De congregatie Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. Een analyse van de rekrutering, de geografische origine en de socio-economische samenstelling van een broedercongregatie (1830-1990). (Joris De Bremme) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
DANKWOORD
Een opleiding tot licentiaat in de geschiedenis wordt traditioneel afgesloten met het inleveren van een eindverhandeling. Deze zou echter nooit tot stand gekomen zijn zonder de hulp en medewerking van een aantal personen. Ik ben hen dan ook alle dank verschuldigd.
Als eerste zou ik mijn promotor, prof. dr. Jan Art, willen bedanken. Toen ik met vage, onsamenhangende ideeën bij hem aankwam, hebben we samen het onderwerp uitgewerkt. Toen dit vaststond kon ik steeds bij hem terecht met alle vragen, opmerkingen of ideeën. Hij speelde mij ook in de loop van die twee jaar elke bibliografische notitie, die onder zijn ogen kwam, door. Verder stond hij steeds klaar om de afgewerkte stukken na te lezen en de eventuele fouten en tekorten aan te wijzen.
Een woord van dank gaat eveneens uit naar de Congregatie der Broeders van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. Zonder hen zou er van een thesis geen sprake geweest zijn. Ik wil zeker broeder Gabriël bedanken die mij in het onderwerp heeft ingewijd. Ook naar broeder Giovanni gaat mijn dank uit. Alle vragen over de toestand van de congregatie kon hij met gemak beantwoorden. Verder stond hij altijd klaar om mij te ontvangen. Broeder Eduard is van harte bedankt voor de verhalen uit het leven gegrepen tijdens de gloriejaren van de congregatie. Ook André Maes moet ik enige dank betuigen. Hoewel hij maar de laatste maanden als archivaris is aangesteld heeft hij in die periode alles gedaan en gezocht wat ik nodig had. Geen vraag was hem te raar. Als laatste moet ik natuurlijk de Algemene Overste bedanken die de archieven openstelde en alle mensen van de commissie Archief Glorieux.
Ook Evita Dhaenens wil ik bedanken omdat ze zo vrij was de cijfers en resultaten van haar onderzoek over de broeders Xaverianen ter beschikking te stellen zodat een vergelijking mogelijk was.
Vervolgens ben ik de Algemene Oversten en archivarissen van de Fraters van Utrecht, de Congregatie van de Broeders van de Christelijke Scholen, de Fraters van Onze-Lieve-Vrouw van Barmhartigheid, de Broeders Penitenten, de Fraters van Onze-Lieve-Vrouw Moeder van Barmhartigheid, de Broeders van de Heilige Joseph, de Fraters Maristen, de Broeders van Liefde, de Broeders Franciscanen en de Broeders van Huijbergen bijzonder dankbaar voor alle gevraagde gegevens die ze zonder problemen hebben opgestuurd.
De gemeenten die mij de toelating gaven om zelf opzoekingen te mogen verrichten in de geboorteregisters en om de bevolkingsregisters te mogen raadplegen ben ik zeer erkentelijk. Het wordt als historicus steeds moeilijker om deze bronnen te gebruiken voor het wetenschappelijk onderzoek.
Joos van Vught ben ik dankbaar om de ideeën en de aanwijzingen die hij mij gaf om de problemen in verband met de Nederlandse provincie op te lossen.
Voor wat de visuele voorstelling van de geografische origine betreft, ben ik Tine de Moor bijzonder erkentelijk voor de hulp en de tips in verband met de informatica. Haar steun wordt bijzonder gewaardeerd.
Verder gaat ook nog een woord van dank uit naar iedereen die deze verhandeling tot vervelens toe onder zijn of haar ogen heeft gekregen om er alle tikfouten uit te halen. Ook hun steun en werk was belangrijk. In het bijzonder dank ik mijn vriendin en collega student, Stefie Herman. Aan haar had ik gedurende twee jaar een uiterst kritisch luisterend oor.
Tot slot ben ik ook mijn ouders de nodige dank verschuldigd. Dit niet alleen omwille van hun morele steun gedurende de afgelopen twee jaar, maar ook omdat ze mij de kans gaven te studeren.
Gent, 7 mei 2001
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |