Aanzet tot reconstructie van het grondbezit te Oplinter tijdens het Ancien Regime. (Johan De Rocker) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
Bibliografie
1. Bronnen
A. Onuitgegeven Bronnen
Algemeen Rijksarchief, Brussel:
* Familie-archief de FOURMAN DE CRUQUEMBOURG
- Nr. 3 bis/ter: Registre des biens et Atlas des biens 1797-1865
- Nr. 259: Biens à Opheilissem, Oplinter, Saint-Marguerite Hauthem et Vissenaken 1645-1855
* Familie-archief de TROOSTEMBERGH
- Nr. 65: Transmission de la seigneurie d’Oplinter
- Nr. 66: Registre aux fiefs d’Oplinter 1434-1489
- Nr. 67: Registre aux dénombrements et aux cens 1530 (1448-)
- Nr. 68: Registre aux fiefs d’Oplinter 1568
- Nr. 69: Registre aux fiefs d’Oplinter 1568-1623
- Nr. 70: Registre aux cens d’Oplinter 1573
- Nr. 71: Registre aux fiefs d’Oplinter 1580 (1424- )
- Nr. 72: Registre aux fiefs d’Oplinter 1620-1663
- Nr. 73: Registre aux fiefs d’Oplinter 1622-1746 (1515- )
- Nr. 74: Registre aux fiefs d’Oplinter 1658
- Nr. 76: Censier d’Oplinter 1652-1748
- Nr. 77: Registre aux cens d’Oplinter 1662
- Nr. 78: Fragments et extraits de XVIIe siècle registres aux fiefs et aux cens
- Nr. 79: Registres aux fiefs d’Oplinter 1721
- Nr. 80: Registres aux fiefs d’Oplinter 1721-1794
- Nr. 81: Comptes relatifs aux oexvres de loi et des livres censaux de Oplinter 1750-1756
- Nr. 82: Table des censiers à Oplinter, Bunsbeek XVIIIe siècle et Sint-Margriete-Houtem
- Nr. 83: Actes relatifs à l’administration des 1753-1794 registres féodaux et censaux
- Nr. 84: Dossier relatif à la brasserie banale à Oplinter 1650-1688 (1440-)
- Nr. 87: Fabrique de l’église et table des pauvres à Oplinter: liste des biens, notes relatives aux biens 1372-1783
- Nr. 92: Transports des biens 1379-1756
- Nr. 93: Actes divers 1552-1765
* Familie-archief de WOUTERS d’OPLINTER
- Nr. 50: Liasse: Oplinter: seigneurie-livres feodaux
- Nr. 51: Liasse: Oplinter: seigneurie
- Nr. 52: Liasse: Oplinter: seigneurie
- Nr. 53: Liasse: Oplinter: seigneurie
- Nr. 54a: Liasse: Oplinter: seigneurie
- Nr. 54b: Liasse: Oplinter: seigneurie
- Nr. 55a: Liasse: Oplinter: seigneurie
- Nr. 55b: Liasse: Oplinter: seigneurie
- Nr. 56: Farde: Oplinter: reliefs d’Oplinter 1696-1732
- Nr. 57: Liasse: commune d’Oplinter début XIXe siècle
- Nr. 58: Farde : Oplinter: plans anciens
- Nr. 59: Registre: Oplinter: cadastre 1826
- Nr. 60: Registre: Oplinter: contributions foncières début XIXe siècle
- Nr. 63a: Liasse: varia, actes anciens
- Nr. 63b: Liasse: varia, actes anciens
- Nr. 72a: Reliefs et transports de la seigneurie d’Oplinter 1623-1778
- Nr. 72b: Actes divers relatifs à la seigneurie d’Oplinter 1374-1797
- Nr. 73a: Actes divers relatifs à Oplinter 1548-1760
- Nr. 73b: Actes divers relatifs à Oplinter XVIe-XVIIIe siècle
- Nr. 73c: Actes relatifs à Oplinter et à l’abbesse de la Paix-Dieu
- Nr. 74a: Registre féodal d’Oplinter 1573-1664
- Nr. 74b: Registre féodal d’Oplinter 1608-1618
- Nr. 74c: Copie du registre féodal d’Oplinter 1677-1688
- Nr. 74d: Copie du registre féodal d’Oplinter 1677-1710
- Nr. 75: Registre féodal d’Oplinter 1743
- Nr. 76a: Registre féodal d’Oplinter 1743-1792
- Nr. 76b: Registre féodal d’Oplinter 1743-1753
- Nr. 77a: Censier de la seigneurie d’Oplinter 1379
- Nr. 77b: Censier de la seigneurie d’Oplinter 1641
- Nr. 77c: Censier de la seigneurie d’Oplinter 1601
- Nr. 77d: Censier de la seigneurie d’Oplinter 1601 (1648-1678)
- Nr. 78a: Censier de la seigneurie d’Oplinter 1666-1690
- Nr. 78b: Censier de la seigneurie d’Oplinter 1689-1717 (1663-)
- Nr. 78c: Censier de la seigneurie d’Oplinter 1693-1716 (1663-)
- Nr. 78d: Censier de la seigneurie d’Oplinter 1694-1715 (1663-)
- Nr. 78e: Censier de la seigneurie d’Oplinter 1716-1730
- Nr. 79a: Censier de la seigneurie d’Oplinter 1716-1753
- Nr. 79b: Censier de la seigneurie d’Oplinter 1716-1749
- Nr. 79c: Censier de la seigneurie d’Oplinter 1716-1753
- Nr. 80a: Abrégé du censier de la seigneurie d’Oplinter 1731-1755
- Nr. 80b: Projet de censier d’Oplinter + 1740
- Nr. 80c: Projet de censier d’Oplinter + 1740
- Nr. 81: Abrégé du censier d’Oplinter 1742-1755
- Nr. 82a: Censier de la seigneurie d’Oplinter 1743-1761
- Nr. 82b: Censier de la seigneurie d’Oplinter XVIIIe siècle
- Nr. 83: Censier de la seigneurie d’Oplinter 1743-1761
- Nr. 84a: Registre féodal d’Oplinter 1623-1725
- Nr. 84b: Registre féodal d’Oplinter 1720-1750
- Nr. 84c: Censier de la seigneurie d’Oplinter 1656-1749 (1629-)
- Nr. 85a: Abrégé du censier 1721-1749
- Nr. 85b: Abrégé du censier 1721-1749
- Nr. 85d: Censier d’Oplinter dit Quattershof 1736-1738
- Nr. 86c: Comptes du censier d’Oplinter 1774-1794
- Nr. 86d: Comptes à Oplinter des collecteurs des aides 1776-1797 (1771-)
- Nr. 94a: Registre aux biens de Germain Wouters et Anna-Marie Alard 1724-1750
- Nr. 94b: Registre aux biens de Jean-François Wouters et celui de la cure d’Oplinter 1728-1754
- Nr. 95: Registres aux biens de Anne-Marie-Jeanne Wouters 1750-768
- Nr. 96a: Registres aux biens de Guillaume-Joseph Wouters et Jeanne-Barbe Putteau 1722-1776
- Nr. 96b: Leurs enfants: Isabelle Wouters, Jean-François-Joseph Wouters, Marie-Catherine Wouters. Recueil de leurs registres aux cens en aux fiefs 1782
- Nr. 97a: Registres aux biens d’ Isabelle Wouters 1776-1784
- Nr. 97b: Registre aux biens de Anna-Caroline Wouters 1776-1782
- Nr. 98a: Registre aux biens de Marie-Catherine Wouters 1777-1801
- Nr. 98b: Registre aux biens de Jean-François-Joseph Wouters 1776-1785
- Nr. 99a: Registre aux biens de Jean-François-Joseph Wouters 1785-1811
- Nr. 99b: Recueil des plans de Jean-Lambert Wouters d’Oplinter 1758-1808
- Nr. 100a: Carnet de croquis des biens de Jean-Lambert Wouters d’Oplinter, avec liste des habitants d’Oplinter (1807) 1795-1812
- Nr. 100c: Recueil de registres aux biens de Jean-Lambert Wouters 1796-1826
- Nr. 100d: Registres aux biens de Jean-Lambert Wouters 1807-1827
- Nr. 101: Registres aux biens 1826-1856
- Nr. 102: Registres aux biens de Charles L. de Wouters d’Oplinter 1842-1856
- Nr. 103a: Registres aux biens de Amélie de Wouters 1838-1849
- Nr. 103b: Registres aux biens de Amélie de Wouters 1849-1850
- Nr. 103c: Registres aux biens de Leon-Fr. J. de Wouters 1850-1862
* Kerkelijke Archieven van Brabant (nu bewaard HHD, Tienen)
Annunciaten, Tienen
- Nr. 16.140 Staat van goederen, inkomsten en lasten van 1787
het klooster, overgemaakt aan de overheid
Augustijnen, Tienen
- Nr. 16.107 Staat van goederen, inkomsten en lasten van het klooster, overgemaakt aan de overheid 1787
Barberendaalklooster, Tienen
- Nr. 22.600 Register van cijnzen, renten, erfpachten en Goederen van het Barberendaalklooster 1718
- Nr. 22.601 Register van cijnzen, renten, erfpachten en goederen van het Barberendaalklooster 18e eeuw
- Nr. 22.602 Kaartenboek van het Barberendaalklooster,vervaardigd door J.C.F. Naveau 22/09/1773
- Nr. 22.603 Staat der goederen van het klooster s.d.
Begijnhof, Tienen
- Nr. 16.162 Staat van goederen en inkomsten van de pastorij 1636
- Nr. 16.163 Staat van goederen en inkomsten van de pastorij 1675-1680
- Nr. 16.164 Staat van goederen en inkomsten van de pastorij 1695
- Nr. 20433 Staat van goederen en inkomsten en lasten van de Begijnhofkerk overgemaakt aan de overheid 1787
- (zonder nummer) Kaartenboek van de eigendommen van het Begijnhof, opgesteld door J.C.F. Naveau met beschrijvende index; 1756
Bogaarden, Tienen
- Nr. 16.110 Lijst der goederen en inkomsten toebehorend aan het klooster en gelegen in Brabant en het Prinsbisdom Luik 18e eeuw
- Nr. 16.112 Manuaal van de Bogaarden van Tienen, behelzende hun Goederen, renten, erfpachten en cijnsen 1733-1796
- Nr. 16.129 Staat van goederen, inkomsten en lasten van het Klooster overgemaakt aan de overheid 1787
- Nr.16.130 Diversen 18e eeuw
Heilige Geesttafel, Tienen
- Nr. 2.313 Kaartenboek 1697-1698
- Nr. 20.190 Staat van goederen, inkomsten en lasten overgemaakt aan de overheid 1787
- Nr. 20.191 Goederen en renten(diverse stukken) 17e-18e eeuw
- Nr. 20.193bis Register der erfgoederen van de Heilige Geesttafel van Tienen 1454 e.v.
- (zonder nummer) Kaartenboek. (Registre in folio contenant les plans figuratifs des terres, prairies et bois appartenant aux Pauvres de cette ville) 1668-1771
Kabbeekklooster, Tienen
- Nr. 22.639 Uittreksels uit goederenboeken van het .Kabbeekklooster s.d
- Nr. 22.640 Losse stukken m.b.t. het Kabbeekklooster 1787-1793
- (zonder nummer) Kaartenboek van het Kabbeekklooster 1722
Kapucijnen, Tienen
- Nr. 16.131 Staat van goederen, inkomsten en lasten van het klooster overgemaakt aan de overheid 1787
Klooster der Grote Karmelieten, Tienen
- Nr. 16.135 Staat van goederen, inkomsten en lasten van 1787
het klooster overgemaakt aan de overheid
Minderbroeders, Tienen
- Nr. 16.138 Staat van goederen, inkomsten en lasten van 1787
het klooster overgemaakt aan de overheid
Priorij van Danenbroek, Tienen
- Nr 16.145 Staat van goederen en renten van het klooster; 1403
Staat der pachtovereenkomsten (15e-16e eeuw)
- Nr. 16.147 Register der erfgoederen, renten en cijnzen van het 17e eeuw
klooster Sint-Annadaal te Tienen (Danenbroek)
Sint-Genovevakerk, Oplinter
- Nr. 3.744 Manuaal voor Sebastiaen van Hove als kerck- 1661
meester van Oplinter van d’innecomen
- Nr. 3.746 Beneficie van de Heilige Catharina: staat s.d.
der inkomsten
Sint-Germanus, Tienen
- Nr. 22.062 Kaartenboek van het Sint-Germanuskapittel 1727
Sint-Katharinaconvent, Tienen (Klooster der Wittevrouwen)
- Nr. 16.149 Staat van goederen, inkomsten en lasten van 1787
klooster overgemaakt aan de overheid
- Nr. 16149bis Staten van goederen, inkomsten en lasten 17e-18e eeuw
Maagdendaalklooster, Oplinter
- Nr. 10.934bis Register van de pitantiedienst der abdij 1383
- Nr. 10.938 (13) Lijsten der bezittingen der abdij te Oplinter 1786
- Nr. 10.952 Lijst der bezittingen van Maagdendaal te Oplinter 1786
- Nr. 10953 Documenten betreffende de opheffing der abdij 1796
* Schepengriffies van het arrondissement Leuven: 3. Schepengriffies Oplinter
- Nr. 1503-1509 Protocollen van Oplinter 1742-1796
- Nr. 4348-4353 Protocollen van Oplinter 1653-1741
- Nr. 4355-4358 Wettelijke akten 1749-1760
- Nr. 1512 Leenboek van Oplinter 17e -18e eeuw
- Nr. 4361 Goederenboek 1686
- Nr. 6048-6050 Varia 17e -18e eeuw
- Nr. 6153 Varia 1713-1714
* Verkoop der Nationale Goederen (affiches + nummer)
Maagdendaalklooster, Oplinter
Aff. 34, 8; Aff. 50, 23; Aff. 61, 24/25/26; Aff. 62, 21/22; Aff. 65, 28; Aff. 74, 10; Aff. 76, 1; Aff. 79, 6; Aff. 92, 4 (voyez 95); Aff. 94, 2; Aff. 169, 10; Aff. 180, 4; Aff. 185, 14/19/21; Aff. 186, 16; Aff. 191, 7; Aff. 196, 1/3; Aff. 199, 5/7/9; Aff. 201, 17; Aff. 204, 26; Aff. 206, 21/22/24; Aff. 208, 25/26; Aff. 215, 21/31; Aff. 217, 44/45; Aff. 219, 28/29; Aff. 220, 19; Aff. 224, 11/12; Aff. 226, 24/25/26/27; Aff. 229, 24; Aff. 230, 24/25/26; Aff. 231, 35/36; Aff. 232, 9/40; Aff. 233, 14/46; Aff. 240, 11; Aff. 254, 3; Aff. 260, 17/18; Aff. 262, 17; Aff. 265, 15/16/20/22; Aff. 273, 15; Aff. 276, 2; Aff. 278, 6; Aff. 284, 12/18; Aff. 295, 16; Aff. 303, 20; Aff. 330, 5; Aff. 333, 9/13; Aff. 335, 8; Aff. 340, 13; Aff. 346, 5; Aff. 351, 7; Aff. 351, 16; Aff. 377, 7; Aff. 398, 11; Aff. 399, 2/4/5/11; Aff. 469, 7/11; Aff. 483, 13/14/15/21; Aff. 484, 14/17/18/19; Aff. 489, 18; Aff. 493, 13; Aff. 524, 3/4/10/11/13/15; Aff. 527, 3 / 4; Aff. 528, 1/2/3/4/5//7/8/9/10/11/12/13/14/15/19; Aff. 532, 1 / 4; Aff. 534, 24; Aff. 538, 4; Aff. 541, 20; Aff. 542, 6; Aff. 545, 3/12; Aff. 554, 1; Aff. 555, 13/15; Aff. 557, 2; Aff. 558, 6/8/17; Aff. 559, 12/15; Aff. 567, 9/10/11; Aff. 569, 15; Aff. 574, 2; Aff. 577, 24; Aff. 585, 8; Aff. 588, 24; Aff. 596, 19; Aff. 608, 2; Aff. 610, 3/7; Aff. 612, 1 / 2; Aff. 630, 17; Aff. 652, 25; Aff. 670, 12; Aff. 673, 6/7; Aff. 687, 6; Aff. 689, 9/17; Aff. 695, 11; Aff. 696, 19; Aff. 705, 9/18/19/20/21/22/23; Aff. 709, 25; Aff. 716, 4; Aff. 719, 13; Aff. 731, 21; Aff. 743, 5/6;
Pastorij, Oplinter: Aff. 528, 17; 557, 4.
Sint-Genovevakerk, Oplinter: Aff. 263, 6; 284, 19.
Kapelaanschap, Oplinter: Aff. 528, 16.
Beneficies, Oplinter: Aff. 489, 17; 580, 4; 622, 1.
Broederschap van Sint-Sebastiaan, Oplinter: Aff. 320, 3 / 4.
Klooster van Gempe, Sint-Joris-Winge: Aff. 102, 17.
Wittevrouwen, Tienen: Aff. 61, 23; 166, 6; 483, 19.
Kabbeekklooster, Tienen: Aff. 180, 7; 201, 12/11; 224, 37; 265, 21;662, 7.
Barberendaal, Tienen: Aff. 206, 10; 536, 12; 574, 10.
Sint- Pieterskapittel, Leuven: Aff. 310, 10; 483, 20.
Sint-Geertruiklooster, Leuven: Aff. 312, 19; 330, 4; 333, 8; 351, 14.
Abdij van Tongerlo: Aff. 340, 9.
Sint-Germanuskapittel, Tienen: Aff. 391, 18; 532, 12; 545, 11; 662, 9; 687, 7.
Klooster van Vrouwenpark, Rotselaar: Aff. 574, 9.
* Kadaster van Brabant vóór 1865 (deels niet toegankelijk)
- Nr. 60 L’arpentage parcellaire: second cahier des calculs 1817
- Nr. 223 L’expertise. A: Registre d’expertise parcellaire. 1816-1820
- Nr. 476 L’expertise. B: Tableau indicatif des propriétaires, 1826
des propiétés foncières et de leurs contenances
- Nr. 906 L’expertise. D: Dossiers d’expertise 1829
- Nr. 1367 L’expertise. G: Bulletin des propriétés 1833
- Nr. 2006 Livres des mutations 1826-1832
* Leenhof van Brabant (geheel niet toegankelijk)
B. Uitgegeven Bronnen
P.V. BETS, Geschiedenis der gemeenten Oplinter, Bunsbeek en Hauthem, alsook der abdij van Oplinter. Leuven, 1870, 211-287.
P.V. BETS, Geschiedenis der gemeente Neerlinter. Leuven, 1868, 114-115.
F. DE RIDDER, Oorkonden van Maagdendaal, in Bijdragen tot de geschiedenis van het aloude hertogdom Brabant, I (1902) 67, 69, 167-168, 353-357, 397-400; II (1903) 353-359.
M. de TROOSTEMBERGH, Oorkonden over Oplinter, in Bijdrage tot de geschiedenis van het aloude hertogdom Brabant, (1906, V), 81-88.
L. GALESLOOT, Le livre des feudataires de Jean III, duc de Brabant. Brussel, 1865.
Statistique territoriale du Royaume de Belgique, basée sur les résultats des opérations cadastrales exécutés jusqu’à la fin de 1834. Brussel, 1839.
C. Cartografische en luchtfotografische bronnen
Aeroatlas Vlaams-Brabant en Brussel. Tielt, 1996.
Atlas der buurtwegen, s.l., 1846.
Atlas der bevaarbare en onbevaarbare waterlopen, s.l., 1884.
J. de FERRARIS, Carte de cabinet des Pays-Bas autrichiens, levée à l’initiative du comte de Ferraris (1771-1778). I-XII (Verkleinde facsimile-uitgave door het Gemeentekrediet van België), Brussel, 1965-1974.
P. C. POPP, Atlas cadastral parcellaire de la Belgique. Province de Brabant. Canton de Tirlemont, Commune de Op-linter. Tableaux indicatif et matrice cadastrale. Brugge, 1865.
Ph. VANDERMAELEN, Carte topographique de la Belgique, (blad 96). Brussel, 1854.
2. Werkinstrumenten
M. BOURGUIGNON, Table onomastique de l’inventaire des archives de l’Assistance publique de Louvain, Brussel, 2001. (Herdruk 1933).
H. COPPENS, Archiefterminologie. Archieftermen voor gebruik in het Rijksarchief. Miscellanea Archivistica. Manuale 5. Brussel, 1990.
L.H. COTTINEAU, Répertoire topo-bibliographique des abbayes et prieurés, I-III. Macon, 1935-1970.
H. DELVAUX, Inventaris van het archief der abdij Maagdendaal te Oplinter. Brussel, 1965.
H. DELVAUX, Inventaris van het archief der collegiale kerk van Sint-Germanus te Tienen. Brussel, 1967.
E. DE SEYN, Dictionnaire historique et géographique des communes belges. Turnhout, 1950.
L. DE WACHTER, Repertorium van de Vlaamse gouwen en gemeenten, I-VI, Antwerpen, 1940-1950.
A. D’HOOP, Inventaire général des archives ecclésiastiques du Brabant, I-VI. Brussel, 1979.
E. DOURSTHER, Dictionnaire universel des poids et mesures anciens et modernes contenant les tables de monnaies de tous les pays. Amsterdam, 1976.
J. DOUXCHAMPS, Répertoire des seigneuries, Namen, 1994.
L. GALESLOOT, Inventaire des archives de la Cour féodale de Brabant, I-II. Brussel, 1870-1884.
M. GYSSELING, Toponymisch woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland (voor 1226). I-II. Brussel, 1960.
A. GRUNZWEIG, A. NOTEBAERT, Inventaire des archives du cadastre du Brabant avant 1865. Brussel, 1971.
J. JACMART, Classement et inventaire sommaire des archives de la famille de Wouters d’Oplinter et de Bouchout, Brussel, 1954.
J. JACMART, Tableaux généalogiques de Wouters: Oplinter, Bouchout, Vroenhoven, comprenant la descandance féminine de l’union de Wouters-Lunden, Namen, 1933.
E. LEJOUR, Inventaire des archives de la famille de Troostembergh, de Gottignies et de Marselaer, Brussel, 1995.
Monasticon Belge (ed. Centre national de recherches d’histoire religieuse), I-XVII. Luik, 1961-1993.
P. MURET, Archives ecclésiastiques du Brabant aux Archives générales du royaume, in Miscellanea archivistica. Studia 69. Brussel, 1995.
R. NIJSSENS, J. HOUSSIAU, Overzicht van de archieftoegangen in de leeszaal van het Algemeen Rijksarchief. Brussel, 1999.
K. STALLAERT, Glossarium van verouderde rechtstermen, kunstwoorden en andere uitdrukkingen uit Vlaamsche, Brabantsche en Limburgsche oorkonden. I-III. Leiden, 1886-1890. (Voortgezet door F. Debrabandere, 1977).
E. STRUBBE, L. VOET, De chronologie van de Middeleeuwen en de Moderne Tijden in de Nederlanden. Antwerpen-Amsterdam, 1991.
J.H. VAN DALE, Groot Woordenboek der Nederlandse Taal. I-III. Utrecht-Antwerpen, 1992 (Twaalfde druk).
J.H. VAN DALE, Groot Woordenboek Frans-Nederlands, Nederlands-Frans. I-II. Utrecht-Antwerpen, 1991 (Tweede druk).
E. VAN GELDER, Les monnaies des Pays-Bas bourguignons et espagnols, Amsterdam, 1960.
M. VAN HAEGENDOREN, Het Algemeen Rijksarchief te Brussel. Overzicht van de Fondsen en Inventarissen. Brussel, 1955.
M. VAN HAUDENARD, Oude maten en gewichten van Brabant, in De Brabantse Folklore, X (1931), 269-276.
J. VAN LANTSCHOOT, De oude akkermaten van Vlaamsch België. Dendermonde, 1927.
J. VERBESSELT, Oude cijnzen, munten en maten, in Eigen Schoon en De Brabander, 38 (1955), V-VI, 177-188 en VII-VIII, 281-292.
A. VERBOUWE, Iconografie van Vlaamsch-Brabant, V, Kanton Tienen. Brussel, 1946.
A. VERKOOREN, Inventaire des chartres et cartularia des duchés de Brabant et de Limbourg et des pays d’Outremeuse. Brussel, 1999.
E. VERWIJS, J. VERDAM, Middelnederlandsch woordenboek, I-X, ‘s Gravenhage, 1990.
3. Geraadpleegde werken
E. AERTS, Laatmiddeleeuwse Brabantse rekeningen in het historisch onderzoek, in Gemeentekrediet van België. Driemaandelijks tijdschrift, 142 (1982), 275-294.
Algemene Geschiedenis der Nederlanden, I-XII. Utrecht, 1949-1958.
Algemene Geschiedenis der Nederlanden, I-XV. Haarlem, 1977-1984.
F. ANTOINE, La vente des biens nationaux dans le département de la Dyle. Brussel, 1997.
G. ASAERT, Huizen en gronden te Antwerpen omstreeks 1400. Proeve van een topografische reconstructie, in Bijdragen tot de geschiedenis, inzonderlijk van het oude hertogdom Brabant, 50 (1967), 5-166.
H. BACHMANN, Zur Methodik der Auswertung der Siedlungs- und Flurkarte für die siedlungsgeographische Forschung, in Zeitschrift für Agrargeschichte und Agrarsoziologie, 8 (1960), 1-13.
L. BAERT, Reconstructie van het kerkelijk grondbezit en de verkoop der Nationale Goederen te Koekelare in de 18e en 19e eeuw. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, K.U.Leuven. Leuven, 1997.
H. BAILLIEN, Lagere schepenbanken, leen- en cijnshoven in de vrijheid Tongeren, in Het oude land van Loon, 16 (1961), 67-87.
M. BALZER, Besitzrückschreibung und Flurkarte. Möglichkeiten und Bedeutung kartographischer Darstellung der Ergebnisse von Besitzrückschreibung, in Westfälische Forschungen, 28 (1976-1977), 30-40.
J. BEHETS, De plattelandsgemeente in het graafschap Loon en het omliggende van de vroege middeleeuwen tot aan de Franse revolutie. Bokrijk, 1969.
J. BEHETS, Het gebruik van de gemene weide en andere gemene gronden in de wijsdommen van het graafschap Loon, in Handelingen van de koninklijke commissie tot uitgaaf van de oude wetten en verordeningen in België, 26 (1973-1974), 147-192.
P.V. BETS, Geschiedenis der gemeente Neerlinter. Leuven, 1868.
P.V. BETS, Geschiedenis der gemeenten Oplinter, Bunsbeek en Hauthem, alsook der abdij van Oplinter. Leuven, 1870.
A. BIESEMANS, Baardegem: agrarische structuur en grondbezit 1703-1860. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling K.U.Leuven. Leuven, 1989.
G. BIGWOOD, Matricules et Cadastres. Aperçu sur l’organisation du cadastre avant la domination française, in Annales de la société d’archéologie de Bruxelles, 12 (1898), 388 e.v.
CL. BILLEN, Essai de reconstitution de la structure d’une seigneurie du Tournaisis, in Annales de la Fédération archéologique et historique de Belgique (61e congres). Mechelen, 1971.
CL. BILLEN, Problèmes de méthodologie autour de l’utilisation des censiers du bas moyen âge, in Economische geschiedenis van België. Behandeling van bronnen en problematiek. Brussel, 1972, 439-471.
CL. BILLEN, De la villa du IXe à la seigneurie du XIVe siècle: le domaine de Pont-de-Loup et Chatelet, in Centenaire du Séminaire d’histoire médiévale de l’Université de Bruxelles. Brussel, 1977, 107-126.
CL. BILLEN, Les censiers seigneuriaux comme source de géographie historique, in J. MERTENS, Bronnen voor de historische geografie van België. Brussel, 1980, 147-160.
A.S. de BLECOURT, Heerlijkheden en heerlijke rechten, in Tijdschrift voor rechtsgeschiedenis, I (1918), 42-107, 175-190, 489-519; II (1919), 42-134, 163-219.
M. BLOCH, Les caractères originaux de l’histoire rurale française, I-II. Parijs, 1968.
M. BLOCH, Apologie pour l’histoire. Parijs, 1974.
M. BLOCH, La société féodale. I-II. Parijs, 1939-1949.
D.P. BLOK, De toponymie als bron voor de historische geografie: mogelijkheden en beperkingen, in J. MERTENS, Bronnen voor de historische geografie van België. Brussel, 1980, 43-59.
J.C.H. BLOM, E. LAMBERTS, Geschiedenis van de Nederlanden. Rijswijk, 1993.
M. BODSON, L’évolution d’un paysage rural au moyen âge. Thisnes en Hesbaye, in Bulletin de la société belge d’études géographiques, 34 (1965), 117-158.
P. BONENFANT, G. DESPY, La noblesse en Brabant aux XIIe et XIIIe siècles, in Le moyen âge, LXIV (1958), 27-66.
S. BORMANS, Les seigneuries allodiales du pays de Liège. Luik, 1867.
J. BOUTON, Histoire de l’ordre de Cîteaux. Westmalle, 1959.
L. BRIL, Les premiers régistres féodaux de Brabant, in Bulletin de la commission royale d’histoire, 123 (1958), 1-9.
E. BROUETTE, Abbaye du Val-Virginal à Oplinter, in Monasticon Belge (IV, Province de Brabant, I). Luik, 1969, 567-584.
T. BRULARD, La Hesbaye. Etude géographique d’économie rurale. Leuven, 1962.
A. BUCHET, Notes d’histoire limbourgeoise. Reliefs des fiefs au duché de Limbourg et aux pays d’Outremeuse sous Phillipe Le Hardi et Antoine de Bourgogne, 1396-1406, in Bulletin de la société verviétoise d’archéologie et d’histoire, 12 (1957), 101-200.
C. BUVE, Het oude Hageland en zijn bestuurlijke indeling, in Hageland gedenkschriften, I (1907), 19-36.
R. BYL, Les juridictions scabinales dans le duché de Brabant des origines à la fin du XVe siècle. Brussel-Parijs, 1965.
J. CANIVEZ, L’ordre de Cîteaux en Belgique dès origines au XXe siècle. Forges-Les-Chimay, 1926.
L. CHAPELOT, R. FOSSIER, Le village et la maison au Moyen-Age. Parijs, 1980.
J.L. CHESTRET de HANEFFE, Histoire de la seigneurie impériale de Gronsveld, in Publications de la société historique et archéologique dans le Limbourg, 12 (1875), 3-126.
F. CLAES, Middeleeuws parochiewezen in de streek van Diest, in Eigen Schoon en De Brabander, 76 (1993), 47-55.
H. COPPEJANS-DESMEDT, De betekenis van het archief van de commissie van openbare onderstand voor de studie van de historische geografie, in J. MERTENS, Bronnen voor de historische geografie van België. Brussel, 1980, 129-143.
R. DE BOODT, e.a., Le rétable d’Oplinter-Het retabel van Oplinter. Brussel, 1999.
P.J. DEBOUXHTAY, F. DUBOIS, Histoire de la seigneurie de Nivelle-sur-Meuse et de l’ancien paroisse de Lixhe. Luik, 1935.
J. DE MAESENEER, Grondbezit en landbouwbedrijven te Meerbeke (1689-1835). Onuitgegeven licentiaatsverhandeling K.U.Leuven. Leuven, 1980.
E. DE MOREAU, Histoire de l’église en Belgique, III (L’église féodale, 1122-1378). Brussel, 1945.
A. DE RIDDER, Monographie de la ferme de ‘Maagdendaal’ à Oplinter. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling K.U.Leuven. Leuven, 1946.
