Vervlogen schoonheid. Schmink en parfum in de romeinse periode. (Annika Devroe) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
Voorwoord.
Ik wil heel wat mensen bedanken die mij hebben geholpen bij het tot stand brengen van deze eindverhandeling. In de eerste plaats gaat mijn dank uit naar mijn promotor, prof. dr. A. Provoost, die altijd vol enthousiasme klaar stond om me te helpen en me de vrije hand liet om mijn thesis op te bouwen zoals ik het zelf aanvoelde.
Daarnaast wil ik mijn ouders bedanken die me enorm veel hebben geholpen bij mijn experimentele archeologie en mijn moeder in het bijzonder die alles heeft gelezen en verbeterd. Mijn vriend Tom heeft het in deze periode waarschijnlijk het zwaarst te verduren gehad, want naast het lezen van sommige hoofdstukken en de opmaak van figuren, moest hij dag in dag uit de verhalen aanhoren over nieuwe vondsten, boeken die plots verdwenen uit de bibliotheek op het moment dat ik ze echt nodig had, de confituurpotjes met cosmetica in mijn koelkast, met andere woorden alle vreugde- en vloekmomenten.
Er zijn ook nog een aantal mensen die ik gewoon wil vermelden omdat ze mij van dienst zijn geweest op één of ander moment. Ten eerste wil ik prof. Daniela Cottica uit de universiteit Ca’foscari te Venetië vermelden omdat ze me wat wegwijs heeft gemaakt in de bibliotheek en ik zo, tijdens mijn half jaar Erasmus, toch wat aan mijn thesis kon werken. Tot slot wil ik ook de mensen bedanken van de Early Perfume Group die mij nu en dan nuttige informatie of verwijzingen naar boeken hebben gegeven, zoals Sally Pointer, en alle mensen die mij ingrediënten hebben bezorgd voor mijn experimenten, waaronder prof. P. Degryse. Ik hoop trouwens ook dat ik in de nabije toekomst gerekruteerd wordt door het Legio XXX Ulpia Victrix Cohort IV en daar mijn thesis kan toepassen en verder uitwerken als Romeinse vrouw of vrouwelijke unguentarius.
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |