De Tweede Wereldoorlog in Middelkerke. Een korte aanfluiting van het democratisch bestuur. (Stefaan Ingelbrecht)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Algemeen Besluit

 

Men kan zich nu de vraag stellen of de oorlog een breuk vormde in Middelkerke.  Op politiek vlak is het antwoord neen.  Eenmaal de gemeente bevrijd was, namen de liberalen het bestuur weer in handen.  Ze zetten hun vooroorlogse electorale successen verder.  Alhoewel de liberalen tussen 1952 en 1964 verdeeld waren, bleven ze de gemeentepolitiek domineren.  Het was altijd één van beidde liberale families die de burgemeester mocht afleveren.  De bevolking gaf duidelijk de voorkeur aan liberalen.  Toch werd de gemeentepolitiek in grote mate gedragen door individuen in plaats van partijen.  De liberalen hadden de sterkste kandidaten in hun rangen.  De kandidaten waren hoofdzakelijk zelfstandige ondernemers of personen met een vrij beroep.  Zij hadden zich in de loop der jaren verrijkt via hun beroepsactiviteit.  De liberale kandidaten stonden daardoor in hoog aanzien bij de Middelkerkse bevolking.  De liberalen konden rekenen op een lange electorale traditie.  Deze ging terug tot de opkomst van het toerism.  Toen vestigden zich de eerste ondernemers zich in de gemeente.  De politieke krachten die zich rond liberalen bewogen, leidden een meer wisselvallig bestaan.

 

De katholieken hadden voor de Tweede Wereldoorlog altijd mee gedaan aan de verkiezingen.  Na de oorlog was er minder continuïteit in de verkiezingsdeelname.  In 1952 kwamen ze niet op.  De katholieken waren verdeeld tussen een rechtse, praktiserende vleugel en een meer gematigde vleugel.  De meeste stemmen en zetels gingen naar de gematigde katholieken.  Voor de fusie heeft de CVP geen rol van betekenis gespeeld.  Het was pas na de fusie dat de CVP in Groot-Middelkerke een belangrijkere rol opnam.  Hun kiezers bevonden zich echter niet in Middelkerke, maar in de andere deelgemeenten.

 

Voor de socialisten geldt hetzelfde als voor de CVP.  Zij namen voor het eerst deel aan de verkiezingen in 1938.  Ze konden niet rekenen op een politieke traditie.  In 1946 waren ze nergens te bespeuren.  Het was pas in 1964 dat de socialisten hun eerste zetel haalden.  Van dan af aan konden ze rekenen op een zekere aanhang.

 

Zowel de katholieken, socialisten als gelegenheidslijsten konden de macht van de liberalen niet breken.  Dit gebeurde pas toen de Volksunie, onder de naam van de Stem van het Volk, opkwam in 1970.

 

De terugkeer van Inghelram wijst erop dat de oorlog geen diepe sporen heeft achtergelaten in het politieke landscha.  Inghelram zijn korte oorlogsbestuur was één van de redenen die zijn terugkeer mogelijk maakten.  In september 1943, toen Inghelram burgemeester werd, was het oorlogstij al gekeerd.  De geallieerden waren aan de winnende hand.  Dit heeft meegespeeld bij het bestuur van Inghelram.  Hij hield zich kalm.  Vanaf juni 1944 ontstond er een soort windstilte.  Middelkerke wachtte tot het bevrijd werd.  De andere vooraanstaande collaborateurs hielden zich eveneens rustig.  Ze waren lid van Duitsgezinde organisaties, maar daar bleef het bij.  Ze verklikten geen inwoners.  Inghelram moest na de oorlog geen rekenschap afleggen voor zijn of hun daden.

 

De bevolking heeft de oorlog goed doorstaan.  Er werd weinig honger geleden.  De overvloed aan haring zorgde voor de nodige calorieën.  Er was voldoende werk tijdens de bezetting.  De inwoners konden aan het werk in de visserij of bij de oprichting van vestingwerken aan de kust.  De verarming werd hierdoor grotendeels opgevangen.  Door de aanwezigheid van vele Duitse militairen bleven de mensen rustig.  Ze waren constant op hun hoede voor uitspraken of daden die hen in de schijnwerpers zouden kunnen plaatsen.  Dit had als gevolg dat de collaborateurs zich rustig hielden.  Ze werden niet op de tenen getrapt en wraakacties of represailles bleven uit.  Het kleine aantal verzetslui en het geringe aantal acties zorgde ervoor dat de meeste buiten schot bleven.

 

Ondanks alles heeft de oorlog een diepe indruk nagelaten op de inwoners van Middelkerke.  In de eerste plaats bij de families en gezinnen waar een dode te betreuren was.  Er stierven 90 Middelkerkenaars als gevolg van de oorlog.[428]  Hieronder bevonden zich 64 burgers.  Zes Middelkerkse soldaten stierven tijdens de vijandelijkheden.  Twintig mensen stierven als gevangene of als verplicht tewerkgestelde.  Ze stierven ofwel in Duitsland ofwel thuis als gevolg van de ontberingen die ze hadden geleden.  Dit betekent dat 2,5 % van de bevolking tengevolge van de oorlog gestorven is.  Wat veel is.  Naast oorlogsslachtoffers was er heel wat schade door bombardementen en mijnontploffingen.  De bevoorrading zorgde voor heel wat ergernis.  Zo ook de opeisingen.  De Middelkerkenaars konden gedurende vier jaar niet zeggen of doen wat ze wilden.  De oorlog blijft dan ook voor velen een referentiepunt.

 

Noch Inghelram, noch andere collaborateurs werd iets verweten voor deze zaken.  Er was te Middelkerke geen anti-Vlaamsgezinde houding na de bevrijding.  De inwoners namen blijkbaar genoegen met de straffen die de krijgsraden uitspraken.  Er was voor de oorlog al een zekere aanhang bij de Vlaamsgezinden.  Hoewel de Vlaams-nationalisten de verkiezingen verloren, konden ze toch vier van de elf zetels binnenrijven.  Het grote aantal leden van het VNV en de DeVlag getuigden ook van een Vlaamsgezinde strekking in Middelkerke.

 

In 1970 kwam deze strekking tot uiting met de verkiezing van Inghelram.  Al moet worden opgemerkt dat de Stem van het Volk in de beginperiode geen pure Vlaamse lijst was.  Er deden heel wat katholieke kandidaten mee.  Van een echte Volksunie lijst kon men maar spreken vanaf 1982.

 

Inghelram profiteerde van het wegvallen van drie liberale kopstukken.  Hierdoor trokken de Gemeentebelangen voor het eerst met een zwakke lijst naar de verkiezingen.  Als voormalig collaborateur had Inghelram zich weer helemaal geïntegreerd in de Middelkerkse samenleving.  Hij was een gerespecteerd zakenman en bouwde het Davidsfonds onder zijn voorzitterschap uit tot een grote organisatie.  Hij was niet de enige voormalig collaborateur die zich weer integreerde in de gemeenschap.  Ook Jules De Cuman en Jerome Baeckelandt slaagden daar in.  Hun politieke successen waren daar een getuige van.  Toch zijn niet alle wonden van de collaboratie geheeld.  Sommige families spreken nog altijd niet met elkaar.

 

Het was niet de oorlog, maar de verkiezingen van 1970 die voor een breuk zorgde in de Middelkerkse politiek.  Deze verkiezingen maakten een einde aan vijftig jaar liberaal burgemeesterschap.  Ze waren het begin van dertig jaar Volksuniebestuur.  De Volksunie bleef maar groeien en boekte steeds grotere electorale successen.  De oorzaken waren een goed uitgebouwde werking en organisatie.  De Volksunie kon steeds enkele heel sterke kandidaten op haar lijst plaatsen en de gekozenen deden veelvuldig aan openbaar dienstbetoon.  1988 werd het hoogtepunt en tegelijk het keerpunt.  De partij raakte verdeeld en er was een onderlinge machtsstrijd onder de mandatarissen, met beperkte resultaten in 1994, 1995 en 2000 als gevolg.

 

De oorlog moet op politiek vlak aanzien worden als een tijdelijke onderbreking.  De vooroorlogse machtsverhoudingen werden na de bevrijding weer opgenomen.  De liberalen zetten hun opmars verder.  In 1970 werd deze onderbroken door het verlies van hun kopstukken.  Ze kwamen in de oppositie terecht.  In 1976 waren de liberalen al weer helemaal terug.  Ze bleven groeien en zetels bijwinnen tot en met de laatste verkiezingen in 2000.

 

Op economisch vlak was de oorlog ook slechts een onderbreking van vooroorlogse tendensen.  Het toerisme was de landbouw aan het verdringen als belangrijkste economische sector.  De bezetting bracht de landbouw tijdelijk weer op het hoogste schavot, maar vanaf 1945 werd de vroegere evolutie verder gezet.  Het toerisme en de kleine en middelgrote ondernemingen verdrongen de landbouw als voornaamste bron van inkomsten.

 

Tijdens de redactie van de scriptie kwam geregeld aan het licht dat sommige zaken nog onduidelijk en onderbelicht bleven.  Verder onderzoek is dan ook gewenst.  Het culturele leven tijdens de bezetting werd niet onderzocht.  Het nam evenwel een belangrijke positie bij de inwoners van Middelkerke.  De aard, samenstelling en continuïteit van de electorale achterban werden evenmin onderzocht.  De lokale werking en interne keuken van de verschillende partijen kunnen wellicht vele politieke evoluties en krachtsverhoudingen helpen begrijpen.  De scriptie is vooral beschrijvend.  In de onderzochte bronnen werden weinig motivaties of redenen gevonden die keuzes en handelingen konden verklaren.  Tenslotte is een comparatief onderzoek met andere gemeenten, zowel in als buiten het kustgebied, aan te raden.  Ik ben er van uitgegaan dat de kuststreek een eigen entiteit vormde tijdens de bezetting.  De strategische waarde, het spergebied en de voedselbevoorrading zorgden ervoor dat de kust een eigen karakter had.  Of dit eigen karakter is blijven voortleven na de oorlog blijft een open vraag.  Met een comparatief onderzoek kan nagegaan worden hoe uniek de situatie in Middelkerke was.  Gebeurde het meer dat de oorlogsburgemeester terug ten tonele verscheen na de oorlog of was het eerder een zeldzaamheid?  Waren de omstandigheden van de terugkeer vergelijkbaar?  Tijdens de leesfase van het onderzoek werd alvast één geval vastgesteld waar de oorlogsburgemeester eveneens een geslaagde comeback maakte.[429]

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[428] BARRA Jean-Marie, LYNNEEL Walter, VAN TROOSTENBERGHE Ronny.  Ze waren erbij maar … Oorlogslachtoffers met betrekking tot de deelgemeenten van Middelkerke.  Middelkerke, Graningate, 1996, p. 107

[429] VERSTRAETE Puck.  Omgaan met de oorlog: onderzoek naar de verwerking van het oorlogsverleden in de Oost-Vlaamse gemeente Stekene. Gent, RUG (onuitgegeven licentiaatverhandeling), 2000, 221p.