F. DE RIDDER, De kaart der gilde van Oplinter, in Hageland Gedenkschriften, I (1907), 173-178.
G. DESPY, Villes et campagnes aux IXe et Xe siècles. L’exemple du pays mosan, in Revue du Nord, 50 (1968), 145-168.
G. DESPY, Les campagnes du roman pays de Brabant au moyen-âge: la terre de Jauche aux XIVe et Xve siècles. Leuven, 1981.
G. DESPY, L’exploitation des curtes en Brabant du IXe siècle aux environs de 1300, in W. JANSSEN, D. LOHRMANN, Villa-curtis-grangia. München, 1983, 185-204.
L. DESTRAIN, Histoire de l’abbaye cistercienne de Val Virginal à Oplinter durant le XIIIe siècle. Brussel, 1966.
M. de TROOSTEMBERGH, La famille de Wilre. Notice généalogique, in Hageland Gedenkschriften, (1907, I), 37-134.
M. de TROOSTEMBERGH, La famille de Wilre, in Annuaire de la noblesse Belge, (1911, I), 283-346.
M. de TROOSTEMBERGH, La famille d’Absolons, Annuaire de la noblesse Belge, (1910, I), 7-56.
M. de TROOSTEMBERGH, La famille van der Tommen, Annuaire de la noblesse Belge, I (1910), 214-245.
M. de TROOSTEMBERGH, Les sires d’Heverlé (1125-1446). Notice historique, in Annuaire de la noblesse Belge, (1910, I), 247-363.
M. de TROOSTEMBERGH, La famille de Wouters, Annuaire de la noblesse Belge, (1885, I), 280-289.
J.P. DEVROEY, Pour une typologie des formes domaniales en Belgique romane au haut moyen âge, in La Belgique rurale du moyen âge à nos jours. Mélanges offerts à jean-Jacques Hoebanx. Brussel, 1985
A. DIERKENS, Les déclarations des biens du clergé régulier et séculier des Pays-Bas Autichiens (1786-1787). Brussel, 1980.
I. DOMPAS, Fr. MAERTENS, Studie met betrekking tot de funktierenovatie van de abdijhoeve Maagdendaal te Oplinter, I-II. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling K.U.Leuven. Leuven, 1984.
H. DOUXCHAMPS, e.a., La famille de Wouters d’Oplinter-Bouchout, I-II. Brussel, 1994.
G. DUBY, L’économie rurale et la vie des campagnes dans l’occident médiéval (France, Angleterre, Empire, IXe-Xve siècle). I-II, Parijs, 1962.
G. DUBY, Hommes et structures du moyen âge, II. Seigneurs et paysans. Parijs, 1988.
F. DUSSART, Les types de parcellaire et leur répartitation en Belgique, in Bulletin de la société belge d’études géographiques, 30 (1961), 21-65.
F. DUSSART, J. CLAUDE, Les villages de ‘dries’ en basse et moyenne Belgique, in Bulletin de la société belge d’études géographiques, 44 (1975), 239-294.
F. DUSSART, Structure agraire et paysages ruraux dans la commune de Brakel, in Bulletin de la société belge d’études géographiques, 16 (1947), 35-120.
A.W. EDELMAN-VLAM, De ontwikkeling van de perceelsvormen, in Landbouwgeschiedenis, ‘s Gravenhage, 1960, 139-167.
Ch. EDELMAN, Iets over veldnamen en perceleringen, in Boor en spade, II (1948), 108-.
R. FOSSIER, Polyptyques et censiers, in Typologie des sources du moyen âge occidental, XXVIII, Turnhout, 1978.
R. FOSSIER, L’économie cistercienne dans les plaines du Nord-Ouest de l’Europe, in L’économie cistercienne. Géographies. Mutations du moyen-âge aux temps modernes. Congrés Flaran, 1983. Auch, 1983, 75-110.
R. FOURQUIN, Seigneurie et féodalité au moyen âge. Parijs, 1977.
L. GACHARD, Les seigneuries et les seigneurs en Brabant au 18e siècle. Brussel, 1872.
L. GACHARD, Notice historique sur la rédaction et la publication de la carte des Pays-Bas autrichiens par le général comte de Ferraris, in Nouveaux mémoires de l’Academie royale des sciences et belles-lettres de Bruxelles, 16 (1843). Brussel, 1843.
F.L. GANSHOF, en A.E. VERHULST, Medieval agrarian society in its prime time. France, the Low Countries and Western Germany. In M.M. POSTAN, The Cambridge economic history of Europe. I (The Agrarian Life of the Middle Ages). Cambridge, 1966, 291-339.
F. L. GANSHOF, Grondbezit en gronduitbating tijdens de vroege Middeleeuwen in het noorden van het Frankische rijk en meer bepaald in Taxandrië, in Brabants heem, VI (1954), 3-19.
L. GENICOT, La mobilité des terres au bas moyen âge et sa mesure, in Annales de la Société Archéologique de Namur, LVII (1975), 126-142.
L. GENICOT, L’économie rurale namuroise au bas moyen âge (1199-1429). I: La seigneurie foncière. Namen, 1943.
L. GENICOT, Crisis: from the Middle Ages to Modern Times. 1. France, the Low Countries and Western Germany, in Cambridge economic history of europe. I: The Agrarian life of the Middle Ages. Cambridge, 1966, 700-724.
L. GENICOT, Rural communities in the medieval west. Baltimore, 1990.
R. GEYSENS, Het domein van Kwabeek: kasteel en park, Boutersem, 1998.
PH. GODDING, Le droit foncier à Bruxelles au moyen âge. Brussel, 1965.
P. GORISSEN, De karweien der Brabantse kloosterhoeven in de veertiende eeuw, in Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, CX (1945), 1-50.
M. GYSSELING, Geschiedenis van Oostakker en Sint-Amandsberg tot 1794. Oostakker, 1974.
J. HALFLANTS, Het «hof ter Meeren» à Lubbeek, in Brabant, III (1973), 38-45.
J. HANNES, De kadastrale bronnen uit de Franse tijd en het primitief kadaster, in J. MERTENS, Bronnen voor de historische geografie van België. Brussel, 1980, 195-201.
J. HANNES, De voorbereiding van het parcellair kadaster. Een bronnenstudie, in Driemaandelijks tijdschrift van het Gemeentekrediet van België, 21 (1967), 81-90.
J. HANNES, L’atlas cadastrale parcellaire de la Belgique de P.C. Popp. Importance de cette source pour la géographie historique des communes, in Studia Historica Gandensia. Gent, 1968.
J. HANNES, Het primitieve kadaster (vóór 1840) als bron voor de studie van de plattelandseconomie. Economische geschiedenis van België. Behandeling van de bronnen en problematiek. Handelingen colloquim 17-19. XI. 1971, Ve en VIe sectie, in Archief- en bibliotheekwezen, 10 (1973), 193-201.
J.L.H. HARTMANN, De reconstructie van een middeleeuws landschap. Nederzettingsgeschiedenis en instellingen van de heerlijkheden Breust en Eijsden bij Maastricht (10e-19e eeuw). Verschenen in Maaslandse Monografieën, 44. Assen, 1986.
E. HOFFMANN, Die Entwicklung der Wirtschaftsprinzipien im Cistercienserorden während des 12. und 13. Jahrhunderts, in Historisches Jahrbuch, 31 (1910), 697-727.
L. HUYSMANS, Bijdrage tot de agrarische geschiedenis van de abdij Maagdendaal (Oplinter) en haar omgeving. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, K.U.Leuven. Leuven, 1978.
F. JACOB, De eerste kadastrale documenten als bron voor de landbouwgeschiedenis van de Kempen. Gent, 1970.
J.C.G.M. JANSEN, Heren en boeren in Limburg, 1150-1800, in Studies over de sociale en economische geschiedenis van Limburg, 27 (1982), 1-21.
W. JANSEN, Zisterziensische Wirschaftsführung am Niederrhein: Das Kloster Kamp und seine Grangien im 12-13. Jahrhundert, in W. JANSEN, D. LOHRMANN, Villa-curtis-grangia. München, 1983, 205-220.
M. JOSSE, Le domaine de Jupille, des origines à 1297. In Pro Civitate, Collection Histoire, 14, s.l.,1966.
A.P. KAKEBEEKE, Some observations about habitation and parcelling in the hamlet of Schadewijk, municipality of Eersel (north Brabant), in Geografisch Tijdschrift. Nieuwe Reeks, 2 (1968), 190-204.
P. KEMPENEERS, Oostbrabantse Plaatsnamen, 7: Oplinter, in Toponymica, Bijdragen en bouwstoffen, uitgegeven door het Instituut voor Naamkunde te Leuven, IX, 7. Leuven, 1995.
P. KEMPENEERS, Thuis in Tienen, I-III. Tienen, 1999.
P. KEMPENEERS, Tiense plaatsnamen, I-II. Tienen, 1987.
A. KRENZLIN, L. REUSCH, Die Entstehung der Gewannflur nach Untersuchungen im nördlichen Unterfranken. Frankfurt, 1961.
K. LEENDERS, Het oudste leenboek van Brabant, in Brabants heem, 29 (1977), 10-13.
L.J. LEKAI, The cistercians. Ideals and reality. Kent, 1977.
P. LINDEMANS, Geschiedenis van de landbouw in België. I-II, Antwerpen, 1952.
Machtsstructuren in de plattelandsgemeenschappen in België en aangrenzende gemeenten (12e-19e eeuw). 13e internationaal colloquim, spa, 3-5 september 1986. Handelingen. (Gemeentekredriet. Historische uitgaven. Nr 77, Brussel, 1988).
M. MARTENS, L’administration du domaine ducal en Brabant au moyen-âge (1250-1406), in Académie Royale de Belgique. Classe des ciences morales et politiques. III. Brussel, 1954.
J. MERTENS, Bronnen voor de historische geografie van België. Brussel, 1980.
E. MICHEL, Abbayes et monastères de Belgique: leur importance et leur rôle dans le développement du pays. Brussel, 1923.
J. MOLEMANS, Gids bij het historisch toponiemenonderzoek, in Miscellanea Archivistica, 43. Brussel, 1988 (ongewijzigde herdruk 1991).
F. de NAVE, Het register van denombrementen van leengoederen genaamd ‘Spechtboek’ en zijn kopie, in Archief- en bibliotheekwezen in België, 51 (1980), 78-85.
J. OCKELEY, Landboek en Primitief Kadaster, instrumenten voor de reconstructie van de agrarische structuur. Methodologie en resultaten toegelicht voor Kobbegem. Miscellanea Archivistica, 37. Brussel, 1984.
Oplinter 850. (Programmaboekje voor de viering van 850 jaar Oplinter). Oplinter, 1989.
R. RENTENAAR, Geschiedenis en nederzettingsgeografie, in Tijdschrift voor geschiedenis, 81 (1968), 1-21.
P. REPRIELS, De Cisterciënserinnenabdij Maagdendaal te Oplinter: stichtings-geschiedenis en domaniale evolutie tot 1400. (Onuitgegeven licentiaatsverhandeling). Leuven, 1966.
R. ROEHL, Plan and reality in medieval monastic economy: the cistercians, in Studies in medieval and renaissance history, 9 (1972), 81-113.
J. RUWET, Le cadastre Thérésien comme source pour la gégraphie historique de la Belgique, du Grand-Duché de Luxembourg et des régions limitrophes, in in J. MERTENS, Bronnen voor de historische geografie van België. Brussel, 1980, 172-194.
E. SABBE, De cistercienser economie, in Citeaux in de Nederlanden, III (1952), 24-51.
Seigneurs et seigneuries au Moyen Age. Actes du Congès national des sociétés savants. Section d’histoire medievale et de phililogie, 117, Clermont-Ferrand, 1992.
B.H. SLICHER VAN BATH, De agrarische geschiedenis van West-Europa. Utrecht, 1983.
M.C. TIHON, De verkoop van de nationale goederen. Brussel, 1993.
E. TIMMERMANS, Oplinter, een dorp om van te houden. Oplinter, 1989.
M.-J. TITS-DIEUAIDE, Un exemple de passage de la ministérialité à la noblesse: la famille de Wesemael (1166-1250), in Revue Belge de philologie et d’histoire, 36 (1958), 335-355.
M.-J. TITS-DIEUAIDE, Les tables des pauvres dans les anciennes principautés belges au moyen âge in Tijdschrift voor Geschiedenis, 88, IV (1975), 562-583.
L. TULKENS, Utsenaken, in De Brabantse Folklore. Tijdschrift van de Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen der Provincie Brabant, 145 (maart 1960), 40-79.
A. UYTTEBROECK, Les échevinages du roman pays de Brabant, in Revue belge de philologie et d’histoire, 46 (1968), 448-454.
A. UYTTEBROECK, Un champ d’investigation encore largement en friche: l’histoire des institutions locales, in H. DE SCHEPPER, Bronnen voor de geschiedenis van de instellingen in België. Brussel, 1977, 104-116.
R. VAN BERCHEM, La terre et seigneurie de Ranst en Brabant: morcellements et féodalisation, Geneve, 1971.
R. VAN DEN ABEELE, Grondbezit en landbouwbedrijven te Sint-Martens-Latem van de 16e tot de 19e eeuw, in Heemkring Scheldeveld, II, 1971,19-92.
A. VAN DEN KERKHOVE, Histoire de l’abbaye cistercienne de Val-Dieu à travers les siècles, dès son origine jusque’à nos jours (1215-1939). Brugge, 1939.
L. VAN DE PEER, De heerlijkheid en vrijheid Heist in de Middeleeuwen, in ‘t Zwaantje, 11 (1994), 178-226.
A. VAN DER REST, La noblesse en Brabant du XIe au XIIIe siècle. III: La famille de Crainhem, in Brabantica, VI (1962).
H. VAN DER HAEGEN, Bronnen voor de reconstructie van de agrarische structuur: landschap, bedrijven, huur- en eigendomsverhoudingen in Vlaanderen, in J. MERTENS, Bronnen voor de historische geografie van België. Brussel, 1980, 113-128.
J. VAN DER VELPEN, Geschiedenis van Hoegaarden, Leuven, 1959.
P. VAN DE WALLE, Oude maten, gewichten en muntstelsels in Vlaanderen, Brabant en Limburg. Gent, 1984.
E. VAN ERMEN, D. VERHELST, De cisterciënzerinnen in het hertogdom Brabant, in Historica Lovaniensia, 247, Leuven, 1992.
E. VAN ERMEN, De familie van Wezemaal (ca 1166-1464): een synthese van drie eeuwen familiegeschiedenis, in De Adel in het hertogdom Brabant (Centrum Brabantse Geschiedenis. UFSAL Brussel). Brussel, 1985, 45-73.
E. VAN ERMEN, De heren van Wezemaal (1166-1464). Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, K.U.Leuven. Leuven, 1978.
E. VAN ERMEN, De landelijke bezittingen van de heren van Wezemaal in de Middeleeuwen. I: Tot de dood van Jan I (1166-1417), in Belgisch Centrum voor landelijke geschiedenis- Centre Belge d’histoire rurale, 68. Leuven, 1982.
E. VAN ERMEN, Feodaal-heerlijke verhoudingen en territoriale patronen in het middeleeuwse hertogdom Brabant (12e-14e eeuw), met bijzondere aandacht voor de regio Leuven. Onuitgegeven doctoraatsverhandeling, KULeuven. Leuven, 1989.
E. VAN ERMEN, Heerlijkheden in het hertogdom Brabant in de 13e eeuw, De Brabantse Folklore, 253 (1987), 44-70.
S. VAN LANI, Abdij van ‘t Park: Pachthoeven en landbouwdomein. Brussel, 1999.
J. VAN ROMPAEY, De heerlijkheid als heem van onze voorouders, in Ons Heem, 29 (1975), 135-153.
J. VERBESSELT, Het kadaster, studiebron voor dorpsgeschiedenis, in Eigen Schoon en De Brabander, 69 (1986), 129-156, 281-318, 395-414.
J. VERBESSELT, De oudste Brabantse adel en feodaliteit, (De Adel in het hertogdom Brabant, 9-43. Centrum Brabantse Geschiedenis. UFSAL Brussel). Brussel, 1985.
J. VERBESSELT, Het kadaster: bron voor dorpsgeschiedenis. Gooik, in Eigen Schoon en de Brabander, 52-53 (1991).
J. VERHELST, De documenten uit de ontstaansperiode van het moderne kadaster en van de grondbelasting (1790-1835). Brussel, 1982.
J. M. VERHOEFF, De oude Nederlandse maten en gewichten. Amsterdam,1983.
A. VERHOEVE, Bodemkaart en landboek in een landschapsgenetisch perspectief, in J. MERTENS, Bronnen voor de historische geografie van België. Brussel, 1980, 241-254.
A. VERHULST, De historische geografie in België en haar ontwikkeling sedert 1930, in J. MERTENS, Bronnen voor de historische geografie van België. Brussel, 1980, 21-34.
A. VERHULST, De Sint-Baafsabdij te Gent en haar grondbezit (7e-14e eeuw) in Verhandelingen der Koninklijke Vlaamse Academie van België, 30.. Brussel, 1958.
A. VERHULST, Het sociaal-economische leven circa 1000. Landbouw, in Algemene Geschiedenis der Nederlanden, I (1981), 166-182.
A. VERHULST, Kadastrale archieven en plaatselijke geschiedenis, in Cultureel Jaarboek van de Provincie Oost-Vlaanderen, Gent, 1954.
L. VERRIEST, Questions, d’histoire médiévale. Noblesse. Chevalerie. Lignages. Condition des biens et des personnes. Seigneurie. Ministérialité. Bourgeoisie. Echevinages. Brussel, 1959.
M. de WAHA, Recherches sur la vie rurale à Anderlecht au moyen âge. Brussel, 1979.
Fr. WASTIELS, Het zegel als bron voor institutionele prosopografie: het zegelbestand van de abdij Maagdendaal te Oplinter (1219-1638). Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, K.U.Leuven. Leuven, 1998.
A. WAUTERS, La Belgique ancienne et moderne. Géographie et histoire des communes belges. Province de Brabant. Canton de Tirlemont, I-II. Brussel, 1963. (Herdruk 1875).
A. WAUTERS, La Belgique ancienne et moderne. Géographie et histoire des communes belges. Province de Brabant. Ville de Tirlemont. Brussel, 1963. (Herdruk 1874).
M. YANS, Evolution d’un domaine cistercien. La ferme de Thiribu à Forville, in Bulletin de l’institut archéologique liégeois, 82 (1969-1970), 1-95.
A. ZOETE, De documenten in omloop bij het Belgisch kadaster (1835-1975), in Miscallanea archivistica XXI. Brussel, 1979.
4. Doorgenomen tijdschriften en reeksen
Bijdragen tot de geschiedenis, bijzonderlijk van het aloude hertogdom Brabant. Antwerpen, 1 (1902)-13 (1914). Sedert 1922 jg. 14, als Bijdragen tot de Geschiedenis.
Brabantse Folklore, Brussel, 1 (1921)-.
Eigen Schoon en de Brabander. Tijdschrift van het geschied- en oudheidkundig genootschap van Vlaams-Brabant. Verscheen als Eigen Schoon van 1911-1914, en als De Brabander van 1919-1925. Samen sinds jg. 9 (1926)-.
Hagelands Gedenkschriften, Tienen, 1907-1929.
Thiunas. Folkore en geschiedenis van Thienen en omstreken. Tienen, 1927-1943.
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |