Katanga in wereld-systeemperspectief. (Lieven Van der Straeten)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

BESLUIT

 

De theorie van Wallerstein blijkt wanneer men ze toepast op Katanga in grote mate te kloppen zoals blijkt uit het onderzoek naar de incorporatie en de periferisering.

 

Om de incorporatie van Katanga te bepalen wordt van een groter geheel, Kongo, uitgegaan. Aan alle vier de criteria om van incorporatie te kunnen spreken is pas aan het einde van de jaren ’60 voldaan.

 

De creatie van grotere beslissingseenheden vindt plaats in de jaren ’20 en ’30. De beslissingseenheden in de palmolieproductie en de katoenproductie worden groter onder impuls van de introductie van grote buitenlandse ondernemingen in Kongo (b.v. Unilever) of door de creatie van nieuwe ondernemingen door de overheid (b.v. Cotonco). De controle op de voedselproductie door de overheid in de jaren ’30 brengt ook in deze sector een rationalisatie en een vergroting van de beslissingseenheden met zich mee.

Vanaf de jaren ’20 beschikt men in voldoende mate over kapitaal en grondstoffen. De vrije toegang tot arbeid is een groter probleem. De Belgische kolonisator voert een muntstelsel en belastingen in wat loonarbeid moet stimuleren. De ondernemingen blijven echter met een arbeidstekort zitten. Het arbeidstekort zal zich als het ware vanzelf oplossen door de mechanisatie van het productieproces -en de bijhorende stabilisatiepolitiek-  in de mijnbouwsector.

Wat de export betreft wordt de productie voor de wereldmarkt snel de hoogte in gedreven. Onder Leopold zijn de exportproducten ivoor en rubber. Onder Belgisch beleid wordt de export van palmolie en katoen belangrijk vanaf 1910. Later zal de mijnbouw een dominante positie verwerven in de export. De afbouw van de lokale industriële productie vindt plaats in de jaren ’20.

De staatsstructuren worden opgebouwd onder Belgisch bewind. Ze zijn echter uitsluitend in handen van blanken. Dit schept na de onafhankelijkheid problemen. In de eerste republiek desintegreert de staat. Mobutu weet in 1965 met hulp van het buitenland de macht te veroveren en zet opnieuw de staatsstructuur op poten. Aan het eind van de jaren ’60 is er dan een zwarte elite die de staatsstructuur beheerst en die surplusstromen naar de kern kan verzekeren.

 

Het onderzoek naar de periferisering vangt aan in de koloniale periode omdat aan drie van de vier criteria van de incorporatie reeds in de jaren ’20-’30 is voldaan.

 

Na de inschakeling van een gebied in de kapitalistische wereld-economie zou een drieledige ruimtelijke specialisatie moeten ontstaan. Er ontstaat een zone die zich voornamelijk richt op export voor de wereld-economie, een andere zone zorgt voor de voedselvoorziening van de exportzone en een derde zone voorziet het exportgebied van arbeid.

Het is moeilijk om in de koloniale periode van een echte driedeling te spreken. Katanga is de zone die gericht is op export voor de wereldmarkt. De zone die gericht is op voedselproductie en de zone die dienst doet als  arbeidsreservoir vallen echter samen. Zowel Kasaï als Noord-Rhodesië voorzien in de vraag naar arbeid en voedsel.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende