3: Beenie Man]
You heard what she preferred,
she waan a man weh mek she fly like a bird
She waan a real man she don't waan nuh nerd
She waan yuh gi har it good mark mi word
I'm not a perv but mi mek she serv,
she waan di rockula well until it curve
Har ex bwoyfriend ain't got di nerve
Have har a wait and she nah get served,
so she seh Beenie.....

[Chorus: Ms. Thing]

[Repeat Verse 1]
[Repeat Chorus]
[Repeat Verse 2]
[Repeat Chorus]

 

 

[A21] School Days – Franz Capone (Giggy riddim)

 

 

CD 2

 

[A22] City Lock – Elephant Man (Diwali riddim)

 

Intro:
A what kind of game dem gal over they so a play
Me nuh know what kind of pickney game that (pickney = kind)
Ring a ring a rosey a pocket full of posey
Ash and ash and we all fell down
Ashes in the water, ashes in the sea
Shizzle mi nizzle di girls a dead over we

 

 

[A23] Bubbling Telephone – Charlie Chaplin (Fully riddim)

 

 

[A24] Bogle – Buju Banton

 

 

[A25] Jiggy Time – Delly Ranks, Voicemail, Bogle & Ding Dong

 

A lie a Mr. Wacky dis keeping it jiggy with Delly and Voicemail

CHORUS:
Its a jiggy time again jiggy jiggy,jiggy jiggy
its a jiggy time again jiggy jiggy,jiggy jiggy
so a weh di time again weddi weddi,weddi weddi
A weh di time again weddi weddi,weddi weddi Dancers

Allright
Buss di place buss di place everybody unno just buss di place
Buss di place buss di place falla mista wacky an jus buss di place
Allright summer bounce summer bounce everybody unno do di summer bounce
summer bounce summer bounce falla bwoysi an do di summer bounce
Allright walk wid di bounce walk wid di bounce falla bogle an walk wid di bounce
Walk wid di bounce walk wid di bounce watch bwoysi a walk wid di bounce
dem a fan dem off

dem a box dem off
dem a telefone we a fax dem off
dem a call dung di rain pon di gal dem
dem a lightnin an thunda di gal dem
get jiggy gal get jiggy gal get jiggy gal get jiggy gal
weddi weddi weddi weddi weddi weddi weddi weddi wen yuh ready wen yuh ready wen yuh ready
get jiggy gal get jiggy gal

get jiggy gal get jiggy gal
weddi weddi weddi weddi weddi weddi weddi weddi wen yuh ready wen yuh ready wen yuh ready

chorus


Mista wacky talk fi a littl bit

chorus


Dancers allright
shankle dip shankle dip everybody watch I shankle dip
shankle dip shankle dip falla Mr. Wacky an do shankle dip
Allright walk wid di dip walk wid di dip everybody unno walk wid di dip
walk wid di dip walk wid di dip falla bogle an walk wid di dip
aright new style new style style an style an style caan spoil
new style new style watch freddi dread im a do di new style
Allright badda dance badda dance falla ding dong do di badda dance
badda dance badda dance Mr. Wacky him a do di badda dance
Allright inna yuh face inna yuh face falla bwoysi an buss di place
inna yuh face inna yuh face watch ice how ima dun di place

chorus
 

 

[A26] Dancehall Queen – Beenie Man & Chevelle Franklin (soundtrack film)

 

 

[A27] Get Low – Little John, Busta Rhymes & Elephant Man

 

 

[A28] Passionément – Admiral T

 

 

[A29] Hey Baby – No Doubt & Bounty Killer (album: Rocksteady)

 

 

[A30] Ni Ni Ni (remix) – Vybz Kartel (MSN riddim)

 

 

[A31] No doubt about it – Gentleman (Heavenly riddim)

 

 

[A32] Anything for you – Pushim

 

 

[A33] Intro: Principle of Rastafari – Buju Banton

 

Who a Father who art in Zion

All away be thy name

Thy Kingdom come on earth

Dine will be down on earth

All away be thy name

 

“The principle of Rastafari and di effect it had on me as a likkle youth is tremendous because it help me fi analyse issues in a more stirdy manner. It help me to look at all things from all other perspective. Overcome di evil with the good at all times. And always triumph where I see, that Iike I would never prosper, Rastafari ever help me to cross that bridge

And it has enbrightened the focus of the music which I have relieved in all aspect to bring more spirituality into the music”

 

 

[A34] Hello Mama Africa – Garnett Silk

 

Hello Mama Africa
How are you?
I'm feeling fine
And I hope you're fine too
Hello Mama Africa
How are you?
I hope when you hear these words
Your grays turn blue, grays turn blue

 

[A35] In these Times – Fantan Mojah (Rose Apple riddim)

 

Babylon nuh strain di ghetto youth now

 

Better be real in these times

And nuh badda fake in these times

Rasta bless di youths in these times

So Babylon speak the truth in these times

 

Dash a fire pon Babylon guard.

Longtime mi know seh dem a fraud

 

 

[A36] Bun Out a Chichi – Capleton

 

King of Fire,
And we must say "More Fire",
And we cyaan cold (burning you),
Ah wah tell dem (blazing you),
Burning you, blazing you,
Burning you, we ah go bun dem out,
From dem ah play number two,
Well I will never stop, always keep di Fire burning,
Well I will never stop, always keep di Fire...

Chorus:
Bun out ah chi chi, Blood out ah chi chi,
Batty dem ah fuck and ah suck too much pussy,
Blood out ah chi chi, Bun out ah chi chi,
Dem ah deal with too much inequity,
Blood out ah chi chi, Bun out ah sissy,
Batty dem ah fuck and ah suck too much pussy,
Blood out ah chi chi, Blood out ah shitty,
Dem ah deal with too much...

Verse 1:
Well nuff of dem ah get,
Crack out, rack out,
Hack out, stuck out,
Mop out, drop out,
Blud out, nat out,
Rat out, hack out,
Flop out, lad out,
Diss King Selassie and drack out,

Chorus:
Blood out ah chi chi, Blood out ah sissy,
Batty dem ah fuck and ah suck too much pussy,
Blood out ah chi chi, Blood out ah city,
Dem ah deal with too much inequity,
Blood out ah chi chi, Bun out ah sissy,
Batty dem ah fuck and ah suck too much pussy,
Blood out ah chi chi, Blood out ah city,
Dem ah deal with too much...

Verse 2:
Well nuff out of dem ah get,
Mad out, shad out,
Rad out, had out,
Bag out, wag out,
Lag out, tag out,
Bag out, grab out,
Rab out, crab out,
Diss King Selassie and mad out,

Chorus:
Blood out ah chi chi, Bun out ah city,
Batty dem ah fuck and ah suck too much pussy,
Blood out ah chi chi, Blood out ah sissy,
Dem ah deal with too much inequity,
Blood out ah chi chi, Blood out ah shitty,
From dem ah want no woman they ah deal with inequity,
Blood out ah chi chi, Blood out ah sissy,

Verse 3:
Ah, we wah tell dem suttin'
Me say dem wanna
?????
Bear number one, bear number one,
Tell di disc jocky dem fi play number one,
Hear number one, share number one,
Nuff of dem ah see wanna trade number one,
Bear number one, stay number one,
Tell di disc jocky dem fi play number one,
Hear number one, share number one,
???? ???? what your name,
I will never stop, always keep di Fire burning,
I will never stop, Blaze,
???? ???? what your name,

Chorus:
Blood out ah chi chi, Bun out ah city,
Batty dem ah fuck and ah suck too much pussy,
Blood out ah chi chi, Bun out ah city,
Dem ah deal with too much inequity,
Blood out ah chi chi, Bun out ah city,
Batty dem ah fuck and suck too much pussy,
Blood out ah chi chi, Blood out ah city,
Nuff of dem ah deal with too much inequity,
Verse 4:
Well nuff of dem a get;
Lie out, shy out,
Tie out, sie out,
Fii out, guy out,
Tie out, wie out,
Buy out, pry out,
Lie out, sie out,
Diss King Selassie and die out

Chorus:
Blood out ah chi chi, Bun out ah chi chi,
Dem ah deal, dem ah deal, dem ah deal with too much inequity,
Blood out ah chi chi, Blood out ah city,
Batty dem ah...
Bun out ah shitty

 

 

[A37] Pussy ah no food – Turbulence (Smash riddim)

 

You shall never suck around

Grab your girl and fuck around

 

Let my sperm treble through her fallopian tube

Mi seed her no eating include

Rasta nah tek dat eating attitude

Super I tell dem Pussy ah no food

 

Done the place with this big thing below my waste

Nah go use mi face, what the fuck am I to taste

 

My face is not a joy room sweet, a toilet seat

You can’t breed di woman with your teeth

 

[A38] Love is the answer – Garnett Silk

 

[A39] Give me punany – Yellowman & Charlie Chaplin (live)

 

 

Right now like how Admiral sing:

mi want di punany zeen (punany = patois voor vagina)

 

You see mi Yellowman, mi want it becuz me get it nuff zeen

So let off fast

Mi dedicate this one to all di gal dem

Now shock out gal pickney

Hear mi now

Get di punany get it already

When you get it, January

Which part you get it down a Ochi

And who you get it from, di one Shirley

Give me di drawers mek mi wet di punany

 

 

[A40] We Be burning – Sean Paul (Steps riddim)

 

Just gimme the gees an we be clubbin yow.
Gal a make wi please and we be thuggin' now.
Little hennesy an we'll be bubblin yow.
Set we mind at ease we got to take it slow.

Verse 1:
So when you see the S.p. floatin don't provoke him
Cause the girls we be poking have to smoking.
Best thing fi the recreation a fi get the best girls inna every nation.
All Topper girls we promotin and suportin
And dem love how we flow king here them shouting
First class ticket invitation girls from New York, England and Jamaican.

Chorus:
Everyday we be burnin not concernin what nobody wanna say.
We be earnin dollars turning cause we mind de pon we pay.
Worth more than gold and oil and diamonds girls we need dem everyday.
Recognize it, Pimpin as we riding.

Verse 2:
Girls them a page me waan fi raise me
True me write nuff tune and drive them crazy.
Well I man a true born Jamaican
Ready fi the girls them inna every situation.

We a the gal dem pro, them know we flow
With the lyrical content that make them dip low and Make the club keep jumpin Turn up the bass make we here when it pumpin.

Summertime bounce to the music people choose it
Sean da P gal a cruise with... well reputed cause.
We a the girls them champion,
Have nuff a them like the great king Solomon.

Many girls inna wi eye sight sexy dress type Seh them ready fi a hype night Just gimme di light
An make we blaze it the roof we haffi raise it again
 

 

[A41] We Be burning (Legalize it) – Sean Paul (Steps riddim)

 

Just gimme di trees and mek we smoke it yo [smoke it yo]
It don't mek we please so don’t provoke it yo [voke it yo]
We nuh need nuh speed so we nuh gon coke it yo [coke it yo]
Set we mind at ease we gotta take it slow

So when yuh see di S.P. floatin', don’t provoke him
Cau di weed weh we smokin' need fi soakin'
Fastin' fi di medication, and di best hygrade a Jamaican
When we a bun a weed we supportin' and promotin'
Lau di crack and di coke ting yeah we soaking
Herb a di healin' of di nation
Legalize it right now we wanna blaze one

[Chorus:]
Everyday, we be burnin' not concernin' what nobody wanna say
We be earnin' dollars turning cau we mind deh pon we pay
Some got gold and all dem diamonds all we got is Mary J
Legalize it, time you recognize it

This purple haze it mek mi crazy
Mek mi write new tune yeah dat’s what pays me
Cau dat not di only occupation
Goin' to get some I give yuh medication
When a farmer grows it he knows to

close it
Economical benefit help fi those who a fi deh yah pon di hard jugglin
Cau di system only keep man struggling
Studyin people a use it don’t abuse it
Cau di concentration well reputed
Dat’s why herb man dem a di wise one
And it found on di grave of King Solomon
And it good fi di eye sight and di chest sight
And it give yuh nuff inside just gimme di light
And, mek we blaze it we should a neva waste it
[Chorus:]
Again, we be burnin not concernin what nobody wanna say
We be earnin dollars turning cau we mind deh pon we pay
Some got gold and all dem diamonds all we got is Mary J
Legalize it, time you recognize it

Just gimme di trees and mek we smoke it yo [Smoke it yo!]
It dont mek we please so don’t provoke it yo [Voke it yo!]
We nuh need nuh speed so we nuh gon coke it yo [Coke it yo!]
Set we mind at ease we gotta take it slow

So when yuh see di S.P. floatin don’t provoke him
Cau di weed weh we smokin need fi soakin
Fastin fi di medication, and di best hygrade a Jamaican
Cau we know it as a great ting no debatin
While dem incarceratin true dem hatin
Cau dem don’t wanna see we a remain calm
Even though dem condemn (???)

[Chorus:]
Everyday, we be burnin not concernin what nobody wanna say
We be earnin dollars turning cau we mind deh pon we pay
Some got gold and all dem diamonds all we got is Mary J
Legalize it, time you recognize it

Again, we be burnin not concernin what nobody wanna say
We be earnin dollars turning cau we mind deh pon we pay
Some got gold and all dem diamonds all we got is Mary J
Legalize it, time you recognize it

Again, we be burnin not concernin what nobody wanna say
We be earnin dollars turning cau we mind deh pon we pay
Some got gold and all dem diamonds all we got is Mary J
Legalize it, time you recognize it

Just gimme di trees and mek we smoke it yo [Smoke it yo!]
It dont mek we please so don’t provoke it yo [Voke it yo!]
We nuh need nuh speed so we nuh gon coke it yo [Coke it yo!]
 

 

Bronnenlijst:

 

ZACH (P), HENRY (M), Insight Guide of Jamaica, zesde editie, 2e druk, APA Publications, 1992.

 

BLACK (C), History of Jamaica, zevende druk, Longman Group UK Ltd, 1993.

 

DAVIS (S), SIMON (P), Reggae Bloodlines: In search of the music and

culture ofJamaica. 3e druk, Butler & Tanner Ltd, 1977.

 

TOWER (A), The painful Path of Music: Slavery and suffering in Jamaica and their effects on Jamaican music, in: ‘The Dread Library, 22/04/1998, online op:

http://debate.uvm.edu/dreadlibrary/tower.html

 

BARROW (S) en DALTON (P), The Rough Guide To Reggae. 2e editie,

London. Rough Guides Ltd., 2001 (p.3)

 

BRADLEY (L), MORRIS (D), Reggae: The story of Jamaican music (twee-

delige documentaire). BBC2, eerste uitzending op 4/08/2002, videocassette

 

VAN DER BRACHT (P), Een nieuwe vorm van mediapaniek? Homofobegeluiden in

de hedendaagse reggaemuziek, Scriptie tot het behalen van de graad van Licentiaat in

de Communicatiewetenschappen, Universiteit Gent.

 

B. JOHNSON, Politics at Center Stage. In: Jamaica Guide, 20/03/2006, on line op:

http://jamaica-guide.info/past.and.present/history/political.parties/

 

C. SALEWICZ, Smile Jamaica concert. In: Bob Marley: songs of freedom. 1997, on line op: http://www.bobmarley.com/life/live/smilejamaica/

 

BORELLI (D), Neocolonialism in Jamaica: History, practices and resistance, in: ‘The

Dread Library’, on line op: http://debate.uvm.edu/dreadlibrary/borelli02.htm

 

BLACK (S), Life and Debt, DVD, Tuff Gong Pictures, 2001.

 

PYTEL (G), Madinina Crew. In: Ragga magazine, September 2001.

 

WALKER (K), Beenieman offers $1-M bounty for Bogle’s Killer. In: Jamaica Observer, on line op: http://www.jamaicaobserver.com/news/html/20050120t230000-0500_73607_obs_beenie_man_offers____m_bounty_for_bogle_s_killers.asp

 

EDWARDS (M), Dancehall personality Gerald Levy, better known as ‘Bogle’ gunned

down. In: Jamaica Gleaner, on line op:

http://www.muzikmedia.com/newsdetails.aspx?newsid=179

 

Witnesses will be protected, Hinds promises. In: Jamaican Observer Reporter: on

line op:

http://www.jamaicaobserver.com/news/html/20050213t0000000500_74999_obs

_Witnesses_will_be_protected_Hinds.asp

 

PYTEL (G), King Number 1. In: Ragga magazine, September 2001.

 

DEAN (B), Crime, Peace & Justice in Jamaica, A Transformative Approach, rapport van U.W.I, Faculty Social Sciences, 2001.

 

JAMAICA CONSTABULARY FORCE, Crime statistics, 28/02/2006, on line op:

http://www.jamaicapolice.org.jm

 

ERROL KING, reggaeartiest, geïnterviewd te Gent, 16/03/2005.

 

SUPREME COURT OF JAMAICA, The dangerous drug act. 1996, on line op:

http://www.sc.gov.jm/LOJ/Dangerou%20Drugs/dangerous_drugs_act.htm

 

SOLINGE (T), Ganja in Jamaica. Amsterdams Drug Tijdschrift, nr 2, december 1996.

 

MINISTRY OF JUSTICE, Jamaican Constitution Order in Council. 1962, on line op:

http://moj.gov.jm/law

 

DAVIDSON (M), Jamaica and religion. 1/05/2003, on line op:

http://www.jamaicans.com/culture/intro/religion.shtml

 

HENKE (H), MILLS (D) , Between Self-Determination and Dependency: Jamaica’s Foreign Relations, 1972-1989, University of the West Indies Press,. Kingston, 2000, pp.54.

 

DEAN (C), Crime, Peace & Justice in Jamaica, A Transformative Approach. In:

Rapport U.W.I, Faculty Social Sciences, 2001 on line op:

http://www.jamaica-gleaner.com/pages/crime/crime.html

 

CAMPBELL (H), Rasta and Resistance. From Marcus Garvey to Walter Rodney. Dar Es Salaam, Tanzania Publishing House, 1985. pp.29

 

JONES (S), Black culture, white youth,: The reggae tradition from JA to UK. London, 1988, pp.14

 

The Bible and homosexuality. In: Religious Tolerance, 1996,on line op: http://www.religioustolerance.org/hom_bibi.htm

 

BAYER (M), Jamaica. Amsterdam, Koninklijk Instituut voor de Tropen, 1993, p. 61

 

KATZ (D), Solid Foundation: an oral history of reggae. 1e druk, Rogner & Bernhard GMBH & Co Ny, 2002.

 

B. JOHNSON, Politics at Center Stage. In: Jamaica Guide, (on line) op:

http://jamaica-guide.info/past.and.present/history/political.parties/

 

UKCIA, Under Heavy Manners. In: Pot Culture, cannabis and popular culture. 25/03/2006, on line op: http://www.ukcia.org/potculture/84/manners.html

 

FEDERAL RESEARCH DIVISION, literacy rates. In: Country Studies/Area Handbook , 1998, on line op: http://countrystudies.us/caribbean-islands/22.htm

 

HUMAN DEVELOPMENT REPORT OFFICE, Country sheet Jamaica. In: Human Development Reports, 2005, on line op: http://hdr.undp.org/statistics/data/countries.cfm?c=JAM

 

MICHIELS (K), website over de Belgische reggaescene, online op:

http://www.reggae.be

 

BBC, website over de geschiedenis van de reggae

http://www.bbc.co.uk/music/features/reggae/history_intro.shtml

 

RAPHAELITA IRVING, Jamaicaanse, reggaedanslerares, stichter van de dansgroep Jamstyle en organisatrice van verschillende reggae-evenementen, geïnterviewd te Roeselare, 18/01/2005 en 16/03/2006.

 

THOMAS (M), BOOT (A), Jah Revenge: Babylon revisited. 1e druk, Eel Pie Publishing Ltd, 1982..

 

DAVIS (S), SIMON (P), Reggae International. 1e druk, Rogner & Bernhard GMBH & Co NY, 1982.

 

DAVIS (S), SIMON (P), Reggae Wisdom: Proverbs in Jamaican Music. 1e druk, Jackson: University of Mississipi, 2001.

 

MICHIELS (K), Bounty Killer brengt VK op kookpunt. In: De Standaard, 06/04/2002, on line op: http://www.mediargus.be/scripts/docroom.EXE?VO=print1xml&viewid=5474288 (14/10/2004).

 

NAANAI (J), ‘bad gyal’-power uit de Jamaicaanse dancehalls’. In: De Morgen, 24/04/2004, on line op: http://www.mediargus.be/scripts/docroom.EXE?VOGO=print1xml&viewid=8782600 (14/10/2004).

 

LEFEVERE (F), Jamaicaanse homoseksuelen opgejaagd wild na moord op woordvoerder homobeweging. In: De Morgen, 29/06/2004, on line op:

http://www.mediargus.be/scripts/docroom.EXE?VOGO=print1xml&viewid=8990784

(14/10/2004).

 

RUTTEN (C), Homohaat overschaduwt positieve reggaeboodschap. In: Het Belang van Limburg, 07/10/2004, on line op:

http://www.mediargus.be/scripts/docroom.EXE?VOGO=print1xml&viewid=9308147

(14/10/2004).

 

VAN ASSCHE (G), Beenieman: Back To Basics, In: De Morgen, 06/08/2004, on line op: http://www.mediargus.be/scripts/docroom.EXE?VOGO=print&xml&view=9094703

(14/10/2004).

 

TOWNLEY (B), U.K. police cancel reggae star’s concert, 23/09/2004,on line op: http://www.planetout.news.uk

(10/10/2004).

 

Videoclips, cd-reviews, raggariddims en forum over muziek en dans, online op:

 

http://muzikmedia.com

 

http://www.youstation.com

 

http://www.dancehallareaz.com

 

http://www.bbc.co.uk/1xtra/

 

http://www.skyrock.com

 

http://www.boomblast.com

 

http://www.westindiesradio.net en http://www.realvibes.net

 

http://www.jis.gov.jm

!!Website van de Jamaicaanse overheid met links naar verschillende instanties!!

 

MICHIELS (K), website over de Belgische reggaescene, online op:

http://www.reggae.be

 

BBC, website over de geschiedenis van de reggae

http://www.bbc.co.uk/music/features/reggae/history_intro.shtml

 

BRADLEY (L), MORRIS (D), Reggae: The story of Jamaican music (tweedelige documentaire). BBC2, eerste uitzending op 4/08/2002, videocassette

 

AIKEN (R), ROSE (J), VP-records How fi dance reggae, DVD of online op:

http://www.howfidancereggae.com/

 

 

Illustraties:

 

NORFOLK, op: http://www.aquarticles.com

International Civil Heraldry, op: http:www.ngw.nl/indexgb.htm

Negril Today, op: http://www.negriltoday.com

MAURO, Yendographic Art Gallery, op: http://www.visionlightgallery.com

Rapidflags, op http://www.rapidflag.co.uk

Arawak Soundsystem Skyblog, op: http://krazy972.skyblog.com

History of Mento music, op: http://www.mentomusic.com

http://www.easyskankers.it

PYKE, http://www.pyke-eye.com

http://www.urbanimage.tv

http://hitchcock.itc.virginia.edu/SlaveTrade/collection/large/PRO-5.JPG

National Library of Jamaica, op: http://www.nlj.org.jm

http://www.sosjamaica.com

http://larockshop.com

PREUSS, op: http://www.backstage.de

http://www.pushim.com

http//www.jamaicadachurch.org

SITLER, 2004 op: http://www.photosforpeace.org

http://www.members.aol.com/riddimxl

http://www.unia-acl.org

http://www.sacred-texts.com

http://www.geocities.com/joshua_tt/emmanuel100.jpg

http://www.rastafari.no.supo.pt/bobop.jpg

http://italy.indymedia.org

Jamaican e-cards, op: http://jamaicane-cards.com

http://www.red-alert.tk

http://www.civalizee.com

http://music.webula.nl
http://www.howfidancereggae.com

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[1] A. ZACH , M. HENRY, Insight Guide of Jamaica. Singapore,1992, pp.23-24

[2] A. TOWER, The painful Path of Music: Slavery and suffering in Jamaica and their effects on Jamaican music. In: The Dread Library, 22/04/1998 (on line).

[3] P. ZACH, M. HENRY, Op. cit., p.28.

[4] C. BLACK, History of Jamaica, 1993, pp.25-28, 30, 33.

[5] P. ZACH, M. HENRY, Op. cit., p.35.

[6] S. DAVIS, P. SIMON, Reggae Bloodlines: In search of the music and culture of Jamaica. London, 1977 pp.10-12.

[7] A. TOWER, The painful Path of Music: Slavery and suffering in Jamaica and their effects on Jamaican music. In: The Dread Library, 22/04/1998 (on line).

[8] S. DAVIS, P. SIMON, Op cit., pp.12-13.

[9] S. BARROW, P. DALTON, The Rough Guide To Reggae. London, 2001, pp.4.

[10] L. BRADLEY, D. MORRIS, Reggae: The story of Jamaican music (tweedelige documentaire). BBC2, 4/08/2002, videocassette.

[11] S. DAVIS, P. SIMON, Op cit., pp.16.

[12] S. BARROW, P. DALTON, Op.cit., pp.4

[13] S. DAVIS, P. SIMON, Op cit., pp.17

[14] S. CARVALHO, The Source:Roots of Jamaican Music & Its Influence on Urban Music. In: Birmingham Black History, 2004(on line).

[15] L. BRADLEY, D. MORRIS, Reggae: The story of Jamaican music (tweedelige documentaire). BBC2, 4/08/2002, videocassette.

[16] B. JOHNSON, Politics at Center Stage. In: Jamaica Guide, 20/03/2006 (on line).

[17] D. BORELLI, Neocolonialism in Jamaica: History, practices and resistance. In: The Dread Library, 22/04/1998 (on line).

[18] L. BRADLEY, D. MORRIS, Reggae: The story of Jamaican music (tweedelige documentaire). BBC2, 4/08/2002, videocassette.

[19] B. JOHNSON, Politics at Center Stage. In: Jamaica Guide, 20/03/2006 (on line).

[20] C. SALEWICZ, Smile Jamaica concert. In: Bob Marley: songs of freedom. 1997 (on line).

[21] H. HENKE, D. MILLS, Between Self-Determination and Dependency: Jamaica’s Foreign Relations. Kingston, 2000, pp.54.

[22] UKCIA, Under Heavy Manners. In: Pot Culture, cannabis and popular culture. 25/03/2006 (on line)

[23] B. JOHNSON, Politics at Center Stage. In: Jamaica Guide, 20/03/2006 (on line).

[24] D. BORELLI, Neocolonialism in Jamaica: History, practices and resistance. In: The Dread Library, 22/04/1998 (on line).

[25] S. BLACK, Life and Debt.Tuff Gong Pictures, 2001, DVD.

[26] G. P., Madinina Crew. In: Ragga magazine, September 2001, p.19-20.

[27] K. WALKER, Beenieman offers $1-M bounty for Bogle’s Killer. In: Jamaica Observer, 21/01/2005 (on line).

[28] K. WALKER, Witnesses will be protected, Hinds promises. In: Jamaican Observer Reporter: 15/01/2005 (on line).

[29] G. P., King Number 1. In: Ragga magazine, September 2001, p.23.

[30] B. DEAN, Crime, Peace & Justice in Jamaica, A Transformative Approach. In: rapport U.W.I, Faculty Social Sciences, 2001 (on line).

[31] JAMAICA CONSTABULARY FORCE, Crime statistics, 28/02/2006 (on line).

[32] ERROL KING, reggaeartiest, geïnterviewd te Gent, 16/03/2005.

[33] SUPREME COURT OF JAMAICA, The dangerous drug act. 1996 (on line).

[34] Under Heavy Manners. In: Pot Culture, cannabis and popular culture. 25/03/2006 (on line).

[35] T.S., Ganja in Jamaica. In: Amsterdams Drug Tijdschrift, december 1996, p. 11-14.

[36] MINISTRY OF JUSTICE, Jamaican Constitution Order in Council. 1962 (on line)

[37] P. ZACH, M. HENRY, Op. cit., p.79.

[38] RAPHAELITA IRVING, Jamaicaanse, geÏnterviewd te Roeselare,16/03/2006.

[39] FEDERAL RESEARCH DIVISION, literacy rates. In: Country Studies/Area Handbook , 1998 (on line)

[40] HUMAN DEVELOPMENT REPORT OFFICE, Country sheet Jamaica. In: Human Development Reports, 2005 (on line).

[41] RAPHAELITA IRVING, Jamaicaanse, geïnterviewd te Roeselare,16/03/2006.

[42] L. BRADLEY, D. MORRIS, Reggae: The story of Jamaican music (tweedelige documentaire). BBC2, 4/08/2002, videocassette.

[43] P. ZACH, M. HENRY, Op. cit., p.97.

[44] RAPHAELITA IRVING, Op.cit.

[45] S. CARVALHO, The Source:Roots of Jamaican Music & Its Influence on Urban Music. In: Birmingham Black History, 2004 (on line).

[46] D.C., Dossier danse et ragga. In: Ragga magazine, december 2005, p.48-59

[47] P. ZACH, M. HENRY, Op. cit., p.251.

[48] L. BRADLEY, D. MORRIS, Reggae: The story of Jamaican music (tweedelige documentaire). BBC2, 4/08/2002, videocassette.

[49] WHAT A GWAAN? In: Ragga magazines, 2001-2006.

[50] P. ZACH, M. HENRY, Op. cit., p.97.

[51] M. DAVIDSON, Jamaica and religion. 21/05/2003 (on line).

[52] SHELDON CAMPBELL, reggaeartiest, geïnterviewd te Brussel, 22/03/2006.  RAPHAELITA IRVING, Op.cit.

[53] H. CAMPBELL, Rasta and Resistance. From Marcus Garvey to Walter Rodney. Tanzania, 1990, pp.29.

[54] S. JONES, Black culture, white youth,: The reggae tradition from JA to UK. London, 1988, pp.14

[55] H. CAMPBELL, Rasta and Resistance. From Marcus Garvey to Walter Rodney. Tanzania, 1990, pp.36.

[56] H. LEE, The First Rasta, Leonard Howell and the Rise of Rastafarianism. Chicago, 1999.

[57] H. CAMPBELL, Rasta and Resistance. From Marcus Garvey to Walter Rodney. Tanzania, 1990, pp.87.

[58] S. BARROW, P. DALTON, Op.cit., pp. 376.

[59] SHELDON CAMPBELL, reggaeartiest, geïnterviewd te Brussel, 16/03/2006.

[60] The Bible and homosexuality. In: Religious Tolerance, 1996 (on line).

[61] P. ZACH, M. HENRY, Op. cit., p.283.

[62] M. BAYER, Jamaica. Amsterdam, Koninklijk Instituut voor de Tropen, 1993, p. 61.

[63] C. SULLIVAN, Rhetoric of Reggae. In: The Dread Library, 1999 (on line).

[64] C. JACKSON, The official Dancehall Dictionary. Kingston, 1995, pp.X-XII