God en Goud. De situatie van de lombarden in de Zuidelijke Nederlanden van de zestiende eeuw. (Sébastien Conard)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Voorwoord

 

Als ik één reden zou moeten noemen waarom ik geschiedenis ben gaan studeren dan is het de volgende; ik vroeg me af hoe we zover waren gekomen, hoe de mensheid het voor mekaar had gekregen zo’n complexe wereld uit te bouwen. Dit is waarschijnlijk een eenvoudige vraag die vele studenten geschiedenis en anderen zich stellen. Ik had dan ook vlug belangstelling voor de oorsprong van het kapitalisme, laat ons zeggen die “beschavingsvorm” die ons heden bepaald. Wanneer en hoe was het tot ontplooiing gekomen? Daarom interesseerde mij de ontwikkeling van de kapitalistische mentaliteit bij de stedelijke, commerciële groepen, doorgaans voorgesteld als de voorbodes van die nieuwe maatschappijvorm. Drs. Thijs Lambrecht bracht me op de hoogte van het geestelijk testament van de lombard Lowys Porquin. Door op dit voorstel in te gaan kwam ik op het spoor van de zestiende-eeuwse lombarden en stelde ik vast dat het onderwerp mij lag. Bovendien was hier weinig over geschreven. Mijn keuze was bijgevolg gemaakt.

 

Ik wil prof. dr. Hilde de Ridder-Symoens en drs. Thijs Lambrecht bedanken. Hilde de Ridder-Symoens ontfermde zich over de ietwat radeloze student die ik was toen ik al enkele maanden terug was van een jaar Erasmus en de weg naar de licentiaatsverhandeling een beetje kwijt was. Zonder het aanbod van Thijs Lambrecht, zijn onmisbare bijdragen en zijn voortdurende raadgeving was er van deze scriptie geen sprake, of op zijn minst niet dit jaar. Beiden schiepen tot op het einde de meest gunstige omstandigheden om dit werk op één jaar te realiseren. Daarom, hartelijk bedankt. Vervolgens bedank ik Michel Oosterbosch en Harald Deceulaer van het Algemeen Rijksarchief in Brussel. Ze brachten op enthousiaste wijze interesse op voor dit onderwerp en maakten de gebruikte archiefstukken van de Audiëntie en de Grote Raad van Mechelen toegankelijk. Ik wil ook dra. Anuschka De Coster bedanken om in het kader van de lessen Historische Kritiek mij het aspect “vreemdelingen” i.v.m. de lombarden te laten ontwikkelen. Mijn attentie gaat tevens naar dr. Anne-Laure Van Bruaene en prof. dr. René Vermeir voor hun aanwijzingen i.v.m. respectievelijk de rederijkers en de gewoonten en gebruiken in rechtszaken voor de Grote Raad van Mechelen.

 

Hoe zou ik mijn naaste vrienden kunnen vergeten? Ze steunden mij door dik en dun en delen al zolang mijn vreugde en mijn verdriet. Omdat ze er zijn en voor hun hulp bij de redactie bedank ik heel erg Delphine Opstaele, Koen Ghesquiere en Pieter-Jan Beelaerts. Ik sluit dit voorwoord graag af met een diepe dankgetuigenis aan mijn moeder. Zonder haar was ik nooit zover gekomen. Ze maakte het mogelijk deze studies te volgen en liet mij altijd de ruimte om mij op alle vlakken te ontplooien.

 

Aan allen, bedankt!

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende