Analyse en situering van het verzet in de stad Kortrijk: 1940-1944. (Petra Demeyere) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
Algemeen besluit
In onze inleiding stelden we twee hoofddoelstellingen op voor deze studie. Enerzijds proberen we een beeld te schetsen van de modale verzetsman en-vrouw, anderzijds trachten we na te gaan of het verzet daadwerkelijk is ontstaan uit groepen uit de politieke marge en of ze daar, na de oorlog daadwerkelijk weer in belandden.
Voor onze eerste opzet verwijzen we naar de statistische analyse. We behandelen hier enkele “topics”, voor de rest vinden we een specifiek besluit bij iedere grafiek in de statistische analyse. Hieruit is gebleken dat het Kortrijkse verzet al heel vroeg van de grond gekomen was. Vooral in het midden van 1940, begin 1941 ontstonden de groeperingen. De stichting van de sluikpersgroep B.A.T.-B.V.A. kwam er onder impuls van Gabriël Devos en de leden waren grotendeels afkomstig uit de socialistische kringen.
Ook het OF had zijn wortels in linkse middens. André Verhaeghe, secretaris sinds 1938 van de plaatselijke BWP-afdeling, was de drijvende kracht achter de ontstaansgeschiedenis van het Kortrijkse OF. Hij zocht naar personen in zijn omgeving die de bezetter op elk vlak wilden tegenwerken. Daartoe vond hij de medewerking van Walter Debrock, een links socialist uit Oostende. In de lente van 1941 bracht deze laatste Verhaeghe in contact met de al vroeger ontstane groep rond Olivier Laporte, stichter van de plaatselijke KP-afdeling. Tot deze groep behoorden eveneens Werner Vandenborre en Stanislas Vanhaverbeke, beiden fervent communist. We kunnen dus stellen dat de kopstukken van dit eerste verzet overtuigd socialist of communist waren, en dat deze groep samen met B.A.T.-B.A.V. het grootste aantal links-gezinden leverde. Daarnaast werden er ook contacten gezocht met liberalen, zoals Marie-Louise Lottin en Valeer Tahon.
In een katholiek bastion als Kortrijk, laat deze partij het in de weerstand afweten. Hoewel we niet met zekerheid kunnen zeggen dat er geen katholieken betrokken waren bij de stichting van het verzet, is het aantal leden echter miniem. Indien er dan toch katholieken aanwezig waren, werden deze vooral geleverd door de voorlopers van het Geheim Leger. Naarmate de oorlog ten einde liep en de krijgskansen van de Geallieerden keerden, sloten nieuwe leden zich bij de verschillende organisaties aan. De periode van januari tot april 1944 scoorde het hoogst. Vanaf dan wordt het moeilijker om de politieke oriëntatie van de verschillende verzetsbewegingen aan te duiden. De meeste organisaties waren aan het einde van de oorlog meer pluralistisch geworden. Iedereen van diverse strekkingen sloot zich bij een of andere verzetsorganisatie aan met het doel de Duitsers zo vlug mogelijk te verdrijven. Van enige politieke geëngageerdheid was er niet echt sprake meer.
Opvallend is ook dat het grootste ledenaantal van de weerstanders erg jong was. Daarnaast waren de leidersfuncties vooral in handen van iets ouderen. Toch hadden de meesten de kaap van dertig jaar nog niet bereikt. De verklaring hiervoor lag in het feit dat het Koninklijk Atheneum van Kortrijk een broeihaard van verzet was. De studenten waren lid van het Onafhankelijkheidsfront, de Witte Brigade, B.A.T.-B.V.A. en Het Nationaal Legioen. Sommigen waren zelfs lid van verschillende verzetsorganisaties tegelijk. Het verzet in Kortrijk entte zich vooral op een bestaande instelling, die op haar beurt een ideale rekruteringsbasis was. We kunnen hier de vraag opwerpen of het sterke, misschien zelfs overdreven, idealisme dat meestal tekenend is voor jongeren, de drijfmotor was voor de toetreding tot het verzet? Indien de leden gehuwd waren en eventueel kinderen hadden, bleek zelfs dat de gezinssituatie de verzetslui niet weerhouden heeft om tot het verzet toe te treden.
Het beeld van de modale verzetsman-of vrouw blijkt na vergelijking met gelijkaardige studies geen uitzondering op de regel te zijn. De hypothese dat het verzet er in een stad eventueel anders zou uitgezien hebben, blijkt in dit geval niet te kloppen.
Indien we willen nagaan in hoeverre het verzet ontstaan is uit groepen uit de politieke marge, schetsen we eerst het sociaal en vooral politiek kader kort voor, tijdens en na de oorlog. Kortrijk was voor de Tweede Wereldoorlog gekenmerkt door een katholieke hegemonie. Deze partij bleef, behoudens het liberale intermezzo van 1855 tot 1864, ononderbroken aan de macht. Tijdens de oorlog deed de Nieuwe Orde een greep naar de plaatselijke macht. De burgemeester werd vervangen door de VNV’er Luciaan Rijckeboer en drie schepenen werden afgezet. Hun plaatsen werden eveneens ingenomen door VNV’ers. De stadssecretaris, Louis Desmet, was lid van de DeVlag. Ondertussen waren er in Kortrijk verschillende verzetsbewegingen ontstaan, die weerwerk boden tegen de Duitse bezetter. Vooral de sluikpers vervulde in Kortrijk een belangrijke rol en zette aan tot sabotage tegen de Duitsers. De meeste kopstukken en leden van de verschillende verzetsorganisaties hadden voordien geen belangrijke sociale en politieke rol vervuld. Alleen de stichters en de leden van het Onafhankelijkheidsfront hadden op de een of andere manier hun stempel gedrukt op het vooroorlogse politieke leven van Kortrijk.
Tijdens de bevrijdingsdagen speelden het Geheim Leger en het Onafhankelijkheidsfront een grote rol in de gevechten tegen de Duitsers. Daarbij verloren acht weerstanders het leven. Vooral het Onafhankelijkheidsfront legde, in samenspraak met het herstelde gemeentebestuur, zijn taak toe op de ordehandhaving van de stad. Het Zuiveringscomité was vooral in handen van een persoon, die later geen actief lid van de weerstand bleek te zijn. De lijsten van vermeende collaborateurs werden door het Onafhankelijkheidsfront al tijdens de bezetting opgesteld. Deze organisatie zorgde ervoor dat geen enkele “zwarte” aan de mazen van het net ontglipte.
Toch kunnen we stellen dat de straatrepressie niet het werk was van de Kortrijkse verzetsorganisaties en “de weerstanders van het eerste uur”. Ten eerste was het ontstane “machtsvacuüm”, na het vertrek van de Duitsers, vlug opgevuld door het vooroorlogs bestuur. Het herstel van het gezag leidde ertoe dat de vernielzucht grotendeels ingetoomd werd. Ten tweede was de woede van de bevolking ten opzichte van de bezetter en de Nieuwe Orde-gezinden zo sterk, dat veel van de baldadigheden door mensen werden gepleegd, die nooit tot het verzet hadden behoord. Ten derde is het zo dat het aantal leden in 1944 zo groot was geworden, dat de leiders iedere controle over hen verloren hadden. Indien tijdens de bevrijdingsdagen door de weerstanders roekeloos te werk werd gegaan, kunnen we deze acties grotendeels toeschrijven aan de “weerstanders van het laatste uur”. Als laatste bleek dat het vooral verzetslui uit Moeskroen waren die tijdens de bevrijdingsdagen niet in toom konden gehouden worden en de stad met hun acties “terroriseerden”. We kunnen stellen dat de acties tegen de bezetter en Nieuwe Orde-gezinden eerder kunnen toegeschreven worden aan het klimaat van iedere “fin-de-guerre”, dan aan de verzetsorganisaties.
Alhoewel het Onafhankelijkheidsfront tijdens de bezetting en bevrijdingsdagen een belangrijke rol had vervuld, kon het zijn sterke positie niet consolideren. De naoorlogse gemeenteraadsverkiezingen waren daarvan een emanatie. De verzetslui van de verschillende organisaties konden geen enkele politieke doorbraak forceren. Alleen de liberaal Valeer Tahon zetelde in de naoorlogse gemeenteraad. Hierbij moeten we wel indachtig blijven dat hij die ook al had voor de oorlog. We kunnen volgende vraag opwerpen: heeft hij deze zetel verkregen door zijn betrokkenheid in het verzet of was hij verkozen omdat hij het vertrouwen van de Kortrijkse bevolking door zijn eerder bewezen politieke diensten niet had beschaamd? We menen dat deze laatste factor doorslaggevender was. We kunnen dus besluiten dat de groepen waaruit het verzet was ontstaan, met uitzondering van Valeer Tahon, terug in de politieke marge verdwenen en geen enkele rol meer speelden in het naoorlogse politieke leven.
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |