Pastoors tussen conservatisme en moderniteit. Een prosopografische studie naar de houding van de seculiere clerus van het Waasland tegenover de kerkhervormingspolitiek van de centrale overheid (1780-1830). (Ophelia Ongena)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Dankwoord

 

22 augustus 2003: met veel vragen en een klein hartje klopte ik die dag voor een eerste verkennend thesisgesprek aan bij Prof. Dr. Luc François. Het zou de start worden van een twee jaar durende samenwerking, die ik niet gauw zal vergeten.

 

Het thesisproces is een mijlpaal in ieder studentenleven, een proces van vallen en opstaan, waarbij de grens tussen volhouden en opgeven soms flinterdun kan zijn. Een promotor die je met raad en daad bijstaat, is in die periode dan ook van cruciaal belang. Ik zou Prof. Dr. Luc François van harte willen bedanken voor de steun, het vertrouwen en het geduld. Zijn ontelbare raadgevingen zetten me telkens weer op het goede spoor en zijn positieve ingesteldheid gaf me de moed om door te zetten. Bovenal kent hij de onschatbare waarde van een bemoedigend woord en een luisterend oor.

Prof. Dr. Jan Art heeft van meet af aan interesse getoond voor mijn onderzoek. Hij bleef me wijzen op interessante literatuur en zijn opbouwende kritiek werkte stimulerend. Ik was altijd welkom op zijn ‘scribentenvergaderingen’ en kon met vragen of moeilijk te vertalen Latijnse teksten steeds bij hem terecht. Daarenboven waren dankzij hem, de uren in het bisschoppelijk archief  niet altijd zo eenzaam.

Ook Ludo Collin, archivaris van het bisschoppelijk archief van Gent, zou ik hier van harte willen bedanken voor de hulp. In overleg met hem ben ik de meest relevante archieffondsen voor mijn onderzoek op het spoor gekomen. Ik zou hierbij ook alle medewerkers op het bisschoppelijk paleis willen bedanken voor de ongelooflijk gastvrije ontvangst en voor de fijne sfeer.

De medewerking van Prof. Dr. Jan Roegiers van de universiteit van Leuven was van onschatbaar belang. Hij heeft me wegwijs gemaakt in de structuur van de priesteropleiding en heeft me op het spoor gebracht van het Fonds Van de Velde in het universiteitsarchief van Leuven.

In het aartsbisschoppelijk archief van Mechelen werd ik met raad en daad bijgestaan door archivaris Gerrit vanden Bosch. Ik zou hem hierbij willen bedanken voor de nuttige literatuursuggesties en voor zijn interesse in mijn onderzoek.

Aan Theo Penneman richt ik een speciaal woord van dank voor de onmisbare hulp. Hij heeft me laten gebruik maken van zijn rijke boekencollectie en persoonlijk archief. Hij stond ook altijd klaar met raad en informatie en was steeds bereid stukken na te lezen. Ik bewonder zijn grenzeloos enthousiasme.

Ook Alfred Van der Gucht, voorzitter van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, dank ik voor zijn hulp en inzet.

Verder zou ik ook alle medewerkers van de rijksarchieven van Gent en Beveren willen bedanken, evenals het personeel van de vakgroep Nieuwste Geschiedenis van de universiteit van Gent. Ik vermeld hierbij speciaal Marie-Paule Volckaert en Astrid Schoeters. Zij stonden altijd klaar voor die broodnodige opbeurende babbel. Ook mijn vrienden verdienen hier een speciaal woord van dank voor hun luisterend oor, maar vooral voor de waardevolle vriendschap.

Tenslotte gaat mijn diepste dankbaarheid uit naar mijn ouders en grootouders. Dankzij hen ben ik op dit punt aanbeland. Zonder hun onvoorwaardelijke steun en liefde had ik het hindernissenparcours van het leven nooit aangekund.

 

20 mei 2005: het moment waarop de laatste woorden op papier moeten worden gezet, is aangebroken. Dit betekent het einde van mijn thesis, van een ongelooflijk leerrijke periode, maar tevens het einde van vier jaar studie en het begin van een nieuw hoofdstuk.

 

 

Stekene

20 mei 2005

 

Aan

Anna Pyl (1925-2003)

en

Albert Ongena (1917-2005)

 

 

Grootouders sterven nooit…

Ze blijven verderleven in je hart, in je herinneringen, in je toekomst…

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende