Het aidsbeleid van de Zuid-Afrikaanse regering Mbeki. (Daan Sanders)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

1. Inleiding.

 

Op mijn zoektocht naar een onderwerp voor dit eindwerk kwam ik uit interesse al snel terecht bij de themata die Prof. Dr. A. Walraet voorstelde in de thesisbrochure.  Het land Zuid-Afrika boeit me immers reeds verschillende jaren.  Vorig jaar volgde ik in de aanvullende studie Internationale Politiek aan de UIA al een keuzevak die de geschiedenis van Zuid-Afrika onder de loep nam, maar dit jaar wilde ik het over een andere boeg gooien en een recent Zuid-Afrikaans thema bestuderen.  Het was een reportage van de BBC van Allan Little, uitgezonden op Panorama eind november, die mijn keuze vastlegde.  Deze reportage handelde over de mysterieuze babyverkrachtingen die aan de gang zijn in bepaalde arme, voornamelijk rurale regio’s van Zuid-Afrika en die een enorme golf van protest en media-aandacht op gang brachten.  Alhoewel kinderverkrachtingen schering en inslag zijn in Zuid-Afrika en vaak verschillende oorzaken aan de grondslag liggen van een dergelijke misdaad, ging Allan Little in op de mythe die leeft onder bepaalde arme Zuid-Afrikanen en verspreid door bepaalde traditionele dokters dat seks met een maagd een aidslijder van zijn ziekte kan genezen[1].  De BBC-reportage choqueerde me vooral omdat het aantoonde hoe de aidsepidemie in Zuid-Afrika het morele besef van mensen aantast en hen zo kan aanzetten tot dergelijke monsterlijke gruweldaden.            

Daarom besloot ik om me te verdiepen in de aidsproblematiek van Zuid-Afrika.  Aangezien dit thema veel te ruim is, moest het toch enigszins afgebakend worden.  Na het lezen van enkele inleidende artikels over deze problematiek en na wat wikken en wegen, nam ik de beslissing om het aidsbeleid van de regering Mbeki van dichterbij te bekijken.      

 

Het onderwerp van deze scriptie is dus het aidsbeleid onder de regering Mbeki.  De probleemstelling betreft niet alleen het evalueren van dit beleid maar ook de evoluties van dit beleid gedurende de laatste bijna 4 jaar te schetsen.  Hierbij is het niet alleen belangrijk om de handelingen van de regering zelf onder de loep te nemen, maar ook de verschillende andere actoren die een invloed uitoefenen op de regering (aidsactivisten, bedrijfswereld, leden binnen het ANC zelf, enz.).  Deze spelen immers een niet onaanzienlijke rol.     

Het is tevens niet onze bedoeling om in te gaan op de medische kant van AIDS.  Alleen als  dit noodzakelijk is bij het behandelen van bepaalde aspecten van het beleid, wordt dit gedaan.  

 

Dit eindwerk wordt ingedeeld in twee hoofdstukken.  Vooreerst worden enkele algemene zaken rond HIV/AIDS en de socio-economische gevolgen van deze ziekte toegelicht.  Dit hoofdstuk werd opgesplitst in drie onderdelen. Een eerste inleidend deel handelt over enkele medische aspecten van HIV/AIDS.  Het antwoord wordt er gegeven op enkele vragen zoals: wat is AIDS, wat is HIV, wat zijn de verschillende stadia, hoe en waar is de ziekte ontstaan en wat zijn de manieren waarop men besmet kan worden?  In een tweede deel worden de demografische aspecten en gevolgen van AIDS in Zuid-Afrika besproken.  De aantallen HIV-geïnfecteerde Zuid-Afrikanen, algemeen maar ook de percentages en aantallen per leeftijdsgroep, ras, provincie, enz.  komen eerst ter sprake.  Daarna gaan we in op de redenen van de hoge HIV-besmettingsgraad in Zuid-Afrika en de impact van AIDS op de sterftecijfers, de kindersterfte, de levensverwachting, de bevolkingsgroei en de bevolkingsstructuur met aandacht voor de positie van de vrouw en de aidswezen.  Een laatste deel gaat over de socio-economische impact van AIDS in Zuid-Afrika.  Hier focussen we ons op de stigmatisering en discriminatie van HIV-geïnfecteerde mensen, de impact van AIDS op de armoedeschaal, de implicaties voor enkele macro-economische indicatoren zoals groei, arbeid, sparen, e.a., en tenslotte de invloed van AIDS op enkele sectoren zoals de bedrijfswereld, de landbouw en het onderwijs.    

In het tweede hoofdstuk van deze scriptie wordt vervolgens ingegaan op het aidsbeleid zelf van de regering Mbeki.  Ook dit hoofdstuk werd opgesplitst in drie delen.  Een eerste deel gaat in op de verschillende instellingen die actief betrokken zijn bij de poging tot bestrijding van de aidsepidemie.  In een tweede deel behandelen we kort enkele aspecten van het aidsbeleid voor Thabo Mbeki aan de macht kwam in 1999, met aandacht voor de laatste jaren van de apartheid, voor de overgangsperiode 1990-1994, maar vnl. voor de periode van het presidentschap van Nelson Mandela.  Het derde deel en veruit het belangrijkste deel van de gehele scriptie heeft het vervolgens over het eigenlijke onderwerp, nl. het aidsbeleid onder de regering Mbeki.  Hierin gaan we na een korte uitleg over het vijfjarig strategisch aidsplan dat tot 2005 geldig is, ten eerste in op de aidsvisie van president Mbeki en zijn vertrouwelingen.  Wat houdt dit in, in welke mate is dit controversieel en stemt dit overeen met het strategisch aidsplan, vanwaar haalt Mbeki deze visie, wie steunen hem in deze visie, wie zijn de critici en waarom leveren ze kritiek, wat zijn de recente ontwikkelingen, zijn de voornaamste vragen waarop we een antwoord proberen te geven.  Vervolgens wordt uitvoerig aandacht besteed aan de twee voornaamste onderdelen van het aidsbeleid, nl. preventie en behandeling.  Wat preventie betreft, gaan we in op de bewustmakingscampagnes en andere vormen van educatie, de condoomverspreiding, het gebruik van antiretrovirale geneesmiddelen of aidsremmers bij de overdracht van HIV van moeder op kind (met hierin ruim aandacht voor de problematiek van de generische geneesmiddelen), het gebruik van aidsremmers bij verkrachte personen, HIV-testen, en het onderzoek naar een aidsvaccin.  Bij de behandeling worden drie aspecten belicht: de antiretrovirale behandeling bij personen met HIV/AIDS, het belang van een goede voeding en de behandeling van infecties die in relatie staan met AIDS.  Tot slot gaan we nog in op de motieven van Mbeki en zijn aanhangers om een dergelijk aidsbeleid te voeren of aidsvisie te hanteren.          

 

Wat de literatuur betreft voor dit eindwerk, werd op verschillende bronnen beroep gedaan.  Ten eerste werden heel wat kranten (zowel Zuid-Afrikaanse als buitenlandse) bekeken.  Eén van de belangrijkste was ongetwijfeld de ‘Mail&Guardian’.  Deze Zuid-Afrikaanse krant staat immers bekend voor kritische artikels m.b.t. AIDS.  Verder kwamen ook artikels uit De Standaard, The Guardian, De Morgen, Le Monde Diplomatique en The Washington Post van pas voor mijn onderzoek.

Een tweede bron was zeker en vast het internet.  Op dit kanaal werd niet alleen gezocht op wetenschappelijke sites, maar ook op de regeringssites, sites van NGO’s die zich bezighouden met de aidsproblematiek (zoals TAC, aidsconsortium, Artsen Zonder Grenzen, enz.) en sites van internationale organisaties (zoals de WHO en UNAIDS).

Een laatste maar zeer belangrijke bron waren boeken en artikels uit wetenschappelijke tijdschriften.  Zo is de uitgave van African Studies van juli 2002 volledig gewijd aan AIDS in Zuid-Afrika.  Voorts werden de New African, Politikon, African Affairs, e.a. uitgeplozen op zoek naar artikels m.b.t. AIDS en zijn verschillende algemenere boeken geraadpleegd.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

[1] TG, “Aidsmyth drives South African baby-rape crisis ‘due to aids myth’”, 03/11/2001; A. LITTLE, BBC-reportage over babyverkrachtingen in Zuid-Afrika (aangepast door Panorama), uitgezonden op canvas op 24/11/2002, duur: 45 min; M&G, “The reality behind child rape”, 08/11/2002; DS, “Zuid-Afrikanen verkrachten meisjes als middel tegen aids”, 08/11/2001.